Dagboek bouw: verschil tussen versies
k (Toegankelijkheid verbeterd) |
k (Foutje hersteld) |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Tijdens de bouw van het gemaal is de voortgang van de bouw in verschillende rapportages vastgelegd. De hoofdopzichter van Provinciale Waterstaat, W. Anema, hield een dagboek bij en daarnaast maakte hij wekelijks een [[Weekrapporten Bestek 6 | weekrapport]]. De hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat, D.F. Wouda, maakte maandelijkse rapportages waarin kort de voortgang van de verschillende werken werd toegelicht. | Tijdens de bouw van het gemaal is de voortgang van de bouw in verschillende rapportages vastgelegd. De hoofdopzichter van Provinciale Waterstaat, W. Anema, hield een dagboek bij en daarnaast maakte hij wekelijks een [[Weekrapporten Bestek 6 | weekrapport]]. De hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat, D.F. Wouda, maakte maandelijkse rapportages waarin kort de voortgang van de verschillende werken werd toegelicht. | ||
Het dagboek is een handgeschreven boekwerk dat ingezien kan worden bij Tresoar in Leeuwarden.<ref>Tresoar, Archief van de Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland (archief nr. 9-01). Inv. nr. 917: ''Dagboek inzake de bouw van het gemaal, 1916-1920.''</ref> Bij het archiefonderzoek in 2012 uitgevoerd door BBA is ook dit archiefstuk geraadpleegd. In de rapportage naar aanleiding van dit archiefonderzoek is er een selectie van de relevante delen van het dagboek gemaakt en opgenomen in het eindrapport van het archiefonderzoek.<ref>Stenvert, R., & Veenland-Heineman, K. M. (2012). ''Archiefonderzoek: Bouwarchief Ir. D.F. Woudagemaal, Lemmer.'' Utrecht: BBA, Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschiedenis v.o.f.</ref> | Het dagboek is een handgeschreven boekwerk dat ingezien kan worden bij Tresoar in Leeuwarden.<ref>Tresoar, Archief van de Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland (archief nr. 9-01). Inv. nr. 917: ''Dagboek inzake de bouw van het gemaal, 1916-1920.''</ref> Bij het archiefonderzoek in 2012 uitgevoerd door BBA is ook dit archiefstuk geraadpleegd. In de rapportage naar aanleiding van dit archiefonderzoek is er een selectie van de relevante delen van het dagboek gemaakt en opgenomen in het eindrapport van het archiefonderzoek.<ref>Stenvert, R., & Veenland-Heineman, K. M. (2012). ''Archiefonderzoek: Bouwarchief Ir. D.F. Woudagemaal, Lemmer.'' Utrecht: BBA, Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschiedenis v.o.f.</ref> Het originele dagboek is ingescand, in de tekst zijn miniatuur afbeeldingen van de dagboekpagina's opgenomen. Door op deze afbeeldingen te klikken kan de dagboek pagina in een grotere resolutie geraadpleegd worden. Bij het uitwerken van het handschrift is er voor gekozen om dicht bij het origineel te blijven. De ouderwetse schrijfstijl en spelling van het origineel is overgenomen voor deze wiki pagina's, ook de schrijffouten in de originele tekst zijn overgenomen. | ||
Het dagboek start eind oktober 1916 en loopt door tot en met januari 1920. Op het moment dat het dagboek stopt is het gebouw en de waterbouwkundige zaken wel zo'n beetje klaar, aan het plaatsen van de machines wordt dan nog druk gewerkt. Het dagboek beslaat zo'n 240 pagina's, vanwege deze grote omvang is het voor deze wiki opgeknipt in kwartalen. | Het dagboek start eind oktober 1916 en loopt door tot en met januari 1920. Op het moment dat het dagboek stopt is het gebouw en de waterbouwkundige zaken wel zo'n beetje klaar, aan het plaatsen van de machines wordt dan nog druk gewerkt. Het dagboek beslaat zo'n 240 pagina's, vanwege deze grote omvang is het voor deze wiki opgeknipt in kwartalen. |
Versie van 27 mrt 2024 10:47
Tijdens de bouw van het gemaal is de voortgang van de bouw in verschillende rapportages vastgelegd. De hoofdopzichter van Provinciale Waterstaat, W. Anema, hield een dagboek bij en daarnaast maakte hij wekelijks een weekrapport. De hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat, D.F. Wouda, maakte maandelijkse rapportages waarin kort de voortgang van de verschillende werken werd toegelicht.
Het dagboek is een handgeschreven boekwerk dat ingezien kan worden bij Tresoar in Leeuwarden.[1] Bij het archiefonderzoek in 2012 uitgevoerd door BBA is ook dit archiefstuk geraadpleegd. In de rapportage naar aanleiding van dit archiefonderzoek is er een selectie van de relevante delen van het dagboek gemaakt en opgenomen in het eindrapport van het archiefonderzoek.[2] Het originele dagboek is ingescand, in de tekst zijn miniatuur afbeeldingen van de dagboekpagina's opgenomen. Door op deze afbeeldingen te klikken kan de dagboek pagina in een grotere resolutie geraadpleegd worden. Bij het uitwerken van het handschrift is er voor gekozen om dicht bij het origineel te blijven. De ouderwetse schrijfstijl en spelling van het origineel is overgenomen voor deze wiki pagina's, ook de schrijffouten in de originele tekst zijn overgenomen.
Het dagboek start eind oktober 1916 en loopt door tot en met januari 1920. Op het moment dat het dagboek stopt is het gebouw en de waterbouwkundige zaken wel zo'n beetje klaar, aan het plaatsen van de machines wordt dan nog druk gewerkt. Het dagboek beslaat zo'n 240 pagina's, vanwege deze grote omvang is het voor deze wiki opgeknipt in kwartalen.
- 1916, 4e kwartaal met introductie en bronnenlijst (deze pagina)
- 1917, 1e kwartaal
- 1917, 2e kwartaal
- 1917, 3e kwartaal
- 1917, 4e kwartaal
- 1918, 1e kwartaal
- 1918, 2e kwartaal
- 1918, 3e kwartaal
- 1918, 4e kwartaal
- 1919, 1e kwartaal
- 1919, 2e kwartaal
- 1919, 3e kwartaal
- 1919, 4e kwartaal
- 1920, 1e kwartaal
- Deel met overzichtstaten en aantekeningen
Oktober 1916
Maandag 30 Oktober 1916
Aanwijzing van het bouwen van een stoomgemaal en bijbehoorende werken bij Lemmer s'middags om 1 uur, waarbij tegenwoordig Hoofdingenieur, Ingenieur en de opzichters R. Miedema, R. Sollaart en W. Anema. De staat van aanwijzing, welke werd voorgelezen, is de aannemers een afdruk gestuurd.
Op het terrein werd aangewezen de plaats van de gebouwen, het zanddepôt met steen, te wijziging in de grondberging genoemd in de staat van aanwijzing. Op het terrein werden geen vragen van beteekenis gesteld.
Verder werd de aanwijzing gehouden in het hôtel v/d Hof, waar na het voorlezen van de staat van aanwijzing de volgende vragen werden gesteld.
- De in § 54 genoemde som van ƒ 3.000,– heeft de aannemer die werkelijk uit te geven?
Antw: Wordt aangegeven als een verrekeningpost. - Wat is de bedoeling van het binnenverfwerk?
Antw: Alles te behandelen als verfwerk, genoemd in § 43 van het bestek, behalve het kantoor. - Het te buigen betonijzer, welke trekvastheid moet het hebben?
Antw: De grootst mogelijke trekvasthed welke hiervoor is bepaald. - De uit de fundeering voortkomende grond, is die opgenomen in de hoeveelheid genoemd in § 8 van het bestek?
Antw: Ja.
Later bleek, dat deze hoeveelheid niet in het bestek is opgenomen, wat ook uit § 8 is te lezen. Voor de besteding is hiervan nog kennisgegeven aan de aannemers van het baggerwerk Boltje's en Krikke.
November 1916
Dinsdag 7 November 1916
Aanbesteding werd gehouden te Leeuwarden s'middags om 12 uur.
De volgende inschrijvingsbiljetten waren ingekomen:
- Gebr. W. en H. Geveke te Gorredijk. ƒ 960.000,–
- H.S. de Jong te Lemmer en L. Hoogkamp te Follega. ƒ 888.000,–
- J.R. Vlaming te Schagen. ƒ 878.000,–
- A.H. Huitsing te Winsum en J. Huitsing te Coevorden. ƒ 877.000,–
- R. de Fries te Utrecht. ƒ 872.000,–
- Firma Joh. Kraaij en Co. te Hillegom. ƒ 869.000,–
- D Smit en W.A. van Luiten te Groningen. ƒ 865.000,–
- J. Wajer en J. Schuurman te Amsterdam. en J. Verstolp te Gouderak en H. Laren te Gouda. ƒ 858.000,–
- J. Schrale te Warns. ƒ 824.900,–
- W. en H. Visser te Lemmer. ƒ 824.700,–
- C.H. van Haarlem ten Vianen. ƒ 813.796,–
- W. de Fries en S. de Jong te Lemmer. ƒ 796.800,–
- Joh. en Jac. Broersma te Alkmaar. ƒ 764.400,–
Aannemers geworden de laagste inschrijvers Joh. en Jac. Broersma te Alkmaar.
Aannemers van het baggerwerk zijn geworden S. Krikke en Y. Dikkeboom te Oudehaske voor ƒ 0,60 per M3 zoowel buiten als binnen.
Dinsdag 14 November 1916
De aannemers Gebrs Broersma met Dikkerboom op het werk gehad. Er werden enkele onderwerpen besproken betreffende de uitvoering van het baggerwerk. De groote van de put zou nader door Gebrs Broersma worden bepaald. Afgesproken, de bovengrond komende uit de fundeeringsput, zoveel mogelijk te storten in de Teroelsterkolk. Aanwijzing gegeven, betreffende het plaatsen van keeten.
Woensdag 15 November 1916
Jac Broersma met den uitvoerder op het werk gekomen, om met de uitvoering te beginnen. In de eerste plaats werd uitgezet de kade genoemd in § 13 van het bestek.
Donderdag 16 November 1916
Begonnen met het maken van de kade, genoemd in § 13 van het bestek. Verder met het maken van keeten, loodsen enz.
Maandag 20 November 1916
Hoofdingenieur op het werk geweest en afgesproken dat de aannemer de groote van de funderingput mag nemen tot voorkant beneden berm zeedijk, liggende 5,– M uit de binnentoon zeedijk. Hier wordt p.m. een talud aangebaggerd van 4 op 1 volgens het bestek.
Dinsdag 21 November 1916
Gebrs Broersma meegedeeld, dat door hun kan worden overgenomen volgens later overeen te komen eenheidsprijs de afkomende basalt achter de zeedijk. Volgens opmeting kan hiervan p.m. 1000 M2 worden gezet en is er dan 20% afgetrokken voor afval en wat de bassalt dichter inelkaar wordt gezet.
Woensdag 22 November 1916
Aangevoerd één baggermachine, sleepboot en vier bakken. Verder een schip met steenkool voor de baggerwerken.
Donderdag 23 November 1916
De aannemers en leverancier meegedeeld, dat de damplanken geen smaller breedte mogen hebben dan 20 cM.
Vrijdag 24 November 1916
Met den uitvoerder van Gebrs Broersma (v/d Plas) en den uitvoerder van het baggerwerk de fundeeringsput uitgezet, waarvan eene schetsteekening gemaakt. De groote van deze put geheel aan de aannemers overgelaten. Broersma meegedeeld, dat voor iedere sluisdeur noodig is, 700 stuks verzinkte spijkers lang 12 cM.
Zaterdag 25 November 1916
Begonnen met het baggeren van de
funderingsput. Aanwijzing gedaan voor storting
van grond in de Teroelsterkolk. Van 20 tot
en met 25 November was er aan het werk 2 grondwerkers,
3 arbeiders en 6 timmerlieden. Vanaf Woensdag nog
7 baggerlieden en 2 stokers.
Materialen welke aanleiding geven tot
verzekering werd ge de gepasseerde week niet
aangevoerd. De aangevoerde materialen betreft
enkel het hout voor keeten, spoor met karren,
hout voor mallen betonpalen, kruideelen,
kruiwagens enz. Afgegeven weekrapport no 1.
Maandag 27 November 1916
De aannemers gewaarschuwd, wanneer zij plan hadden het heien van de damwanden aan de Gebrs Leemburg uit te besteden, hun vooral te waarschuwen, dat dit onder streng toezicht plaats heeft en nauwkeurig moet gebeuren. Hierop is door hun geantwoord, dat het niet de bedoeling was om de damwanden uit te besteden en dezen werden geplaats door twee vertrouwde heibazen en in daghuur. Heibazen, die bij hun geregeld in dienst waren.
Woensdag 29 November 1916
Naar Leeuwarden geweest en met den Hoofdingenieur afgesproken, dat de perkoenpalen genoemd in §... van het bestek ongeschild mogen worden verwerkt, wat de aannemers 30 November meegedeeld. Ook toestemming gegeven om gegalvaniseerde draad no 18 te gebruiken in plaats van gegloeide draad voor het betonwerk. Voor horizontale bewapeningen, zooals vloeren enz. de kruispunten om de andere aan elkaar te bevestigen. Voor verticale bewapening zoo noodig elk kruispunt.
Donderdag 30 November 1916
Aangevoerd 55 stuks dennen heipalen, waarvan goedgekeurd:
27 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
12 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
1 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
Afgekeurd 15 stuks.
Den aannemer Jac. Broersma gewaarschuwd
den leverancier te melden, dat de palen lang
7,30 zwaarder moeten worden geleverd en anders
de grootste helft terug kregen.
De goedgekeurde palen op de kop allen gemerkt met
het stempel F Verder als volgt.
1736 stuks – palen bestemd voor machinegebouw met keersluis.
576 stuks = palen bestemd voor ketelhuis en schoorsteen.
December 1916
Vrijdag 1 December 1916
Aangevoerd 29 stuks dennen fundeering palen,
waarvan goedgekeurd:
12 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
10 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
2 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
5 stuks afgekeurd.
59 stuks ≡ bijgebouw ventilators en blaasmachines.
74 stuks Rookkanalen
218 stuks Bekledings- en grondkeerende muren en beschoeiingen.
Zaterdag 2 December 1916
Aangevoerd 34 stuks dennen fundeering
palen, waarvan goedgekeurd:
15 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
7 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
4 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
8 stuks afgekeurd.
Verder aangevoerd 150 KG bindijzer voor
de betonpalen.
De aannemers nogmaals gewaarschuwd,
dat het in hun eigenbelang is, om de kaden
om het bouwterrein voortgang mee te maken.
Totaal deze week aangevoerd 591,20 M1 dennen
heimasten voor de fundeering.
Zie weekrapport no 2.
Maandag 4 December 1916
De aannemers bij den Hoofdingenieur geweest om verschillende te bespreken, waarvoor Zaterdag door den Hoofdingenieur verzocht te komen en aan de aannemers meegedeeld. Den uitvoerder toegestaan om de betonplaat geteekend onder de Directiekeet te laten vervallen, dit in overleg met Sollaart. Op de vraag van de aannemers of het bindijzer ook in het gewicht van het betonijzer wordt opgenomen, geantwoord dat ik dit met den Hoofdingenieur eerst zou overleggen, maar vermoedelijk niet. De teekening van de directiekeet en van de betonpalen afgegeven en het gewicht in overleg met Sollaart hierop gewijzigd.
Dinsdag 5 December 1916
Aangevoerd 42 stuks dennen fundeering palen,
waarvan goedgekeurd:
26 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
10 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
1 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
4 stuks afgekeurd.
Toegestaan de bovengrond langs de Zeedijk op
2 M beneden Z. P. te baggeren aan de westkant
van de fundeeringput tot 5,– M uit de binnenkant
zeed en aan de oostkant tot 2½ M uit
binnenkant zeed en tot die diepte stijl weg
te baggeren.
Woensdag 6 December 1916
Aangevoerd 119 stuks dennen fundeering palen,
waarvan goedgekeurd:
60 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
29 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
7 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
3 stuks lang 5,00 Meter en zwaar 25 x 16 cM. X
20 stuks afgekeurd.
Aangevoerd deze week 890,20 M1. (zie weekrapport no 3)
Donderdag 7 December 1916
Op het terrein aangevoerd één baggermachine met nog 3 onderlossers.
Vrijdag 8 December 1916
Met de tweede baggermachine begonnen te baggeren, welke eerst is begonnen met het opruimen van zeedijk palen, zittende aan de N.O. hoek van de fundeeringput, vermoedelijk eene oude beschoeiing. Verder begonnen met kaden langs het op te hoogen terrein ten westen van de fundeeringput en langs de lijn tot verplichte ophooging.
Zaterdag 9 December 1916
Met de aannemers gesproken in de voorziening
van drinkwater en voor het volk en het plaatsen
van een volkskeet, opdat ze middags onder schafttijd
onderdak kunnen krijgen.
Beloofd de noodige maatregelen te nemen en
voor verziening in drinkwater mortonpompen te slaan.
Verder werd er deze week gewerkt aan de keeten en
de kaden rondom het bouwterrein, waarover verder
geen bijzonders valt te melden.
Maandag 11 December 1916
Aangevoerd 52 stuks dennen fundeering palen,
waarvan goedgekeurd:
27 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
9 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
5 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
11 stuks afgekeurd.
De aannemers gewaarschuwd, dat het
wenschlijk was, om met de kaden om het
bouwterrein voorgang te maken, met het
oog op den waterstand.
Hierop werd geantwoord, zoodra het door
hun aangekochte spoor kwam, zou hieraan
met spoed worden gewerkt.
Woensdag 13 December 1916
P.s. van de Hoofdingenieur de aannemers
toegestaan om aan te nemen
de en aan Canoy Herfkens en Co
op te dragen, de levering van de benoodigde
vuurvaste steen volgens gezonden monster,
aanwezig op het bureau.
Verder de levering van de wit verglaasde
tegels steenen voor de ketelfronten ook
volgens ontvangen monster en aanwezig op
het bureau.
Prijzen voor de wit verglaasde steenen als volgt:
koppen ƒ 85,– per 1000 stuks,
strekken ƒ 90,– per 1000 stuks,
kop- en strek ƒ 95,– per 1000 stuks.
Donderdag 14 December 1916
P.s. v/d Hoofdingenieur de aannemers toegestaan, om te koopen 500 zakken portlandcement (merk Dyckerhoff) voor den prijs van ƒ 35,– per 1000 KG franco voor de wal. De vracht voor deze 500 zakken of 25000 KG bedroeg ƒ 4,50 per last, of ƒ 2,25 per 1000 KG. Totaal bedrag aan vracht ƒ 56,25. Voor deze hoeveelheid cement komt den aannemer eene vergoeding toe van 25 x ƒ 12,– = ƒ 300 +10% = ƒ 330. Zie verrekeningsboek van meer en minderwerk.
Vrijdag 15 December 1916
Aangevoerd 86 stuks dennen fundeering palen, waarvan goedgekeurd:
33 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
38 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
2 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
5 stuks lang 5,00 Meter en zwaar 25 x 16 cM. X
8 stuks afgekeurd.
De aannemers toegestaan een monster met
prijsopgaaf te vragen van een partij te koop
aangeboden gebruikte telegraafdraad, om
bij nadere goedkeuring te gebruiken voor de
spiralen in de betonpalen, waarvoor staat
bepaald ijzer zwaar 6 m/m.
Zaterdag 16 December 1916
Het monster van bovengenoemde telegraafdraad goedgekeurd (zwaar 5 m/m) en de aannemers orders gegeven van deze draad 4700 KG aan te koopen voor den prijs van ƒ 20,– per 100 KG, waarbij dan nog komt de vracht vanaf Dordrecht. Aangevoerde materialen deze week 750,10 M1 heipalen. (zie weekrapport no 4)
Maandag 18 December 1916
Aangevoerd 500 zakken portlandcement.
(zie hiervoor de aanteekening van 14 December.)
Aangevoerd 120 stuks dennen fundeering palen, waarvan goedgekeurd:
70 stuks lang 6,25 Meter en zwaar 26 x 16 cM. –
26 stuks lang 7,30 Meter en zwaar 26 x 16 cM. =
2 stuks lang 6,00 Meter en zwaar 25 x 15 cM. ≡
2 stuks lang 5,00 Meter en zwaar 25 x 16 cM. X
20 stuks afgekeurd.
Woensdag 20 December 1916
Naar den Hoofdingenieur geweest om te
spreken over de aankoop van gebruikte telegraafdraad
liggende bij H. van Emden te Schiedam,
welke verzocht eerst te komen zien, voordat wij
tot aankoop overginnen. Opdracht van den
Hoofdingenieur ontvangen, deze draad te koo gaan zien
en zoo mogelijk te koopen, volgens monster en
voor de prijs van ƒ 20 per 100 KG.
Donderdag 21 December 1916
Met Broersma's naar Schiedam geweest en gekocht van H. van Emden eene partij ongeroest gebruikte telegraafdraad zwaar 4 en 5 m/m, welke partij volgens schatting zou wegen 4000 KG en verder aan te vullen met eenigzins geroeste telegraafdraad, zwaar 5 m/m tot een gewicht van 4500 KG. Alzoo gekocht 4500 KG gebruikte telegraafdraad voor den prijs van ƒ 20,– per 100 KG, te leveren op de boot te Schiedam. Vracht komt dus voor rekening van de koopers.
Zaterdag 23 December 1916
Aangekomen per schip eene partij betonijzer,
volgens bijgaande vrachtbrief 47798 KG,
wat verder door wegen of berekening moet
worden uitgemaakt en bevestigd. (zie weekrapport no 6)
Deze partij is aangekocht voor ƒ 21,– per
100 KG franco voor de wal. (zie verrekeningsboek)
De aannemers nogmaals en voor de laatste
maal gewaarschuwd, spoed te maken met
de kaden om het bouwterrein en de gevolgen
of oponthoud van het werk, welke hieruit
kunnen ontstaan komen voor hun rekening.
Afgegeven de verklaring tot het eerste afgeven
van de eerste termijn van betaling.
Slecht weer, zoodat er niet kon worden gewerkt.
Afgegeven weekrapport no 5.
Woensdag 27 December 1916
Met de aannemers opgemeten de afkomende bassalt en vastgesteld te kunnen rekenen op 1000 M2 er van te kunnen zetten. Opgepeild de Teroelsterkolk en de aannemers toegestaan, de bovengrond komende uit de fundeeringsput te kunnen storten in de Teroelsterkolk. De aannemers opgedragen, om de Z.W. kant van de kolk, liggende ten westen van de fundeeringsput op te baggeren tot tegen den berm van de zeedijk en vandaar dan met het storten van zand te beginnen.
Vrijdag 29 December 1916
Hoofdingenieur op het werk geweest en met Broersma's gesproken over aankoop ijzer en cement. Behalve het benodigde voor de betonpalen zou er niet in kleine partijen meer worden aangekocht. Dan niet eerder aankoopen, of er moet zekerheid zijn voor de geheele partij. Broersma's beweerden, dat zij de eersten zouden zijn, die van het silicaat cement ontvangen met tusschen komst van hun broer. Dan had de Hoofdingenieur er geen bezwaar tegen, dat hun broer de levering kreeg als daar op kon worden gerekend. Hierop werd door de Broersma's geantwoord, dat deze zaak goed voorelkaar was en hun broer evenveel zekerheid van de levering had, als h/v van der Meulen. De aannemer werd meegdeeld, dat zij konden overgaan tot aankoop van het dakbeschot en pannen. Met aankoop van de pannen zou geen haast worden gemaakt en mocht er de gelegenheid komen om geglazuurde te krijgen, dan wilde de Hoofdingenieur daar wel gebruik van maken.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Tresoar, Archief van de Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland (archief nr. 9-01). Inv. nr. 917: Dagboek inzake de bouw van het gemaal, 1916-1920.
- ↑ Stenvert, R., & Veenland-Heineman, K. M. (2012). Archiefonderzoek: Bouwarchief Ir. D.F. Woudagemaal, Lemmer. Utrecht: BBA, Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschiedenis v.o.f.