Stoker: verschil tussen versies
imported>Cierick Goos k (Categorie toegevoegd) |
k (inhoud aangepast) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Stokers_en_tremmers_Woudagemaal_k.jpg|miniatuur|alt=Stokers en tremmers in het ketelhuis van het Woudagemaal|Stokers en tremmers in het ketelhuis van het Woudagemaal]] | |||
Een | Een stoker had tot taak om het vuur in de ketels aan te leggen en te zorgen voor een zeer efficiënt gebruik van de brandstof: steenkool. | ||
Er zijn voorbeelden bekend, waarbij de stoker | Er zijn voorbeelden bekend, waarbij de stoker een premie kreeg voor zuinig gebruik van steenkool, terwijl het gemaal of de machines in een door stoom aangedreven fabriek toch zeer goed konden draaien met een voldoende hoeveelheid stoom. De stoker op een stoomtrein kreeg eveneens een tarief voor zuinig stoken: hoeveel kolen gooi je op het vuur om het volgende station te halen en waar kun je het onderweg wat rustiger aan doen? | ||
De stoker van | De stoker van landketels heeft zijn werkterrein vooral in het ketelhuis. | ||
[[ | In het ketelhuis van het [[ir. D.F. Woudagemaal]] stonden tot 1955 zes kolengestookte ketelsystemen, die in dat jaar vervangen werden door de vier ketels van Werkspoor, welke tot 1967 eveneens op kolen werden gestookt. | ||
Daarna verdween hier de functie van tremmer. | |||
De stoker heeft een belangrijke functie, omdat hij medebepalend is voor wat de machinist met zijn machines kan doen, het vermogen voor de werktuigen (hoge en lage druk cilinders) wordt geleverd door de opgewekte stoom. | |||
[[Bestand:Fotoboek_foto_01.jpg|miniatuur|links|alt=Stoker bij een stoomketel|Stoker bij een stoomketel]] | |||
Bij | Bij grote stoomgemalen (vooral de boezemgemalen) waren de functies machinist en stoker van elkaar gescheiden, evenals bij andere stoombedrijven. | ||
In een groot stoomgemaal werkte | In een groot stoomgemaal werkte ook één of meerdere kolensjouwers, tremmers genaamd. Zij brachten de kolen vanuit de kolenbergplaats naar de plaats waar de stoker een handvoorraad wilde hebben. Kolensjouwers werden ook ingezet om de kolen, die veelal per schip werden aangevoerd, naar de bergplaats te kruien. | ||
Bij kleinere stoomgemalen (de poldergemalen) was er een stoker/machinist, bij deze gecombineerde functie was er één persoon die de zorg had voor het ketelhuis, de ketels, het vuur en het opmalen van het water door middel van een scheprad, vijzel of pomp. In dat geval zorgde de machinist/stoker er ook voor dat de kolen bij de ketel kwamen. | |||
[[Categorie:Het gemaal in bedrijf]] | |||
[[ | |||
Huidige versie van 5 mrt 2024 om 10:42
Een stoker had tot taak om het vuur in de ketels aan te leggen en te zorgen voor een zeer efficiënt gebruik van de brandstof: steenkool.
Er zijn voorbeelden bekend, waarbij de stoker een premie kreeg voor zuinig gebruik van steenkool, terwijl het gemaal of de machines in een door stoom aangedreven fabriek toch zeer goed konden draaien met een voldoende hoeveelheid stoom. De stoker op een stoomtrein kreeg eveneens een tarief voor zuinig stoken: hoeveel kolen gooi je op het vuur om het volgende station te halen en waar kun je het onderweg wat rustiger aan doen?
De stoker van landketels heeft zijn werkterrein vooral in het ketelhuis.
In het ketelhuis van het ir. D.F. Woudagemaal stonden tot 1955 zes kolengestookte ketelsystemen, die in dat jaar vervangen werden door de vier ketels van Werkspoor, welke tot 1967 eveneens op kolen werden gestookt. Daarna verdween hier de functie van tremmer.
De stoker heeft een belangrijke functie, omdat hij medebepalend is voor wat de machinist met zijn machines kan doen, het vermogen voor de werktuigen (hoge en lage druk cilinders) wordt geleverd door de opgewekte stoom.
Bij grote stoomgemalen (vooral de boezemgemalen) waren de functies machinist en stoker van elkaar gescheiden, evenals bij andere stoombedrijven.
In een groot stoomgemaal werkte ook één of meerdere kolensjouwers, tremmers genaamd. Zij brachten de kolen vanuit de kolenbergplaats naar de plaats waar de stoker een handvoorraad wilde hebben. Kolensjouwers werden ook ingezet om de kolen, die veelal per schip werden aangevoerd, naar de bergplaats te kruien.
Bij kleinere stoomgemalen (de poldergemalen) was er een stoker/machinist, bij deze gecombineerde functie was er één persoon die de zorg had voor het ketelhuis, de ketels, het vuur en het opmalen van het water door middel van een scheprad, vijzel of pomp. In dat geval zorgde de machinist/stoker er ook voor dat de kolen bij de ketel kwamen.