Peilglazen
Bij het stoken van de ketel moeten de stokers aan de buitenkant van de ketel kunnen controleren hoe hoog het water in de ketel staat. Een peilglas is wel het bekendste instrument om het waterniveau in de ketel af te kunnen lezen.
Het peilglas is onderdeel van een peilglasinstallatie, waartoe ook meerder kraantjes behoren. Vaak is het peilglas bovendien dubbel uitgevoerd, zodat er altijd een back-up is voor dit belangrijke instrument.
De onderste opening van het peilglas staat in verbinding met de waterruimte in de ketel en is op dezelfde hoogte aangebracht als het hoogste punt van de inwendige vuurhaarddelen van de ketel, bijvoorbeeld de top van de vlamkast of de top van de vuurhaard. Het hoogste gedeelte van deze inwendige vuurhaarddelen moet altijd onder de waterlijn blijven. Men noemt deze grens de vuurlijn welke vóór op de ketel door een koperen strookje wordt weergegeven en waarop is aangegeven de laagste waterstand.
De bovenste opening van het peilglas staat met de stoomruimte in verbinding. Deze ligt zo ongeveer 30 tot 50 cm hoger dan de onderste.
De Stoomwet bepaalt, dat iedere ketel voorzien moet zijn van twee waterpeiltoestellen. Vroeger was het toegestaan in de plaats van één van deze peilglazen, twee proefkranen aan te brengen: de ene moest dan 50 mm boven, de andere onder de laagste toegestane waterstand zijn aangebracht. In de praktijk bleek echter dat er buitengewone ervaring voor nodig was om te bepalen, of er uit één van de proefkranen water of stoom kwam. Ook kwam het veel voor dat de proefkranen verstopt raakten. In 1931 werd dan ook via de Stoomwet bepaald om vanaf dat moment twee peiltoestellen te gaan gebruiken.
De glazen buis (het eigenlijke peilglas) heeft vaak een uitwendige diameter van plm. 20 mm.
De peilglaskranen variëren in constructie, al naar gelang de grootte van de ketel en de toegepaste stoomdruk.
De peilglaskranen kunnen eenvoudige pakkingkranen met een conische plug zijn. Het nadeel is dat ze bij hoge temperaturen en drukken de neiging hebben om vast te branden. Daarom vervaardigde de N.V. Dikkers & Co. o.a. kranen met asbestpakkingen. De plug is hier cilindrisch uitgevoerd met daaromheen een speciale hardgestampte asbestpakking, die in vier groeven in het kraanhuis is aangebracht. De pakkingen kunnen aangedrukt worden door middel van drukwartels. Omdat de plug hier geen metallisch contact heeft met het kraanhuis kan hij niet vastbranden.
Voor de hogere drukken is het beter om peilglas-afsluiters te gebruiken.
Aflezen en bedienen van peilglazen tijdens het bedrijf
Gedurende het bedrijf mag het waterpeil nooit beneden de laagst toegestane waterstand staan. het waterpeil mag echter ook niet te hoog staan, omdat de stoom dan zeer nat kan worden.
Als een peilglas goed werkt, ziet men de waterspiegel zachtjes op en neer bewegen. Als deze beweging ophoudt kan men er vrij zeker van zijn dat er van een verstopping sprake is. vaak is het een verstopping door losgelaten pakking materiaal of vuil.
De peilglaskranen of -afsluiters moeten zijn voorzien van doorblaaskranen of -afsluiters. Om zeker te zijn van een juiste werking moet men per wacht het peilglas goed doorblazen. Eerst moet men de ketelafsluitkranen goed en volkomen dichtzetten en daarna de onderste doorblaaskranen openen.
Op dat moment zullen het water en de stoom met kracht uit het peilglas door de onderste buis ontwijken. Vervolgens sluit men de benedenkraan weer en opent men de kranen die het glas met de waterruimte verbinden opnieuw.
Nu moet het water tot op dezelfde hoogte in het glas stijgen als in de beginsituatie. Als dat niet het geval is, dan is dat een teken dat het buisje naar de waterruimte verstopt is. Men schroeft dan het moertje aan de voorzijde van het peiltoestel weg en steekt het buisje met een pen door.