Ketelvoedingswater: verschil tussen versies
imported>Jan Pieter Rottine Geen bewerkingssamenvatting |
(Opmaak en inhoud aangepast) |
||
(7 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De | De vier [[Brochure Werkspoor vuurgang-vlampijpketels | Werkspoor vuurgang-vlampijpketels]] van van het ir. D.F. Woudagemaal bevatten ieder 20 m{{sup|3}} water. Dit water wordt in de voorbereidingsperiode van het opstoken in de ketels gepompt die in bedrijf zullen worden gesteld. | ||
Het water dat hiervoor gebruikt wordt is het normale oppervlaktewater (dus: boezemwater) dat via een zuigbuis omhoog gepompt wordt, via de waterbakken naar de ketels. | |||
Dit water bevat opgeloste zouten en andere natuurlijke bestanddelen, die bij verdamping gedeeltelijk als ketelsteen op de ketelwanden neerslaan, of zich in de vorm van slik, ook wel slib genoemd, onderin de ketel verzamelen. Slik kan voor een belangrijk deel via de spuileidingen worden verwijderd, eventueel ketelsteen wordt op gezette tijden tijdens onderhoudsessies mechanisch verwijderd. In het [[ir. D.F. Woudagemaal]] worden de ketels na kort gebruikt weer leeg gespuid en droog weggezet. | |||
[[ | |||
Het water dat voor stoomvorming gebruikt gaat worden, moet zo zuiver mogelijk zijn, zodat de ketelwanden niet aankorsten, want dat is onvoordelig voor de warmteafgifte. Bij 1 mm dikte van de ketelsteen neemt het brandstofverbruik ca. 10% toe, bij 10 mm dikte zelfs 100%! | |||
Het water dat | |||
[[Bestand:IMG_1973_k.JPG|miniatuur|Boezemwater bij het gemaal is ook het voedingswater voor de stoomketels]] | |||
Het boezemwater is, chemisch gezien, niet zuiver: er zijn tal van verbindingen in opgenomen. Van deze stoffen zijn de zuren en de zuurstof schadelijk, omdat ze de ketelwanden aantasten. De hardheid van het gebruikte water speelt hierbij eveneens een rol: als het water meer dan 6 of 7 hardheidsgraden bezit, is het aan te bevelen om het water, bedoeld voor stoomvorming in de stoomketels, eerst te reinigen. | |||
Voedingswater kan voor een stoominstallatie op verschillende manieren gereinigd worden, varierend van een mechanische aanpak, een verhoging van de temperatuur of thermisch-chemisch, verdamping en condensatie tot een scheikundige reiniging. De laatste variant (chemische reiniging) wordt in het woudagemaal toegepast. | |||
[[Bestand:IMG 2178 k.JPG|miniatuur|rechtop=0.6|links|Doekenfilter en daaronder de voedingswaterbak]] | |||
[[Bestand: | |||
Om de afzetting van ketelsteen in de stoomketels zoveel mogelijk te voorkomen, worden er aan het water chemische middelen toegevoegd. Hiervoor wordt o.a. caustic soda gebruikt. De scheikundige verbinding NaOH staat voor de algemene benaming natriumhydroxide. De oplossing van natriumhydroxide in water heet natronloog. Dit is de verschijningsvorm waarin het product het meest gebruikt wordt. De vaste stof (korrels, schilfers, vlokken, parels) die je verkrijgt door het indampen van de loog wordt bijtende of caustic soda of bijtende soda genoemd. | |||
Ook in het Woudagemaal wordt de chemische samenstelling van het terugkerende water uit de condensors en olieafscheiders, dat via het gevormde substraat in de persfilters , dat in principe gedestilleerd water is, in voedingswaterbakken gereguleerd, waarna het door de pompen in de ketels mag terugkeren om opnieuw in stoom te worden omgezet. | |||
[[Categorie:Het gemaal, werking algemeen]] | |||
[[ | |||
Huidige versie van 30 jan 2024 om 15:18
De vier Werkspoor vuurgang-vlampijpketels van van het ir. D.F. Woudagemaal bevatten ieder 20 m3 water. Dit water wordt in de voorbereidingsperiode van het opstoken in de ketels gepompt die in bedrijf zullen worden gesteld. Het water dat hiervoor gebruikt wordt is het normale oppervlaktewater (dus: boezemwater) dat via een zuigbuis omhoog gepompt wordt, via de waterbakken naar de ketels.
Dit water bevat opgeloste zouten en andere natuurlijke bestanddelen, die bij verdamping gedeeltelijk als ketelsteen op de ketelwanden neerslaan, of zich in de vorm van slik, ook wel slib genoemd, onderin de ketel verzamelen. Slik kan voor een belangrijk deel via de spuileidingen worden verwijderd, eventueel ketelsteen wordt op gezette tijden tijdens onderhoudsessies mechanisch verwijderd. In het ir. D.F. Woudagemaal worden de ketels na kort gebruikt weer leeg gespuid en droog weggezet.
Het water dat voor stoomvorming gebruikt gaat worden, moet zo zuiver mogelijk zijn, zodat de ketelwanden niet aankorsten, want dat is onvoordelig voor de warmteafgifte. Bij 1 mm dikte van de ketelsteen neemt het brandstofverbruik ca. 10% toe, bij 10 mm dikte zelfs 100%!
Het boezemwater is, chemisch gezien, niet zuiver: er zijn tal van verbindingen in opgenomen. Van deze stoffen zijn de zuren en de zuurstof schadelijk, omdat ze de ketelwanden aantasten. De hardheid van het gebruikte water speelt hierbij eveneens een rol: als het water meer dan 6 of 7 hardheidsgraden bezit, is het aan te bevelen om het water, bedoeld voor stoomvorming in de stoomketels, eerst te reinigen.
Voedingswater kan voor een stoominstallatie op verschillende manieren gereinigd worden, varierend van een mechanische aanpak, een verhoging van de temperatuur of thermisch-chemisch, verdamping en condensatie tot een scheikundige reiniging. De laatste variant (chemische reiniging) wordt in het woudagemaal toegepast.
Om de afzetting van ketelsteen in de stoomketels zoveel mogelijk te voorkomen, worden er aan het water chemische middelen toegevoegd. Hiervoor wordt o.a. caustic soda gebruikt. De scheikundige verbinding NaOH staat voor de algemene benaming natriumhydroxide. De oplossing van natriumhydroxide in water heet natronloog. Dit is de verschijningsvorm waarin het product het meest gebruikt wordt. De vaste stof (korrels, schilfers, vlokken, parels) die je verkrijgt door het indampen van de loog wordt bijtende of caustic soda of bijtende soda genoemd.
Ook in het Woudagemaal wordt de chemische samenstelling van het terugkerende water uit de condensors en olieafscheiders, dat via het gevormde substraat in de persfilters , dat in principe gedestilleerd water is, in voedingswaterbakken gereguleerd, waarna het door de pompen in de ketels mag terugkeren om opnieuw in stoom te worden omgezet.