Op 5 december 2023 was het precies 25 jaar geleden dat het Woudagemaal de prestigieuze status van UNESCO Werelderfgoed ontving. Om deze mijlpaal te vieren en het rijke erfgoed van het gemaal te verkennen, is er een 25-delige podcastserie gemaakt.
In deze podcastreeks komen mensen aan het woord die een bijzondere band hebben met het Woudagemaal. Van bezoekers die getuige waren van zijn majestueuze werking tot kinderen uit de buurt die opgroeiden naast dit icoon van waterbeheer. Van toegewijde vrijwilligers die het gemaal levend houden tot bekende gezichten uit Lemmer die hun herinneringen en verhalen delen.
De podcast is een reis door de tijd, gezien vanuit verschillende oogpunten. En legt de verbinding tussen generaties en delen van de gemeenschap. Want het Woudagemaal is niet alleen van ons, maar van toekomstige generaties. De podcast is een eerbetoon aan het behoud van dit erfgoed en een manier om de rijke geschiedenis door te geven aan de generaties die nog komen.
Deze wiki pagina is een transcriptie van een aflevering uit deze podcastserie "Stoomverhalen". De podcasts zijn te beluisteren op Spotify.
Introductie
In Fryslân vind je een van Nederlands mooiste kroonjuwelen; het Ingenieur D.F. Woudagemaal. Het grootste stoomgemaal ter wereld dat nog werkt. Wetterskip Fryslân zet deze monumentale stoomreus uit 1920 bij té hoge waterstanden nog altijd aan het werk, om ervoor te zorgen dat jij droge voeten houdt. Het gemaal staat dit jaar 25 jaar op de Werelderfgoedlijst van UNESCO!
In de komende 25 podcasts ga ik, Renate Kuivenhoven (RK), in gesprek met verschillende mensen die op één of andere manier verbonden zijn aan dit gemaal. Van ingenieur Wouda's kleinzoon tot een kunstenares die kopjes maakt van het slib uit de stoomketels en iedereen die daar tussenin zit.
Laat de geluiden van het gemaal je meevoeren naar het verleden en het nu: Luister naar de Woudagemaal serie: Stoomverhalen!
Deze introductie is te beluisteren op Spotify, zie deze link.
Aflevering 1 - Jettie de Boer, gemaalchef
De eerste aflevering van deze podcastserie is te beluisteren op Spotify, zie deze link.
RK: Welkom bij een nieuwe aflevering van Stoomverhalen, een 25-delige podcastserie met verhalen over het ingenieur D.F. Woudagemaal. Ja, naar deze podcast heb ik al een tijdje uitgekeken, want we hebben vandaag de gemaalchef in ons midden. Een functie die al meerdere keren is benoemd door andere podcastgasten. Jettie de Boer, van harte welkom. heel mooi dat je bent aangeschoven, maar voordat we naar je werk gaan als gemaalchef ben ik heel benieuwd wat je in het dagelijks leven doet.
JdB: Goedemorgen.
RK: Goedemorgen.
JdB: In het dagelijks leven ben ik assetcoördinator waterlopen inclusief kunstwerken. Dat is een hele mond vol, zeker. Maar met ons team zorgen wij ervoor dat de waterlopen in onze provincie geschoond worden en onderhouden worden.
RK: Ook heel belangrijk.
JdB: Ook heel belangrijk waterschapswerk.
RK: Maar bij hoog water, dan mag jij op een andere manier in actie.
JdB: Ja, als er hoog water is dan krijg ik een telefoontje en dan moeten we inderdaad heel snel naar Lemmer en het gemaal gaan opstarten met het team.
JdB: Ja, als er hoogwater is dan krijg ik een telefoontje en dan moeten we inderdaad heel snel naar Lemmer en het Gemaal gaan opstarten met het team.
RK: Wat houdt het werk van de gemaalchef in?
JdB: Gemaalchef is breder dan alleen het draaien van het gemaal. Het is ook het onderhouden en in stand houden van het gemaal. Dus niet alleen denken aan de ketels en de machines, maar ook aan het gebouw en het terrein. En natuurlijk, de ploeg, de ploegmensen die moet draaien op het gemaal, die moet opgeleid worden. Dus daar moet ook aandacht voor zijn.
RK: Maar dat klinkt alsof je eigenlijk twee banen hebt, want wat je nu omschrijft, dat is toch ook bijna een dagtaak, zou je zeggen?
JdB: Je zou het bijna denken, maar dat is niet helemaal een dagtaak omdat we niet heel vaak in bedrijf hoeven. Mijn hoofdbaan is echt wel de assetcoördinatie. En ja, het gemaal, het klinkt als een bijbaan, dat klinkt misschien niet helemaal positief, maar dat kost minder tijd.
RK: En hoe vaak ben je hier dan te vinden, in Lemmer?
JdB: Ik ben hier sowieso te vinden als we in bedrijf moeten. Ik probeer ook elke week wel even een dagje langs te komen.
RK: Maar dacht jij vroeger al, ik word gemaalchef?
JdB: Nou, niet helemaal. Ik had namelijk nog nooit gehoord van gemaalchef toen ik klein was. Mijn eerste kennismaking met het gemaal, dat was zo 'n 30 jaar geleden alweer. Toen liep ik stage bij het waterschap. En mijn toenmalige stage begeleider zei; het gemaal is in bedrijf, je moet er nu heen. Dus ik met collega stageloper in de bus van Leeuwarden naar Lemmer met heel slecht weer. En dat was mijn eerste kennismaking met het gemaal. En dat heeft wel heel veel indruk gemaakt, maar toen had ik ook nog niet het idee ik moet hier gemaalchef worden. Dat is eigenlijk pas een jaar of acht geleden geweest toen ik eigenlijk per toeval hier weer eens kwam.
RK: Maar even terug naar 30 jaar geleden, die stage, je kwam hier aan. Maar wat dacht je toen?
JdB: Ja, wat denk je? Je bent 18 jaar, je weet nog niet zoveel natuurlijk. En ja, heel indrukwekkend, heel indrukwekkend. En ja, het is een beleving ook hoor. Je ruikt en je hoort en je voelt. En dat is, ja, ik vond het enorm indrukwekkend dat gemaal.
RK: En acht jaar geleden zette je de stap van ik ga ervoor.
JdB: Ja, misschien moet je er aan toe zijn om zo iets te doen, maar toen was ik hier en toen dacht ik echt, ja hier wil ik wel een rol spelen bij dit gemaal. Ja, super mooi.
RK: En waren er al eerder vrouwen jou voor gegaan?
JdB: Nee, nee.
RK: Je had een primeur.
JdB: Ik heb de primeur, ik ben de allereerste vrouw die inderdaad bij het gemaal werkzaam is.
RK: Nou, en als het gemaal dan aan moet, je krijgt een telefoon, wat voel je dan?
JdB: Nou, toch wel gezonde spanning hoor, want ja, je doet het niet elke dag. En dus als je weer een keer voor het echt hier, zoals we dat wel een beetje zeggen, soms voor het echt hier aan moet, ja dan heb je wel gezonde spanning hoor, dan slaap je nacht nog slecht. En dan ga je de volgende dag heen en dan ga je ervoor met z'n allen weer.
RK: En neem ons eens mee in zo 'n dag, hij moet aan. En dan, welke stappen moet jij als gemaalchef dan allemaal doorlopen om het eigenlijk soepel te laten verlopen?
JdB: Ja, ik doe dat niet alleen, we zijn hier met een ploeg mensen en alleen samen kunnen we dit gemaal in werking krijgen. Maar we beginnen 's ochtends met het vullen van de ketels. Nou, daar zijn we al een uurtje onderweg, dan moet het opgestookt worden.
RK: En vullen van de ketels, daar gaat dan het water in?
JdB: Ja, er gaat buiten water in en er gaat 25.000 liter in, dus daar gaat best wel heel veel water in. En dat duurt ook een hele tijd voordat je dat aan de kook hebt, zeg maar. Daar gaat wel twee tot drie uur overheen weer, dus dan zijn we al een half dag onderweg. En als we dan de eerste stoom hebben, dan kunnen we onze keldermachines en hoofdmachines voorverwarmen.
RK: Is dat ook het moment dat je dat magisch effect hebt? Met al die rookpluimen voor het gemaal?
JdB: Ja, voordat wij eigenlijk de hoofdstoommachines in bedrijf stellen, heb je al die stoom buiten. Of eigenlijk gecondenseerde stoom wat je ziet.
RK: Want hij moet het kwijt?
JdB: Ja, we moeten het kwijt en de stoom heeft dan nog niet de juiste condities om te gebruiken in de hoofdmachines. Dat is eigenlijk nog te nat, en dat gaat een heel technisch verhaal worden nu.
RK: Ja, nou dat hoeft op zich niet. En de vervolgstappen dan? Dan is het water aan de kook?
JdB: Ja, dan is het water aan de kook, dan hebben we eerst de stoom en als dan de machines in de kelder warm genoeg zijn, dan kunnen we die gaan aanzetten, want die moeten als eerste aan. Die zijn eigenlijk ter ondersteuning van de hoofdstoommachines. En daarna, ja, dan moeten die hoofdstoommachines aan. Maar dan hebben we eerst weer wat meer mensen nodig, want we beginnen met ongeveer vijf, zes mensen. Maar als we de hoofdstoommachines aan willen zetten, dan zijn we ongeveer met z'n tienen om alles, om die alle posities te bemensen, zeg maar.
RK: Dus echt het op stoom brengen van het gemaal, dat vraagt het meeste werk?
JdB: Ja, dat vraagt het meeste werk en het voorverwarmen, dat kost heel veel tijd.
RK: Ja. En welke mensen stuur jij dan allemaal aan op zo'n dag?
JdB: We hebben een stoker staan, we hebben vaak een stoker in opleiding, een machinist.
RK: Die de ketels dan bemannen?
JdB: Ja, klopt. En we hebben een machinist en een machinist in opleiding in de machinehal. We hebben een wachtchef die eigenlijk deze mensen aanstuurt. Er is ook nog een filterman, we hebben een aantal filters waar allemaal filterdoeken in moeten. Hij regelt dat. En dat is ongeveer de groep waar we mee opstarten. En eigenlijk hebben we een dubbele ploeg als we de hoofdstoommachines aan willen zetten.
RK: En je zegt al, het is echt teamwork, we doen het met z'n allen. Dus ik zie jou niet voor me als iemand die dan met de zweep rondloopt. Maar hoe ging dat dan bijvoorbeeld vroeger als je die verhalen hoort? Jouw functie vroeger en nu, hoe verschilt dat met elkaar?
JdB: Nou, wat het wel verschilt is dat de gemaalchef toen veel meer zelf de machines opstartte en de mensen echt wel aanstuurde. En tegenwoordig doen we het echt met z'n allen. Er moeten meer mensen gewoon de handelingen beheersen, zeg maar. Zodat als ik er niet zou zijn dat ze het dan nog steeds in bedrijven kunnen stellen. En dat is ook zo inmiddels. Het is nu niet meer van één persoon afhankelijk.
RK: En in hoeverre ken jij de machines dan? Of gaat het er vooral om dat je weet hoe je iedereen aanstuurt?
JdB: Ja, ik kan het bedienen. Maar als we echt problemen krijgen of storingen of mankementen. Ja, dan heb ik echt wel de wachtchefs nodig hoor. Want daar zit echt wel de meeste kennis.
RK: En je hebt je eigen kantoortje in de hal.
JdB: Jazeker.
RK: Dat ziet er heel mooi uit.
JdB: Ja, dat is een toplocatie om te werken.
RK: Dan waan je je echt weer in de vorige eeuw. Als je in die hal staat en dat kantoortje van jou ziet.
JdB: Ja, en als ik daar werk heb je dat al. Maar als wij in bedrijf zijn dan heb ik dat echt. Dan draaien wij en dan waan ik me in de wereld van Wouda.
RK: Prachtig. En wat zijn nou de belangrijkste dingen om op te letten als die aangaat? Je noemde net al even hoe dat proces gaat. Maar wat is nou een ding waar je 's nachts van wakker ligt en denkt... Oh, maar dat moet ik niet vergeten.
JdB: Nou, het is met name veiligheid, want we hebben het over stoom en dat wordt zo zijdelings wel eens even genoemd. Maar er zit heel veel energie in stoom. En als we in bedrijf zijn hebben we ook bezoekers. Want we zijn ook nog een museum. En je moet natuurlijk wel zorgen dat het voor iedereen veilig is. Voor onze mensen om veilig te werken. En voor de gasten om hier veilig op bezoek te komen. Dat vind ik wel een hele belangrijke.
RK: En hoe let je daar dan extra op? Wat kun je doen om het veilig te houden?
JdB: Om onze mensen heel goed op te leiden. En ze steeds bewust te houden van waar de gevaren zitten. En dan is het goed te doen hoor. Dan kan iedereen hier veilig zijn. Maar dat vind ik wel een hele belangrijke. En daarnaast moeten we ervoor zorgen dat het gemaal nog een tijdje meegaat. Dus onderhoud en smeren is heel belangrijk. Ik zeg altijd, we smarren oer en te volle. Dus we smeren eigenlijk veel te veel. Als ik het zo mag zeggen. En dat is puur om slijtage te voorkomen.
RK: Je zegt het al, die veiligheid is heel erg van belang. Gaat er verder wel eens wat mis bij het opstarten? Puur technisch gezien. Heb je spannende momenten gehad?
JdB: We hebben wel eens spannende momenten gehad. Dat een machine niet aangaat als we dat graag willen. Dat die stil blijft staan. En dan moeten we op dat moment handelen natuurlijk. Vaak zetten we deze dan even stil en gaan we vast naar de volgende machine om hem aan te zetten. Zodat we later even rustig kunnen kijken wat er precies aan de hand is. Maar we hebben ook wel eens onderdelen die stuk gaan waar we snel actie op moeten ondernemen. We hebben wel eens gehad dat de overdrukbeveiliging in werking ging van de hoofdstoommachines. Nou, dat wil je niet weten. Want er zitten hele grote veren op de machine. En dan knalt dat en dan schrik je. Dus dan weet je eerst ook niet wat er aan de hand is.
RK: En waarom gaat die beveiliging erop? Omdat die denkt dat de druk te hoog wordt?
JdB: Dan wordt de druk ook te hoog. En dan moeten we echt wel de machines uit gaan zetten. En eerst alles weer even resetten. Om te kijken wat er aan de hand is. Maar dat zijn echt wel hele spannende momenten. Want ja, we draaien al heel weinig. En dit komt gewoon heel weinig voor.
RK: En toen ik jou in actie zag tijdens een van de opleidingsdagen. Toen viel het me op dat jullie op de werkvloer in de machinehal. Allemaal heel goed aan het luisteren waren. Terwijl ik alleen maar lawaai hoorde. Maar vanwaar dat luisteren? Wat hoor je dan?
JdB: Wat we doen als we eenmaal in bedrijf zijn. Is inderdaad luisteren en kijken. En we luisteren met name naar afwijkende geluiden. Of die er zijn.
RK: Tikjes?
JdB: Ja, tikjes of pufjes. Dat kan van alles zijn. Elke machine heeft eigenlijk zijn eigen geluid. En als je hier al wat langer rondloopt. Dan weet je wat dat geluid is. En dan weet je dus ook wat de afwijkende geluiden zijn. En ja, als er afwijkende geluiden zijn. Dan is er wat aan de hand.
RK: En dan zegt Jettie we moeten ingrijpen. En even toch een beetje die techniek in. Want het is een ontzettend groot gemaal. Er gebeurt heel veel. Qua liters water. Maar als je het nou een beetje behapbaar wilt maken. Voor de luisteraar. En we hebben het over liters. Wat wordt er rondgepompt op zo'n dag?
JdB: Wij verpompen 4 miljoen liter water per minuut. Dus elke minuut 4 miljoen liter water. En als je dat een beetje behapbaar wilt maken, dan kun je zeggen dat; als je een Olympisch zwembad helemaal vult, dat we die binnen 35 seconden leeg is.
RK: Zo, dat is echt in een mum van tijd.
JdB: Dat is echt in een mum van tijd. Buiten zie je dat bijna niet. Want als wij een hele dag draaien. Een etmaal lang. Dan hebben we nog geen halve centimeter van het waterpeil afgehaald. Maar ja er gaat wel heel veel water de zee in.
RK: Zoo, bizar. Welke draaidag is jou het meeste bijgebleven? In al die tijd.
JdB: Ik weet niet of dat speciaal een van de draaidagen is. Eigenlijk is het moment dat wij in bedrijf gaan, elke keer als we aangaan. Als we dan het hele proces hebben gehad. En we hebben echt gezamenlijk als team, hebben we hem weer in bedrijf kunnen stellen. Dan heb ik altijd een beetje een gevoel van trots. Dat we dat toch weer voor elkaar hebben gekregen. Daar kan ik echt wel van genieten.
RK: Dat zie ik ook aan je. De mensen kunnen dat niet zien. Maar ik zie hier echt wel een stralende gemaal chef zitten. En dat snap ik. Want het is natuurlijk ook wel een hele eervolle taak. Dat je zo'n stoomreus, eigenlijk mag leiden. En die stoomreus, die heeft het UNESCO predicaat. Wat betekent dat. Voor jouw werk als gemaalchef?
JdB: Voor mij persoonlijk. Zeg ik. Is het niet van belang. Want ik vind het sowieso mooi. Om hier te kunnen werken. Maar wat het wel voor mij vertelt. Is dat er ook andere mensen zijn. Die dit gemaal zo mooi vinden. Dat het bewaard moet blijven. En dat is dan de waarde. Die er voor mij aan zit.
RK: Want je geeft aan. Hij moet toch draaien. Dus ik doe mijn ding wel. Maar als er dan toch eens wat stuk is. En er moet wat vervangen worden. Het is wel een stukje erfgoed. Is dat dan ook extra ingewikkeld. Omdat het allemaal origineel moet blijven. Of hoe werkt zoiets?
JdB: Dat zit er wel aan. Niet alle onderdelen worden meer standaard gemaakt. Dus daar moet je wel weer originele onderdelen voor terug plaatsen. Dat kan wel eens een uitdaging zijn. Maar tot nu toe gaat dat goed.
RK: Gelukkig zijn er heel veel techneuten. Die jou daar dan weer bij helpen.
JdB: Jazeker, ja.
RK: Wat wens jij het gemaal de komende eeuw toe?
JdB: Dat we nog lang mogen draaien. En dat we nog lekker kunnen genieten daarvan.
RK: Dus aan de ene kant. Het liefst hoog water. Als burger heb je dat misschien liever niet. Maar als gemaalchef misschien wel. Hoe gaat dat in jouw hoofd?
JdB: Als gemaalchef wil ik zo nu en dan wel wat hoog water. Dat je echt, voor het waterschap, die kerntaken uitvoert. Wegpompen van het water. Tegenwoordig, met de droogte moet je natuurlijk niet alles willen wegpompen. Maar zo nu en dan. Als gemaalchef wil ik wel wat hoog water.
RK: Ja dat snap ik. We zitten nu in de herfst, wat verwacht jij van het seizoen 2023-2024?
JdB: Het is altijd afwachten. Afgelopen januari hebben we nog gedraaid voor het echie. We hebben twee weken terug nog getraind, komende februari staat er weer een trainingsweek op het programma en voor de rest is het afwachten.
RK: Ja, dat maakt het natuurlijk ook zo spannend, van wanneer gaat dat telefoontje weer. Van wie krijg jij het seintje 'it giet oan'?
JdB: We hebben een aantal boezembeheerders van dienst. Boezem is al het Friese water dat we hebben in de meren en kanalen. Daar hebben wij beheerders op en die bepalen of wij als gemaal bijgezet gaan worden. Daar krijg ik dan een telefoontje van.
RK: Nu maar afwachten Wanneer die telefoon weer gaat.
JdB: Ja, altijd spannend.
RK: Heel veel succes en bedankt dat je ons weer wat wijzer hebt gemaakt over jouw functie, van gemaalchef.
JdB: Dankjewel.