|
|
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
| '''Nederland''' heeft enkele '''duizenden poldergemalen'''.
| | Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere gemalen is zeer goed mogelijk, dat hangt in sterke mate af van de omvang van de polder en het gebruik van de polder. |
|
| |
|
| <br>Alleen al de provincie '''Fryslân''' heeft er 900.
| | Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn. |
| <br>(zie voor de spreiding hiervan de watertafel in het bezoekerscentrum van het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''').
| |
| <br>Drenthe zal er daarentegen een minimaal aantal hebben, evenals Limburg.
| |
| | |
| Het grote '''aantal poldergemalen''' is '''in de loop van de laatste decennia fors toegenomen'''. Dat kan voor''' [[Fryslân]]''' het best geïllustreerd worden aan de hand van '''het aantal stoomgemalen, dat waren er al bijna 30'''.
| |
| (zie: '''[[Friese stoomgemalen]]''')
| |
| | |
| [[Bestand:Stoomgemaal_Leppedyk_a.jpg|400x308px|link=]]
| |
| '''Stoomgemaal Leppedyk bij Grou'''
| |
| | |
| <br>De '''meeste stoomgemalen''' waren aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw '''vooral in gebruik als poldergemaal'''. Rondom '''Heerenveen''' en '''Joure''' zijn enkele stoomgemalen in gebruik die '''aanvankelijk voor de vervening en later voor de veenpolders (droogmakerijen) in gebruik''' zijn.
| |
| | |
| Wat de '''spreiding van de stoomgemalen in [[Fryslân]]''' betreft, de meeste liggen '''vooral in het Lage Midden''' en '''het zuidoostelijk laagveengebied'''. Een enkel gemaal ligt '''in het kleigebied van Westergo''' en meer '''naar de kust''' van de '''[[Zuiderzee]]'''/ '''[[IJsselmeer]]'''.
| |
| | |
| De''' bemaling in Fryslân''' (en natuurlijk ook in heel Nederland) kent natuurlijk '''een veel langere voorgeschiedenis'''. Al in de '''Middeleeuwen werd er mechanisch water uitgeslagen''', in later eeuwen werden er '''windmolens ontwikkeld en deze leverden destijds een behoorlijke bemalingscapaciteit'''.
| |
| | |
| [[Bestand:Gemaal_bij_Nijelamer.jpeg|500×355px|link=]]
| |
| '''Elektrisch gemaal bij Nijelamer'''
| |
| | |
| '''Naast de stoomgemalen''' van de 19e en 20e eeuw werden er '''in Fryslân ook al vroeg, diesel en elektrische poldergemalen gebouwd'''.
| |
| <br>De '''toename van de gemalen''' van enige 10-tallen naar de huidige 900 poldergemalen valt te verklaren door een toename van de bevolking. Er ontstaan meer stedelijk gebieden, ieder met afzonderlijke waterbeheersing, waaruit het overtollige water vervolgens weer weg gemalen moet worden. Door een gecompliceerder netwerk van wegen en andere kunstwerken worden in steeds meer polders bestaande bemalingsstructuren doorsneden en moeten er poldergemaaltjes bijgebouwd worden om de bemaling opnieuw te reguleren.
| |
| | |
| [[Bestand:Poldergemaaltje_Oude_Jokse_Lw.jpeg|400×291px|link=]]
| |
| | |
| <br>Zo kon een rampzalige situatie bij '''Sneek''' pas opgelost worden, nadat het boezemgemaal '''[[J.L. Hooglandgemaal]]''' bij '''Stavoren''' in 1967 was gebouwd en er ook tegelijkertijd nieuwe '''poldergemalen werden bijgebouwd'''.
| |
| | |
| Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk '''om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt'''. Een natuurgebied '''vraagt om een heel ander waterpeil''' dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht '''maatwerk'''.
| |
| | |
| Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het daarbij om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een '''grote capaciteit''' en nemen slechts een''' klein bouwvolume''' in beslag. Dat is ook de reden waarom '''de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap'''.
| |
| | |
| De kleinste worden gevormd door '''een groene manshoge kast'''. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een '''krooshek(je)''' en een '''[[peilschaal]]''' dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er ,,iets" het water insteekt. Dat ,,iets" is dan de pomp die het water opvoert.
| |
| | |
| Als het poldergemaal een slag '''groter''' wordt en '''aan een vaart of kanaal staat''', of '''op een meer en dus de boezem''' '''uitslaat''', dan kan het een groter kunstwerk zijn en daarmee ook '''zichtbaarder zijn in het landschap'''. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is.
| |
| | |
| Inmiddels hebben enkele waterschappen (hoogheemraadschappen) besloten om de grotere poldergemalen '''een eigen herkenbare stijl''' mee te geven. Modern, maar wel als gemaal herkenbaar. Het '''Hoogheemraadschap van Delfland''' en het
| |
| '''Hoogheemraadschap van Rijnland''' hebben dit in hun beleid vastgelegd.
| |
|
| |
|
| [[Bestand:130911.jpg|516×350px|link=]]
| | Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt. Een natuurgebied vraagt om een heel ander waterpeil dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht maatwerk. |
|
| |
|
| Langs de '''provinciale weg''' '''Groningen'''-'''Winsum''' staat ook '''een poldergemaal''', het bijzondere hiervan is dat de waterloop oost - west is gericht en het gebouw noord - zuid. Aan de zuidzijde is een muur van baksteen opgetrokken, een verwijzing naar de stad Groningen die ten zuiden van het gemaal ligt. Aan de noordzijde is er transparante glasgevel gemaakt. De voorbijganger kan hier ongehinderd naar binnenkijken.
| | Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het daarbij om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een grote capaciteit en nemen slechts een klein bouwvolume in beslag. Dat is ook de reden waarom de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap. |
| Iets verder langs deze weg staat even voorbij '''Mensingeweer''' het vrij nieuwe gemaal '''Abelstokstertil'''.
| |
|
| |
|
| Ook dit gemaal is vrij compact, wie niet weet dat het er staat, zal er zo aan voorbij kunnen gaan. Die compactheid valt weer te verklaren uit '''de pompen en motoren die veel kleiner zijn''' dan de benodigde apparatuur in de eerste poldergemalen zo rond de eeuwwisseling van 1900.
| | De kleinste worden gevormd door een groene manshoge kast. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een krooshek(je) en een [[peilschaal]] dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er iets het water insteekt. Dat iets is dan de pomp die het water opvoert. |
| Toen had vrijwel ieder poldergemaal nog een '''[[schoorsteen]]''' en een '''[[kolenloods]]'''. Beide zijn niet meer nodig. Ieder nieuw poldergemaal wordt als '''elektrisch gemaal''' ontworpen.
| |
|
| |
|
| Bovendien is '''het opvoerwerktuig tegenwoordig aanzienlijk kleiner''', maar wel '''krachtiger'''. Werd in de eerste poldergemalen een '''[[scheprad[[''', '''[[vijzel]]''' of '''[[centrifugaalpomp]]''' geplaatst, nu is '''een kleine zuigerpomp vaak voldoende'''.
| | Als het poldergemaal een slag groter wordt en aan een vaart of kanaal staat, of op een meer en dus de boezem uitslaat, dan kan het een groter kunstwerk zijn en daarmee ook zichtbaarder zijn in het landschap. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is. |
|
| |
|
| Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere gemalen is zeer goed mogelijk, dat hangt in sterke mate af van '''de omvang van de polder''' en '''het gebruik van de polder'''.
| | De bemaling in Fryslân kent een lange voorgeschiedenis. Al in de Middeleeuwen werd er mechanisch water uitgeslagen, in later eeuwen werden er windmolens ontwikkeld en deze leverden destijds een behoorlijke bemalingscapaciteit. |
|
| |
|
| Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn.
| | Naast de stoomgemalen van de 19e en 20e eeuw werden er in Fryslân ook al vroeg, diesel en elektrische poldergemalen gebouwd. De toename van de gemalen van enige 10-tallen naar de huidige 900 poldergemalen valt te verklaren door een toename van de bevolking. Er ontstaan meer stedelijk gebieden, ieder met afzonderlijke waterbeheersing, waaruit het overtollige water vervolgens weer weg gemalen moet worden. Door een gecompliceerder netwerk van wegen en andere kunstwerken worden in steeds meer polders bestaande bemalingsstructuren doorsneden en moeten er poldergemaaltjes bijgebouwd worden om de bemaling opnieuw te reguleren. |
|
| |
|
| (zie ook: '''[[polder]]''' en '''[[poldermolen]]''')
| | tegenwoordig is het opvoerwerktuig aanzienlijk kleiner, maar wel krachtiger. Werd in de eerste poldergemalen een scheprad, vijzel of [[centrifugaalpomp]] geplaatst, nu is een kleine zuigerpomp vaak voldoende. |
|
| |
|
| <br>
| | [[Categorie:Waterbeheer]] |
| [[Category:Waterbeheer]] | |
Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere gemalen is zeer goed mogelijk, dat hangt in sterke mate af van de omvang van de polder en het gebruik van de polder.
Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn.
Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt. Een natuurgebied vraagt om een heel ander waterpeil dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht maatwerk.
Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het daarbij om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een grote capaciteit en nemen slechts een klein bouwvolume in beslag. Dat is ook de reden waarom de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap.
De kleinste worden gevormd door een groene manshoge kast. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een krooshek(je) en een peilschaal dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er iets het water insteekt. Dat iets is dan de pomp die het water opvoert.
Als het poldergemaal een slag groter wordt en aan een vaart of kanaal staat, of op een meer en dus de boezem uitslaat, dan kan het een groter kunstwerk zijn en daarmee ook zichtbaarder zijn in het landschap. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is.
De bemaling in Fryslân kent een lange voorgeschiedenis. Al in de Middeleeuwen werd er mechanisch water uitgeslagen, in later eeuwen werden er windmolens ontwikkeld en deze leverden destijds een behoorlijke bemalingscapaciteit.
Naast de stoomgemalen van de 19e en 20e eeuw werden er in Fryslân ook al vroeg, diesel en elektrische poldergemalen gebouwd. De toename van de gemalen van enige 10-tallen naar de huidige 900 poldergemalen valt te verklaren door een toename van de bevolking. Er ontstaan meer stedelijk gebieden, ieder met afzonderlijke waterbeheersing, waaruit het overtollige water vervolgens weer weg gemalen moet worden. Door een gecompliceerder netwerk van wegen en andere kunstwerken worden in steeds meer polders bestaande bemalingsstructuren doorsneden en moeten er poldergemaaltjes bijgebouwd worden om de bemaling opnieuw te reguleren.
tegenwoordig is het opvoerwerktuig aanzienlijk kleiner, maar wel krachtiger. Werd in de eerste poldergemalen een scheprad, vijzel of centrifugaalpomp geplaatst, nu is een kleine zuigerpomp vaak voldoende.