Bodemdaling: verschil tussen versies
k
Toegankelijkheid verbeterd
k (inhoud aangepast) |
k (Toegankelijkheid verbeterd) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Huddesteen_eenhoornsluis_k.jpg|miniatuur|Dijkpeilsteen of Huddesteen ingemetseld in de muur van een sluiskolk]] | [[Bestand:Huddesteen_eenhoornsluis_k.jpg|miniatuur|alt=""|Dijkpeilsteen of Huddesteen ingemetseld in de muur van een sluiskolk]] | ||
Nederland daalt, weliswaar heel langzaam, maar toch is dat een onomkeerbaar proces. De daling van de bodem is een natuurlijk geologisch proces. Hoewel deze bodemdalingsfactor mogelijk gering is, kunnen we toch zeggen dat het landoppervlak nergens een stabiele hoogteligging heeft. Er lijkt bovendien een tweede proces aan de gang te zijn: Nederland lijkt iets te kantelen: in het oosten iets omhoog en in het westen iets dieper. | Nederland daalt, weliswaar heel langzaam, maar toch is dat een onomkeerbaar proces. De daling van de bodem is een natuurlijk geologisch proces. Hoewel deze bodemdalingsfactor mogelijk gering is, kunnen we toch zeggen dat het landoppervlak nergens een stabiele hoogteligging heeft. Er lijkt bovendien een tweede proces aan de gang te zijn: Nederland lijkt iets te kantelen: in het oosten iets omhoog en in het westen iets dieper. | ||
Regel 14: | Regel 14: | ||
Aanvankelijk werden eerst de gemakkelijk te winnen hooggelegen (boven het waterpeil uitstekend) venen afgegraven: deze bevonden zich in de komvormige vochtige kuilen op de hoge zandgronden en ook bovenop de veengronden die dieper (onder het waterpeil gelegen) zaten in de meer laaggelegen delen van Friesland, Groningen, Drente, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland en Zeeland. | Aanvankelijk werden eerst de gemakkelijk te winnen hooggelegen (boven het waterpeil uitstekend) venen afgegraven: deze bevonden zich in de komvormige vochtige kuilen op de hoge zandgronden en ook bovenop de veengronden die dieper (onder het waterpeil gelegen) zaten in de meer laaggelegen delen van Friesland, Groningen, Drente, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland en Zeeland. | ||
[[Bestand:Baggelaar_k.jpg|miniatuur|Baggelaar]] | [[Bestand:Baggelaar_k.jpg|miniatuur|alt=""|Baggelaar]] | ||
Nadat de hogergelegen veenlagen waren afgegraven, kwamen de diepergelegen veengronden op het waterpeil te voorschijn. In deze lage gebieden beneden de zeespiegel werd de veenspecie opgegraven of opgebaggerd om op de tussenliggende stroken land te worden uitgespreid en gedroogd. Als deze specie voldoende droog was geworden, werd ze tot kleine turven gesneden: de zogenaamde baggelaars. | Nadat de hogergelegen veenlagen waren afgegraven, kwamen de diepergelegen veengronden op het waterpeil te voorschijn. In deze lage gebieden beneden de zeespiegel werd de veenspecie opgegraven of opgebaggerd om op de tussenliggende stroken land te worden uitgespreid en gedroogd. Als deze specie voldoende droog was geworden, werd ze tot kleine turven gesneden: de zogenaamde baggelaars. | ||
In de hoogveengebieden op de zandgronden wordt de droge, boven de zeespiegel gelegen veengrond gesneden en gewonnen in de vorm van de grote hoogveenturven. | In de hoogveengebieden op de zandgronden wordt de droge, boven de zeespiegel gelegen veengrond gesneden en gewonnen in de vorm van de grote hoogveenturven. | ||
[[Bestand:Hoogveenturf_steken_k.jpg|miniatuur|links|Hoogveenturf]] | [[Bestand:Hoogveenturf_steken_k.jpg|miniatuur|links|alt=""|Hoogveenturf]] | ||
De grote gebieden, waaruit de turf was gewonnen, werden als watervlakten achtergelaten, of ze werden ontgonnen tot cultuurland, meestal voor het veeteeltbedrijf. Uiteraard lagen deze gebieden na het wegnemen van het veen beduidend lager dan oorspronkelijk. Bemaling van dit cultuurland deed zijn intrede. Er verdween een laag van soms meerdere meters. Dat kon tot gevolg hebben dat het water vrij spel kreeg en de zwakke delen van zo'n veengebied onder water kwamen te staan. Wat eerst een klein water was kon uitgroeien tot een enorm meer. | De grote gebieden, waaruit de turf was gewonnen, werden als watervlakten achtergelaten, of ze werden ontgonnen tot cultuurland, meestal voor het veeteeltbedrijf. Uiteraard lagen deze gebieden na het wegnemen van het veen beduidend lager dan oorspronkelijk. Bemaling van dit cultuurland deed zijn intrede. Er verdween een laag van soms meerdere meters. Dat kon tot gevolg hebben dat het water vrij spel kreeg en de zwakke delen van zo'n veengebied onder water kwamen te staan. Wat eerst een klein water was kon uitgroeien tot een enorm meer. | ||
[[Bestand:Fochtloerveen_k.jpg|miniatuur|Het Fochteloërveen is een hoogveengebied]] | [[Bestand:Fochtloerveen_k.jpg|miniatuur|alt=""|Het Fochteloërveen is een hoogveengebied]] | ||
Op deze manier is de Haarlemmermeer ontstaan. Een eenvoudige uitvening: een plas niet opgevuld met grond, water en stormen deden de rest. In de driehoek Amsterdam, Haarlem en Leiden werd het meer een gevaarlijke plas water, die meer dan eens zorgde voor overlast. Uiteindelijk maakte de bemaling met [[stoommachine|stoommachines]] het mogelijk de Haarlemmermeer te beteugelen door het droog te malen. | Op deze manier is de Haarlemmermeer ontstaan. Een eenvoudige uitvening: een plas niet opgevuld met grond, water en stormen deden de rest. In de driehoek Amsterdam, Haarlem en Leiden werd het meer een gevaarlijke plas water, die meer dan eens zorgde voor overlast. Uiteindelijk maakte de bemaling met [[stoommachine|stoommachines]] het mogelijk de Haarlemmermeer te beteugelen door het droog te malen. | ||
[[Bestand:Haarlemmermeer-Jan_van_Goyen_k.jpg|miniatuur|De Haarlemmermeer voor de drooglegging]] | [[Bestand:Haarlemmermeer-Jan_van_Goyen_k.jpg|miniatuur|alt=""|De Haarlemmermeer voor de drooglegging]] | ||
Zolang de bodem in de lage gebieden voldoende is doordrongen van grondwater, werkt de veenlaag als een soort spons. Deze bodemlaag heeft in vele eeuwen voldoende steun gegeven aan de oppervlakte: op de veenbodem waren voor de bewoners voldoende positieve omstandigheden aanwezig om zich hier blijvend te vestigen. | Zolang de bodem in de lage gebieden voldoende is doordrongen van grondwater, werkt de veenlaag als een soort spons. Deze bodemlaag heeft in vele eeuwen voldoende steun gegeven aan de oppervlakte: op de veenbodem waren voor de bewoners voldoende positieve omstandigheden aanwezig om zich hier blijvend te vestigen. | ||
Regel 35: | Regel 35: | ||
Op het moment dat de grond te nat is en het bodemwater te hoog staat, kan er met behulp van mechanische bemaling worden ingegrepen. De grondwaterstand wordt aangepast aan het doel waarvoor het land nodig is: veeteelt of akkerbouw of om woningen op te bouwen. Leeghwater deed in de 15e eeuw de uitvinding van zijn leven: hij verbeterde de beheersing van het waterpeil door beter gebruik te maken van windenergie en bouwde een poldermolen. | Op het moment dat de grond te nat is en het bodemwater te hoog staat, kan er met behulp van mechanische bemaling worden ingegrepen. De grondwaterstand wordt aangepast aan het doel waarvoor het land nodig is: veeteelt of akkerbouw of om woningen op te bouwen. Leeghwater deed in de 15e eeuw de uitvinding van zijn leven: hij verbeterde de beheersing van het waterpeil door beter gebruik te maken van windenergie en bouwde een poldermolen. | ||
[[Bestand:Poldermolen_k.jpg|miniatuur|links|Poldermolen]] | [[Bestand:Poldermolen_k.jpg|miniatuur|links|alt=""|Poldermolen]] | ||
Maar vanaf het moment dat er bemaling op gang kwam, klinkt de grond door de onttrekking van water steeds wat verder in en daardoor daalt de bodem in een voortdurend proces. Het gaat daarbij misschien om millimeters, maar over een lange periode vanaf 1500 is de oppervlakte in het westen van Nederland al een fors eind gedaald. Ook in het Lage Midden van Friesland is dit dynamisch proces duidelijk merkbaar en het werkt ook heden ten dage nog steeds door. | Maar vanaf het moment dat er bemaling op gang kwam, klinkt de grond door de onttrekking van water steeds wat verder in en daardoor daalt de bodem in een voortdurend proces. Het gaat daarbij misschien om millimeters, maar over een lange periode vanaf 1500 is de oppervlakte in het westen van Nederland al een fors eind gedaald. Ook in het Lage Midden van Friesland is dit dynamisch proces duidelijk merkbaar en het werkt ook heden ten dage nog steeds door. | ||
Regel 41: | Regel 41: | ||
Moderne menselijke activiteiten zijn ook van grote invloed op de bodemdaling. De gaswinning in Groningen en Friesland en de winning van olie in zuidoost Drenthe en in Zuid-Holland zijn ook oorzaken van bodemdaling. In Groningen zit de kern van het grote gasveld onder en nabij Slochteren. Vergelijk dit gebied met een soepbord: aan de randen hoog en het middendeel diep. Ook op andere locaties in Groningen en Friesland bevinden zich tal van gasvelden. | Moderne menselijke activiteiten zijn ook van grote invloed op de bodemdaling. De gaswinning in Groningen en Friesland en de winning van olie in zuidoost Drenthe en in Zuid-Holland zijn ook oorzaken van bodemdaling. In Groningen zit de kern van het grote gasveld onder en nabij Slochteren. Vergelijk dit gebied met een soepbord: aan de randen hoog en het middendeel diep. Ook op andere locaties in Groningen en Friesland bevinden zich tal van gasvelden. | ||
[[Bestand:Natural_gas_NL_k.jpg|miniatuur|Aardgas]] | [[Bestand:Natural_gas_NL_k.jpg|miniatuur|alt=""|Aardgas]] | ||
Als gevolg van de aardgaswinning daalt de bodem met tientallen centimeters: soms wel 40 cm. Als de gasdruk uit de diepere aardlagen van deze gebieden vermindert, ontstaan er zelfs geologische verschijnselen: sinds de winning van het aardgas hebben zich al verscheidene grotere en kleinere aardbevingen in deze gebieden voorgedaan. | Als gevolg van de aardgaswinning daalt de bodem met tientallen centimeters: soms wel 40 cm. Als de gasdruk uit de diepere aardlagen van deze gebieden vermindert, ontstaan er zelfs geologische verschijnselen: sinds de winning van het aardgas hebben zich al verscheidene grotere en kleinere aardbevingen in deze gebieden voorgedaan. | ||
Regel 50: | Regel 50: | ||
In het Lage Midden van Friesland is de bodem in de laatste decennia tientallen centimeters gedaald. | In het Lage Midden van Friesland is de bodem in de laatste decennia tientallen centimeters gedaald. | ||
[[Bestand:Oosterschelde-stormvloedkering_k.jpg|miniatuur|links|Stormvloedkering Oosterschelde]] | [[Bestand:Oosterschelde-stormvloedkering_k.jpg|miniatuur|links|alt=""|Stormvloedkering Oosterschelde]] | ||
De discussie over hogere en zwaardere dijken houdt met bodemdaling verband en is daarom al net zo oud als de eerste bodemdaling. Niet alleen de zeedijken dienen voldoende op hoogte te zijn, ook de rivierdijken zullen periodiek op hun hoogte gecontroleerd moeten worden. Immers, naast bovengenoemde oorzaken van bodemdaling is er ook sprake van stijging van de zeespiegel! Ook hier ligt het menselijk handen voor een deel via klimaatfactoren en klimaatverandering ten grondslag aan de zeespiegelstijging. Het gaat hierbij dus om een optelsom: door de genoemde klimaatverandering zal er naar verwachting ook veel meer regenwater via de rivieren afgevoerd gaan worden, de waterstanden op de rivieren: Maas, Rijn en Waal kunnen in de toekomst aanzienlijke fluctueren. Bij grote hoeveelheden zullen de rivieren buiten hun oevers kunnen treden als er geen, omvangrijke, maatregelen worden getroffen. | De discussie over hogere en zwaardere dijken houdt met bodemdaling verband en is daarom al net zo oud als de eerste bodemdaling. Niet alleen de zeedijken dienen voldoende op hoogte te zijn, ook de rivierdijken zullen periodiek op hun hoogte gecontroleerd moeten worden. Immers, naast bovengenoemde oorzaken van bodemdaling is er ook sprake van stijging van de zeespiegel! Ook hier ligt het menselijk handen voor een deel via klimaatfactoren en klimaatverandering ten grondslag aan de zeespiegelstijging. Het gaat hierbij dus om een optelsom: door de genoemde klimaatverandering zal er naar verwachting ook veel meer regenwater via de rivieren afgevoerd gaan worden, de waterstanden op de rivieren: Maas, Rijn en Waal kunnen in de toekomst aanzienlijke fluctueren. Bij grote hoeveelheden zullen de rivieren buiten hun oevers kunnen treden als er geen, omvangrijke, maatregelen worden getroffen. | ||
De zeespiegelstijging, bodemdaling en toenemende wateroverlast door neerslag vormen voor de toekomst totaalproblemen, waarvoor wij in Nederland nieuwe oplossingen zullen moeten vinden. Soms kunnen voorlopig [[retentiegebieden]] nog de oplossing zijn, soms moet er een nieuw gemaal worden gebouwd, of moet de capaciteit een gemaal worden uitgebreid. In de toekomst zullen we ons ook moeten bezighouden met nieuwe waterstaatswerken en methoden van dijkbouw. | De zeespiegelstijging, bodemdaling en toenemende wateroverlast door neerslag vormen voor de toekomst totaalproblemen, waarvoor wij in Nederland nieuwe oplossingen zullen moeten vinden. Soms kunnen voorlopig [[retentiegebieden]] nog de oplossing zijn, soms moet er een nieuw gemaal worden gebouwd, of moet de capaciteit een gemaal worden uitgebreid. In de toekomst zullen we ons ook moeten bezighouden met nieuwe waterstaatswerken en methoden van dijkbouw. | ||
[[ | [[Categorie:Waterbeheer]] |