Poldergemaal: verschil tussen versies

Uit Wouda's Wiki
imported>Vincent Erdin
Geen bewerkingssamenvatting
k (inhoud aangepast)
 
(16 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Poldergemaal'''
Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere gemalen is zeer goed mogelijk, dat hangt in sterke mate af van de omvang van de polder en het gebruik van de polder.


'''[[Nederland]]''' heeft enkele duizenden poldergemalen. Alleen al de provincie '''Friesland''' heeft er 900, zie voor de spreiding hiervan de watertafel in het bezoekerscentrum van het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]'''. Drenthe zal er daarentegen een minimaal aantal hebben, evenals Limburg.
Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn.
 
Het grote aantal poldergemalen is in de loop van de decennia fors toegenomen. Dat kan voor Friesland het best geïllustreerd worden aan de hand van het aantal stoomgemalen dat waren er krap 30. De meeste stoomgemalen waren aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw vooral in gebruik als poldergemaal. Rondom '''Heerenveen''' en '''Joure''' zijn dan nog enkele stoomgemalen te vinden die voor de vervening en de droogmakerijen in gebruik zijn.
 
De spreiding van de 30 stoomgemalen in Friesland ligt vooral ten westen van de lijn '''Steenwijk''' - Heerenveen nar de kust van de '''[[Zuiderzee]]'''/ '''[[IJsselmeer]]'''.
 
De toename van 30 naar 900 valt alsvolgt te verklaren: toename van de bevolking waardoor er meer stedelijk gebied ontstaat waar het overtollige water weggemalen moet worden. De rampzalige situatie bij '''Sneek''' werd pas opgelost nadat het
boezemgemaal '''[[J.L. Hooglandgemaal]]''' bij '''Stavoren''' in 1967 was gebouwd. Om het water naar Stavoren te krijgen zullen er ook tegelijkertijd poldergemalen zijn bijgebouwd.  


Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt. Een natuurgebied vraagt om een heel ander waterpeil dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht maatwerk.  
Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt. Een natuurgebied vraagt om een heel ander waterpeil dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht maatwerk.  


Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een grote capaciteit maar nemen een klein bouwvolume in beslag. Dat is ook de reden waarom de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap.
Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het daarbij om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een grote capaciteit en nemen slechts een klein bouwvolume in beslag. Dat is ook de reden waarom de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap.


De kleinste worden gevormd door een groene manshoge kast. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een '''krooshek(je)''' en een '''peilschaal''' dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er ,,iets" het water insteekt. Dat ,,iets" is dan de pomp die het water opvoert.
De kleinste worden gevormd door een groene manshoge kast. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een krooshek(je) en een [[peilschaal]] dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er iets het water insteekt. Dat iets is dan de pomp die het water opvoert.


Als het poldergemaal al een slag groter wordt en aan een vaart of kanaal staat of op een meer en dus de boezem uitslaat dan kan het groter kunstwerk zijn en daarmee ook zichtbaarder zijn in het landschap. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is.
Als het poldergemaal een slag groter wordt en aan een vaart of kanaal staat, of op een meer en dus de boezem uitslaat, dan kan het een groter kunstwerk zijn en daarmee ook zichtbaarder zijn in het landschap. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is.


Inmiddels hebben enkele hoogheemraadschappen besloten om de grotere poldergemalen een eigen herkenbare stijl mee te geven. Modern maar wel als gemaal herkenbaar. Het '''Hoogheemraadschap van Delfland''' en het
De bemaling in Fryslân kent een lange voorgeschiedenis. Al in de Middeleeuwen werd er mechanisch water uitgeslagen, in later eeuwen werden er windmolens ontwikkeld en deze leverden destijds een behoorlijke bemalingscapaciteit.
'''Hoogheemraadschap van Rijnland''' hebben dit in hun beleid vastgelegd.


Langs de provinciale weg '''Groningen''' - '''Winsum''' staat ook een poldergemaal, het bijzondere hiervan is dat de waterloop oost - west is gericht en het gebouw noord - zuid. Aan de zuidzijde is een muur van baksteen opgetrokken, een verwijzing naar de stad Groningen die ten zuiden van het gemaal ligt. Aan de noordzijde is er transparante glasgevel gemaakt. De voorbijganger kan hier ongehinderd naar binnenkijken.
Naast de stoomgemalen van de 19e en 20e eeuw werden er in Fryslân ook al vroeg, diesel en elektrische poldergemalen gebouwd. De toename van de gemalen van enige 10-tallen naar de huidige 900 poldergemalen valt te verklaren door een toename van de bevolking. Er ontstaan meer stedelijk gebieden, ieder met afzonderlijke waterbeheersing, waaruit het overtollige water vervolgens weer weg gemalen moet worden. Door een gecompliceerder netwerk van wegen en andere kunstwerken worden in steeds meer polders bestaande bemalingsstructuren doorsneden en moeten er poldergemaaltjes bijgebouwd worden om de bemaling opnieuw te reguleren.
Iets verder langs deze weg staat even voorbij '''Mensingeweer''' het vrij nieuwe gemaal '''Abelstokstertil'''.


Ook dit gemaal is vrij compact, wie niet weet dat het er staat zal er zo aan voorbij kunnen gaan. Die compactheid valt weer te verklaren uit de pompen en motoren die veel kleiner zijn dan de benodigde apparatuur in de eerste poldergemalen zo rond de eeuwwisseling van 1900.
tegenwoordig is het opvoerwerktuig aanzienlijk kleiner, maar wel krachtiger. Werd in de eerste poldergemalen een scheprad, vijzel of [[centrifugaalpomp]] geplaatst, nu is een kleine zuigerpomp vaak voldoende.
Toen had vrijwel ieder poldergemaal nog een schoorsteen en een kolenloods. Beide zijn niet meer nodig ieder nieuw poldergemaal wordt als elektrisch gemaal ontworpen. Verder is het opvoerwerktuig aanzienlijk kleiner maar wel krachtiger. Werd in de eerste poldergemalen een scheprad, vijzel of centrifugaalpomp geplaatst nu is een kleine zuigerpomp vaak voldoende.
 
Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere is zeer goed mogelijk dat hangt in sterke mate af van de omvang van de polder en het gebruik van de polder.
Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn.


zie ook: '''[[polder]]''' en '''[[poldermolen]]'''
[[Categorie:Waterbeheer]]

Huidige versie van 6 mrt 2024 om 16:47

Ieder polder heeft wel een poldergemaal, meerdere gemalen is zeer goed mogelijk, dat hangt in sterke mate af van de omvang van de polder en het gebruik van de polder.

Poldergemalen kunnen groot en klein zijn afhankelijk van de te bemalen oppervlakte. Ook zit er een verschil tussen de oude poldergemalen die vaak nog groot zijn en de nieuwe poldergemalen die al veel kleiner en compacter zijn.

Tegenwoordig is het zeer goed mogelijk om grotere polders die een waterstaatkundige eenheid vormen weer te verdelen al naar gelang het gebruik dat wenselijk en of noodzakelijk maakt. Een natuurgebied vraagt om een heel ander waterpeil dan een akker of weiland. Alle waterschappen en hoogheemraadschappen leveren in dit opzicht maatwerk.

Die differentiatie zorgt voor de toename van het aantal poldergemalen. Soms gaat het daarbij om enkele tientallen hectares die bemalen moeten worden. Poldergemalen hebben vaak een grote capaciteit en nemen slechts een klein bouwvolume in beslag. Dat is ook de reden waarom de meeste poldergemalen nauwelijks opvallen in het landschap.

De kleinste worden gevormd door een groene manshoge kast. Als een dergelijke kast aan de slootkant staat al dan niet voorzien van een krooshek(je) en een peilschaal dan gaat het vrijwel zeker om een poldergemaal. De mogelijk verwarring met een elektriciteitshuisje kan worden uitgesloten als er iets het water insteekt. Dat iets is dan de pomp die het water opvoert.

Als het poldergemaal een slag groter wordt en aan een vaart of kanaal staat, of op een meer en dus de boezem uitslaat, dan kan het een groter kunstwerk zijn en daarmee ook zichtbaarder zijn in het landschap. In de meeste gevallen staat het ook wel bij het toegangshek aangegeven dat het een poldergemaal is, eventueel van extra informatie voorzien voor welke polder en hoe groot de polder is.

De bemaling in Fryslân kent een lange voorgeschiedenis. Al in de Middeleeuwen werd er mechanisch water uitgeslagen, in later eeuwen werden er windmolens ontwikkeld en deze leverden destijds een behoorlijke bemalingscapaciteit.

Naast de stoomgemalen van de 19e en 20e eeuw werden er in Fryslân ook al vroeg, diesel en elektrische poldergemalen gebouwd. De toename van de gemalen van enige 10-tallen naar de huidige 900 poldergemalen valt te verklaren door een toename van de bevolking. Er ontstaan meer stedelijk gebieden, ieder met afzonderlijke waterbeheersing, waaruit het overtollige water vervolgens weer weg gemalen moet worden. Door een gecompliceerder netwerk van wegen en andere kunstwerken worden in steeds meer polders bestaande bemalingsstructuren doorsneden en moeten er poldergemaaltjes bijgebouwd worden om de bemaling opnieuw te reguleren.

tegenwoordig is het opvoerwerktuig aanzienlijk kleiner, maar wel krachtiger. Werd in de eerste poldergemalen een scheprad, vijzel of centrifugaalpomp geplaatst, nu is een kleine zuigerpomp vaak voldoende.