Naar inhoud springen

Amsterdamse School: verschil tussen versies

52 bytes toegevoegd ,  29 dec 2011
geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
Vooral '''de plasticiteit van de gevels''' in de gebouwontwerpen is een '''kenmerk van de Amsterdamse School'''. Er worden bekende materialen gebruikt: zoals baksteen, dakpannen, riet en hout. Zij worden echter '''op een nieuwe, expressieve manier gebruikt om een eigen vormgeving te realiseren'''. Kenmerkend daarbij is het toepassen van '''versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen'''. De constructie wordt ondersteund door het gebruik van gewapend beton, maar dat is niet zichtbaar in de archtectuur van het gebouw.
Vooral '''de plasticiteit van de gevels''' in de gebouwontwerpen is een '''kenmerk van de Amsterdamse School'''. Er worden bekende materialen gebruikt: zoals baksteen, dakpannen, riet en hout. Zij worden echter '''op een nieuwe, expressieve manier gebruikt om een eigen vormgeving te realiseren'''. Kenmerkend daarbij is het toepassen van '''versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen'''. De constructie wordt ondersteund door het gebruik van gewapend beton, maar dat is niet zichtbaar in de archtectuur van het gebouw.


foto
[[Bestand:800px-Postkantoor_Neude1.jpg|500x449px|link=]]


Door toepassing van zulke nieuwe constructiemethoden worden''' nieuwe verticale en horizontale elementen in de gevelindeling''' mogelijk. Deze consequent doorgevoerde lijnen zijn dus belangrijke vernieuwende elementen die kenmerkend zijn voor de bouwstijl. De ramen liggen daarbij veelal in het vlak van de muren en gevels. De paraboolvorm is een '''terugkerend ritmisch element''' en wordt in het metselwerk van de geveldelen regelmatig toegepast. In de bouwwerken van de Amsterdamse School wordt ook vaak '''stilistisch beeldhouwwerk''' toegepast. Bekende kunstenaars en ontwerpers zijn Hendrik van der Eijnde, Hildo Krop en Johan Polet (1894-1971).
Door toepassing van zulke nieuwe constructiemethoden worden''' nieuwe verticale en horizontale elementen in de gevelindeling''' mogelijk. Deze consequent doorgevoerde lijnen zijn dus belangrijke vernieuwende elementen die kenmerkend zijn voor de bouwstijl. De ramen liggen daarbij veelal in het vlak van de muren en gevels. De paraboolvorm is een '''terugkerend ritmisch element''' en wordt in het metselwerk van de geveldelen regelmatig toegepast. In de bouwwerken van de Amsterdamse School wordt ook vaak '''stilistisch beeldhouwwerk''' toegepast. Bekende kunstenaars en ontwerpers zijn Hendrik van der Eijnde, Hildo Krop en Johan Polet (1894-1971).
Anonieme gebruiker