Dagboek bouw/1917, 1e kwartaal en Ir. D.F. Wouda: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
kGeen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 30px;"
'''ir. D. F. Wouda'''
|+ style="caption-side:bottom; text-align:left; padding: 2px" | ''Dagboek door opzichter W.&nbsp;Anema over de bouw van het gemaal.'' <sup>[2.]</sup>
| [[Bestand:Dagboek van bestek 6 - Voorkant.jpg|link=]]
|}
Vanwege de grote omvang van het dagboek is het voor deze wiki opgeknipt in de volgende delen:


Noordhorn 5 april 1880 - † Leeuwarden 11 juni 1961


* [[Dagboek bouw | 1916, 4e kwartaal met introductie en bronnenlijst]]
'''Dirk Frederik Wouda''' werd op '''5 april 1880''' '''in het Groningse dorpje Noordhorn''' geboren. Zijn naam is voor altijd verbonden aan het '''ir. D.F. Woudagemaal''' te Teakesyl (Tacizijl) bij Lemmer.
* 1917, 1e kwartaal (deze pagina)
* [[Dagboek bouw/1917, 2e kwartaal | 1917, 2e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1917, 3e kwartaal | 1917, 3e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1917, 4e kwartaal | 1917, 4e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 1e kwartaal | 1918, 1e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 2e kwartaal | 1918, 2e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 3e kwartaal | 1918, 3e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 4e kwartaal | 1918, 4e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 1e kwartaal | 1919, 1e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 2e kwartaal | 1919, 2e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 3e kwartaal | 1919, 3e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 4e kwartaal | 1919, 4e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1920, 1e kwartaal | 1920, 1e kwartaal]]


__NOTOC__
Dit Nederlandse bouwwerk  dat in 1998 op de lijst van '''[[werelderfgoed van Unesco]]''' geplaatst werd, is het enige nog werkende stoomgemaal in Europa en tevens het grootste stoomgemaal ter wereld.
<br clear=all>  
<br>Dirk Wouda was het derde kind in een gezin van zeven kinderen. Toen hij 10 jaar oud was overleed zijn vader en twee jaar later zijn moeder. De kinderen uit het gezin werden daarna opgenomen door verschillende familieleden. Dirk kwam terecht '''in Baflo''' bij zijn grootmoeder.
<br>Hij volgde de '''HBS in Warffum''' en vervolgens ging hij naar de '''RHBS in Groningen'''. Na het behalen van zijn diploma ging Dirk Wouda naar '''Delft''' voor de '''studie civiel-ingenieur'''. Hij studeerde vlot af.
<br>Na zijn studie was een van zijn eerste werken de normalisering van het riviertje de Regge in Overijssel. Hij woonde in die tijd in Almelo.
<br>In juni 1908 verhuisde hij naar Leeuwarden, waar hij aan de slag ging als '''ingenieur van Provinciale Waterstaat'''.
Ir. Dirk Wouda was gehuwd met Klaziena Rietma. (1 februari 1879 – 15 december 1941)
<br>Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, waarvan de jongste echter al op één-jarige leeftijd overleed in 1913.


=='''Januari 1917'''==
[[Bestand:Ir_D_F_Wouda.JPG|400x326px|link=]]
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p010 & p011 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 10 & 11.]]
|}
''Woensdag 3 januari 1917''<br>
Aangevoerd 146 dennen heipalen, 35 afgekeurd.


Rond die tijd raakte ir. Dirk Wouda '''betrokken bij de plannen voor een groot stoomgemaal bij Lemmer'''.
<br>Aan het begin van de 20ste eeuw werd het steeds duidelijker dat de natuurlijke afvoercapaciteit van de Friese boezem niet meer toereikend was. De natuurlijke afvloeiing naar de zee was niet meer voldoende voor de steeds betere en snellere ontwatering van de landbouwgronden in Friesland. Bovendien nam de berging van regenwater af, door het omzetten van dit laagland in weidegrond. De boeren hadden behoefte aan een snelle afvoer van overtollig water op de Friese boezem, zodat ze het land beter konden benutten. Een nieuw gemaal even ten westen van Lemmer moest hiervoor een oplossing bieden.
<br>In 1913 stelde Wouda '''het ontwerp''' op, '''waarbij hij werd geassisteerd door Prof. Ir. J.C. Dijxhoorn''' (24 februari 1862- 21 mei 1941) in samenwerking met de '''fabrikant Smulders-Jaffa uit Utrecht'''.


''Zaterdag 6 januari 1917''<br>
[[Bestand:Prof_ir_JC_Dijxhoorn.jpg|394x478px|link=]]
Aangevoerd 86 dennen heipalen, 21 afgekeurd.


<br>Dijxhoorn was op dat moment hoogleraar aan de latere TH te Delft. Naast het Woudagemaal werkte hij verder aan pompen voor veel andere gemalen, waaronder die bij Medemblik en Alphen.


''Zaterdag 13 januari 1917''<br>
De '''bouw van het gemaal''' onder leiding van Wouda werd '''gestart in 1915'''. Door verschillende oorzaken liep de bouw een '''flinke vertraging''' op. Dit was niet in laatste plaats te wijten aan de Eerste Wereldoorlog die in 1914 was uitgebroken.
In dienst gekomen b/g opzichter P. Buwalda.
Maar ook natuurgeweld werkte tegen: zo sneuvelde de kersvers gemetselde schoorsteen door blikseminslag. Die moest geheel worden herbouwd.
Aangevoerd een schip met 30 ton steenkolen.
<br>In totaal waren de kosten voor het gemaal 2,8 miljoen gulden, bijna een miljoen gulden meer dan begroot.


Op 7 oktober '''1920 werd het gemaal officieel in gebruik gesteld door koningin Wilhelmina'''. Sinds die tijd heeft het gemaal jaar in jaar uit gedraaid, alhoewel niet meer zo vaak als voor 1967, toen was het gemaal gemiddeld 100 dagen per jaar in gebruik.


''Woensdag 15 januari 1917''<br>
[[Bestand:Koningin.jpg‎|350x242px|link=]]
Cement op de prijs van f 30,- per 1000 kg.


<br>In 1947 '''kreeg het stoomgemaal de naam Ir. D.F. Woudagemaal''', als eerbetoon aan Dirk Wouda, die in dat jaar met pensioen ging. In december 1998 werd het gemaal '''toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO'''. Dat is geen wonder, omdat het stoomgemaal wellicht een van de grootste ter wereld is en nog in goede en oorspronkelijke staat verkeert.


''Donderdag 16 januari 1917''<br>
<br>Na de bouw van het stoomgemaal werkte Wouda verder bij de Provinciale Waterstaat. Hij promoveerde tot '''hoofdingenieur''' en hij hield zich '''bezig met allerlei waterstaatkundige problemen''' van die tijd in Friesland. Privé moest Wouda in december 1941 het verlies van zijn vrouw Klaziena betreuren. Hij hertrouwde later met Catharina Wilhelmina Johanna Doorenbosch.
Op een bord uitgeslagen de mallen voor de zuigbuizen en kon door den aannemer hieraan begonnen worden.


<br>Hoewel Wouda in 1945 de pensioen-gerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikte, bleef hij nog enkele jaren werken. Hieraan waren uiteraard de oorlogsomstandigheden debet. Na zijn feitelijke pensionering in 1947 bleef Dirk Wouda niet stilzitten. Het provinciaal bestuur van Friesland verzocht hem namelijk '''een verhandeling''' te schrijven '''over de hoofdbestanddelen van de afwatering in Friesland in de 19de- en 20ste-eeuw'''. Het resultaat is het lijvige boek <strong>"Over de afwatering van Friesland en haar geschiedenis"</strong>.
<br>Maar Wouda had ook tijdens zijn werkbare leven zich niet enkel op zijn werk gericht. Hij heeft met name veel werk geleverd voor het technisch onderwijs in Friesland. Zo werd hij in 1912 gekozen tot '''secretaris van de Vereniging voor Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs in Leeuwarden'''. In 1936 werd hij '''voorzitter''' van deze vereniging.
<br>Tot 1912 beschikten alleen Haarlem en Dordrecht over een dergelijke onderwijsinrichting. Wouda was ook betrokken bij de bouw van de technische scholen in Leeuwarden.
<br>De eerste school in 1915 kreeg de '''lijfspreuk van Wouda''' in de gevel: <strong>"Wie slagen wil, die slagen kan"</strong>.


{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
<br>Dat Wouda niet alleen op lokaal niveau betrokken was bij het onderwijs blijkt uit het feit dat hij '''tot zijn 80ste jaar zitting heeft gehad in de landelijke onderwijsraad in Den Haag'''. Wouda beleefde veel voldoening aan de scholing van jonge mensen, iets wat wellicht te maken heeft gehad met de wijze waarop hijzelf zijn scholing heeft genoten.
| [[Media:p012 & p013 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 12 & 13.]]
<br>Wouda was ondanks zijn drukke functie en sociaal-maatschappelijke betrokkenheid een bescheiden en sober mens. Dat bleek uit zijn vrijetijdsbesteding, die bestond uit het genieten van een tochtje in zijn motorbootje door de natuur.
|}
'''Op 11 juni 1961 overleed Dirk Wouda te Leeuwarden'''.  
''Woensdag 17 januari 1917''<br>
Aangevoerd 85 dennen heipalen, 11 afgekeurd.


 
Zijn educatieve instelling leeft echter voort:
''Donderdag 18 januari 1917''<br>
'''Boven de ingang van het nieuwe Bezoekerscentrum''', dat in 2011 werd gebouwd en op 4 oktober van dat jaar werd geopend door HKH Prinses Margriet prijken trots zijn woorden:  <strong>“Wie slagen wil, die slagen Kan”</strong>
Aangevoerd 80 dennen heipalen, 21 afgekeurd.
 
 
''Vrijdag 19 januari 1917''<br>
Aangevoerd 44 dennen heipalen, 17 afgekeurd.<br>
Aangevoerd 5000 kg gegalvaniseerd draad.<br>
Aangevoerd damwanden machinegebouw.
 
 
''Zaterdag 20 januari 1917''<br>
Aangevoerd 250 kg lood en 400 kg zink. Lood voor het aangieten van het graniet en het zink voor het verzinken van de ankers.
 
 
=='''Februari 1917'''==
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p014 & p015 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 14 & 15.]]
|}
''Maandag 5 februari 1917''<br>
Aangevoerd 70 dennen heipalen, 24 afgekeurd.
 
 
''Woensdag 7 februari 1917''<br>
Aangevoerd 101 dennen heipalen, 24 afgekeurd.
 
 
''Vrijdag 9 februari 1917''<br>
Aangevoerd 41 dennen heipalen, 11 afgekeurd.<br>
Gewerkt aan de wapening van de betonpalen.
 
 
''Woensdag 14 februari 1917''<br>
Aangevoerd 145 dennen heipalen, 14 afgekeurd.
 
 
''Vrijdag 16 februari 1917''<br>
Aangevoerd 99 dennen heipalen, 18 afgekeurd.
 
 
''Zaterdag 17 februari 1917''<br>
Aangevoerd 52 dennen heipalen, 5 afgekeurd.<br>
Leverancier van de heipalen v/d Werf.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p016 & p017 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 16 & 17.]]
|}
''Maandag 19 februari 1917''<br>
Aangevoerd 53 dennen heipalen, 0 afgekeurd.
 
 
''Woensdag 21 februari 1917''<br>
Aangevoerd 105 dennen heipalen, 9 afgekeurd.
 
 
''Donderdag 22 februari 1917''<br>
Aangevoerd 1050 stuks dennen perkoenpalen lang 1.10 a 1.60 m.
 
 
''Maandag 26 februari 1917''<br>
Aangevoerd 40 dennen heipalen, 3 afgekeurd.
 
 
''Woensdag 28 februari 1917''<br>
Aangevoerd 65 dennen heipalen, 7 afgekeurd.
 
 
=='''Maart 1917'''==
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p018 & p019 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 18 & 19.]]
|}
''Vrijdag 2 maart 1917''<br>
Overleg over aankoop ijzer uit Duitsland.
 
 
''Zaterdag 3 maart 1917''<br>
Bewapening betonpalen klaar.<br>
Begonnen met maken mallen voor de zuig- en persbuizen.
 
 
''Maandag 5 maart 1917''<br>
Aangevoerd 44 dennen heipalen, 5 afgekeurd.
 
 
''Vrijdag 9 maart 1917''<br>
Aangevoerd een locomobiel.<br>
Klaar gekomen met het uitslaan van alle mallen voor de zuig- en persbuizen.
 
 
''Maandag 12 maart 1917''<br>
Bergplaats van 45 m² voor het onderdak brengen van vloer- en muurtegels. Met de leveranciers van de tegels overeen gekomen de tegels per schip aan te voeren en niet per spoor.
 
 
''.. maart 1917''<br>
Aangevoerd 172 dennen heipalen, 9 afgekeurd.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p020 & p021 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 20 & 21.]]
|}
''Maandag 19 maart 1917''<br>
Naar Middelburg om het hout te keuren voor de sluisdeuren.<br>
Aangevoerd 120 dennen heipalen, 3 afgekeurd.<br>
Aangevoerd partij hout bestemd voor bekistingen betonconstructies.<br>
Baggeren van de funderingput begonnen met de spuit (via de locomobiel).
 
 
''Woensdag 21 maart 1917''<br>
Aangevoerd 129 dennen heipalen, 11 afgekeurd
 
 
''Donderdag 22 maart 1917''<br>
110 m³ afbraakpuin gelost.<br>
Van Middelburg via Smulders teruggekomen.
 
 
''Zaterdag 24 maart 1917''<br>
Gekocht geheele hoeveelheid ijzer van N.J. Haskelust (?) te Leeuwarden.<br>
Aangevoerd 46 m³ puin en 21 m³ grint.
 
 
''Maandag 26 maart 1917''<br>
Aanvoer damwand.
 
 
''Woensdag 28 maart 1917''<br>
Timmerlieden werken aan de mallen voor de zuig- en persbuizen.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p022 & p023 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 22 & 23.]]
|}
''Vrijdag 30 maart 1917''<br>
Aangevoerd twee schepen met grind.<br>
Aangevoerd een locomotief met 600 m aan spoor en de noodige biels.
 
 
''Zaterdag 31 maart 1917''<br>
Aangevoerd 187 dennen heipalen, 17 afgekeurd.<br>
Begonnen met de put te baggeren op ene diepte van 4,85 beneden N.A.P.
 
 
----
 
 
<p style="text-align:center;"> [[Dagboek bouw/1917, 2e kwartaal | Volgende deel ──>]]</p>

Versie van 7 nov 2016 17:41

ir. D. F. Wouda

Noordhorn 5 april 1880 - † Leeuwarden 11 juni 1961

Dirk Frederik Wouda werd op 5 april 1880 in het Groningse dorpje Noordhorn geboren. Zijn naam is voor altijd verbonden aan het ir. D.F. Woudagemaal te Teakesyl (Tacizijl) bij Lemmer.

Dit Nederlandse bouwwerk dat in 1998 op de lijst van werelderfgoed van Unesco geplaatst werd, is het enige nog werkende stoomgemaal in Europa en tevens het grootste stoomgemaal ter wereld.
Dirk Wouda was het derde kind in een gezin van zeven kinderen. Toen hij 10 jaar oud was overleed zijn vader en twee jaar later zijn moeder. De kinderen uit het gezin werden daarna opgenomen door verschillende familieleden. Dirk kwam terecht in Baflo bij zijn grootmoeder.
Hij volgde de HBS in Warffum en vervolgens ging hij naar de RHBS in Groningen. Na het behalen van zijn diploma ging Dirk Wouda naar Delft voor de studie civiel-ingenieur. Hij studeerde vlot af.
Na zijn studie was een van zijn eerste werken de normalisering van het riviertje de Regge in Overijssel. Hij woonde in die tijd in Almelo.
In juni 1908 verhuisde hij naar Leeuwarden, waar hij aan de slag ging als ingenieur van Provinciale Waterstaat. Ir. Dirk Wouda was gehuwd met Klaziena Rietma. (1 februari 1879 – 15 december 1941)
Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, waarvan de jongste echter al op één-jarige leeftijd overleed in 1913.

Rond die tijd raakte ir. Dirk Wouda betrokken bij de plannen voor een groot stoomgemaal bij Lemmer.
Aan het begin van de 20ste eeuw werd het steeds duidelijker dat de natuurlijke afvoercapaciteit van de Friese boezem niet meer toereikend was. De natuurlijke afvloeiing naar de zee was niet meer voldoende voor de steeds betere en snellere ontwatering van de landbouwgronden in Friesland. Bovendien nam de berging van regenwater af, door het omzetten van dit laagland in weidegrond. De boeren hadden behoefte aan een snelle afvoer van overtollig water op de Friese boezem, zodat ze het land beter konden benutten. Een nieuw gemaal even ten westen van Lemmer moest hiervoor een oplossing bieden.
In 1913 stelde Wouda het ontwerp op, waarbij hij werd geassisteerd door Prof. Ir. J.C. Dijxhoorn (24 februari 1862- 21 mei 1941) in samenwerking met de fabrikant Smulders-Jaffa uit Utrecht.


Dijxhoorn was op dat moment hoogleraar aan de latere TH te Delft. Naast het Woudagemaal werkte hij verder aan pompen voor veel andere gemalen, waaronder die bij Medemblik en Alphen.

De bouw van het gemaal onder leiding van Wouda werd gestart in 1915. Door verschillende oorzaken liep de bouw een flinke vertraging op. Dit was niet in laatste plaats te wijten aan de Eerste Wereldoorlog die in 1914 was uitgebroken. Maar ook natuurgeweld werkte tegen: zo sneuvelde de kersvers gemetselde schoorsteen door blikseminslag. Die moest geheel worden herbouwd.
In totaal waren de kosten voor het gemaal 2,8 miljoen gulden, bijna een miljoen gulden meer dan begroot.

Op 7 oktober 1920 werd het gemaal officieel in gebruik gesteld door koningin Wilhelmina. Sinds die tijd heeft het gemaal jaar in jaar uit gedraaid, alhoewel niet meer zo vaak als voor 1967, toen was het gemaal gemiddeld 100 dagen per jaar in gebruik.


In 1947 kreeg het stoomgemaal de naam Ir. D.F. Woudagemaal, als eerbetoon aan Dirk Wouda, die in dat jaar met pensioen ging. In december 1998 werd het gemaal toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Dat is geen wonder, omdat het stoomgemaal wellicht een van de grootste ter wereld is en nog in goede en oorspronkelijke staat verkeert.


Na de bouw van het stoomgemaal werkte Wouda verder bij de Provinciale Waterstaat. Hij promoveerde tot hoofdingenieur en hij hield zich bezig met allerlei waterstaatkundige problemen van die tijd in Friesland. Privé moest Wouda in december 1941 het verlies van zijn vrouw Klaziena betreuren. Hij hertrouwde later met Catharina Wilhelmina Johanna Doorenbosch.


Hoewel Wouda in 1945 de pensioen-gerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikte, bleef hij nog enkele jaren werken. Hieraan waren uiteraard de oorlogsomstandigheden debet. Na zijn feitelijke pensionering in 1947 bleef Dirk Wouda niet stilzitten. Het provinciaal bestuur van Friesland verzocht hem namelijk een verhandeling te schrijven over de hoofdbestanddelen van de afwatering in Friesland in de 19de- en 20ste-eeuw. Het resultaat is het lijvige boek "Over de afwatering van Friesland en haar geschiedenis".
Maar Wouda had ook tijdens zijn werkbare leven zich niet enkel op zijn werk gericht. Hij heeft met name veel werk geleverd voor het technisch onderwijs in Friesland. Zo werd hij in 1912 gekozen tot secretaris van de Vereniging voor Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs in Leeuwarden. In 1936 werd hij voorzitter van deze vereniging.
Tot 1912 beschikten alleen Haarlem en Dordrecht over een dergelijke onderwijsinrichting. Wouda was ook betrokken bij de bouw van de technische scholen in Leeuwarden.
De eerste school in 1915 kreeg de lijfspreuk van Wouda in de gevel: "Wie slagen wil, die slagen kan".


Dat Wouda niet alleen op lokaal niveau betrokken was bij het onderwijs blijkt uit het feit dat hij tot zijn 80ste jaar zitting heeft gehad in de landelijke onderwijsraad in Den Haag. Wouda beleefde veel voldoening aan de scholing van jonge mensen, iets wat wellicht te maken heeft gehad met de wijze waarop hijzelf zijn scholing heeft genoten.
Wouda was ondanks zijn drukke functie en sociaal-maatschappelijke betrokkenheid een bescheiden en sober mens. Dat bleek uit zijn vrijetijdsbesteding, die bestond uit het genieten van een tochtje in zijn motorbootje door de natuur. Op 11 juni 1961 overleed Dirk Wouda te Leeuwarden.

Zijn educatieve instelling leeft echter voort: Boven de ingang van het nieuwe Bezoekerscentrum, dat in 2011 werd gebouwd en op 4 oktober van dat jaar werd geopend door HKH Prinses Margriet prijken trots zijn woorden: “Wie slagen wil, die slagen Kan”