Veiligheidskleppen aan de stoommachines: verschil tussen versies

k
Inhoud aangevuld
k (Inhoud aangevuld)
k (Inhoud aangevuld)
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Hoofdstoommachine - ontlastkleppen.jpg|miniatuur|Ontlastkleppen van de hoofdstoommachines (aangegeven met witte pijlen).]]  
[[Bestand:Hoofdstoommachine - ontlastkleppen.jpg|miniatuur|400px|Ontlastkleppen van de hoofdstoommachines (aangegeven met witte pijlen).]]  
Om drukhoudende installaties te beschermen tegen te hoge druk worden deze voorzien van kleppen die hier tegen beveiligen. Een te hoge druk kan (grote) schade aan installaties opleveren doordat de krachten in die installaties dan zo groot kunnen worden dat verbindingen gaan lekken of erger dat onderdelen breken of scheuren. In het ergste geval kan dit een explosie veroorzaken. Er kunnen niet alleen in de stoomketels hoge drukken ontstaan, ook in de stoommachines kunnen (ontoelaatbare) hoge drukken ontstaan. Daarom zijn ook de stoommachines van beschermende kleppen voorzien. Deze kleppen hebben een veiligheids functie en worden daarom veiligheidskleppen genoemd. Om meer specifiek aan te geven dat het om beveiliging tegen te hoge druk gaat worden ook de termen overdruk- of ontlastklep gebruikt. Om aan te geven dat ze een (stoom)machine beveiligen worden ze ook wel machine veiligheden genoemd.
Om drukhoudende installaties te beschermen tegen te hoge druk worden deze voorzien van kleppen die hier tegen beveiligen. Een te hoge druk kan (grote) schade aan installaties opleveren doordat de krachten in die installaties dan zo groot kunnen worden dat verbindingen gaan lekken of erger dat onderdelen breken of scheuren. In het ergste geval kan dit een explosie veroorzaken. Er kunnen niet alleen in de stoomketels hoge drukken ontstaan, ook in de stoommachines kunnen (ontoelaatbare) hoge drukken ontstaan. Daarom zijn ook de stoommachines van beschermende kleppen voorzien. Deze kleppen hebben een veiligheids functie en worden daarom veiligheidskleppen genoemd. Om meer specifiek aan te geven dat het om beveiliging tegen te hoge druk gaat worden ook de termen overdruk- of ontlastklep gebruikt. Om aan te geven dat ze een (stoom)machine beveiligen worden ze ook wel machine veiligheden genoemd.


De hoofdstoommachines zijn ieder van 4 overdrukkleppen voorzien. De enkelwerkende hogedrukcilinder heeft één overdrukklep, de dubbelwerkende lagedruk cilinder heeft er twee (één per kant) en er zit er ook één op de receiver (dit is de ruimte tussen de uitlaat van de hogedruk cilinder en de inlaten van de lagedruk cilinders).
De hoofdstoommachines zijn ieder van 4 overdrukkleppen voorzien. De enkelwerkende hogedrukcilinder heeft één overdrukklep, de dubbelwerkende lagedruk cilinder heeft er twee (één per kant) en er zit er ook één op de receiver (dit is de ruimte tussen de uitlaat van de hogedruk cilinder en de inlaten van de lagedruk cilinders).


De hier gebruikte archief tekeningen zijn afkomstig van het tekeningen- en kaartenarchief van de Provinciale Waterstaatsdienst Friesland.<ref name="9.05">Tekeningen- en kaartenarchief Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland 1876-1986 (archief nr. 9-05). ''Tresoar.'' Inventarisnummers 910, 939, 994 en 1006.</ref> De Tekeningen zijn gemaakt door Machinefabriek „Jaffa” v/h Louis Smulders & Co te Utrecht
De hier gebruikte archief tekeningen zijn afkomstig van het tekeningen- en kaartenarchief van de Provinciale Waterstaatsdienst Friesland.<ref name="9.05">Tekeningen- en kaartenarchief Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland 1876-1986 (archief nr. 9-05). ''Tresoar.'' Inventarisnummers 910, 939, 994 en 1006.</ref> De Tekeningen zijn gemaakt door Machinefabriek „Jaffa” v/h Louis Smulders & Co te Utrecht.
<br clear=all>
<br clear=all>


Regel 10: Regel 10:
De klep die de hogedrukcilinder tegen te hoge druk beschermd is in de volgende figuur afgebeeld:
De klep die de hogedrukcilinder tegen te hoge druk beschermd is in de volgende figuur afgebeeld:


[[Bestand:910 Ontlastklep (HD) - bewerkt.png|miniatuur|center|rechtop=2.5|Bouwkundige tekening van de ontlastklep op de hogedruk cilinder van de hoofdstoommachines.<ref>Dit is een detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:910 Ontlastklep (HD).png|[Link naar tekening]]]</ref>]]
[[Bestand:910 Ontlastklep (HD) - bewerkt.png|miniatuur|center|rechtop=2.5|link=https://wiki.woudagemaal.nl/w/images/4/40/910_Ontlastklep_%28HD%29_-_bewerkt.png|Bouwkundige tekening van de ontlastklep op de hogedruk cilinder van de hoofdstoommachines.<ref>Dit is een detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:910 Ontlastklep (HD).png|[Link naar tekening]]]</ref>]]


De werking van deze klep is als volgt: De veer (onderdeel E) drukt via de klepstang (onderdeel C) de klep (onderdeel A) op de zitting (onderdeel B). Bij deze klep zijn zowel de klep als de zitting van staal gemaakt. Deze afblazende drukbeveiliging is van het direct werkende type met een veerbelasting. De klep is bevestigd in de einddeksel van de hogedruk cilinder, bij openen blaast deze af in de machinehal.
De werking van deze klep is als volgt: De veer (onderdeel E) drukt via de klepstang (onderdeel C) de klep (onderdeel A) op de zitting (onderdeel B). Bij deze klep zijn zowel de klep als de zitting van staal gemaakt. Deze afblazende drukbeveiliging is van het direct werkende type met een veerbelasting. De klep is bevestigd in de einddeksel van de hogedruk cilinder, bij openen blaast deze af in de machinehal.
Regel 17: Regel 17:


==Veiligheidsklep receiver==
==Veiligheidsklep receiver==
[[Bestand:939 Veiligheid 50mm doorlaat - opgeruimd.png|miniatuur|Bouwkundige tekening van de veiligheidsklep op de receiver van de hoofdstoommachines.<ref>Dit is een opgeschoond detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:939 Receiver Veiligheid 50mm Doorlaat.png|[Link naar tekening]]]</ref>]]  
[[Bestand:939 Veiligheid 50mm doorlaat - opgeruimd.png|miniatuur|link=https://wiki.woudagemaal.nl/w/images/0/01/939_Veiligheid_50mm_doorlaat_-_opgeruimd.png|Bouwkundige tekening van de veiligheidsklep op de receiver van de hoofdstoommachines.<ref>Dit is een opgeschoond detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:939 Receiver Veiligheid 50mm Doorlaat.png|[Link naar tekening]]]</ref>]]  


De receiver is de ruimte tussen de uitlaat van de hogedruk cilinder en de inlaten van de lagedruk cilinders. De receiverruimte bestaat voor een groot deel uit een pijpleiding met een binnendiameter van 225mm, deze bevindt zich onder de machine in de kelderruimte. De versimpelde tekening van de receiver veiligheid is hier weergegeven.
De receiver is de ruimte tussen de uitlaat van de hogedruk cilinder en de inlaten van de lagedruk cilinders. De receiverruimte bestaat voor een groot deel uit een pijpleiding met een binnendiameter van 225mm, deze bevindt zich onder de machine in de kelderruimte. De versimpelde tekening van de receiver veiligheid is hier weergegeven.
Regel 29: Regel 29:
De constructie van kleppen die de lagedruk cilinders beschermen tegen te hoge drukken lijkt erg op die van de veiligheidskleppen van de hoge druk cilinders. De klep is echter uitgebreid met een tweede functie waardoor de gehele constructie wat ingewikkelder wordt. Behalve de cilinder tegen te hoge druk te beschermen kan er met een handwiel op deze klep ook een extra ruimte bijgeschakeld worden. Deze tweede functie wordt de compressieregelklep genoemd. Een doorsnede van deze bijzondere klep is hier gegeven.
De constructie van kleppen die de lagedruk cilinders beschermen tegen te hoge drukken lijkt erg op die van de veiligheidskleppen van de hoge druk cilinders. De klep is echter uitgebreid met een tweede functie waardoor de gehele constructie wat ingewikkelder wordt. Behalve de cilinder tegen te hoge druk te beschermen kan er met een handwiel op deze klep ook een extra ruimte bijgeschakeld worden. Deze tweede functie wordt de compressieregelklep genoemd. Een doorsnede van deze bijzondere klep is hier gegeven.


[[Bestand:994 Ontlast- en compressieregelklep - bewerkt.png|miniatuur|center|rechtop=2.5|Bouwkundige tekening van de ontlastklep en compressieregelklep op de lagedruk cilinder van de hoofdstoommachines.<ref>Dit is een detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:994 Ontlast- en compressieregelklep.png|[Link naar tekening]]]</ref>]]
[[Bestand:994 Ontlast- en compressieregelklep - bewerkt.png|miniatuur|center|rechtop=2.5|link=https://wiki.woudagemaal.nl/w/images/c/c0/994_Ontlast-_en_compressieregelklep_-_bewerkt.png|Bouwkundige tekening van de ontlastklep en compressieregelklep op de lagedruk cilinder van de hoofdstoommachines.<ref>Dit is een detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:994 Ontlast- en compressieregelklep.png|[Link naar tekening]]]</ref>]]


Het gedeelte van klep in bovenstaande tekening dat de veiligheids functie verzorgt lijkt erg op de veiligheidsklep die de hogedruk cilinder beschermd tegen hoge drukken. De werking van de overdruk functie is als volgt: De veer (onderdeel K) drukt via de klepstang (onderdeel H) de klep (onderdeel N) op de zitting (onderdeel M). Bij deze klep zijn zowel de klep als de zitting van nikkelstaalstaal gemaakt.
Het gedeelte van klep in bovenstaande tekening dat de veiligheids functie verzorgt lijkt erg op de veiligheidsklep die de hogedruk cilinder beschermd tegen hoge drukken. De werking van de overdruk functie is als volgt: De veer (onderdeel K) drukt via de klepstang (onderdeel H) de klep (onderdeel N) op de zitting (onderdeel M). Bij deze klep zijn zowel de klep als de zitting van nikkelstaalstaal gemaakt.
Regel 39: Regel 39:
Bij de lagedruk cilinders van de hoofdstoommachines beginnen de uitlaatpoorten op 84% van de slag te openen en bij 92% van de slag zijn ze volledig geopend. Dit betekend ook dat bij de teruggaande slag de uitlaatpoorten al volledig gesloten zijn als de cilinder nog 84% van zijn slag moet maken. Aan het einde van de teruggaande slag blijft er een kleine ruimte over. Om te voorkomen dat de zuiger tegen de cilinder deksel zou kunnen slaan is hier een kleine ruimte overgelaten. De minimale inhoud van de cilinder aan het einde van de slag heet “schadelijke ruimte”. In de berekeningen van Jaffa is er voor de schadelijke ruimte van de lagedruk cilinder 1,7% aangehouden. Aan het einde van de teruggaande slag is alle stoom die achterbleef in de cilinder samengeperst tot nog maar 1,7% van het cilinder volume. De compressievoud is daarmee maar liefst 50 maal! [(84%+1,7%)/1,7%].
Bij de lagedruk cilinders van de hoofdstoommachines beginnen de uitlaatpoorten op 84% van de slag te openen en bij 92% van de slag zijn ze volledig geopend. Dit betekend ook dat bij de teruggaande slag de uitlaatpoorten al volledig gesloten zijn als de cilinder nog 84% van zijn slag moet maken. Aan het einde van de teruggaande slag blijft er een kleine ruimte over. Om te voorkomen dat de zuiger tegen de cilinder deksel zou kunnen slaan is hier een kleine ruimte overgelaten. De minimale inhoud van de cilinder aan het einde van de slag heet “schadelijke ruimte”. In de berekeningen van Jaffa is er voor de schadelijke ruimte van de lagedruk cilinder 1,7% aangehouden. Aan het einde van de teruggaande slag is alle stoom die achterbleef in de cilinder samengeperst tot nog maar 1,7% van het cilinder volume. De compressievoud is daarmee maar liefst 50 maal! [(84%+1,7%)/1,7%].


[[Bestand:1006 Achterdeksel L.D. cilinder - bewerkt.png|miniatuur|links|Bouwkundige tekening van de achterdeksel van de lagedruk cilinder van de hoofdstoommachines. De pijl toont waar de extra schadelijke ruimte zich bevindt.<ref>Dit is een detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:1006 Achterdeksel L.D. cilinder.png|[Link naar tekening]]]</ref>]]
[[Bestand:1006 Achterdeksel L.D. cilinder - bewerkt.png|miniatuur|links|rechtop=1.25|link=https://wiki.woudagemaal.nl/w/images/8/8a/1006_Achterdeksel_L.D._cilinder_-_bewerkt.png|Bouwkundige tekening van de achterdeksel van de lagedruk cilinder van de hoofdstoommachines. De pijl toont waar de extra schadelijke ruimte zich bevindt.<ref>Dit is een detail van een grotere tekening, de volledige tekening is hier te vinden: [[Media:1006 Achterdeksel L.D. cilinder.png|[Link naar tekening]]]</ref>]]


Deze hoge compressie hoeft geen probleem te zijn als de uitlaatdruk maar heel laag is, bijna vacuüm. Als de uitlaatdruk oploopt wordt de druk aan het einde van de teruggaande slag al snel heel groot. Een goede werking van de condensor en bijbehorende pompen is dan ook essentieel. Als we een eenvoudig benadering gebruiken dat druk maal volume constant blijft kunnen we de compressiedruk eenvoudig uitrekenen bij verschillende condensor drukken (voor het gemak verwaarlozen we dan ook de drukverliezen over de poorten en leidingen).
Deze hoge compressie hoeft geen probleem te zijn als de uitlaatdruk maar heel laag is, bijna vacuüm. Als de uitlaatdruk oploopt wordt de druk aan het einde van de teruggaande slag al snel heel groot. Een goede werking van de condensor en bijbehorende pompen is dan ook essentieel. Als we een eenvoudig benadering gebruiken dat druk maal volume constant blijft kunnen we de compressiedruk eenvoudig uitrekenen bij verschillende condensor drukken (voor het gemak verwaarlozen we dan ook de drukverliezen over de poorten en leidingen).
Regel 47: Regel 47:
Om toch te kunnen draaien met een slecht vacuüm zijn er verschillende mogelijkheden, hier is de meest eenvoudige oplossing gebruikt. Door het vergroten van de schadelijke ruimte kan de compressievoud namelijk flink verlaagd worden. Als de schadelijke ruimte met bijvoorbeeld 10% van de cilinder inhoud vergroot kan worden daalt de compressievoud tot 8 maal [(84%+1,7%+10%)/(1,7%+10%)]. Om de schadelijke ruimte te kunnen vergroten zijn er in de cilinder deksels holle ruimten opgenomen, de zogenaamde bijschakelruimten . Met de compressie regelklep kan deze ruimte in verbinding gesteld worden met de cilinder ruimte.
Om toch te kunnen draaien met een slecht vacuüm zijn er verschillende mogelijkheden, hier is de meest eenvoudige oplossing gebruikt. Door het vergroten van de schadelijke ruimte kan de compressievoud namelijk flink verlaagd worden. Als de schadelijke ruimte met bijvoorbeeld 10% van de cilinder inhoud vergroot kan worden daalt de compressievoud tot 8 maal [(84%+1,7%+10%)/(1,7%+10%)]. Om de schadelijke ruimte te kunnen vergroten zijn er in de cilinder deksels holle ruimten opgenomen, de zogenaamde bijschakelruimten . Met de compressie regelklep kan deze ruimte in verbinding gesteld worden met de cilinder ruimte.


[[Bestand:994 Ontlast- en compressieregelklep - bewerkt 2.png|miniatuur|Detail van de klepzitting (onderdeel L) en de gecombineerde klep/klepzitting (onderdeel M) bij geopende compressieregelklep.]]
[[Bestand:994 Ontlast- en compressieregelklep - bewerkt 2.png|miniatuur|rechtop=0.75|link=https://wiki.woudagemaal.nl/w/images/c/c5/994_Ontlast-_en_compressieregelklep_-_bewerkt_2.png|Detail van de klepzitting (onderdeel L) en de gecombineerde klep/klepzitting (onderdeel M) bij geopende compressieregelklep.]]


In de afbeelding van de cilinderdeksel is aangegeven waar de extra schadelijke ruimte zich bevindt. Om deze extra schadelijke ruimte bij te schakelen wordt het handwiel van de compressieregelklep verdraaid. Bij het verdraaien van het handwiel (onderdeel C) wordt de draadbus (onderdeel E) verdraaid, de schroefdraad hierop zorgt ervoor dat de klepsteel (onderdeel D) verschoven wordt. Hierdoor bewegen de onderdelen L en M van elkaar af en ontstaat er een verbinding vanuit de cilinder met de extra schadelijke ruimte met behoud van de overdruk beveiligings functie. Onderdeel L is de zitten (wederom van nikkelstaal) en onderdeel M heeft een dubbelfunctie. Voor de veiligheidsfunctie is het de zitting maar voor de compressieregelfunctie is het de klep. In geopende toestand ziet dit er uit als in bijgaande detail afbeelding.
In de afbeelding van de cilinderdeksel is aangegeven waar de extra schadelijke ruimte zich bevindt. Om deze extra schadelijke ruimte bij te schakelen wordt het handwiel van de compressieregelklep verdraaid. Bij het verdraaien van het handwiel (onderdeel C) wordt de draadbus (onderdeel E) verdraaid, de schroefdraad hierop zorgt ervoor dat de klepsteel (onderdeel D) verschoven wordt. Hierdoor bewegen de onderdelen L en M van elkaar af en ontstaat er een verbinding vanuit de cilinder met de extra schadelijke ruimte met behoud van de overdruk beveiligings functie. Onderdeel L is de zitten (wederom van nikkelstaal) en onderdeel M heeft een dubbelfunctie. Voor de veiligheidsfunctie is het de zitting maar voor de compressieregelfunctie is het de klep. In geopende toestand ziet dit er uit als in bijgaande detail afbeelding.


Het vergroten van de schadelijke ruimte is slecht voor het rendement van de stoommachine, het stoom verbruik zal stijgen. Maar het geeft wel de mogelijkheid om bij een storing aan het vacuüm door te kunnen draaien en niet meteen te hoeven stoppen. Door de opdrachtgevers werd het niet nodig geacht om bijschakelruimten en bijbehorende kleppen op te nemen in de installatie. Dit staat zo beschreven in [[Bestek 1]] waarmee machinefabrieken uitgenodigd werden een offerte uit te brengen. Machinefabriek „Jaffa” vond het blijkbaar wel nuttig om dergelijke voorzieningen in de installatie op te nemen.
Het vergroten van de schadelijke ruimte is slecht voor het rendement van de stoommachine, het stoom verbruik zal stijgen. Maar het geeft wel de mogelijkheid om bij een storing aan het vacuüm door te kunnen draaien en niet meteen te hoeven stoppen. Door de opdrachtgevers werd het niet nodig geacht om bijschakelruimten en bijbehorende kleppen op te nemen in de installatie. Dit staat zo beschreven in [[Bestek 1: Bemalingsinstallatie|Bestek 1]] waarmee machinefabrieken uitgenodigd werden een offerte uit te brengen. Machinefabriek „Jaffa” vond het blijkbaar wel nuttig om dergelijke voorzieningen in de installatie op te nemen.
<br clear=all>
<br clear=all>