Anonieme gebruiker
Gedenkboek Jaffa/Definitieve plan bemaling: verschil tussen versies
Illustraties toegevoegd
imported>Cierick Goos (Nieuwe pagina aangemaakt met '* Intro * Voorwoord * Ontstaansgeschiedenis landschap...') |
imported>Cierick Goos (Illustraties toegevoegd) |
||
Regel 13: | Regel 13: | ||
---- | ---- | ||
[[Bestand:Gedenkboek Jaffa p6. Header.png]] | |||
Aan den toen fungeerenden Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat werd de opdracht gegeven om het definitieve plan voor een bemaling van den boezem te ontwerpen, waarbij de Minister den Hoofdingenieur-Directeur van den Rijks Waterstaat in de 4e directie opdracht verstrekte, om zich op uitnoodiging van Gedeputeerde Staten met den Provincialen Hoofdingenieur in verbinding te stellen, teneinde tezamen een plan te kunnen opmaken van de werken, die in de naaste toekomst noodig zouden zijn ter verbetering van de afstrooming van het boezemwater. | Aan den toen fungeerenden Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat werd de opdracht gegeven om het definitieve plan voor een bemaling van den boezem te ontwerpen, waarbij de Minister den Hoofdingenieur-Directeur van den Rijks Waterstaat in de 4e directie opdracht verstrekte, om zich op uitnoodiging van Gedeputeerde Staten met den Provincialen Hoofdingenieur in verbinding te stellen, teneinde tezamen een plan te kunnen opmaken van de werken, die in de naaste toekomst noodig zouden zijn ter verbetering van de afstrooming van het boezemwater. | ||
Regel 38: | Regel 38: | ||
Hoewel hiermede een zeer belangrijke beslissing omtrent de afstrooming was genomen, konden nog geen voorbereidende maatregelen voor de uitvoering van het Statenbesluit worden getroffen, omdat nog niet vaststond, dat en in welken zin de wetgevende macht hare onmisbare medewerking tot het tot stand brengen der werken en tot het heffen van de daarvoor noodige middelen zou willen verleenen. | Hoewel hiermede een zeer belangrijke beslissing omtrent de afstrooming was genomen, konden nog geen voorbereidende maatregelen voor de uitvoering van het Statenbesluit worden getroffen, omdat nog niet vaststond, dat en in welken zin de wetgevende macht hare onmisbare medewerking tot het tot stand brengen der werken en tot het heffen van de daarvoor noodige middelen zou willen verleenen. | ||
[[Bestand:Gedenkboek Jaffa p47. Stoomgemaal gezien van den zeedijk.png]] | |||
''Stoomgemaal gezien van den zeedijk. 4 December 1918.'' | |||
Bij Koninklijke boodschap van 23 April 1913 werd aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden een ontwerp van wet tot aanvulling en verhooging van het IX<sup>e</sup> hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1913, waarin aan de provincie Friesland werd toegekend een bijdrage in de kosten van verbetering der afwatering van de provincie. Dit ontwerp werd door de wetgevende macht tot wet verheven. Deze wet van 20 Juni 1913 is opgenomen in het Staatsblad No. 283. | Bij Koninklijke boodschap van 23 April 1913 werd aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden een ontwerp van wet tot aanvulling en verhooging van het IX<sup>e</sup> hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1913, waarin aan de provincie Friesland werd toegekend een bijdrage in de kosten van verbetering der afwatering van de provincie. Dit ontwerp werd door de wetgevende macht tot wet verheven. Deze wet van 20 Juni 1913 is opgenomen in het Staatsblad No. 283. | ||
Regel 65: | Regel 70: | ||
In het oorspronkelijke plan waren de zeesluis en het gemaal op een afstand van pl.m. 700 M. van elkander ontworpen. Het verdiende de voorkeur deze werken tot één kunstwerk te vereenigen, waardoor bouw en bediening vereenvoudigd en op de kosten bespaard kon worden. | In het oorspronkelijke plan waren de zeesluis en het gemaal op een afstand van pl.m. 700 M. van elkander ontworpen. Het verdiende de voorkeur deze werken tot één kunstwerk te vereenigen, waardoor bouw en bediening vereenvoudigd en op de kosten bespaard kon worden. | ||
[[Bestand:Gedenkboek Jaffa p51. Havendam in uitvoering.png]] | |||
''Havendam in uitvoering. 17 Juni 1918.'' | |||
b.) Wat de mechanische inrichting van het gemaal betreft, zoo moest de toepassing van stoommachines zoowel met het oog op de kosten van aanschaffing als met het oog op de exploitatiekosten worden gesteld boven het gebruik van Dieselmotoren, welke in het oorspronkelijke plan (Statenbesluit van 7 Februari 1913) waren gedacht. | b.) Wat de mechanische inrichting van het gemaal betreft, zoo moest de toepassing van stoommachines zoowel met het oog op de kosten van aanschaffing als met het oog op de exploitatiekosten worden gesteld boven het gebruik van Dieselmotoren, welke in het oorspronkelijke plan (Statenbesluit van 7 Februari 1913) waren gedacht. | ||
Regel 75: | Regel 85: | ||
Zoowel de werktuigkundige, Prof. ir. J. C. Dijxhoorn, als de electrotechnische adviseur der provincie, Prof. ir. Feldmann, waren van oordeel, dat het antwoord op deze vraag ontkennend moest luiden. Volgens door hen uitgevoerde berekeningen zou de exploitatie van het gemaal, wanneer dit met stroom van de Electrische Centrale te Leeuwarden zou worden gedreven, zeer belangrijk duurder worden dan met eigen stoombedrijf. De rentebesparing tengevolge van de geringere aanlegkosten zou daartegen op verre na niet opwegen. Daarbij kwam een groot bezwaar van technischen aard, n.l. de wisselende opvoerhoogte, welke een wisselend aantal toeren van de pompen en dus van de electromotoren met zich zou brengen. Eender voordeelen van electrisch drijven, n.l. het gemaal nu en dan voor korten tijd b.v. eenige uren in bedrijf te kunnen stellen, was in dit geval van geen beteekenis, omdat het verlagen van den boezem met enkele millimeters geen zin heeft en voor niemand voordeel oplevert. | Zoowel de werktuigkundige, Prof. ir. J. C. Dijxhoorn, als de electrotechnische adviseur der provincie, Prof. ir. Feldmann, waren van oordeel, dat het antwoord op deze vraag ontkennend moest luiden. Volgens door hen uitgevoerde berekeningen zou de exploitatie van het gemaal, wanneer dit met stroom van de Electrische Centrale te Leeuwarden zou worden gedreven, zeer belangrijk duurder worden dan met eigen stoombedrijf. De rentebesparing tengevolge van de geringere aanlegkosten zou daartegen op verre na niet opwegen. Daarbij kwam een groot bezwaar van technischen aard, n.l. de wisselende opvoerhoogte, welke een wisselend aantal toeren van de pompen en dus van de electromotoren met zich zou brengen. Eender voordeelen van electrisch drijven, n.l. het gemaal nu en dan voor korten tijd b.v. eenige uren in bedrijf te kunnen stellen, was in dit geval van geen beteekenis, omdat het verlagen van den boezem met enkele millimeters geen zin heeft en voor niemand voordeel oplevert. | ||
[[Bestand:Gedenkboek Jaffa p55. Draaibrug bij Spannenburg.png]] | |||
''Draaibrug bij Spannenburg over het stroomkanaal van de Koevorde tot de Groote Brekken. 27 Mei 1918.'' | |||
Bij besluit der Staten van 19 Jan. 1915 No. 9 werden de bovengenoemde wijzigingen in het plan aangebracht. | Bij besluit der Staten van 19 Jan. 1915 No. 9 werden de bovengenoemde wijzigingen in het plan aangebracht. | ||
Regel 92: | Regel 107: | ||
{| style="border-collapse:collapse; margin: auto;" | |||
|+ style="caption-side:bottom; text-align:left; padding: 2px" | ''Een pittoresk watermolentje de z.g. „Spinnekop”. Op den achtergrond het nieuwe stoomgemaal nabij Lemmer.'' | |||
| [[Bestand:Gedenkboek Jaffa p57. Een pittoresk watermolentje de z.g. Spinnekop.png]] | |||
|} | |||
[[Bestand:Gedenkboek Jaffa p9. Footer.png]] | |||
---- | ---- | ||
<p style="text-align:center;"> [[Gedenkboek Jaffa/Beschrijving landschap | Volgende deel ──>]]</p> | <p style="text-align:center;"> [[Gedenkboek Jaffa/Beschrijving landschap | Volgende deel ──>]]</p> |