Streefpeil: verschil tussen versies
imported>Jan Pieter Rottine Geen bewerkingssamenvatting |
k (Opmaak en inhoud aangepast) |
||
(6 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:400px-Normaal_Amsterdams_Peil_-_Woerden.jpg|miniatuur|rechtop=0.8|alt=""|Peilschaal in een poldersloot]] | |||
[[ | Het peil is de hoogte (het niveau) van een vloeistofspiegel, doorgaans van water, ten opzichte van een referentieniveau. Het peil wordt ook wel de waterstand genoemd en kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater. Het peil wordt in Nederland gerelateerd aan het [[Normaal Amsterdams Peil]] (NAP). | ||
In een | In een [[polder]] en het water eromheen, de [[boezem]], wordt door een [[waterschap]] een bepaald peil gehandhaafd. Dit kan met behulp van [[gemaal|gemalen]], [[sluizen|spuisluizen]] en [[stuw]]en. In de zomer is het peil in de polder vaak hoger dan in de winter, omdat er in de zomer in de polder meer water nodig is. Daarom spreekt men in dit kader wel van zomerpeil en winterpeil. | ||
Omdat water nu eenmaal tijd nodig heeft om ergens naar toe te stromen, is het peil achterin een polder vaak hoger dan bij het gemaal. En omdat het water uit de polder naar de boezem wordt uitgeslagen en niet altijd meteen kan afvloeien, varieert ook daar de waterstand. Men spreekt daarom vaak van streefpeil, het peil dat pas ontstaat in toestand van rust (als er geen stroming meer is). | |||
Omdat water nu eenmaal tijd nodig heeft om ergens naar toe te stromen, is het | |||
Er wordt wel getracht | Er wordt wel getracht deze waterstand binnen bepaalde grenzen te houden. Dit streefpeil heet [[boezempeil]]. Staat het water open voor de scheepvaart, dan spreekt men ook wel van [[boezempeil|kanaalpeil]]. | ||
De grote | De grote rivieren hebben geen vast peil. | ||
[[Categorie:Waterbeheer]] |
Huidige versie van 29 mrt 2024 om 15:33
Het peil is de hoogte (het niveau) van een vloeistofspiegel, doorgaans van water, ten opzichte van een referentieniveau. Het peil wordt ook wel de waterstand genoemd en kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater. Het peil wordt in Nederland gerelateerd aan het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
In een polder en het water eromheen, de boezem, wordt door een waterschap een bepaald peil gehandhaafd. Dit kan met behulp van gemalen, spuisluizen en stuwen. In de zomer is het peil in de polder vaak hoger dan in de winter, omdat er in de zomer in de polder meer water nodig is. Daarom spreekt men in dit kader wel van zomerpeil en winterpeil.
Omdat water nu eenmaal tijd nodig heeft om ergens naar toe te stromen, is het peil achterin een polder vaak hoger dan bij het gemaal. En omdat het water uit de polder naar de boezem wordt uitgeslagen en niet altijd meteen kan afvloeien, varieert ook daar de waterstand. Men spreekt daarom vaak van streefpeil, het peil dat pas ontstaat in toestand van rust (als er geen stroming meer is).
Er wordt wel getracht deze waterstand binnen bepaalde grenzen te houden. Dit streefpeil heet boezempeil. Staat het water open voor de scheepvaart, dan spreekt men ook wel van kanaalpeil.
De grote rivieren hebben geen vast peil.