Veiligheidskleppen: verschil tussen versies

Uit Wouda's Wiki
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
k (Opmaak en inhoud aangepast)
 
(22 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
(in bewerking)
Volgens de Stoomwet moet elke ketel zijn voorzien van ten minste twee veiligheidskleppen, waarvan er één moet zijn afgesloten en alleen toegankelijk mag zijn voor de beheerder.


Volgens de '''Stoomwet''' moet '''elke ketel''' zijn voorzien van '''ten minste twee weiligheidskleppen''', waarvan er één moet zijn afgesloten en alleen toegankelijk mag zijn voor de beheerder.
De veiligheidsklep heeft ten doel om de stoker er opmerkzaam op te maken dat de stoomdruk te hoog is opgelopen en om de stoom, zodra de maximaal toe te laten druk overschreden wordt, te laten ontwijken.


De '''veiligheidsklep''' heeft ten doel om de stoker er opmerkzaam op te maken dat '''de stoomdruk te hoog is opgelopen''' en om de '''stoom, zodra de maximaal toe te laten druk overschreden wordt, te laten ontwijken'''.
Het eenvoudigste principe is een gietijzeren of stalen pot verbonden met de stoomdruk van de ketel, voorzien van een bronzen zitting, waarop een klep met een smalle platte kant rust, aangedrukt door een hefboom met gewichten.


In de stoomtechniek zijn er '''twee soorten veiligheidskleppen''' toegepast: met '''gewichtsbelasting''' en met '''veerbelasting'''.
In de stoomtechniek worden twee soorten veiligheidskleppen toegepast: met gewichtsbelasting en met veerbelasting. De stoom drukt onder tegen de klep en probeert de druk van het gewicht of van de veer te overwinnen.
<br>'''De stoom drukt onder tegen de klep''' en probeert de druk van het gewicht of van de veer te overwinnen.
Onderstaande figuren zijn van het fabricaat '''Dikkers & Co'''. te Hengelo.  


[[Bestand:Veiligheidsklep_indirect1gt_gi_k.jpeg|400×413px|link=]]
Zie ook: [[Veiligheidskleppen Algemeen]]


De uitvoering van een veiligheidsklep in fig. 108 is ontworpen voor '''stoomdrukken tot 32 at''', waarbij het huis uit gietstaal en de klep en bedding uit een nikkelbronslegering bestaat.
Zie ook: [[Veiligheidskleppen Woudagemaal]]
<br>Men onderscheidt veiligheidskleppen met '''directe''' en''' indirecte belasting'''. De klep van fig. 108 heeft een '''indirecte''' belasting, '''omdat het gewicht zijn werking uitoefent via een hefboom''', waaraan het gewicht hangend zijn werking uitoefent.
Als het gewicht''' rechtstreeks op de klep''' drukt, spreekt men van '''directe''' belasting.


 
[[Categorie:Techniek in ketelhuis en rookgasafvoer]]
[[Bestand:Veiligheidsklep_direct2gt_gi_k.jpeg|400×381px|link=]]
 
Het ontwerp van fig. 109, '''met veer''', is voor '''drukken tot 40 ato''' bestemd.
<br>Aan de veiligheidskleppen met veerbelasting zit meestal nog een stang, de '''controlehefboom''', waarmee de kleppen kunnen worden gecontroleerd door af en toe eens op de stang te drukken of eraan te trekken om te kijken of de werking van de veer nog correct is. Bij de klep uit fig. 109 oefent de veer een '''rechtsreekse druk op de klep''' uit: voorbeeld van een''' directe belasting'''.
 
Voor lage druk stoomketels gebruikt men meestal de veiligheidskleppen met een directe gewichtsbelasting, omdat de spanning hierbij zo laag is, dat een indirecte belasting (grotere krachtwerking) niet nodig is.
 
Bij ketels met zeer '''lage drukken (0,5 at)''' gebruikt men volgens de Stoomwet een '''systeem met een waterstandpijp van ca 5m''', waarbij de stoom uit het hoogste reservoir bovenop de standbuis kan ontwijken.
 
('''Uit: Het Stoombedrijf''', door Nanno A. Imelman
<br>Uitgeverij Kluwer, Deventer 1932)

Huidige versie van 4 mrt 2024 om 20:11

Volgens de Stoomwet moet elke ketel zijn voorzien van ten minste twee veiligheidskleppen, waarvan er één moet zijn afgesloten en alleen toegankelijk mag zijn voor de beheerder.

De veiligheidsklep heeft ten doel om de stoker er opmerkzaam op te maken dat de stoomdruk te hoog is opgelopen en om de stoom, zodra de maximaal toe te laten druk overschreden wordt, te laten ontwijken.

Het eenvoudigste principe is een gietijzeren of stalen pot verbonden met de stoomdruk van de ketel, voorzien van een bronzen zitting, waarop een klep met een smalle platte kant rust, aangedrukt door een hefboom met gewichten.

In de stoomtechniek worden twee soorten veiligheidskleppen toegepast: met gewichtsbelasting en met veerbelasting. De stoom drukt onder tegen de klep en probeert de druk van het gewicht of van de veer te overwinnen.

Zie ook: Veiligheidskleppen Algemeen

Zie ook: Veiligheidskleppen Woudagemaal