Dagboek bouw/1917, 4e kwartaal
Vanwege de grote omvang van het dagboek is het voor deze wiki opgeknipt in de volgende delen:
- 1916, 4e kwartaal met introductie en bronnenlijst
- 1917, 1e kwartaal
- 1917, 2e kwartaal
- 1917, 3e kwartaal
- 1917, 4e kwartaal (deze pagina)
- 1918, 1e kwartaal
- 1918, 2e kwartaal
- 1918, 3e kwartaal
- 1918, 4e kwartaal
- 1919, 1e kwartaal
- 1919, 2e kwartaal
- 1919, 3e kwartaal
- 1919, 4e kwartaal
- 1920, 1e kwartaal
Oktober 1917
Dagboek bladzijden 58 & 59. |
Maandag 1 oktober 1917
Begonnen met het stellen van de bekisting voor het betonwerk opgaand muurwerk keelhuis. Begonnen met het stellen van het ondernet bewapening vloer onder het machinegebouw met ketelhuis.
Prachtig weer en door de schoorsteenbouwers werd niet gewerkt, wegens gebrek aan een paard.
Dinsdag 2 oktober 1917
Gestort de betonbalk langs het ontvangbed met een gedeelte werkvloer.
Aangevoerd en gelost 2000 zak portlandcement.
Door de schoorsteenbouwers werd met prachtig weer weer niet gewerkt wegens gebrek aan een paard.
Woensdag 3 oktober 1917
Klaar gekomen met het storten van de werkvloer onder het machinegebouw met ketelhuis. Een basis gelegd onder her Z.W. landhoofd voor afwatering van het stortebed naar de bemaling.
Donderdag 4 oktober 1917
Slecht weer.
Vrijdag 5 oktober 1917
Afgesproken dat de bewapening van de …gevels en in de vloer werden opgenomen en verder niets wat het opgaande muurwerk betreft.
Dagboek bladzijden 60 & 61. |
Zaterdag 6 oktober 1917
Begonnen met het aanbrengen van puin op het stortebed.
Maandag 8 oktober 1917
Slecht weer.
Dinsdag 9 oktober 1917
Slecht weer.
10-12 oktober 1917
Stellen van de bewapening in de vloer onder het machinegebouw met keerslui.
Aangevoerd 30 ton betonijzer, gedeeltelijk van 10 mm en deels van 11 mm
Zaterdag 13 oktober 1917
Met de aannemer afgesproken dat wij in ’t vervolg eerst de kolommen onder de ketelblokken zouden storten, voordat de bewapening voor balken en bovenste vloer wordt aangebracht. Overlegd over het verwerken van 10 en 11 mm ijzer zonodig voor aanvulling 15 mm te meegaan verwerken in de vloer.
15-19 oktober 1917
Bezig met het stellen van de bewapening voor de vloer onder het machinegebouw met keersluis, het stellen van het walhout oor het opgaande werk rondom het ketelhuis, het maken van de sluisdeuren. Besproken in de vloer ter aanvulling te gebruiken betonijzer zwaar 14 mm en 15 mm. Werd toegestaan. Een verschil tusschen Kolpa en Hoekstra aan Plas zijn optreden. Erop gewezen dat de opzichters in geen geval onder den uitvoerder stonden.
Dagboek bladzijden 62 & 63. |
Zaterdag 20 oktober 1917
Klaar gekomen met het stellen van de onder en bovenbewapening van de halve vloer onder het machinegebouw met keersluis, zodat maandag met het storten kan worden begonnen. Aan het stellen van de bekisting voor het muurwerk rondom het ketelhuis werd doorgewerkt en aan het maken van de sluisdeuren.
Maandag 22 oktober 1917
Begonnen met het storten van de vloer onder het gedeelte tusschen het ontvangbed en het opgaande muurwerk van het machinegebouw, waarmee niet geheel is klaar gekomen. Aangekomen de eerste zending graniet.
Dinsdag 23 oktober 1917
De aannemer nogmaals in tegenwoordigheid van den uitvoerder Plas gewaarschuwd voor het stijgen van het boezemwater in verband met hare waterkering, waarvoor de aannemers al meerdere maken gewaarschuwd. Ondanks dat in de cementloods minstens 10 zak portlandcement geheel waarloos waren, wat is te wijten aan een slechte verzorging van de aannemers.
Aangevoerd eene lading vloertegels, warmee begonnen te lossen. Totaal 16660 stuks, waarvan 9800 groote en 6880 stuks kleiner formaat.
Woensdag 24 oktober 1917
’s morgens om 7 uur met al de al de manschappen, als timmerlieden en arbeiders begonnen te betonstorten. Gestort werd het grootste gedeelte het stuk betonvloer tusschen het opgaande muurwerk machinegebouw. In tegenwoordigheid van opzichter Jansma hun meegedeeld, dat het omkaden van het bouwterrein mij niet voldoende voorkwam en hun opdroeg om hierin spoedig te voorzien van een kade te maken, zoals 3.13 van het bestek aangeeft (blz. 41).
Donderdag 25 oktober 1917
Beton gestort, maar wegens het slechte weer gestaakt. Het werd stormweer wat tengevolge had, dat de optimmering voor het opgaande muurwerk tusschen machinegebouw en ketelhuis om is gewaaid en het dak van de kalkloods waar den schoorsteenbouwers.
Vrijdag 26 oktober 1917
Den ’s morgens 8 uur aan het betonstorten met al het volk, dat op het terrein aanwezig. Bericht van den schoorsteenbouwer Vorstermans ontvangen, dat hij maandag terug kwam om de binnenschacht te metselen.
Dagboek bladzijden 64 & 65. |
Zaterdag 27 oktober 1917
’s middags om drie uur klaar gekomen met het storten van de halve betonvloer. De opzichter J. Kolpa een veertien dagen op verlof gegaan. Vier wagens graniet onderweg.
Maandag 29 oktober 1917
Naar Leeuwarden geweest om met Sollaart te spreken over de teekeningen van het metselwerk, van de zuig- en persbuizen enz.
Verder gewerkt aan het stellen van het malhout voor het opgaande muurwerk ketelhuis en het tweede ketelblok.
Weer begonnen met het bouwen van de schoorsteen en prachtig weer om te werken.
Dinsdag 30 oktober 1917
Begonnen met het vervoeren van de granietstukken, bestemd in de vloer tusschen de penanten boezemzijde.
Woensdag 31 oktober 1917
Begonnen met het stellen van de granieten dorpels tusschen de penanten boezemzijde. Begonnen met het storten van de beton van het vloertje achter het opgaande muurwerk tusschen machinegebouw en ketelhuis en het storten van de balken in verbinding met geboemde betonvloer en de vloer onder de ketelblokken.
November 1917
Donderdag 1 november 1917
Met Jansma uitgezet het eerste penant boezemzijde, profielen gesteld en gewaterpast.
Vrijdag 2 november 1917
Klaar gekomen met het stellen van de granietdorpels tusschen de penanten boezemzijde en een begin gemaakt met het metselwerk van het eerste penant langs het ketelhuis. Broersma opgedragen dat de steen, welke werd aangevoerd beter moet worden afgekapt, voordat ze in de put komen. Broersma maakte hiertegen in zoover bezwaar, dat hij meent, dit voor rekening van de Provincie komt.
Zaterdag 3 november 1917
Begonnen met het metselwerk van het eerste penant boezenzijde, waarvan de profielen reeds waren gesteld. In de put gebracht twee mallen voor de persbuizen.
Maandag 5 november 1917
Er werd gewerkt aan het metselen van het eerste penant boezemzijde, het inbrengen van de malen voor zuig- en persbuizen, het optimmeren van het opgaand muurwerk rondom het ketelhuis en van het tweede ketelblok, het stellen van het ijzer in de tusschenmuur van het ketelhuis en machinegebouw, het maken van de sluisdeuren en het maken van kaden rondom het bouwterrein.
Dinsdag 6 november 1917
Op het werk geweest S. Tiemersma (opzichter prov. waterstaat, Almenum adresboek 1928) en R. Sollaart om over verschillende detailtekeningen ons in te lichten. Klaargekomen met het inbrengen van de mallen van zuig- en persbuizen.
Woensdag 7 november 1917
Begonnen met het metselwerk van het tweede penant. Door de aannemers werd afgebroken één kap boven de sluisdeuren, waarvan nog één deur, die niet geheel klaar was. Bericht was gekomen, dat voor ons uit Rotterdam was verzonden 6000 zak portlandcement. Dat er verder bericht was ingekomen, er plusminus 30.000 kg betonijzer, bestemd voor dit werk uit Duitschland was verzonden.
Dagboek bladzijden 66 & 67. |
Donderdag 8 november 1917
Broersma te kennen gegeven dat ik mij over het opbergen van de portlandcement de laatste tijd wel heb geërgerd en hierin verbetering wens.
Vrijdag 9 november 1917
Gestort de kolommen onder het tweede ketelblok. Begonnen met het metselen van het derde penant boezemzijde. Bezig met het opruimen van de tras in de cement loods. Begonnen met het stellen van de mallen voor de perskanalen.
Zaterdag 10 november 1917
Op het werk de Commissaris der Koningin en zijn zoon en den hoofdingenieur. Het bouwen van de schutwand in de schoorsteen. Het leggen van spoor voor het aanvoeren van de ganiet zeezijde.
Maandag 12 november 1917
Er werd gewerkt aan het metselen van de penanten boezemzijde, het stellen van de mallen zuigbuizen, het opstellen bekistingen muurwerk ketelhuis, het lossen van eene zending graniet. Van den leverancier de NV Steenhouwerij v/h J.H.J Troupin te Haarlem (sinds 1898).
- 1ste zending
- 30 stuks Ia
- 27 stuks Ib
- 24 stuks K
- 4 stuks C
- 4 stuks B
- 2de zending
- 1 stuks E
- 4 stuks A
- 4 stuks A’
- 4 stuks D
- 2 stuks D’
- 3de zending
- 24 stuks B
- 1 stuks IIA
- 1 stuks IIB
- 16 stuks X
Totaal 14,091 m³ Volgens ingekomen rekening gekocht voor f. 140 per M³.
Jansma met zijn nieuw woonschip hier gekomen.
Dagboek bladzijden 68 & 69. |
Dinsdag 13 november 1917
Op het terrein aangevoerd 56 staven zwaar 19 mm lang 12 meter, 4 staven lang 6 m en 2 staven lang 2 m, komende uit een afrastering te Spannenburg en worden verwerkt in de ketelblokken.
Broersma nog eens gewaarschuwd, dat er geen cement in de loods kwam, wanneer de houten vloer niet voldoende in orde was.
Woensdag 14 november 1917
Begonnen met het opstellen van de bewapening voor de balken met vloer van het tweede ketelblok. Begonnen met aanvoeren van de taatsblokken in de put.
Donderdag 15 november 1917
Begonnen met het stellen van de taatsblokken en aanslag stijlen voor de sluisdeuren.
Begonnen met het metselen van de westelijke vleugel zeezijde.
Met Jansma en de aannemers Volker het werk van bestek no. 5 te Spannenburg.
Vrijdag 16 november 1917
Broersma naar de Hoofdingenieur over het maken van de kap op het ketelhuis.
Gesteld drie granietblokken voor de taatsen en één slagstijl aan de westelijke eindvleugel. De schoorsteenbouwers weer opgehouden met het bouwen van de schoorsteen en p.m. van Canoy Herfkens aan P. Lucker verboden er aan door te werken.
Zaterdag 17 november 1917
Met Jansma nagezien het stellen van de zuigbuizen. Stellen van de bekisting voor het opgaande muurwerk van het ketelhuis en het stellen van de bewapening voor het tweede ketelblok.
Verder aan het metselen van de penanten boezemzijde en begonnen met het metselen van de westelijke vleugelmuur zeezijde.
Begonnen met het stellen van de granietblokken voor de taatsen en slagstijlen.
Gesteld de mallen van de zuig- en persbuizen. te Lemmer per schip aangevoerd 6000 zak portlandcement.
Maandag 19 november 1917
Er werd gewerkt aan het metselen van den westelijken vleugelmuur zeezijde. Gesteld de taatsblokken in het midden penant zeezijde. Gesteld de mallen perskanalen oostelijke helft. Door de timmerlieden werd gewerkt aan het stellen van de bekisting rondom het ketelhuis, het stellen van de bewapening in het muurwerk ketelhuis en in het tweede ketelblok. Verder werd er gewerkt aan het leggen van spoor voor het betonstorten, het aanvoeren van steen voor de metselaars enz.
De schoorsteenbouwers Zaterdag opgehouden.
Dagboek bladzijden 70 & 71. |
Dinsdag 20 november 1917
Begonnen met het storten van de beton voor de noordelijke eindgevel ketelhuis. Beton gestort voor de vloer tusschen de penanten boezemzijde.
Woensdag 21 november 1917
Beton gestort voor den muur ketelhuis en wel in hoofdzaak aan den noordelijke eindgevel. Bezig met het metselen van het tweede penant zeezijde.
Donderdag 22 november 1917
Gestort de beton van den noordelijke eindgevel en een gedeelte van den oostelijke en westelijke gevel. Aan het muurwerk van het ketelhuis gestort tot p.m. 11 uur en toen begonnen met het storten van de stampbeton tusschen de penanten boezemzijde, waarmee hedenavond klaargekomen.
Er werd gemetseld aan het eerste middenpenant vanaf de westelijke vleugelmuur zeezijde.
Verplaatst de verzwaringen aan de hoeken van het muurwerk ketelhuis, wast ongeveer heeft gekost f. 3,-, aangenomen door H. de Vries.
Vrijdag 23 november 1917
Op het werk geweest den heer Hoofdingenieur met den Directeur v/d Ambachtschool. Met Broersma gesproken over de leverancie van de graniet en raade den heet Hoofdingenieur hem aan, om aan den leverancier de tegemoetkoming van f. 20,- per M3 direct maar uit te keren, doch hem er op te wijzen, dat de koopsom f. 120,- per M3 bedraagt en geen f. 140,- en dus de bijbetaalde f. 20,- eene tegemoetkoming is.
Bezig met het storten van de beton voor den oostelijken gevel van het ketelhuis.
Zaterdag 24 november 1917
Er werd gestort aan het tweede ketelblok en de oostelijken gevel v/h ketelhuis. Verder werd er gewerkt aan het metselen van de penanten zeezijde. Klaar gekomen met het storten van de beton voor het tweede ketelblok.
De laatste paar dagen werd er door gebrek aan steenkolen door den aannemer veel hout verstookt, voor het drooghouden van de fundeeringsput en het maken en vervoeren van de beton.
Maandag 26 november 1917
Door de afwezigheid van een groot gedeelte van het volk werd er geen beton gestort. Door de timmerlieden werd gewerkt aan het maken van de balcons aan het muurwerk ketelhuis, het maken van de sluisdeuren enz.
Door den storm over de kop gewaaid één mal voor de perskanalen en één paar mallen verplaatst. Schade geschat op ± f. 30
Dinsdag 27 november 1917
Door het slechte weer werd er weinig gewerkt.
De aanwezige timmerlieden werkten aan de bordessen ketelhuis en het overige volk aan het aanvoeren van steen voor de metselaars.
Dagboek bladzijden 72 & 73. |
Woensdag 28 november 1917
Er werd gewerkt aan het storten van de beton van de betonfundeering aan de oostelijke en westelijke gevels van het ketelhuis.
’s morgens voor schafttijd werd de aannemer door opzichter Kolpa gewaarschuwd, dat de stelling waarmee de specie naar boven werd gehaald, niet sterk genoeg meer bleek te zijn en hij ook mij meedeelde. … Om kwart voor twaalf kwam de geheele stelling van boven en liep gelukkig zonder ongelukken af.
Donderdag 29 november 1917
Er werd gewerkt aan het opruimen van de oude stelling en met herstelling begonnen.
Begonnen met de bewapening van de zuigbuis en het leggen van de bewapening voor de tweede halve vloer, waarvoor per telefoon in overleg met den Hoofdingenieur ijzer wordt gebruikt van 16 mm op een waaswijdte van 16 cm.
Verder werd gewerkt aan het metselen middenpenant zeezijde, het aanvoeren van steen in de fundeeringsput enz.
Vrijdag 30 november 1917
Bezoek gehad van de directeur v/d ambachtschool met leeraars en leerlingen van de polytechnische school. Weer begonnen met het breeuwen van de sluisdeuren.
December 1917
Zaterdag 1 december 1917
Begonnen met het losnemen en afpleisteren van de kolommen van het tweede ketelblok.
Maandag 3 december 1917
Wegens den hoogen boezemwaterstand kon niet worden begonnen met het betonstorten. Er werd gewerkt door de timmerlieden aan het buigen en vlechten van de bewapening van de zuig- en persbuizen. Door de monnierwerkers en eenige arbeiders aan het leggen van de bewapening voor zoover de voorraad ijzer strekt, aan het legen van de bewapening voor de tweede halvevloer onder het machinegebouw met keersluis. Deze bewapening wordt thans genomen van 16 mm ijzer op afstanden van 7 per M¹. De bewapening zuigbuizen van 17 mm op afstanden van 14,5 cm, wat de binnen bewapening betreft. Door de aannemers werd ± 2000 geselecteerde straatklinkers vervoerd aan de put en verwerkt.
Dinsdag 4 december 1917
Er kon door de hoogen waterstand nog geen grind en zand voor het maken van beton worden aangevoerd.
5-6 december 1917
Wegens vorst kon er niet met het betonstorten begonnen worden. Er stond wel stoom op de heikarren, maar er kon niet worden begonnen.
Begonnen met het bouwen van een loods voor het maken van kozijnen, ramen en deuren. De metselaars aan het metselen van straatklinkers uit de gedeukte klinkers en aangenomen 4. 4,- per 1000 stuks.
Vrijdag 7 december 1917
Er werd wegens geringen vorst niet beton gestort en gewerkt aan de bewapening van de zuig- en persbuizen, het aanvoeren van steen voor de vloer tusschen de penanten boezemzijde
Dagboek bladzijden 74 & 75. |
Zaterdag 8 december 1917
Beton gestort aan de betonvoet voor het muurwerk rondom het ketelhuis.
Verder werd er door enkele timmerlieden gewerkt aan de bewapening zuig- en persbuizen en het opstellen van de kolommen voor het derde ketelblok.
Toegestaan het malhout onder het tweede ketelblok te verwijderen, behalve onder het bordes.
Door de metselaars werd de geheele week gewerkt aan het sorteeren van steen, want anders niets te doen [vanwege de vorst].
Maandag 10 december 1917
Er werd gewerkt aan het maken van een timmerloods, het stellen van de bewapening om de zuig- en persbuizen.
Door de metselaars werd gewerkt aan het sorteren van voorwerkers uit de miskleurige klinkers. Thans waren er gesorteerd 38000 straatklinkers uit de degeukte klinkers.
Dinsdag 11 december 1917
Begonnen te storten aan de voet van het muurwerk rondom het ketelhuis. Verder sorteren voorwerkers.
Woensdag 12 december 1917
Beton gestort tot 12 uur daarna kon er niet worden gestort wegens reparatie aan de heikarren. Met de aannemers verschil over het storten van de beton. Wij gaven de voorkeur op meer plaatsen te storten dan thans gebeurt en meenen dit in het belang van het werk komt.
De aannemer is volgens zijne bewering er van overtuigd, dat het muurwerk goed uit de mallen komt en wenscht er geen verandering in te brengen, tenzij we er dan voor instaan dat het betonwerk goed uit de mallen komt.
Aangevoerd 60810 kg betonijzer van verschillende zwaarten.
Donderdag 13 december 1917
Klaar gekomen met het storten van de beton voor de voet onder het muurwerk rondom het ketelhuis. Begonnen met het afbreken van de bekisting noordelijke eindgevel van het ketelhuis.
Vrijdag 14 december 1917
Er werd in hoofdzaak gewerkt aan het leggen van de bewapening in de tweede helft van de betonvoer onder het machinegebouw met keersluis. Verder met het sorteren van de gevelstenen.
Den heer hoofdingenieur op het werk geweest. Verder werd er gesproken over het storten van beton in het opgaand muurwerk, waarover tusschen de aannemer en mij bij het storten van de betonvoet rondom het ketelhuis verschil bestond. Ook de Hoofdingenieur was van mening dat in ’t vervolg in horizontale lagen werd gestort en dus meer stortplaatsen in de lengterichting van het muurwerk moest nemen. Afgesproken, dit in ’t vervolg aan te houden, wat door den aannemer Joh. Broersma ook direct werd toegegeven, dit voor het betonwerk beter was.
Dagboek bladzijden 76 & 77. |
Zaterdag 15 december 1917
Er werd met al het volk gewerkt aan het leggen van de bewapening voor de tweede helft van de vloer onder het machinegebouw enz. .
Aangevoerd het eikenhout voor de deurkozijnen ketelhuis en goedgekeurd.
Maandag 17 december 1917
Klaargekomen met het leggen van de bewapening voor de tweede helft van de vloer onder het machinegebouw met keersluis.
Dinsdag 18 december 1917
Wegens vorst kon er niet met storten worden begonnen. Bezig met het wegnemen van het malhout oostelijke gevel ketelhuis.
Woensdag 19 december 1917
Wegens vorst kon er niet met storten worden begonnen. Gewerkt aan het stellen van de bekisting voor her laatste ketelblok.
20-21 december 1917
Wegens vorst kon er niet met storten worden begonnen. Bericht gekomen, dat er te Leeuwarden was aangekomen 3 wagens graniet ± 28 M³.
22-26 december 1917
In verband met de Zondagen werd er de tusschen gelegen werkdagen niet gewerkt. Alleen Jansma bleef hier om deze dagen toezicht te houden.
27 december 1917 - 1 januari 1918
Er werd de tusschen gelegen werkdagen alleen gewerkt door enige timmerlieden, die werkten aan het maken van de sluisdeuren en het stelen van de bewapening om de zuig- en persbuizen.