Poldergemaal

Uit Wouda's Wiki

Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere gemalen is zeer goed mogelijk, dat hangt in sterke mate af van de omvang van de polder en het gebruik van de polder.

Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn.

Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt. Een natuurgebied vraagt om een heel ander waterpeil dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht maatwerk.

Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het daarbij om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een grote capaciteit en nemen slechts een klein bouwvolume in beslag. Dat is ook de reden waarom de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap.

De kleinste worden gevormd door een groene manshoge kast. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een krooshek(je) en een peilschaal dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er iets het water insteekt. Dat iets is dan de pomp die het water opvoert.

Als het poldergemaal een slag groter wordt en aan een vaart of kanaal staat, of op een meer en dus de boezem uitslaat, dan kan het een groter kunstwerk zijn en daarmee ook zichtbaarder zijn in het landschap. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is.

De bemaling in Fryslân kent een lange voorgeschiedenis. Al in de Middeleeuwen werd er mechanisch water uitgeslagen, in later eeuwen werden er windmolens ontwikkeld en deze leverden destijds een behoorlijke bemalingscapaciteit.

Naast de stoomgemalen van de 19e en 20e eeuw werden er in Fryslân ook al vroeg, diesel en elektrische poldergemalen gebouwd. De toename van de gemalen van enige 10-tallen naar de huidige 900 poldergemalen valt te verklaren door een toename van de bevolking. Er ontstaan meer stedelijk gebieden, ieder met afzonderlijke waterbeheersing, waaruit het overtollige water vervolgens weer weg gemalen moet worden. Door een gecompliceerder netwerk van wegen en andere kunstwerken worden in steeds meer polders bestaande bemalingsstructuren doorsneden en moeten er poldergemaaltjes bijgebouwd worden om de bemaling opnieuw te reguleren.

tegenwoordig is het opvoerwerktuig aanzienlijk kleiner, maar wel krachtiger. Werd in de eerste poldergemalen een scheprad, vijzel of centrifugaalpomp geplaatst, nu is een kleine zuigerpomp vaak voldoende.