Overeenkomst met Werkspoor voor het vernieuwen van de ketelinstallatie

Uit Wouda's Wiki

Deze pagina is gebaseerd op de overeenkomst met de firma Werkspoor voor het verbeteren van de ketelinstallatie van het ir. D.F. Woudagemaal. Het origneel is te vinden in het provinciaal archief.[1] Onderdeel van de overeenkomst is de levering van vier nieuwe vuurgang-vlampijpketels en het vervangen van de vier stoomdrogers.

OVEREENKOMST

Overeenkomst voor het vernieuwen van de ketelinstallatie van het ir. D.F. Woudagemaal nabij Lemmer.

De ondergetekenden ir G.L. Walther, Hoofdingenieur Directeur van de Provinciale Waterstaat van Friesland handelende namens de Provincie Friesland, daartoe gemachtigd bij besluit van Gedeputeerde Staten dezer Provincie dd. 14 Juni 1954 no 151, 4e afd., welk College handelde ter uitvoering van de besluiten der Staten van Friesland dd. 9 Januari 1952, no. 31, en dd. 15 Januari 1952, no. 20, hierna genoemd "de Directie", als contractant ter ene zijde en ir J.A. van der Veer, adj.directeur en ir H. Laméris, hoofdingenieur handelende namens N.V. Werkspoor te Amsterdam, hierna genoemd "de Aannemer", als contractant ter andere zijde, verklaren te zijn overeengekomen als volgt:

Afdeling I. Algemene Omschrijving

Par. 1.

De aannemer zal vervaardigen, aanvoeren, opstellen, beproeven en geheel bedrijfsvaardig opleveren:

4 ketels van het vuurgang vlampijp-waterpijp type met oververhitter, overeenkomstig de in de volgende paragrafen gegeven omschrijving en voorwaarden.

Par. 2. Plaats van levering

De ketels moeten worden opgesteld in het bestaande ketelhuis van het ir D.F. Woudagemaal nabij Lemmer bereikbaar langs grootscheeps vaarwater. Doorvaartwijdte van de brug bij het gemaal = 8 m. Max. toelaatbare diepgang bij het gemaal = 2.45 m.

Par. 3. Nadere omschrijving.

a. Het verwijderen van de bestaande ketelinstallatie

De bestaande ketelinstallatie zal vanwege de directie worden verwijderd op een in nader overleg vast te stellen tijdstip, doch in geen geval voor 1 Mei 1955. De installaties welke zonodig in het ketelhuis gehandhaafd kunnen worden, behoudens wijzigingen welke nodig zijn voor aansluiting van de nieuwe ketels, bestaan in hoofdzaak uit:

  1. twee duplex voedingpompen
  2. een spoel duplexpomp tevens reservevoedingpomp
  3. voorwarmers in de persleiding van de duplexpomp werkend op afgewerkte stoom van de voedingpompmachines
  4. twee ventilatoren voor onderwind aengedreven door verticale stoommachines
  5. filterbakken
  6. lucht en rookkanalen

b. Nieuwe ketelinstallatie

De nieuwe ketelinstallatie zal omvattens: 4 "Werkspoor"-vuurgangvlampijpketels met oververhitters met de hoofdgegevens.

  • V.O. uitwendig 220 m2
  • Stoomdruk 14 kg/cm2
  • Diameter romp uitwendig 3600 mm
  • Lengte tussen de frontplaten 3950 mm
  • Totale lengte over voor- en achterrookkast 5300 mm
  • Aantal vuurgangen 2
  • Diameter vuurgangen 1100/1200 mm
  • Diameter vlampijpen 95/88 mm
  • Diameter steunpijpen 95/82 mm
  • Plaatdikte romp 23 mm
  • Plaatdikte fronten 30 mm
  • Plaatdikte vuurgangen 15 mm
  • Plaatdikte vlamkastromp 40 mm
  • Oververhittingstemp. 350 °C

De ketels zullen worden geleverd met een voorrookkast welke met bouten aan de ketel wordt bevestigd. De voorrookkast is voorzien van deuren voor de bundels vlampijpen. Op elke deur is aan de binnenzijde een vaste roetblaasinrichting gemonteerd, bestaande uit van nozzles voorziene roetblaaspijpen. De roetblaasafsluiters zijn aan de buitenkant van de deur op de hoofdroetblaasleiding aangebracht, welke leiding bij de deur in het verlengde van de scharnieren geplaatst en met een draaibare pakkingbus met de stoomtoevoerpijp verbonden is. Door deze constructie kunnen de rookkastdeuren worden geopend en gesloten zonder dat men iets van de roetblaasinrichting behoeft te demonteren. De roetblaasinrichting werkt met oververhitte stoom, terwijl de leiding op het laagste punt voorzien is van een ontwaterings-afsluiter om voordat men met roetblazen begint het aanwezige condenswater te kunnen afblazen.

Verder is de voorrookkast voorzien van op de vuurgangen aansluitende plaatijzeren kopers, aan de frontzijde versterkt door ringen voor het aanbouwen van de stookinrichtingen, terwijl daaronder nog een luik is geplaatst voor toegang tot het in het ketelfront aanwezige mangat. De dichting van de rookkastdeuren geschiedt door sluitingen met knevels, welke op zodanige afstanden zijn geplaatst dat geen lekkage kan voorkomen; de knevels zijn in verchroomde uitvoering. De voorrookkast is voorzien van inlaattuiten voor onderwind, compleet met luchtleidingen aansluitende op het bestaande gemetselde luchtkanaal. Hierdoor is het mogelijk om bij hoge belastingen of als de te gebruiken brandstof dit vereist met onderwind te werken.

Verder worden de ketels uitgerust met een achterrookkast met uitlaatstuk voor de aansluiting aan het gemetselde rookkanaal. In het uitlaatstuk is een klep gemonteerd, die vanaf het front van de ketel wordt bediend door middel van een draadstang met handwiel en standaanwijzer, zodat een goede instelling mogelijk is. In de achterrookkast zijn plaatijzeren schotten aangebracht waartussen de oververhitter wordt geplaatst. Tussen de vlamkast van de ketel en de achterrookkast wordt een muur geplaatst, van vuurvaste en isolatie stenen. Aan de bovenzijde van deze muur zijn openingen gemaakt, waardoor de rookgassen vanuit de vlamkast door de oververhitter stromen. In de achterrookkast is daar waar de hete rookgassen in aanraking zouden komen met de plaatijzeren schotten een laag plastisch vuurvast materiaal aangebracht. De oververhitterruimte wordt afgesloten door een plaat met isolatiekast, waaraan de oververhitter is bevestigd. De montage en demontage van de oververhitter kan daardoor gemakkelijk geschieden. De achterrookkast is tevens voorzien van deurtjes voor de buitenste bundels vlampijpen, terwijl meetpunten zijn aangebracht, zodat elke beproeving of contrôle mogelijk is.

De achterrookkast is op dezelfde wijze aan de ketel bevestigd als de voorrookkast.

De ketelromp en de cilindrische gedeelten van de voor- en achterrookkast worden geisoleerd met slakkenwol (Estanisol) ter dikte van 100 mm en bekleed met Luikse plaat, afgewerkt met verchroomde sierbanden. De isolatie wordt zo aangebracht dat warmte-uitstraling tot een minimum teruggebracht wordt. Tevens worden met slakkenwol geisoleerd, de isolatiekastjes op de deuren van de voorrookkast, de ruimte tussen en boven de vlampijpenbundels in de voorrookkast, de achterwand van de achterrookkast evenals de afdichtplaat van de oververhitter en de isolatieplaatjes op de deuren in de achterrookkast.

De oververhitters hebben een verwarmd oppervlak van 33 m2 en bestaan uit een aantal parallel geplaatste in verzamelkasten gelaste pijpslangen welke een diameter hebben van 33.5/25.5 mm. De slangen zijn voorzien van aangelaste afstandstukjes zodat naast het vrij kunnen uitzetten, de onderlinge afstand en daardoor de rookgassendoortocht gewaarborgd is. Op de inlaatkast is een aftaptubelure en een nok voor een thermometer geplaatst. Op de uitlaatkast is een tubelure geplaatst voor stoomafname roetblazers, een nok voor afstandthermometer en een nok voor direct aanwijzende thermometer. De oververhitter is voorzien van een vaste roetblaasinrichting, bestaande uit enige van nozzles voorziene roetblaaspijpen, waarmede het oppervlak tijdens het in bedrijf zijn gereinigd kan worden, De roetblaasafsluiters zijn aan de buitenkant aangebracht, evenals de condensaftapafsluiters.

Onder de oververhitter in de achterrookkast zijn kleppen aangebracht, waarmede de hoeveelheid rookgassen die door de oververhitter stromen geregeld worden. Hierdoor is het mogelijk de oververhittertemperatuur binnen wijde grenzen te regelen, geheel onafhankelijk van de stoomproductie.

De handstookroosters welke per ketel een roosteroppervlak hebben van 5 m2, bestaan uit een frontplaat, waarop vuurdeur met brandplaat en demperplaat met stelinrichting is aangebracht; voorts doodbed met vuurvaste vuurmond en slijtstroken, vuurbrug met bemetseling, de benodigde roosterstaven van speciaal vuurbestendig gietijzer (Mechanite) en de roosterondersteuning. Het geheel is gemonteerd in een vloeistalen trogplaat, zodat montage of demontage in zeer korte tijd kan gegchieden.

De roosterstaven welke alle van één soort zijn, zijn omlegbaar, zodat het mogelijk is een luchtspleet te vormen van 3 of 6 mm breedte, aan te passen bij de soort brandstof welke verstookt moet worden. De vuurbrug wordt bemetseld met vuurvaste stenen. Elk rooster is voorzien van een onderwindaansluiting, welke aan de voorrookkast is bevestigd, voorzien van regelklep. De luchtleiding van deze aansluiting naar de bestaande luchtleiding behoort eveneens tot de levering.

De ketels zijn elk voorzien van 2 ketelstoelen, waarvan 1 met roloplegging voor het vrij naar voren kunnen uitzetten van de ketel, benevens de volgende appendages van het fabrikaat Dikkers & Co te Hengelo:

  • 1 Gietstalen dubbel-veiligheidstoestel met 2 x 70 mm hooglichtende kleppen, gewichtsbelasting en afblaasstomp, compleet met afblaaspijp.
  • 1 Gietstalen hulpstoomafsluiter 50 mm doorlaat.
  • 1 Blacks' alarmfluit 1" compleet met in- en uitwendige pijpen.
  • 2 Bronzen voedingafsluiterklepkasten 50 mm doorlaat voor montage aan het front van de ketel en bediening vanaf de stookvloer, compleet met binnenpijpen en een in de ketel gemonteerde binnenvoedingbak.
  • 1 Gietstalen parallel spuischuif 50 mm doorlaat, compleet met speciale soksleutel voor bediening vanaf de stookvloer; de spuipijp tussen ketel en spuischuif behoort eveneens tot de levering.
  • 2 stel bronzen peilglas afsluiters 34" voorzien van reflexpeilglazen in stalen huis, gemonteerd op smeedstalen peilkolom en voorzien van bronzen doorblaasafsluiters.
  • 1 Manometer huisdiameter 260 mm, gietijzeren huis met koperen dekring, compleet met bronzen manometerkraan met contrôleflens en syphonpijpje voor montage op de peilkolom.
  • 6 Roetblaasafsluiters 114" doorlaat.
  • 2 Doorblaasafsluiters 12" doorlaat.

Voor elke oververhitter:

  • 1 Gietstalen enkel veiligheidstoestel klepdiameter 40 mm, gewichtsbelasting en afblaasstomp compleet met afblaaspijp.
  • 1 Gietstalen hoofdstoomafsluiter 12 mm doorlaat.
  • 5 Roetblaasafsluiters 25 mm doorlaat.
  • 2 Doorblaasafsluiters 12" doorlaat.

Tevens behoren tot de leveringsomvang:

  • 3 Stellen stookgereedschap elk bestaande uit:
    • 1 slakkensteker,
    • 1 riek,
    • 1 krabber en
    • 1 kolenschop No. 5
  • 3 Stellen reinigingsgereedschap elk bestaande uit:
    • 2 vlampijpborstels 88 ∅,
    • 2 steunpijpborstels 82 ∅,
    • 1 verstelbare vlampijpschraper, compleet met de benodigde borstelstangen en verlengstangen.
  • 1 Houten bord met ophangbeugels en ankerbouten, waarop de volgende sleutels worden aangebracht:
    • 2 mangat handsleutels met open bek,
    • 2 mangat slagsleutels met gesloten bek,
    • 2 mangat soksleutels met bijbehorende pennen,
    • 1 dubbele moersleutel 1" - 78"
    • 1 dubbele moersleutel 34" - 58"
    • 1 dubbele moersleutel 12" — 38"
    • 1 dubbele moersleutel 516" — 14".

Elke ketel wordt voorzien van:

  • 1 plaatijzeren meterbord met dofzwart gespoten frontplaat en afgezet met verchroomde randen, waarop de volgende meet-instrumenten worden gemonteerd:
    • 1 trekmeter indeling O — 40 mm w.k.
    • 1 rookgastemperatuurmeter indeling 50 — 500 °C.
    • 1 stoomtemperatuur meter indeling 50 — 500 °C.
    De meters worden uitgevoerd met verchroomde randen en voorzien van de benodigde afstandleidingen.
  • 1 watermeter, doorlaat 50 mm voor temperaturen tot 120 °C., drukken tot 16 kg/cm2, piekbelasting 20 m3/h‚ van het fabrikaat Meinecke Woltman A.G. te Hannover.

De aangeboden meetinstrumenten met uitzondering van de watermeters, zijn van het fabrikaat Eerste Nederlandse Fabriek van Manometers te Schiedam.

De trekmeter en rookgastemperatuurmeter, worden aengesloten op de plaatijzeren rookgassen-uitlaatpijp, achter de ketel met oververhitter, terwijl de stoomtemperatuurmeter aangesloten wordt op een nok welke op de uitlaatkast van de oververhitter is geplaatst.

Tevens behoren tot de levering:

  • 2 Stoomtemperatuurmeters elk voorzien van houten meterplankje voor bevestiging aan de ketelhuismuur. De meters compleet met de benodigde afstandleidingen voor aansluiting op elk der 2 hoofdstoomleidingen naar de machines. Deze meters worden aangesloten op nokken welke op de stoomleidingen zijn geplaatst, daar waar, de stoomleidingen het Ketelhuis verlaten.

Aansluitpunten voor O2 analyses zullen worden aangebracht in het gemetselde rookgassenkanaal achter de Ketel met oververhitter.

Voor bediening van de op de ketelromp geplaatste appendages en om via het mangat het inwendige van de ketel te kunnen inspecteren, wordt boven de 4 ketels een bordes aangebracht, aansluitende op 4 bordesjes welke in de lengte van de ketels worden geplaatst.

Het bordes bestaat uit profielijzeren ramen welke gedragen worden op aan de ketelrompen gelaste steunen. In deze profielijzeren ramen worden geruite vloerplaten bevestigd. De trap bestaat uit platijzeren stijlen, waartussen traptreden van geruite vloerplaat zijn gelast. De bordessen en trap worden voorzien van balusters en leuningen van naadloze pijp, terwijl de onderleuning wordt gemaakt van hekijzer.

Als reservedelen zullen worden medegeleverd:

  • Reflexpeilglazen in stalen huis, geheel gelijk als voor de ketels worden geleverd.
  • 12 Reflexpeilglazen compleet met de pakkingranden.
  • 12 Smeltpropjes voor de Blacks' alarmfluiten.
  • 8 Mangatdekselpakkingringen van gegrafiteerd asbest compound ovaal inwendig 300 x 400 mm, 1" breed en 14" dik.

Tot de levering behoren verder, de stoomleidingen in het ketelhuis van de uitlaten der oververhitters tot aan de aanwezige stoomleidingen naar de machinekamer, compleet met de benodigde afsluiters, flensverbindingen, ophanging en isolatie.

Ook de voedingleidingen vanaf de aanwezige voedingpompen naar de afsluiterklepkasten aan de ketels, compleet met de benodigde afsluiters, flensverbindingen, ophanging en isolatie behoren tot de levering, alsmede de hulpstoomleiding voor verzadigde stoom aangesloten op elk der ketels en voerende naar de stoomvoedingpompen, stoomventilatoren, centrale verwarming, verwarming voeding waterbakken en spoelbakken van de filterdoeken. Van de aanwezige leidingen hiertoe, mag, voorzover deze in goede staat verkeren, gebruik worden gemaakt. Bovendien zal een 2" verbindinsspijp worden aangebracht tussen de hoofdstoomleiding en bovengenoemde hulpstoomleiding.

De ketels zullen met de hand worden gestookt. De hieronder opgenomen stoomproductiecijfers gelden voor nootjes IV met 16% vluchtig, met een stookwaarde van 7200 k cal/kg. Overigens moeten de ketels omnivoor zijn. Zowel mager als vetkool met een stukgrootte van stukkolen tot fijnkolen moeten kumnen worden verwerkt.

Stoomproductiecijfers
Belasting normaal max. continue
Stoomproductie per ketel 3500 kg/h 4150 kg/h
Stoomtemp. na oververhitter 340 °C 340 °C
Temperatuur voedingwater 70 °C 70 °C

c. Bijkomende werkzaamheden

Tot de levering volgens deze overeenkomst behoren ook de volgende herstellingswerkzaamheden aan de bestaande installatie:

  1. Het vernieuwen van alle bouten in de flenzen van de bestaande hoofdstoomleidingen naar de machines. De noodzakelijk hiervoor weg te breken isolatie als nieuw te herstellen, en de resterende isolatie van deze hoofdstoomleidingen tot aan de machines als nieuw bij te werken.
  2. De vier stoomdrogers bij afkeuren door het stoomwezen voor 14 atu te vernieuwen. (De vier stoomdrogers zijn geplaatst in de hoofdstoomleiding vlak voor de hoofdmachines).

Toelichting. In 125 m lengte 6" leiding 42 flenzen. In 18 m lengte 4" leiding 8 flenzen. In 40 m lengte 2" leiding 10 flenzen.

Hiervoor is een stelpost opgenomen in de aannemingssom groot ƒ 10.000,--, waaruit deze herstellingen zullen worden betaald en welke, voor zover deze niet zal worden aangesproken, op de aannemingssom in mindering zal worden gebracht bij de verrekening van de voorlaatste termijn.

Afdeling II. Voorschriften voor de uitvoering

Par. 4. Algemene voorschriften

a.) Voor zover in deze overeenkomst dasrvan niet wordt afgeweken zijn op dit werk van toepassing als waren zij daar letterlijk in opgenomen:

De Algemene voorschriften (A.V.) voor de uitvoering en het onderhoud van werken onder het beheer van het Departement van Waterstaat vastgesteld bij beschikking van de Minister van Waterstaat d.d. 25 Maart 1938, La, V en aangevuld bij die van 26 Oct. 1939 La, Q I beide Directie van de Waterstaat, met dien verstande dat voor "Rijk", "Rijkswege", "Rijkswerken" enz. moet worden gelezen "Provincie Friesland", "Provincie wege", "Provinciale werken", enz. en voor "Minister" of "Departement van Waterstaat' moet worden gelezen: "Gedeputeerde Staten van Friesland" voor "Het hoofd van dienst": "De Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Waterstaat in Friesland".

Het bepaalde in paragraaf 25, lid 5 van de A.V. vervalt en wordt vervangen door de volgende bepaling:

"Indien bij de uitvoering van het werk moeilijkheden of oponthoud ontstaan tengevolge van de na te leven wetten en wettelijke voorschriften of tengevolge van de na de besteding afgekondigde na te leven wetten en wettelijke voorschriften, is de aannemer voor de gevolgen daarvan aansprakelijk, tenzij redelijkerwijs moet kumnen worden aangenomen dat hij deze niet had kunnen voorzien of voorkomen."

Voor het bepaalde in paragraaf 47 lid 3 der A.V. wordt voor "Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven" gelezens "Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en Handel".

b.) De installatie moet voldoen aan de bestaande veiligheidsvoorschriften van de Arbeidsinspectie.

c.) De gehele aanleg zal moeten voldoen aan de bepalingen van de Nederlandse wet op het Stoomwezen.

d.) Niet van toepassing zijn de Algemene Leverings- en Betalingsvoorwaarden der Vereniging van Metaalindustrieën.

Par. 5. Tekeningen en berekeningen

a.) De door de Directie verstrekte of te verstrekken tekeningen dienen slechts ter inlichting. De Aannemer draagt door contrôle de verantwoording voor de maatvoering en de volledigheid van de hem verstrekte tekeningen. Hij dient zich ter plaatse in het gemaal te overtuigen van de bestaande toestand en kan zich nimmer beroepen op afwijkingen van de tekeningen.

b.) De aannemer levert de tekeningen en berekeningen welke nodig zijn voor een juiste uitvoering van het hem opgedragen werk waaronder mede zijn begrepen de tekeningen en berekeningen betreffende wijzigingen in de fundatie bestaande rookkanalen pijpleidingen etcetera.

De detaillering behoort zo uitvoerig te geschieden dat zij in geval van stoornis alle gewenste gegevens voor de herstelling bevat.

c.) Geen afwijking van de tekeningen mag plaats hebben dan na toestemming van de directie.

d.) De berekeningen en tekeningen bedoeld in lid b moeten tijdig voor de aanvang van de werkzaamheden aan de goedkeuring van de directie worden onderworpen.

e.) Alle door de aannemer vervaardigde tekeningen en berekeningen moeten in 3—voud worden toegezonden aan de directie.

f.) Van alle tekeningen moet een revisietekening worden gemaakt waarvan een acute transparante afdruk aan de directie moet worden geleverd.

Par. 6. Onvoorziene werken

Alle Werken welke behoren tot de goede uitvoering van de leveranties zoals die in deze overeenkomst zijn omschreven doch daarin niet uitdrukkelijk worden genoemd of welke nodig zijn ter uitvoering van bestaande wettelijke voorschriften moeten zonder verrekening door de aannemer worden uitgevoerd.

Verrekening van meer en minder werk, voorzover dit niet valt onder de verplichtingen van de aamnemer als in deze paragraaf bedoeld, zal geschieden overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 15.

Par. 7. Door de directie ter beschikking te stellen arbeidskracht en materiëel

a. Personeel

De directie zorgt voor de nodige sjouwershulp bij het gemaal.

b. Materiëel

De in het gemaal aanwezige hefwerktuigen en takels staan ter beschikking van de aannemer voor de werkzaamheden in en bij het gemaal voorzover deze niet voor onderhoud van gebouw en machine installatie gebruikt moeten worden. Kolen, olie, water, verlichting, verwarming en electrische stroom zijn voor rekening van de directie.

Alle overige gereedschappen en hulpwerktuigen welke voor de opstelling ter plaatse benodigd zijn komen voor rekening van de aannemer, daaronder mede begrepen hulpmateriëel, ankers, malplaten, bouten en klossen.

De nodige werkzaamheden aan de fundering en het overige bouwkundige gedeelte van het ketelhuis zullen door of vanweged e directie worden uitgevoerd na ontvangst van de daartoe benodigde berekeningen, tekeningen, ankers, malplaten etcetera.

De verantwoordelijkheid voor juiste maatvoering en doelmatige constructie blijft echter bij de aamnnemer. Eventueel hakwerk etcetera ontstaan door foutieve tekeningen of opgave van de aannemer komen te zijnen laste.

Par. 8. Opslag en werkterrein

a.) De terreinen behorende bij het gemaal staan de aannemer ter beschikking voor opslag van materiaal voorzover deze terreinen niet benodigd zijn voor opslag van kolen en andere materialen van de directie.

b.) De aamemer is gehouden tijdig overleg te plegen met de bedrijfschef van het gemaal inzake gebruik van het terrein.

Par. 9. Werkplan, hulpmiddelen, vervoer, montage

a.) De keuze der middelen tot uitvoering van de in deze overeenkomst beschreven werken en de volgorde der werkzaamheden worden met in achtneming van het in deze overeenkomst bepaalde, onderworpen aan de goedkeuring van de directie, doch blijven geheel ter verantwoording van de aamnemer. Deze is verplicht binnen twee weken na de gunning van het werk uitgewerkte plannen met toelichting betreffende de wijze van uitvoering en de daarvoor aan te wenden middelen, alsmede de volgorde der werkzaamheden aan de goedkeuring van de directie te onderwerpen. Zonder goedkeuring van de directie mag de aannemer niet afwijken van dit werkplan.

b.) De goedkeuring van het werkplan ontheft de aannemer in genen dele van de verantwoordelijkheid noch van de verplichting om de werken naar de eis uit te voeren en tijdig te voltooien.

c.) Voorzover mogelijk stelt de aannemer de directie in staat zich van de geschiktheid en de deugdelijkheid van het te gebruiken materieel te overtuigen, voordat dit op het werk wordt aangevoerd.

d.) Indien tijdens de uitvoering blijkt, dat het gebruikte materieel of een gedeelte daarvan niet voldoet aan naar redelijkheid te stellen eisen, kan de directie, ongeacht vroegere goedkeuring, dit alsnog. afkeuren en vervanging of aanvulling daarvan verlangen, aan welk verlangen de aannemer alsdan verplicht is binnen een door de directie te stellen termijn te voldoen. Afgekeurd materieel moet ten spoedigste van het werk worden verwijderd.

e.) Vervoer en montage zijn voor rekening en risico van de aannemer. Bij aankomst van de leveringsobjecten behoort een vertegenwoordiger van de aannemer aanwezig te zijn die zorg draagt voor vervoer ter plaatse en voor opstelling. Zie voor sjouwershulp paragraaf 7.

f.) De aannemer houdt verder tot aan de bedrijfsvaardige oplevering toezicht op de uitvoering en alle werkzaamheden welke door zijn onderaannemers worden verricht en neemt daardoor de verantwoordelijkheid op zich voor doelmatige constructie, goede uitvoering, deugdelijk materiaal en bedrijfszekere opstelling in dezelfde omvang als dit voor de door hem te leveren installatie geldt zodat hij zich bij het optreden van storingen of moeilijkheden, of indien niet ten volle aan de gegeven garanties wordt voldaan, niet kan beroepen op fouten en gebreken welke naar zijn mening bestaan in door anderen uitgevoerde werken op opgestelde onderdelen.

Par. 10. Isolatie

Alle te isoleren leidingen moeten door de aannemer worden geisoleerd met materiaal waarvan samenstelling en dikte door de directie is goedgekeurd.

Par. 11. Materialen en hun bewerking

Naast en boven de eisen welke aan de installatie gesteld zullen worden ingevolge de bepalingen van de Nederlandse Stoomwet, overige Nederlandse Wetten en de elders in deze overeenkomst genoemde eisen, zullen de materialen moeten voldoen aan de volgende eisen:

  • Rompplaten, voor-, achter- en vlamkastfront
    • trekvastheid 41 - 49 kg/mm2
    • min rek 23/20 %
  • Vuurgangen
    • trekvastheid 35 - 42 kg/mm2
    • min rek 27/23 %
  • Alle naden zullen worden geröntgend en de ketels zullen in hun geheel worden uitgegloeid.

Par. 12. Keuring, toezicht, beproeving, contrôle

a.) Alle beproevingen als bedoeld in paragraaf 11 en 12 komen voor rekening van de aannemer. Van alle verslagen betreffende beproevingen wordt een afschrift in 3-voud aan de directie uitgereikt, daaronder begrepen de resultaten van de beproevingen welke door het Stoomwezen worden geeist.

b.) Alle delen welke naar het oordeel der directie ongeschikt worden bevonden moeten door nieuwe worden vervangen.

c.) De resultaten van keuringen, werkattesten, beproevingen etcetera ontheffen de aannemer niet van zijn verplichting om het werk binnen de gestelde termijn te voltooien noch van de verantwoordelijkheid voor een juiste uitvoering.

d.) Zodra de installatie voor de eerste maal bedrijfsvaardig is opgesteld, wordt door de directie bepaald of het geleverde aan de gestelde eisen en gegeven garanties voldoet.

e.) De aannemer verschaft daartoe de bij het onderzoek door de Directie of door de directie aangewezen deskundigen nodig geoordeelde arbeidskrachten en hulpmiddelen.

f.) De beproeving naar de gegeven garanties zal plaats vinden overeenkomstig de voorschriften van de V.D.I.[2]

In aanvulling daarop wordt bepaald:

  1. Het stoken zal geschieden door provinciaal personeel naar aanwijzingen van de leverancier doch onder leiding van de bedrijfschef van het ir D.F. Woudagemaal.
  2. Het stoomverbruik zal gemeten worden door vaststelling van het voedingwater-verbruik bij constant gehouden waterpeil in de ketels gedurende 8 uren en eerst aanvangen tenminste 4 uur na het begin van opstoken.
  3. Gestookt zal worden met nootjes IV met 16% vluchtig stookwaarde 7200 cal.
  4. Het nuttig effect der installatie betrokken op stookwaarden zal moeten voldoen aan de bij de inschrijving opgegeven waarden van 76% bij normaal continue-bedrijf.
  5. Het nuttig effect van de ketel zal worden bepaald zonder aftrek van energieverbruik voor hulpwerktuigen als voedingpompen, ventilatoren en dergelijke.

g.) Alle gebreken welke tijdens de beproeving blijken worden op eerste aanzegging der directie hersteld voor rekening van de aannemer waarna opnieuw beproeving zal plaats vinden.

Par. 13. Garantie en Onderhoud

a.) Bij het niet nakomen van het hierboven genoemde garantiecijfer voor het rendement der ketelinstallatie zal een korting op de aanneemsom worden toegepast van 3% op de aanneemsom voor elk procent dat het rendement van de installatie betrokken op stoolkwaarden, lager zal zijn dan het gsrantie-cijfer minus een tolerantie ven 2% naar beneden.

Wanneer uit de beproeving blijkt dat de afwijking van de gegarandeerde rendementen meer bedraagt dan 5% beneden het met inachtname van 2% tolerantie bepaalde minimum, dan kan de Provincie de gehele aanleg of de betreffende onderdelen afkeuren en is de aannemer verplicht op zijn kosten de nodige verbetering of vervanging ten spoedigste uit te voeren terwijl de directie het recht heeft de gehele geleverde installatie met inbegrip van de afgekeurde onderdelen te gebruiken tot de nieuwe levering is aangevoerd, beproefd en goedgekeurd.

b.) Wanneer de garantieproeven van dien aard zijn dat de installatie door de Provincie kan worden overgenomen dan blijft de aannemer tenminste gedurende 3000 bedrijfsuren aansprakelijk voor de deugdelijkheid en goede werking van de geleverde installatie met een minimum van 1 jaar.

Ter inlichting diene dat het gemiddeld aantal bedrijfsuren per jaar tot nog toe ± 1800 bedroeg.

Alle gebreken welke zich gedurende die tijd openbaren tengevolge van onvoldoende afmetingen, materiaal, constructie of opstelling worden door en voor rekening van de aannemer op eerste aanschrijving der directie hersteld of door nieuwe delen vervangen al naar gelang de directie beslist.

Voldoet de aannemer niet aanstonds aan deze verplichting dan heeft de directie het recht de nodige herstellingen naar eigen inzicht door derden te laten uitvoeren doch voor rekening van de aanemer onverminderd zijn verplichtingen tot schadevergoeding welke een gevolg mocht zijn van zijn verzuim, en met handhaving van zijn aansprakelijkheid gedurende de verdere garantie- en onderhoudstermijn.

Afdeling III Algemene en Administratieve bepalingen

Par. 14. Onderaanneming

Paragraaf 7 der A.V. is alleen van toepassing voorzover betreft lid 1 en 2. In afwijking van lid 3 paragraaf 7 der A.V. wordt bepaald dat aanwijzingen, lastgevingen en dergelijke in het algemeen niet aan de onderaannemer zullen worden gegeven voorzover het werkzaamheden betreft die niet in of bij het gemaal plaats vinden. De aannemer is verplicht bij onderaanneming het gehele bestek aan de onderaannemer ter hand te stellen.

Par. 15. Verrekening van meer- en minder werk

a.) In aansluiting op paragraaf 6 wordt bepaald dat de aannemer verplicht is bij het maken van zijn begroting zich rekenschap te geven van de bestaande toestand in en bij het ir D.F. Woudagemaal en alle werkzaamheden nodig voor een goede uitvoering der leverantie in die begroting op te nemen en zo uitvoerig mogelijk in zijn aanbieding te omschrijven.

b.) In afwijking van paragraaf 12 der A.V. wordt bepaald dat over geen der onderdelen van de leverantie verrekening zal plaats vinden behoudens het bepaalde in paragraaf 22 en in lid c van deze paragraaf.

c.) Wanneer de aannemer schriftelijk iets wordt opgedragen dat niet tot zijn verplichtingen tengevolge deze overeenkomst behoort dan zullen deze leveranties en werkzaamheden verrekend worden naar van te voren schriftelijk met de directie overeengekomen bedragen.

Par. 16. Schade

Alle beschadigingen die worden veroorzaakt door of tengevolge van werkzaamheden ven de aannemer of zijn ondergeschikten of van onderaannemers, aan eigendommen van de provincie Friesland, van particulieren of van andere lichamen of personen, waaronder ook begrepen de water- en gasleidingen, zinkers, electriciteits-, telefoon- en telegraafkabels enzovoort, komen voor rekening van de aannemer en moeten door hem onmiddellijk worden hersteld of vergoed.

Par. 17. Onduidelijkheid of verschil

De aannemer is verplicht om bij onduidelijkheden of verschillen in de aan hem verstrekte gegevens, alvorens tot de uitvoering over te gaan, het oordeel en de uitlegging van de directie te vragen.

Par. 18. Provisie

Voor leveringen door de directie kan geen aanspraak op provisie worden gemaakt.

Par. 19. Ongevallen

De aannemer is gehouden om van alle ongevallen welke op of in verband met het werk plaats hebben van welke aard ook, onverwijld kennis te geven aan de directie met verstrekking van alle gewenste inlichtingen.

Par. 20. Bevelen en Aanwijzingen

a.) Met wijziging van paragraaf 6 van de A.V. wordt bepaald, dat door de aannemer, indien hij niet voortdurend in de onmiddellijke nabijheid van het werk verblijf houdt een gemachtigde moet worden gesteld, die tijdens de uitvoering der werken dagelijks op het werk aanwezig is.

b.) De aannemer is verplicht te zorgen, dat bij elk onderdeel, dat naar het oordeel van de directie daarvoor in aanmerking komt, gedurende het werk steeds een onderbaas of werkman aanwezig is, aan wie is opgedragen orders en aanwijzingen der directie desverlangd onmiddellijk op te volgen en overigens deze onverwijld aan hem of zijn gemachtigde over te brengen.

Par. 21. Ingebruiknemen van werken

(Zie ook paragraaf 28 Tijdsbepaling)

a.) De opstelling van de installatie met inbegrip van de daaraan voorafgaande verwijdering van de bestaande installatie moet geschieden binnen het daarvoor in paragraaf 23 gestelde tijdvak. Wanneer in bijzondere omstandigheden naar het oordeel der directie een gedeelte van de installatie binnen deze termijn gedeeltelijk in gebruik moet worden genomen, dan zal de aannemer dit moeten gedogen.

Hij is verplicht zijn volle medewerking te verlenen bij het spoedig bedrijfsklaar maken van de daarvoor in aanmerking komende onderdelen.

b.) Wanneer de installatie niet binnen de daartoe gestelde termijn gereed komt dan komen de extra kosten van het bedrijfsvaardig gereed maken van een deel der installatie voor rekening van de aannemer onverminderd eventuele aanspraken van de directie op schadevergoeding of boete.

c.) Vanaf de datum van ingebruikneming van een gedeelte der installatie als bedoeld onder a zal de aannemer dit gedeelte moeten onderhouden als omschreven in paragraaf 13.

Par. 22. Bepalingen in verband met wijzigingen van prijzen, lonen, en sociale lasten en omzetbelasting

a.) Indien tijdens de uitvoering van het werk wijzigingen optreden in de prijzen, lonen en/of de daarop rustende sociale lasten van de bij de uitvoering van het werk tewerkgestelden, zullen de daaruit voortvloeiende hogere of lagere kosten aan de aannemer worden vergoed respectievelijk op de aanneemsom worden gekort.

b.) Voor de in lid a genoemde verrekening zal worden gebruik gemaakt van de navolgende formule:

Hier is

  • P0 = basisprijs van de inschrijvings ƒ 365.600 (exclusief de stelpost bedoeld in paragraaf 3-c)
  • P = eindprijs na verrekening van de materiaal- en loonclausule.
  • L0 = gemiddelde uurverdienste van de volwassen arbeiders in het bedrijf van de aannemer over het eerste halfjaar van 1954 vastgelegd in het loonschrift "Bemetel" over dit halfjaar.
  • Lm = rekenkundig gemiddelde van de uurverdienste van de volwassen arbeiders van de aannemer volgens de halfjaarlijkse "Bemetel" gegevens over de periode vallende tussen 6 maanden na de opdracht en de bedrijfsvaardige oplevering.

Aangenomen wordt dat de werkzaamheden gedurende bovengenoemde periode gelijkelijk over die periode verdeeld zijn. Deze periode wordt verdeeld in halve kalenderjaren; gedeelten van een half kalenderjaar worden voor een overeenkomstig gedeelte in rekening gebracht.

  • M0 = totaalbedrag, ingezet voor de verrekenbaar gestelde materialen, namelijk
    • 75.220 kg. ketelmateriaal, te weten gezette delen, vlakke rompplaten en vuurgangen‚ ƒ 85.400
    • 28.800 kg. vlamsteun en circulatiepijpen ƒ 20.500
    • Appendages ƒ 15.800
    • Totaal, M0 = ƒ 121.700
  • M = som van de werkelijk door de aannemer voor de verrekenbaar gestelde materialen betaalde prijzen.

Loonbijslagen, welke niet in de "Bemetel" loonschriften zijn opgenomen, zullen bij de loonverrekening wel in aamerking worden genomen.

c.) De wegens de levering verschuldigde omzetbelasting is in de aanneemsom begrepen naar het tarief van kracht op de datum van de inschrijving.

d.) Geen vergoeding zal worden gegeven indien en voorzover de aannemer heeft nagelaten al datgene te doen dat redelijkerwijs van hem gevorderd kan worden om risico bij de aanschaffing van materialen te beperken.

e.) De verrekening van de vergoedingen bedoeld in deze paragraaf zal geschieden bij de laatste termijn.

Par. 23. Tijdsbepaling

a.) Met de afbraak omschreven in paragraaf 3-a zal niet eerder worden begonnen dan 1 Mei 1955.

b.) De gehele installatie moet voor de eerste maal bedrijfsvaardig en goedgekeurd worden opgeleverd uiterlijk 1 September 1955.

c.) De datum van tweede oplevering wordt gesteld op 3000 bedrijfsuren na de eerste oplevering met een minimum van 1 jaar, doch met een maximum van 2 jaar.

Par. 24. Kortingen

Voor elke dag dat de datum van eerste oplevering bedoeld in paragraaf 23 wordt overschreden zal een korting op de aanneemsom worden toegepast van ƒ 200.- voor elk van de eerste dertig dagen en van ƒ 1000.- voor elk der volgende dagen.

In verband met de noodzaak dat de bemaling van Frieslands boezem na 1 September onverminderd hervat moet kunnen worden, dient de aannemer zich bij zijn inschrijving ervan bewust te zijn dat hij voldoende rekening moet houden met tijdsverlies door onvoorziene vertraging wegens regenval, mist, vorst, vertraging in vervoer, beschikbaar zijn van arbeidskrachten, vertraging in de levering van materiaal door derden aan de aannemer, welke voorkomen had kunnen worden, vertraging in werk van onderaannemers en dergelijke.

Deze en soortgelijke factoren zullen geen reden kunnen zijn tot verlenging van de opleveringstermijn en de daarmee verband houdende boetebepalingen.

Vertraging ontstaan door vertraging in leveringen aan derden, waardoor de aannemer onvoldoende tijd en ruimte in zijn productieprogramma zou hebben om de levering op tijd te voltooien kunnen niet als force majeure gelden.

Par. 25. Risico

Tot aan het tijdstip van de eerste oplevering is alle risico met betrekking tot de levering in verband met brand, beschadigins, vervuiling, ontvreemding enzovoort voor rekening van de aamnemer.

Par. 26. Betaling

De aanneemsom bedraagt, inclusief de stelpost bedoeld in paragraaf 3-c ƒ 375.600 zegge Driehonderd en vijf en zeventig duizend en zeshonderd gulden. (inclusief omzet belasting).

De betaling zal geschieden in 5 termijnen.

  • De eerste termijn groot 30% van de aannemingssom vervalt bij de ondertekening van deze overeenkomst.
  • De tweede termijn groot 30% van de aannemingssom vervalt wanneer de ketels in de fabriek gereed zijn.
  • De derde termijn groot 25% vervalt wanneer de ketels bedrijfsvaardig zijn opgesteld en goedgekeurd door het Stoomwezen.
  • De vierde termijn groot 10% vervalt wanneer gebleken is dat de installatie aan de garantieproeven voldoet en de ketels tenminste 500 uur zonder stoornissen in bedrijf zijn geweest. Op deze termijn zal in mindering worden gebracht het bedrag der stelpost bedoeld in paragraaf 3-c voorzover dit niet is verwerkt.
  • De vijfde termijn groot 5% vervalt na de in paragraaf 13 gestelde garantietermijn wanneer de installatie andermaal in goede staat is opgeleverd en de aannemer ook overigens aan al zijn verplichtingen heeft voldaan.


Leeuwarden, ...


Amsterdem, ...

Bronnen, noten en/of referenties

  1. Archief van de Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland (archief nr 9-01). Tresoar. Inventaris nummer 931: Stukken betreffende het verbeteren van de ketelinstallatie, met foto's.
  2. V.D.I. staat voor Verein Deutscher Ingenieure