Nederlands octrooi 41025: verschil tussen versies

k
Foutje hersteld
(Nieuwe pagina gemaakt)
 
k (Foutje hersteld)
 
Regel 11: Regel 11:
Men kent vuurgangvlampijpketels, waarvan de vlamkast zoodanig is gevormd, dat zij niet behoeft te worden gesteund door middel van hemelankers en steunbouten (zie b.v. het Ned. octrooischrift No. 912).<ref>Monhemius, W. A. J. (1913). ''Schotse ketel zonder steunen.'' (NL912C). Octrooiraad Nederland. Geraadpleegd op 9-1-2024, van https://worldwide.espacenet.com/patent/search?q=pn%3DNL912C</ref> Bij ketels van dit type moet het vlakke achterfront extra worden versterkt, of men moet holle bodems voor de fronten gebruiken. Ook daaraan zijn bezwaren verbonden, zoodra de ketelmiddellijn betrekkelijk groot moet zijn. Bovendien moet het verschil tusschen de totale stoomdrukken op de voor- en achterfronten volgens een langen omweg worden opgenomen.
Men kent vuurgangvlampijpketels, waarvan de vlamkast zoodanig is gevormd, dat zij niet behoeft te worden gesteund door middel van hemelankers en steunbouten (zie b.v. het Ned. octrooischrift No. 912).<ref>Monhemius, W. A. J. (1913). ''Schotse ketel zonder steunen.'' (NL912C). Octrooiraad Nederland. Geraadpleegd op 9-1-2024, van https://worldwide.espacenet.com/patent/search?q=pn%3DNL912C</ref> Bij ketels van dit type moet het vlakke achterfront extra worden versterkt, of men moet holle bodems voor de fronten gebruiken. Ook daaraan zijn bezwaren verbonden, zoodra de ketelmiddellijn betrekkelijk groot moet zijn. Bovendien moet het verschil tusschen de totale stoomdrukken op de voor- en achterfronten volgens een langen omweg worden opgenomen.


Uit het Nederlandsche octrooischrift no. 21.013<ref>Hansen, P. (1928) ''Scheepsketel met horizontale of nagenoeg horizontale vlampijpen, aangesloten op een stookinrichting en met daaraan evenwijdig loopende pijpen, aangesloten op een uitlaatleiding van afgewerkte motorgassen.'' (NL21013C). Octrooiraad Nederland. Geraadpleegd op 9-1-2024, van https://worldwide.espacenet.com/patent/search?q=pn%3DNL21013C</ref> is bekend een vuurgangketel met een in dwarsdoorsnede cirkelvormige vlamkast en vlampijpen tusschen de vlamkast en de voorfrontplaat. Verder is die ketel voorzien van vlampijpen, welke zich. uitstrekken tusschen de voor- en de achterfrontplaat van den ketel. Deze laatste dienen voor het overdragen van warmte uit de verbrandingsgassen van een motor, welke aan het ketelvoorfront in een kast worden binnengelaten, door een bundel vlampijpen trekken naar een omkeerkast tegen het achterfront van den ketel en vervolgens door een tweeden bundel naar een uitlaatkast aan heb voorfront gaan. De vlakke achterplaat van de vlamkast van dien ketel moet met steunbouten aan het achterfront zijn verbonden.
Uit het Nederlandsche octrooischrift no. 21.013<ref>Hansen, P. (1928). ''Scheepsketel met horizontale of nagenoeg horizontale vlampijpen, aangesloten op een stookinrichting en met daaraan evenwijdig loopende pijpen, aangesloten op een uitlaatleiding van afgewerkte motorgassen.'' (NL21013C). Octrooiraad Nederland. Geraadpleegd op 9-1-2024, van https://worldwide.espacenet.com/patent/search?q=pn%3DNL21013C</ref> is bekend een vuurgangketel met een in dwarsdoorsnede cirkelvormige vlamkast en vlampijpen tusschen de vlamkast en de voorfrontplaat. Verder is die ketel voorzien van vlampijpen, welke zich. uitstrekken tusschen de voor- en de achterfrontplaat van den ketel. Deze laatste dienen voor het overdragen van warmte uit de verbrandingsgassen van een motor, welke aan het ketelvoorfront in een kast worden binnengelaten, door een bundel vlampijpen trekken naar een omkeerkast tegen het achterfront van den ketel en vervolgens door een tweeden bundel naar een uitlaatkast aan heb voorfront gaan. De vlakke achterplaat van de vlamkast van dien ketel moet met steunbouten aan het achterfront zijn verbonden.


Ten slotte wordt nog gewezen op het Fransche octrooischrift no. 416.450, hetwelk achter een vuurgang en een daarachter opgesteld nest waterbuizen een cirkelvormige vlamkast vertoont, welke bij een uitvoering doorloopt tot het ringvormige ketelachterfront. De cirkelvormige opening in het achterfront is afgesloten met een vuurvast deksel. Bij een andere uitvoering volgens dat octrooischrift heeft de vlamkast een achterwand. in den vorm van een doorgediepten bodem met centralen hals. Deze hals is aangesloten aan het eveneens doorgediepte achterfront van den ketel.
Ten slotte wordt nog gewezen op het Fransche octrooischrift no. 416.450, hetwelk achter een vuurgang en een daarachter opgesteld nest waterbuizen een cirkelvormige vlamkast vertoont, welke bij een uitvoering doorloopt tot het ringvormige ketelachterfront. De cirkelvormige opening in het achterfront is afgesloten met een vuurvast deksel. Bij een andere uitvoering volgens dat octrooischrift heeft de vlamkast een achterwand. in den vorm van een doorgediepten bodem met centralen hals. Deze hals is aangesloten aan het eveneens doorgediepte achterfront van den ketel.