Functies bij het Woudagemaal en R.J. Cleveringsluizen: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Jasper
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Vincent Erdin
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'R.J. Cleveringsluizen Het sluizencomplex bevindt zich in de provinciale weg N 361 naar Lauwersoog. Het gaat om spuisluizen, de schutsluis voor het scheepvaartverkeer ...')
 
Regel 1: Regel 1:
Bij het [[Ir. D.F. Woudagemaal|Woudagemaal]] werken de volgende mensen:
R.J. Cleveringsluizen


'''De gemaalchef'''
Het sluizencomplex bevindt zich in de provinciale weg N 361 naar Lauwersoog. Het gaat om spuisluizen, de schutsluis voor het scheepvaartverkeer ligt bij Lauwersoog.


De gemaalchef is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en bediening van het Woudagemaal, zowel bouwkundig, civiel als technisch. Als direct leidinggevende stuurt hij de wachtchefs, machinisten, stokers en filterman aan. Hij zorgt ervoor dat iedereen zijn werk zo goed mogelijk kan doen.
Met een spuisluis kan alleen onder natuurlijk verval water worden afgevoerd in dit geval van het Lauwersmeer naar de Waddenzee. Op het Lauwersmeer komen twee boezemstelsels samen: de Friese boezem en de Groningse boezem. De Friese boezem heeft een uitlaatpunt bij Dokkumer Nieuwe Zijlen en de Groningse boezem bij Zoutkamp, tussen Zoutkamp en het gemaal De Waterwolf ligt de bergboezem. De spuisluizen zijn in 1969 geplaatst toen de Lauwerszee werd afgesloten en het Lauwersmeer ontstond. Het sluizencomplex kreeg op dat moment ook de naam: Lauwerssluizen. Pas op 2 oktober 2007 werd de naam gewijzigd in R.J. Cleveringsluizen.


'''De wachtchefmonteur'''
R.J. Clevering (1914 - 2013) was van 1955 - 1979 voorzitter (dijkgraaf) van het Waterschap Hunsingo.


Wanneer het gemaal draait, draait het dag en nacht. Daarom zijn er verschillende wachtploegen die het gemaal bedienen en in de gaten houden. De wachtchefmonteur heeft de leiding over een wachtploeg. Een wachtploeg bestaat uit vier man. De wachtchefmonteur zelf, samen met één of twee stokers en één of twee machinisten.
De spuisluizen bestaan uit drie bouwwerken met ieder vier spuikanalen. Twee van de drie bouwwerken staan op Fries grondgebied en één op Gronings grondgebied.  


'''De stoker'''
De spuisluizen worden opengezet als het eb op de Waddenzee is. Op dat moment is de stand van het buitenwater (Waddenzee) lager dan dat van het Lauwersmeer en kan het onder vrij verval naar buiten stromen waarmee de boezem wordt ontlast en daarmee het overtollige water kwijt is.


De stoker zorgt ervoor dat de [[stoomketel|ketels]] voldoende en de juiste soort stoom leveren. Hij controleert of de verbranding optimaal is, en houd het waterpeil en de vervuiling van de [[filter|filters]] in de gaten.
Dat water stroomt voor een belangrijk deel vanuit Friesland naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en vanuit Groningen voor het Westerkwartier, Hunsingo en een deel van de kop van Drenthe via het Reitdiep naar het Lauwersmeer.  


'''De machinist'''
Met enige regelmaat blijven de spuisluizen wel eens wat langer open staan dan strikt noodzakelijk is. Op dat moment stroomt er zout water van de Waddenzee naar het Lauwersmeer. 


De machinist ondersteunt de wachtchefmonteur in de machinehal. Hij controleert de keldermachines en smeert de hoofdstoommachines waar nodig met de hand.
Tot de zomer van 2012 is er met enige regelmaat nagedacht over het vervangen van de spuisluizen door een nieuw elektrisch gemaal. De capaciteit zou 15.000 m3 per minuut bedragen. Ter vergelijking: De Cruquius (1852 in berdijf: 2500 m3 per minuut, ir. D.F. Woudagemaal (1920) in bedrijf: 4500 m3 per minuut en het J.L. Hooglandgemaal (1967 in bedrijf) 9000 m3 per minuut.
De geraamde kosten van het gemaal zouden minimaal 180 miljoen euro bedragen. De verwachting is dat het gemaal dan tien dagen per jaar zou gaan draaien. De hoge kosten en het geringe jaarlijks gebruik en de recessie die in 2008 begon heeft het besluit in de hand gewerkt om het gemaal definitief niet te bouwen.
De spuisluizen blijven gehandhaafd.


'''De filterman'''
Aan spuien onder natuurlijk verval is één belangrijk nadeel verbonden: de waterstand van het buitenwater is niet te beïnvloeden. Als er een stevige noordwesten storm staat (windkracht 8 of meer) dan wordt het water vanuit de Noordzee de Waddenzee ingeblazen. Er is dan ter hoogte van Lauwersoog een hogere waterstand waarneembaar dan onder normale weersomstandigheden. Omdat het buitenwater (Waddenzee) dan hoger staat dan het binnenwater (Lauwersmeer) kunnen de sluisluizen niet geopend worden en blijft het overtollige water uit de Friese en Groningse boezem op het Lauwersmeer staan. Dit kan een aantal dagen duren zonder dat er dan sprake is van een groot veiligheidsrisico. Het wordt echter anders als er ook sprake is van gelijktijdige overvloedige neerslag (regen). In dat geval raken de beide boezems vol of zelfs overvol. Het water kan letterlijk geen kant meer op.


De filters in het ketelhuis moet worden ‘ingepakt’, ofwel voorzien van schone filterdoeken. Daarnaast draagt de filterman zorg voor enkele filters in de kelders en het ketelhuis. Tenslotte helpt hij de wachtploeg met diverse civiele taken, zoals het schoonhouden van machines en vloeren en andere algemene werkzaamheden.
Op dat moment is het noodzakelijk om mechanisch te gaan bemalen. Zie de uitleg in de 3D film in het bezoekerscentrum van het Woudagemaal hierover.

Versie van 28 aug 2013 20:20

R.J. Cleveringsluizen

Het sluizencomplex bevindt zich in de provinciale weg N 361 naar Lauwersoog. Het gaat om spuisluizen, de schutsluis voor het scheepvaartverkeer ligt bij Lauwersoog.

Met een spuisluis kan alleen onder natuurlijk verval water worden afgevoerd in dit geval van het Lauwersmeer naar de Waddenzee. Op het Lauwersmeer komen twee boezemstelsels samen: de Friese boezem en de Groningse boezem. De Friese boezem heeft een uitlaatpunt bij Dokkumer Nieuwe Zijlen en de Groningse boezem bij Zoutkamp, tussen Zoutkamp en het gemaal De Waterwolf ligt de bergboezem. De spuisluizen zijn in 1969 geplaatst toen de Lauwerszee werd afgesloten en het Lauwersmeer ontstond. Het sluizencomplex kreeg op dat moment ook de naam: Lauwerssluizen. Pas op 2 oktober 2007 werd de naam gewijzigd in R.J. Cleveringsluizen.

R.J. Clevering (1914 - 2013) was van 1955 - 1979 voorzitter (dijkgraaf) van het Waterschap Hunsingo.

De spuisluizen bestaan uit drie bouwwerken met ieder vier spuikanalen. Twee van de drie bouwwerken staan op Fries grondgebied en één op Gronings grondgebied.

De spuisluizen worden opengezet als het eb op de Waddenzee is. Op dat moment is de stand van het buitenwater (Waddenzee) lager dan dat van het Lauwersmeer en kan het onder vrij verval naar buiten stromen waarmee de boezem wordt ontlast en daarmee het overtollige water kwijt is.

Dat water stroomt voor een belangrijk deel vanuit Friesland naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en vanuit Groningen voor het Westerkwartier, Hunsingo en een deel van de kop van Drenthe via het Reitdiep naar het Lauwersmeer.

Met enige regelmaat blijven de spuisluizen wel eens wat langer open staan dan strikt noodzakelijk is. Op dat moment stroomt er zout water van de Waddenzee naar het Lauwersmeer.

Tot de zomer van 2012 is er met enige regelmaat nagedacht over het vervangen van de spuisluizen door een nieuw elektrisch gemaal. De capaciteit zou 15.000 m3 per minuut bedragen. Ter vergelijking: De Cruquius (1852 in berdijf: 2500 m3 per minuut, ir. D.F. Woudagemaal (1920) in bedrijf: 4500 m3 per minuut en het J.L. Hooglandgemaal (1967 in bedrijf) 9000 m3 per minuut. De geraamde kosten van het gemaal zouden minimaal 180 miljoen euro bedragen. De verwachting is dat het gemaal dan tien dagen per jaar zou gaan draaien. De hoge kosten en het geringe jaarlijks gebruik en de recessie die in 2008 begon heeft het besluit in de hand gewerkt om het gemaal definitief niet te bouwen. De spuisluizen blijven gehandhaafd.

Aan spuien onder natuurlijk verval is één belangrijk nadeel verbonden: de waterstand van het buitenwater is niet te beïnvloeden. Als er een stevige noordwesten storm staat (windkracht 8 of meer) dan wordt het water vanuit de Noordzee de Waddenzee ingeblazen. Er is dan ter hoogte van Lauwersoog een hogere waterstand waarneembaar dan onder normale weersomstandigheden. Omdat het buitenwater (Waddenzee) dan hoger staat dan het binnenwater (Lauwersmeer) kunnen de sluisluizen niet geopend worden en blijft het overtollige water uit de Friese en Groningse boezem op het Lauwersmeer staan. Dit kan een aantal dagen duren zonder dat er dan sprake is van een groot veiligheidsrisico. Het wordt echter anders als er ook sprake is van gelijktijdige overvloedige neerslag (regen). In dat geval raken de beide boezems vol of zelfs overvol. Het water kan letterlijk geen kant meer op.

Op dat moment is het noodzakelijk om mechanisch te gaan bemalen. Zie de uitleg in de 3D film in het bezoekerscentrum van het Woudagemaal hierover.