Uitschot Woudagemaal

Versie door imported>Jan Pieter Rottine op 3 jan 2012 om 14:44 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het water dat door het <strong>ir. D.F. Woudagemaal</strong> verpompt wordt, wordt via '''de centrale uitlaattunnel van elke pomp uitgeslagen''' op het IJsselmeer (des...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Het water dat door het ir. D.F. Woudagemaal verpompt wordt, wordt via de centrale uitlaattunnel van elke pomp uitgeslagen op het IJsselmeer (destijds Zuiderzee).
De uitlaatopening van poldermolens, maar ook die van een gemaal wordt uitschot (útskoat) genoemd. De uitschotopening van het Woudagemaal bevindt zich dus aan IJsselmeerzijde.

foto

Het stoomgemaal bij Tacozijl (Teakesyl), na 1947 ir. D.F. Woudagemaal genoemd, is een boezemgemaal. Dat betekent dat het gemaal de laatste schakel is in de afvoerweg van het overtollige polderwater in Fryslân. Het bemaalt de Friese boezem en zorgt ervoor dat, als het waterpeil in de boezem te hoog wordt, het boezemwater wordt afgevoerd naar zee.

Vóór 1932 was dat letterlijk het geval. Het stoomgemaal bij Tacozijl in de buurt van Lemmer sloeg het water uit op de Zuiderzee. Deze zee stond in open verbinding met de Waddenzee en was dus tevens onderhevig aan de getijden: eb en vloed. Bij hoge waterstanden in de Waddenzee (stormvloeden en springtij) was er dus ook in de Zuiderzee sprake van verhoogde waterstanden op de dijken, dus ook voor het nieuwe stoomgemaal van 1920. Het was een reëel risico dat er in zulke gevallen een hevelwerking zou kunnen ontstaan door de uitlaat en inlaat naar de Friese boezem.

Om dit risico in te perken, waren er in het ontwerp een aantal maatregelen bedacht.
Zo bouwde men de werkvloer met de machines en pompen zo hoog boven het wateroppervlak, dat de uitlaat, pompen en inlaat ook bij de hoogste zeewaterstanden niet zouden kunnen "vollopen". Dit had wel consequenties voor het in bedrijf stellen van de pompen. (zie de info over de centrifugaalpompen)