Waterbeheer

Uit Wouda's Wiki
Versie door imported>Jan Pieter Rottine op 27 nov 2011 om 21:32

Waterbeheer is het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed mogelijk te beheren en is onderdeel van de waterstaat. Aangezien een teveel aan water even onwenselijk is als te weinig water, houdt dit in:

  • het zorgdragen voor veiligheid tegen overstromingen
  • het zorgdragen voor de aanwezigheid of aanvoer van voldoende water van goede kwaliteit

Praktijkvoorbeelden

Een aantal praktijkvoorbeelden van waterbeheer:

  • Het doorspoelbeleid van polders ter bestrijding van zoute kwel.
  • Het sturen van de hoeveelheid water welke een land binnen komt, wegstroomt en daarmee de watervoorraden beheren.
  • Onderzoeken hoe hoog en stabiel dijken moeten zijn om voldoende veiligheid te garanderen.
  • Onderhoud aan gemalen, stuwen en andere kunstwerken in watergangen.
  • Het schoonhouden van afvoerende watergangen om de afvoercapaciteit groot genoeg te houden.
  • De kwaliteit van het oppervlaktewater, ecologie, drinkwater.
  • Sturen van de grondwaterstand.
  • Het bouwen van stuwmeren om in droge perioden over voldoende water te beschikken.

Waterbeheer in transitie

Door klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en een toenemende druk op de beschikbare ruimte is er wereldwijd sinds de jaren negentig van de vorige eeuw een toenemend bewustzijn van de noodzaak om anders om te gaan met water. De eeuwenoude technische maatregelen en oplossingen zijn niet meer voldoende. Overheden, maatschappelijke organisaties en marktpartijen zoeken naar andere duurzamere oplossingen. Deze omslag wordt aangeduid als de watertransitie.

In Europa heeft Nederland een langlopende geschiedenis op het terrein van waterbeheer. Doordat de bewoners van onze lage landen vanaf het moment van vestiging werden geconfronteerd met de hier heersende specifieke klimatologische en geografische omstandigheden, moesten ze onder veranderende omstandigheden voortdurend oplossingen en antwoorden zien te vinden voor de problemen die het water onder wisselende omstandigheden voor hen opwierp. Enerzijds bood het delta- en kustgebied van het Nederlandse laagland geweldige kansen aan de bewoners die zich hier vestigden, anderzijds deden zich in deze gebieden steeds weer gevaarlijke bedreigingen voor, waaraan het hoofd moest worden geboden.

Zelfs binnen dit Nederlandse delta- en kustgebied hebben de diverse buurt- en dorpsgemeenschappen hun antwoorden, in de vorm van waterbeheer, op verschillende wijze afgestemd op de eigen plaatselijke eisen, die het water en land aan hen stelden. Hierbij speelden dan weer regionale politieke situaties een grote rol. De grote rivieren van het laagland, uitmondend in één grote delta, het duinengebied van de Nederlandse kust, het Noordhollandse waterland, het water van Flevomeer, het Almere, de Zuiderzee en het IJsselmeer, het Fries-Groningse kweldergebied, het laagveengebied van Friesland, moerasgebieden in Groningen en Drente en de hoogveengebieden van Drente, naar de kustvlakte afwaterende rivieren en beken, steeds weer vraagt het stilstaande en stromende water om gerichte beheer-antwoorden van zijn bewoners. De Nederlanders werden de bouwers van zijlen, sluizen, bruggen, vaarten, kanalen, dijken, molens en gemalen, ringvaarten en boezems.

Het beheer en het in toom houden van het water was dermate belangrijk voor de bewoners van de Nederlandse regio, dat er vanaf de vroegste periode al onderling regelingen en afspraken over waterbeheer moesten worden gemaakt. Dit mondde, bij het voortgaan van de tijd, uit in waterstaatkundige en politieke organisaties. Er ontstond een veelheid aan belangengroepen, in de vorm van een grote diversiteit in waterschappen, polderbesturen en bestuurlijke lichamen voor de waterstaat.

Nu de Nederlandse inspanningen op het gebieden als kustverdediging, het aanleggen van havens en kades, dijken en afsluitdijken, grote inpolderingen en de bijbehorende inrichting van droogmakerijen, waterstaatkundige werken als (open) stormkeringen, tunnels, verbindingsbruggen en aquaducten een steeds grotere en gewaagde omvang krijgen, overstijgt het waterbeheer de regionale omvang en treedt er een enorme schaalvergroting op.

In de laatste decennia zorgde schaalvergroting voor een geleidelijk en belangrijk proces van samenvoeging en fusie van de historische kleine polderbesturen en waterschappen tot de huidige grote eenheden: bijna alle waterschappen in Friesland fuseerden zo tot het grote Wetterskip Fryslân. De Nederlanders hebben ondertussen zulke opvallende prestaties van waterbeheer en -bouwkunde aan de dag gelegd, dat zij hiermee een internationale faam hebben opgebouwd. De kennis en vaardigheden op het gebied van waterbouw en waterbeheer zijn belangrijke exportproducten geworden.



Zelfs in het betrekkelijk kleine gebied dat Nederland omvat, doet zich een verscheidenheid aan situaties voor, waarbij onder wisselende omstandigh in voorwisselende situatie