Wopke Hettema, Stork

Versie door Cierick Goos (overleg | bijdragen) op 5 mrt 2024 om 16:42 (Inhoud aangevuld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Op 5 december 2023 was het precies 25 jaar geleden dat het Woudagemaal de prestigieuze status van UNESCO Werelderfgoed ontving. Om deze mijlpaal te vieren en het rijke erfgoed van het gemaal te verkennen, is er een 25-delige podcastserie gemaakt.

Titelafbeelding van de Woudagemaal serie: Stoomverhalen
Titelafbeelding van de Woudagemaal serie: Stoomverhalen

In deze podcastreeks komen mensen aan het woord die een bijzondere band hebben met het Woudagemaal. Van bezoekers die getuige waren van zijn majestueuze werking tot kinderen uit de buurt die opgroeiden naast dit icoon van waterbeheer. Van toegewijde vrijwilligers die het gemaal levend houden tot bekende gezichten uit Lemmer die hun herinneringen en verhalen delen.

De podcast is een reis door de tijd, gezien vanuit verschillende oogpunten. En legt de verbinding tussen generaties en delen van de gemeenschap. Want het Woudagemaal is niet alleen van ons, maar van toekomstige generaties. De podcast is een eerbetoon aan het behoud van dit erfgoed en een manier om de rijke geschiedenis door te geven aan de generaties die nog komen.

Deze wiki pagina is een transcriptie van een aflevering uit deze podcastserie "Stoomverhalen". De podcasts zijn te beluisteren op; Spotify, YouTube en op Woudagemaal.nl.

Een overzicht van alle afleveringen in deze serie is hier te vinden.

Introductie

De introductie is te beluisteren op Spotify en YouTube.

In Fryslân vind je een van Nederlands mooiste kroonjuwelen; het Ingenieur D.F. Woudagemaal. Het grootste stoomgemaal ter wereld dat nog werkt. Wetterskip Fryslân zet deze monumentale stoomreus uit 1920 bij té hoge waterstanden nog altijd aan het werk, om ervoor te zorgen dat jij droge voeten houdt. Het gemaal staat dit jaar 25 jaar op de Werelderfgoedlijst van UNESCO!

In de komende 25 podcasts ga ik, Renate Kuivenhoven (RK), in gesprek met verschillende mensen die op één of andere manier verbonden zijn aan dit gemaal. Van ingenieur Wouda's kleinzoon tot een kunstenares die kopjes maakt van het slib uit de stoomketels en iedereen die daar tussenin zit.

Laat de geluiden van het gemaal je meevoeren naar het verleden en het nu: Luister naar de Woudagemaal serie: Stoomverhalen!

Aflevering 6: Wopke Hettema, Stork

 
Wopke Hettema in het machinegebouw met op de achtergrond de vliegwielen en centrifugaalpompen

De zesde aflevering van deze podcastserie is te beluisteren op; Spotify, YouTube en Woudagemaal.nl.

RK: Welkom bij een nieuwe aflevering van Stoomverhalen, een 25-delige podcastserie met verhalen over het ingenieur D.F. Woudagemaal. Tegenover mij voor de microfoon: Wopke Hetema (WH) van Stork. Met zo'n prachtige naam kan ik natuurlijk zeggen fan herten wolkom.

WH: Dankjewel.

RK: En hoe bijzonder, de pompen in de machinehal zijn meer dan 100 jaar geleden door Stork gemaakt. En jullie verzorgen nu nog steeds het onderhoud, dus hier zit vast een trots man.

WH: Ja, absoluut. Dit is natuurlijk fantastisch om hier te mogen zitten en iets te mogen vertellen over wat wij doen bij het Woudagemaal.

RK: En wat is dan precies jullie rol en jouw specifieke rol daarin?

WH: Ik ben verantwoordelijk voor de commercie en de {taal-Engels|business development}} bij Stork. Tegenwoordig mooie Engelse namen natuurlijk. En voor Noord-Nederland, dus alles wat we hier doen komt eigenlijk langs mij.

RK: Dus dat betekent dat je niet zozeer aan de machine zelf zit, maar de klussen binnenhaalt? Of hoe moet ik dat voor me zien?

WH: Nee, het echte werk laat ik aan de professionals over. Ik vind techniek leuk en ik heb verstand van techniek, ik weet er veel van. Maar ik doe inderdaad het werk binnenhalen en de contracten sluiten. En we hebben andere mensen die het werk kunnen uitvoeren. Zo werkt het bij ons.

RK: Ja. Wat heb jij persoonlijk met het gemaal?

WH: Ja, het is ook wel... Kijk, ik kom natuurlijk uit Friesland. Ik ben geboren in een klein dorpje. Dus ja, het had ook in Fries gekund. Maar helaas doen we het in het Nederlands. Maar nee, het Woudagemaal is natuurlijk gewoon bekend, sowieso in Friesland, als een icoon en een iconisch gemaal. En toen ik bij Stork kwam werken en hoorde dat wij hier ook het onderhoud deden. Ja, dat is natuurlijk fantastisch. Dus de eerste beste mogelijkheid meteen wezen kijken. Wij zijn gelukkig in de positie dat we ook vriend zijn eigenlijk van het gemaal. Dus we krijgen ook een uitnodiging als het gemaal daadwerkelijk onder stoom staat. Ja, voor techneuten zoals ons is dat prachtig. Het is het mooiste wat er is.

RK: Want wat gebeurt er dan met jou?

WH: Ja, dat is... Kijk, weet je, techniek is leuk. En je kiest voor techniek of niet. En dat snap ik heel goed. Maar ik vind het fantastisch. En ik heb altijd de commercie met de techniek kunnen combineren in al mijn werk. Ja, en zo'n gemaal, die techniek van toen. Die eigenlijk nu nog steeds toepasbaar is. We hebben nog steeds heel veel stoom wat gebruikt wordt in de hedendaagse techniek. Maar ook gewoon lagers en pompen. We bouwen nog steeds pompen, bijna vergelijkbaar met die die daar staan. Alleen op een andere manier. Dus de techniek is eigenlijk nog steeds van deze tijd. Ondanks dat het meer dan 100 jaar oud is.

RK: Ja, want wat typeert deze machines dan? Neem ons eens mee in hoe het vroeger ging en hoe het nu gaat. En als jullie mensen er aan moeten sleutelen, wat komen ze dan tegen?

WH: Wat je van vroeger ziet. Vroeger werd heel veel gietijzer gebruikt. Dus alles werd eigenlijk gegoten. En eigenlijk de mechanische kant van de techniek, dat was eigenlijk het belangrijkste. En wat je nu ziet, is dat de elektrische kant van de techniek steeds belangrijker wordt. Dus het Woudagemaal is onder andere van het Wetterskip. Dus die ook verantwoordelijk zijn voor andere gemalen en bruggen en dat soort dingen. Sluizen. Je ziet dat dat steeds meer op afstand bediend wordt. Steeds meer elektriciteit gaat erin. Computerbesturing, dat soort dingen. Vroeger niet. Dus het Woudagemaal is volledig mechanisch. Je hebt ketels, dan maak je stoom. Met die stoom drijf je de stoommachines aan. En die stoommachines zorgen dat de pomp gaat draaien. Het is eigenlijk zo simpel. En ook fantastisch om uit te leggen aan jeugd. En van hoe werkt nou eigenlijk techniek? Ja, hier staat de basis.

RK: Dus de nieuwe pompen die jullie dan vandaag de dag maken, die zijn qua principe eigenlijk nog hetzelfde.

WH: Exact gelijk. Water verplaatsen en dan zoveel mogelijk in een bepaalde tijd. En natuurlijk veranderd de wereld. We maken nu pompen die vis vriendelijk zijn. Dat als we stil staan de vissen er doorheen kunnen zwemmen. Het wordt allemaal anders. De besturingstechniek is allemaal anders. Maar het principe blijft hetzelfde.

RK: En als er nou een collega van jou hier komt om aan de machines te sleutelen, wat is dan zijn taak? Of haar taak? Zijn het misschien ook wel dames?

WH: Ja, we hebben jammer genoeg nog steeds alleen mannen. Heel veel mannen. We krijgen wel een aantal meer dames gelukkig. Dat vinden we ook hartstikke mooi.

RK: Bij deze de oproep? Kom op, dames.

WH: Ja, als er dames zijn die in de techniek willen werken, die mogen ons bellen. Dan gaan we graag met ze in gesprek. Maar nee, het zijn ook met name de oudere medewerkers die het fantastisch vinden. Die kennen dit. En dan moet je je voorstellen, het gaat met name om de lagertechniek die erin zit. Dan wordt het een beetje technisch. Maar er zitten glijlagers in.

RK: Als jij het gewoon in Jip en Janneke taal houdt, dan mag het een beetje technisch worden.

WH: Dan leg ik het in Jip en Janneke taal uit. De bewegende delen in de machines lopen over glijlagers. En glijlagers werden voor de Tweede Wereldoorlog toegepast. Daarna werden het allemaal kogellagers, zoals je die ook kent in je fiets. Maar die glijlagers zijn vrij speciaal. Als je die moet onderhouden, heb je bepaalde kennis nodig. En die kennis zit wel bij onze oudere medewerkers. Als er een medewerker van ons hier komt om onderhoud te doen, dan sturen we ook altijd een jonger iemand mee. A, die vindt het prachtig, maar B, ook om het te leren. Je kan dit niet meer op school leren of in boekjes. Je moet het echt zien. Dus die techniek is in de basis simpel. Maar omdat het allemaal zo precies komt, toch ook wel weer gecompliceerd. Er mag geen ruimte op de lagers ontstaan. Er komt heel veel geweld bij kijken. Misschien moet ik dat nog een klein beetje uitleggen. Maar als je van water stoom maakt, dan zet dat water honderd keer uit.[1] Dus je moet je voorstellen hoeveel kracht er vrijkomt op het moment dat je stoom maakt. Dus die machines moeten er wel tegen bestand zijn. En die werden vroeger zo degelijk gebouwd. Al honderd jaar gaat dat goed.

RK: Maar er gaat natuurlijk wel eens wat stuk. En dan heb je te maken met een machine die al meer dan honderd jaar oud is. Je hebt het onderdeeltje nodig, maar het is er niet meer. Wat ga je dan doen?

WH: Ja, we gaan het namaken. En daar heb je dan toch weer de hedendaagse techniek voor. Dus wij hebben 3D-scanners bijvoorbeeld. Dus we kunnen een onderdeel eruit halen wat volledig versleten is. Die scannen we 3D. Dan kunnen we ook zien hoe die oorspronkelijk was. En als we dat hebben hersteld in de computer, kunnen we dat zo naar onze draaibanken sturen en het onderdeel nieuw maken. Dus je kopieert eigenlijk het onderdeel zoals het was. En dat is wel fantastisch, want daarmee blijft het ook origineel tussen aanhalingstekens.

RK: En moet dat of kan het niet anders?

WH: Beide. Eén, het is natuurlijk een wens om het zo origineel mogelijk te houden. Maar twee, je kunt bijvoorbeeld glijlagers niet zomaar aanpassen naar kogellagers. Dat gaat gewoon weg niet. Dus als je het in de onderdelen, zoals het er nu in zit, of de werking zo wilt laten zijn zoals het nu is, dan moet je ze gewoon kopiëren. Feitelijk gewoon kopiëren.

RK: En nou weten de machinisten en de stokers natuurlijk zelf ook heel veel. Hoe ziet dan die samenwerking tussen jullie, Stork mensen eruit, en de mensen die hier op het gemaal echt regelmatig rondlopen?

WH: Je ziet ook dat het onderhoud eigenlijk wat wij doen, best wel meevalt. En dat komt omdat, wat jij zegt, de mensen die hier werken, en ook vrijwilligers werken, die kunnen heel veel zelf. En dat komt ook omdat de techniek niet heel ingewikkeld is. Totdat er echt wat moet gebeuren. Dus stel, je moet een lager vervangen. Dat is best wel risicovol werk. En dan komen wij om de hoek kijken. En het mooie is dat natuurlijk, de mensen die hier dagdagelijks zo rondlopen, die vinden dat fantastisch. Dus die staan er met de neus bij. En in principe een klus die je hier in een paar uur kan doen, kost hier altijd wel iets meer tijd. Omdat iedereen wil het zien. Iedereen wil meedenken. Iedereen wil meekijken. En dat maakt het ook leuk. Dat maakt het ook mooi.

RK: Vroeger draaide hij natuurlijk op kolen. Tegenwoordig is dat anders. Dus er worden andere brandstoffen gebruikt. Maar die machines zijn gebouwd op het gebruik van kolen. Hoe kunnen die machines dan tegen de nieuwe brandstoffen van tegenwoordig? Want ik ben een leek.

WH: Nee, maar dat is een hele goede vraag.

RK: Leg het maar uit.

WH: Het is echt een hele goede vraag. Kijk, uiteindelijk heb je... De stoom maak je door water op te stoken in ketels. En vroeger stookten we die ketels gewoon op met kolen. Maar je kan die ketels natuurlijk ook op een andere manier verwarmen. Je kan het met gas doen of met LNG[2] tegenwoordig. Dan hebben we iets hips. Dus als je maar iets hebt wat wil branden en wat water kan verwarmen.

RK: En wat wordt er dan nu in gestopt?

WH: Volgens mij wordt er nu hier met gas gestookt. Maar dat moeten we misschien even checken. Maar ik denk met gas.[3] En uiteindelijk, als je die ketels dan verwarmt. Hier zitten vlampijpketels in. Het water wat er doorheen loopt wordt stoom. En de stoom drijft de machines aan. Dus dat verandert niet. Dus de aandrijving van de machines en de pompen is nog steeds gewoon stoom. Eigenlijk dus. Verdampt water. En hoe je dat stoom maakt. Ja, dat is een beetje evident zeg maar.

RK: Maar Wopke, stoom is toch niet helemaal meer van deze tijd? Hoe kijk jij daarnaar?

WH: Dat is ook wel een goede vraag. Mensen zeggen ja, stoom is van vroeger. Maar dat is helemaal niet waar. Wij bouwen nog steeds nieuwe stoomketels. Dus nieuwe ketels. Een voorbeeldje is bijvoorbeeld een vuilverbrandingsinstallatie. Dat vuil wordt verbrand. De warmte die daarmee gemaakt wordt. Dus dan maak je weer een... Het is eigenlijk ook een hele grote ketel. Veel groter dan deze. Daar zit ook water in. Dat water wordt ook stoom. Met dat stoom drijven we een turbine aan en maken we er stroom van. Dus eigenlijk kun je zeggen van huisvuil met stoom maak je stroom. Dat is eigenlijk perfect. En ook in de processen van een aantal chemische bedrijven en allerlei andere bedrijven is stoom gewoon een basisbehoefte die ze nodig hebben om hun proces te kunnen draaien.

RK: En welke rol zou dat dan ook moeten hebben in de toekomstige energietransitie? Is dat nog iets wat nog steeds meedoet?

WH: Absoluut. Kijk. We moeten nog steeds stroom maken. Er is niet voldoende stroom. En om stroom te maken is stoom best wel een goede oplossing. Moet je alleen wel iets verbranden om water tot stoom te maken. Maar als je iets hebt wat... Bijvoorbeeld wat biomassa of dat soort dingen zeg maar. Wat je uiteindelijk over hebt. Een soort restproduct. En je zou dat verbranden om er stoom van te maken. Is eigenlijk heel groen. Dus ja, stoom is nog steeds heel interessant en zal het ook blijven in de komende jaren.

RK: Dus Wouda had toch echt wel een vooruitziende blik?

WH: Absoluut. Absoluut. En die heeft hier een fantastisch gemaal neergezet. Wat ook de komende honderd jaar nog gewoon prima kan draaien.

RK: En welk gemaal is in Nederland gebouwd waarvan je zegt... Dat is eigenlijk best wel vergelijkbaar met elkaar. Ga er ook eens even heen om te kijken.

WH: Er zijn nog wel meerdere stoomgemalen. Er is een klein stoomgemaal, daar ben ik een keer geweest. De Tuut heet dat. Ergens in het land van Maas en Waal. Wat een beetje vergelijkbaar is, maar niet op deze schaal. Het Woudagemaal is dusdanig groot en kan dusdanig veel water verpompen. Dat heb je bijna niet. En zeker niet meer zo origineel als het hier is. Er zijn meer gemalen. We pakken de Waterwolf bij Elektra, ook een prachtig gemaal. Daar is toch alweer het nodige vervangen. Er zijn pompen in vervangen. Het is niet meer zo origineel als het Woudagemaal.

RK: Ja, je hebt het al over die pomptechniek. Ik vind dat als leek best wel lastig te vatten. Dat zo'n gemaal, dan weet ik hoeveel liter kan verpompen. Maar als jij het aan schoolkinderen moet uitleggen bijvoorbeeld. Hoe maak jij dat dan beeldend? Wat wordt er op een dag eigenlijk doorheen gestouwd?

WH: Dat is natuurlijk heel wisselend. Hoe groter je gemaal, hoe meer pompen, hoe groter de pompen. Hoe meer water je kan verpompen. Maar dat gaat echt met duizenden liters per minuut. Dat gaat echt heel snel. Dus daar moet je dan aan uitleggen met tankauto's aan kinderen. En dat doen we ook graag. Maar het gaat echt om grote hoeveelheden water die je van de een naar de andere kant pompt.

RK: Heel wat anders. Het UNESCO predicaat. Daar hebben jullie natuurlijk ook mee te maken in jullie werk. Het kwam net al even aan de orde. Ze willen natuurlijk dat het uniek blijft. Origineel. In hoeverre wordt jullie werk beperkt, of misschien wel gestimuleerd juist, door dat predicaat?

WH: Daar hebben we over nagedacht. Ik heb ook nog met onze monteurs gesproken. Ik zeg kijk, om het origineel te houden, moeten wij daar nou heel speciale dingen voor doen? En die monteur zegt, het valt wel mee, mits je maar, zeg maar like for like, die onderdelen blijft vervangen. En je kan ook niet zomaar andere onderdelen erin stoppen. Dan werkt het gewoon niet meer.

RK: Daar is ie niet op gemaakt.

WH: Daar is ie niet voor gemaakt. Dus het is zaak dat we de onderdelen die we vervangen, dat we die kunnen blijven maken. Door de huidige techniek wordt dat eigenlijk steeds makkelijker. En ze liggen niet meer op de plank. Dus je moet ze echt maken.

RK: En wat doet zo'n predicaat persoonlijk met jou? Een UNESCO predicaat, wat betekent dat?

WH: Het is meer wel een beetje een gevoelsdingetje. Zo van, het is erkend dat dit wel echt uniek is wat hier staat. En ik hoop ook dat het, zeg maar, dat predicaat bij blijft dragen aan dat we dit gewoon in de lucht kunnen houden. Want het kost gewoon wel geld. Er werken hier veel vrijwilligers en uiteindelijk het Wetterskip is hier verantwoordelijk voor. Maar het kost nog wel steeds heel veel geld. En wij vinden wel belangrijk dat dit soort techniek, wat eigenlijk de basis is van de huidige techniek, gewoon blijft bestaan. En dat je mensen hiermee naartoe kunt nemen en kan laten zien, zo werkt het toen, zo werkt het nu. En zie het verschil. Dus ja, voor ons is het heel belangrijk dat het zo blijft.

RK: Ja. Aan het begin noemde je al even, we zijn vriend van het gemaal. Volgens mij mag ik dat vertalen naar Company Member, alles moet natuurlijk wel een hippe naam hebben. Waarom zijn jullie Company Member?

WH: Nou, wat ik eigenlijk al zei, omdat we het heel belangrijk vinden dat dit blijft bestaan, zodat je kan laten zien hoe de techniek nu ontstaan is uit de techniek van vroeger. En dat er heel veel parallellen en raakvlakken in zitten. Daarnaast is het natuurlijk zo dat de machines die er staan, zijn eigenlijk allemaal stork. De ketels zijn stork, de pompen zijn stork, de stoommachine zelf is Jaffa, maar dat is in 1952 ook weer overgenomen door stork. Dus ja, we zijn ook wel trots dat dit hier staat. Dus ja, we willen wel heel graag dat dit gewoon blijft, behouden blijft, zeker voor de toekomst. Ook voor onze mensen, maar ook gewoon voor de rest van Nederland en de wereld. Want nogmaals, het is uniek.

RK: En wat doet een Company Member dan precies? Zit het vooral in een geldelijke bijdrage of zit het in andere dingen?

WH: Ja, het zit bij ons deels in geldelijke bijdrage, maar ook deels wel in ondersteuning in het onderhoud. Daar moet je het een beetje in zoeken.

RK: Wat wens jij het gemaal de komende eeuw toe?

WH: Gewoon zo blijven draaien. Gewoon zo blijven draaien. En dan nog een eeuw en nog een eeuw. Want als je dit gewoon zo houdt en je blijft het onderhouden, zoals we nu doen en zoals de vrijwilligers dit doen, dan kan het nog jaren, honderden jaren kan het mee. En ook voor de volgende generaties, dit gewoon blijven bestaan.

RK: Geloof jij echt dat deze machines nog een eeuw en nog een eeuw mee zouden moeten kunnen?

WH: Honderd procent. Honderd procent.

RK: Ongelooflijk.

WH: Ja, absoluut. En dan kan ik wel zeggen, zoals we het nu bouwen, bouwden we het vroeger niet. Dat hoor je wel eens, vroeger was alles beter. Dat weet ik niet, het was anders. Maar het is wel dusdanig degelijk gebouwd, dat als je de kritische onderdelen tijdig vervangt, dan kan het zeker nog wel een eeuw mee.

RK: En de jonge heren en hopelijk ook dames die hiernaar luisteren en denken, goh Wopke heeft echt een mooi verhaal, ik wil ook die watertechniek in, die pomptechniek. Wat moeten ze dan doen? Want jij bent natuurlijk ook ooit als klein mannetje begonnen.

WH: Ja, weet je, het is heel lastig. Als je kijkt nu naar..., als je kijkt naar werkgelegenheid in Nederland en de twee beroepsgroepen waar de grootste vraag aan personeel is, is de eerste beroepsgroep is techneuten, techniek. En de tweede beroepsgroep is de industrie. En dat zijn nu net de twee groepen waar wij mee te maken hebben. Dus wij zijn naast haar op zoek, echt naar goede mensen. Dus als er mensen zijn die in de techniek willen, natuurlijk begint dat op school, maar ook al op school zitten of ze willen switchen, neem ook contact op met ons of neem contact op met je school. We hebben tig stageplaatsen, er zijn altijd banen beschikbaar. Dus ja, we zouden het fantastisch vinden als ook dit daarin bijdraagt. Dat mensen in de techniek gaan en techniek gaan studeren, want techniek heeft echt de toekomst.

RK: Nou, het ligt hem niet aan jouw enthousiasme in ieder geval.

WH: Dat hoop ik niet.

RK: Ik zou de telefoon pakken en met Stork bellen. Van waar kan ik me melden? Want jullie kunnen ze gebruiken dus.

WH: Absoluut, absoluut. Dus heel graag zelfs.

RK: Bedankt dat je ons meenam in de wereld van het machineonderhoud.

WH: Graag gedaan.

RK: En heel veel succes met Stork en het bouwen van alle pompen die er nog gaan komen.

WH: Zeker, heel veel. De eerste is nu in Zoutkamp waar we de pompen gaan leveren. Dus ook weer voor nieuw gemaal. Ja, dat is prachtig.

RK: Genoeg te doen.

WH: Dankjewel, zeker.

RK: Dankjewel.

Bronnen, noten en/of referenties

  1. Dit hangt echter wel van de druk af, in een stoomketel bij 12 barG is het volume van de gevormde stoom 132 maal het volume van het oorspronkelijke water. Bij een normale omgevingsdruk (0 barG en 100 °C) is het volume van de gevormde stoom maar liefst 1.600 maal het volume van het oorspronkelijke water.
  2. LNG staat voor Liquefied natural gas ofwel vloeibaar gemaakt aardgas.
  3. Dit is een misverstand. De ketels worden tegenwoordig gestookt met vloeibare brandstof, meer specifiek met HV100, een diesel brandstof gemaakt van plantaardige oliën.