Ketelhuis bijbouw

Uit Wouda's Wiki
Versie door Cierick Goos (overleg | bijdragen) op 2 apr 2024 om 14:59 (Toegankelijkheid verbeterd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
""
Foto van het net gereedgekomen gemaal. Tegen de kopse kant van het ketelhuis is de zogenaamde bijbouw te zien.

Het bouwwerk dat tegen de kopse kant van het ketelhuis is gebouwd wordt de bijbouw genoemd. De chef-stoker had hierin zijn kantoor en er zijn verschillende ruimtes voor gebruik door het personeel van het gemaal. Er is er een zogenaamd wachtlokaal waar het personeel kan pauzeren om bv koffie te drinken of wat te eten. In de bijbouw zijn ook de sanitaire voorzieningen opgenomen, er is een waslokaal, een aantal wc's en urinoirs. Één van de wc's is speciaal bestemd voor de directie. Op de plattegrond is de oorspronkelijke indeling van het bijgebouw te zien. De op deze pagina afgebeelde bouwkundige tekeningen zijn onderdeel van het pakket bouwkundige tekeningen van het gemaal gebouw.[1]

De indeling van de bijbouw is als volgt (van links naar rechts op de afgebeelde plattegrond en door de daarbij behorende doorsnede LM):

  • Een kantoor voor de chef-stoker met een buiten raam uitkijkend op de grote toegangsdeur naar het ketelhuis en een raam met zicht op het interieur van het ketelhuis. De deur van het kantoor van de chef-stoker verbind het kantoor direct met het stook gedeelte van het ketelhuis. Het kantoor geeft ook toegang tot een ingebouwde kastruimte.
  • Een wachtlokaal waar het personeel kan pauzeren. Het wachtlokaal heeft twee ramen, één kijkend naar buiten en één richting het ketelhuis (kijkend tegen de zijkant van de ketels). Het wachtlokaal heeft twee toegangsdeuren, één vanuit de gang en één vanuit het ketelhuis. Het wachtlokaal geeft ook toegang tot een ingebouwde kastruimte.
  • De gang met een toegangsdeur van buiten en deuren naar het wachtlokaal, het ketelhuis, de wasruimte en een deur naar de directie wc.
  • Een waslokaal met vier wasbakken. Vanuit het waslokaal zijn de drie urinoirs en de twee personeels wc's te bereiken. Het waslokaal is voorzien van een "lucht- en lichtkoker" dit is een kleine dakopbouw met ramen zodat er daglicht in het waslokaal is, de opbouw is ook voorzien van ventilatie roosters. Op blad 90a van bestek 6 zijn de constructiedetails van deze dakopbouw uitgewerkt.[2]
  • ""
    Plattegrond van de ketelhuis bijbouw.[3]
  • ""
    Doorsnede LM door de ketelhuis bijbouw, kijkend richting het ketelhuis.[3]
""
Doorsnede JK door de bijbouw.

Blad 54 "Riolering Sanitaire inrichting" geeft een complete lijst van alle spullen voor de sanitaire voorzieningen.[4] Hierin is te zien dat de directie wc niet alleen een aparte ruimte was maar dat hierin ook ander sanitair is gebruikt. Voor het personeel waren er twee "Montreal closets, van binnen wit van buiten geel verglaasd en met teakhouten zittingranden". Terwijl er voor de directie "in de gereserveerde closetruimte" een "Montreal closet uit- en inwendig wit verglaasd" was voorzien. Dit toilet was voorzien van een "Mahonie houten zitting met bevestigings garnituur". De directe zat dus op Mahonie en het personeel op teak.

Op de afbeelding van de doorsnede JK door de bijbouw is het volgende te zien: Aan de linkerkant is de wasruimte te zien met wasbakken aan de muur en een dakopbouw voor licht en ventilatie. De opening in de achterwand geeft toegang tot de urinoirs en de twee personeels wc's. Aan de rechterkant is de directie wc te zien, deze wc had een eigen fonteintje om handen te kunnen wassen.[3]

Watervoorziening

""
Zicht op de buitenmuur achter de ketels. Het regenwater van het dak wordt met een leiding langs de wand geleid naar een waterreservoir aan de rechterkant.[5]

Het gemaal was oorspronkelijk niet op een drinkwaterleiding aangesloten en het heeft ook nog heel lang geduurd voordat er een drinkwateraansluiting kwam. Men moest dus op een andere manier aan water komen voor de sanitaire voorzieningen, hiervoor werd er regenwater opgevangen. Het dakvlak van het ketelgebouw boven de ketels (aan de kant van de schoorsteen) loost het regenwater niet direct op een riool maar dit wordt naar een waterreservoir in het ketelhuis geleid.

Het regenwater stroomt eerst een filterbak in. Deze filterbak houd het grove vuil tegen (bladeren en dergelijk). De filterbak is in het waterreservoir geplaatst. Het waterreservoir is gemaakt van 4mm dikke staalplaat en is verstevigd met hoekijzers en T-ijzers. Het geheel is met klinknagels in elkaar gezet.

Vanuit het waterreservoir in de hoek van het ketelhuis loopt er een waterleiding naar de bijbouw. In de bijbouw vertakt deze waterleiding zich naar de verschillende water verbruikers in de sanitaire ruimten. Doordat het waterreservoir op hoogte is geplaatst is de zwaartekracht voldoende om het water naar de verbruikers te krijgen.

  • ""
    Bovenaanzicht van het waterreservoir in de hoek van het ketelhuis. Een detail van de filterbak is aan de rechterkant gegeven.[6]
  • ""
    Foto van het waterreservoir in de hoek van het ketelhuis.
""
Tekening van de ondergrondse regenwaterbak buiten het ketelhuis met leidingen van en naar het waterreservoir in het ketelhuis.[5]

Wanneer het waterreservoir vol is maar de regen nog niet is gestopt dan loopt het water via een overlooppijp van het reservoir in een ondergrondse regenwaterbak. Als het waterreservoir leeg raakt kan deze weer gevuld worden met water uit de ondergrondse regenwaterbak. Hiervoor is een handpomp tegen de muur van het ketelhuis gemonteerd.

Als ook de ondergrondse wateropvang vol zit en het regent nog steeds dan loopt de ondergrondse waterbak over in een afvoerleiding. Het regenwater wordt dan door deze ondergrondse overloopleiding naar een riool afgevoerd. Dit riool loost het water vervolgens op de boezem.

Behalve dat er geen drinkwater aansluiting was was er ook geen aansluiting op het gemeentelijk riool. Alle afvoeren van de sanitaire inrichting kwamen uit op een beerput buiten het gebouw. Deze beerput loosde vervolgens het rioolwater ook op de boezem.

Op blad 52 "Regenwaterbak en beerput" is de constructie van de ondergrondse regenwaterbak in meer detail getekend.[7] De bak heeft een binnendiameter van 2 meter en een hoogte van 2,7 meter. De inhoud is circa 8 m3. Om te voorkomen dat de gevulde bak kan verzakken is deze met 6 houten heipalen onderheid.

Huidige situatie

Door de jaren heen zijn er diverse zaken veranderd in de bijbouw, zo is het directie toilet komen te vervallen en zijn er douches gekomen. Het kantoortje van de chef stoker is nu een klein keukentje.

Bronnen, noten en/of referenties

  1. Tresoar, Tekeningen- en kaartenarchief Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland 1876-1986 (archief nr. 9-05) Inv. nr. 781: Bouwkundige tekeningen betreffende de bouw van het stoomgemaal bij Lemmer inzake de bemalings van Frieslands boezem
  2. Bestek 6, blad 90a: Details lucht- en lichtkap ketelhuis - Bijbouw [Link naar tekening]
  3. a b c Dit is een uitsnede van een grotere tekening, de volledige tekening is: Bestek 6, blad 90: Ketelhuis bijbouw [Link naar tekening]
  4. Bestek 6, blad 54: Riolering sanitaire inrichting [Link naar tekening]
  5. a b Dit is een uitsnede van een grotere tekening, de volledige tekening is: Bestek 6, blad 53: Riolering ketelhuis [Link naar tekening]
  6. Dit is een uitsnede van een grotere tekening, de volledige tekening is: Bestek 6, blad 58: Waterreservoir sanitaire inrichting [Link naar tekening]
  7. Bestek 6, blad 52: Regenwaterbak en beerput [Link naar tekening]