Sluizen: verschil tussen versies

Uit Wouda's Wiki
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18: Regel 18:
<li>'''keersluis'''
<li>'''keersluis'''
<li>'''inlaatsluis'''
<li>'''inlaatsluis'''
<li>'''uitwateringssluis
<li>'''uitwateringssluis'''
'''
 
===='''De Schutsluis'''=====
===='''De Schutsluis'''====
De schutsluis wordt vooral '''gebruikt om het scheepvaartverkeer van een lager naar een hoger punt (of omgekeerd) te brengen'''. Omdat er sprake is van een '''peilverschil''' tussen de ene kant en de andere kant van de sluis, is het nodig om een schip te '''schutten'''.
De schutsluis wordt vooral '''gebruikt om het scheepvaartverkeer van een lager naar een hoger punt (of omgekeerd) te brengen'''. Omdat er sprake is van een '''peilverschil''' tussen de ene kant en de andere kant van de sluis, is het nodig om een schip te '''schutten'''.


'''In Friesland''' zijn heel '''veel kleine historische schutsluizen''' te vinden. ''''''In het polderlandschap''' met zijn diversiteit in ontstaan en regiosituaties bestaan er van oudsher tussen de polders, waterschapsgebieden en veenpolders met hun bijbehorende ontginningsgebieden veel verschillen tussen beheerspeilen van het water'''. Bij het uitoefenen van hun transportfunctie, moesten de '''Friese schippers goed bekend zijn met het gecompliceerde vaarwegennet in Friesland''' en vooral '''ook de verschillende schutsluizen die de waterpeilen aan elkaar schakelden'''.
'''In Friesland''' zijn heel '''veel kleine historische schutsluizen''' te vinden. '''In het polderlandschap''' met zijn diversiteit in ontstaan en regiosituaties bestaan er '''van oudsher tussen de polders, waterschapsgebieden en veenpolders met hun bijbehorende ontginningsgebieden veel verschillen tussen beheerspeilen van het water'''.
'''Vele''' van deze kleine historische sluizen '''zijn verdwenen''', maar er is '''toch nog een behoorlijk aantal bewaard gebleven'''. Deze krijgen '''tegenwoordig''' vaak '''een nieuwe functie in het vaarwegennet van de watersport'''. Friesland is een waterrecreatieprovincie geworden.
 
Bij het uitoefenen van hun '''transportfunctie''', moesten de '''Friese schippers goed bekend zijn met het gecompliceerde vaarwegennet in Friesland''' en vooral '''ook de verschillende schutsluizen die de waterpeilen aan elkaar schakelden'''.
'''Vele''' van deze kleine historische sluizen '''zijn verdwenen''', maar er is '''toch nog een behoorlijk aantal bewaard gebleven'''.  
<br>Deze krijgen '''tegenwoordig''' vaak '''een nieuwe functie in het vaarwegennet van de watersport'''. Friesland is een waterrecreatieprovincie geworden.
 
Er zijn '''in Friesland ook grotere schutsluizen''' te vinden. Zij vormen '''een belangrijke schakel''' tussen polder- en boezemwater en vooral tussen boezem- en zeewater
(zie ook: '''[[Zijlen en sluizen in breed perspectief]]''') 


Er zijn in Friesland ook grotere schutsluizen te vinden. Zij vormen een belangrijke schakel 
Vlak naast het [[bezoekerscentrum van het Woudagemaal]] bevindt zich '''de sluis die toegang geeft tot het  [[Prinses Margrietkanaal]]''' met het '''peilverschil tussen de Friese [[Boezem]] (- 0.52 cm NAP) en het [[IJsselmeer]] ( -0.20 cm NAP)'''.
Een schip kan via deze sluis dus 30 centimeter peilverschil overbruggen.  


Vlak naast het [[bezoekerscentrum van het Woudagemaal]] bevindt zich het [[Prinses Margrietkanaal]] met het peilverschil tussen de Friese [[Boezem]] (- 0.52 cm NAP) en het [[IJsselmeer]] ( -0.20 cm NAP).
Omdat '''Friesland één boezemsysteem''' heeft kan''' het scheepvaartverkeer zonder verdere schutsluizen doorvaren naar Gaarkeuken'''. Bij '''Gaarkeuken''' gaat het''' Friese boezemwater ( -0.52 cm NAP) over in het boezempeil van het '''waterschap Noorderzijlvest''' met een peil van - 0.97 cm NAP'''.  
Het schip kan via de sluis deze 30 centimeter peilverschil overbruggen.  


Omdat Friesland één boezemsysteem heeft kan het scheepvaartverkeer zonder verdere schutsluizen doorvaren naar Gaarkeuken. Bij '''Gaarkeuken''' gaat het Friese boezemwater ( -0.52 cm NAP) over in het boezempeil van het '''waterschap Noorderzijlvest''' met een peil van - 0.97 cm NAP. Omdat het water in het '''Van Starkenborghkanaal''' aanzienlijk lager staat dan in het '''Prinses Margrietkanaal''' is het nodig om een dam aan te leggen.  
Eertijds bevindt zich '''tussen twee boezemsystemen''' een '''dam'''.  
<br>Een '''passageplaats''' is dan meteen ook echt een dam, denk in dit verband aan de '''Overtoom''' in '''Amsterdam''', waar de toen nog kleine schepen via een scheepslift over de ,,toom" worden getakeld. Er ligt dus in de geschiedenis op de '''scheiding''' van twee belangrijke boezemsystemen '''een dam'''. Uit praktisch oogpunt is dat later niet langer werkbaar en dan komt '''er een sluis voor in de plaats'''.
<br>Ook bij de''' Broekerhaven''' (bij Grootebroek en ten westen van Enkhuizen) in West-Friesland is nog steeds een '''scheepshelling''' in gebruik.


Eertijds was de passageplaats ook echt een dam, denk in dit verband aan de '''Overtoom''' in '''Amsterdam''' waar de toen nog kleine schepen via een scheepslift over de ,,toom" werden getakeld.  Er lag dus op de scheiding van twee belangrijke boezemsystemen een dam. Uit praktisch oogpunt is dat niet langer werkbaar en kwam de sluis daar voor in de plaats.  
Het schip, meestal vaak meerdere schepen, varen de '''[[sluiskom|sluiskolk]]''' of '''[[sluiskolk]]''' in, waarna de [[sluisdeuren]] gesloten worden.
Dit is het moment om '''het waterpeil in de sluiskolk op gelijke hoogte te brengen''' met de '''richting waarin gevaren gaat worden'''.


Ook bij de''' Broekerhaven''' (bij Grootebroek en ten westen van Enkhuizen) in West Friesland is nog steeds een '''scheepshelling''' in gebruik.
<br>Dit kan door het water '''uit de sluiskolk te laten stromen''', bijvoorbeeld als het schip vanuit het [[Prinses Margrietkanaal]] ( - 0.52 cm NAP) naar het IJsselmeer ( - 0.20 cm NAP) gaat varen. De sluiskolk wordt dan geleidelijk aan '''op gelijke hoogte''' met het peil van het IJsselmeer gebracht. Er wordt water vanuit het IJsselmeer ingelaten en '''het schip stijgt''' 32 cm. Als dat '''peil bereikt''' is dan gaan de '''[[sluisdeuren]]''' aan de zijde van het IJsselmeer '''open''' en kan het schip de sluis verlaten.
<br>Omgekeerd als het schip vanuit het IJsselmeer naar het Prinses Margrietkanaal wil varen dan worden '''de sluisdeuren gesloten zodra het schip in de sluiskolk is gevaren'''. Dan wordt er geleidelijk water uit de kolk gestroomd in het Prinses Martgrietkanaal, om het hoogteverschil van -0.20 cm (IJsselmeer) naar -0.52 cm NAP (Prinses Margrietkanaal) te overbruggen (het schip zakt 32 cm.). Daarna gaan aan boezemzijde de sluisdeuren open en het schip kan de sluis verlaten.


Het schip of vaak meerdere schepen varen de '''sluiskom''' in, waarna de [[sluisdeur]]en gesloten worden. Dit is het moment om het waterpeil in de sluiskom op gelijke hoogte te brengen met de richting waarin gevaren gaat worden. Dit kan door het water uit de sluiskom te laten stromen, bijvoorbeeld als het schip vanuit het Prinses Margrietkanaal ( - 0.52 cm NAP) naar het IJsselmeer ( - 0.20 cm NAP) gaat varen. De sluiskom wordt dan geleidelijk aan op gelijke hoogte van het peil van het IJsselmeer gebracht. Er wordt water vanuit het IJsselmeer ingelaten en het schip stijgt 32 cm. Als dat peil bereikt is dan gaan de '''sluisdeuren''' aan de zijde van het IJsselmeer open en kan het schip de sluis verlaten.
Het toelaten of uitstromen van water in of uit de sluiskolk gebeurt via regelbare kleine openeningen, waarmee de hoeveelheid en snelheid traploos kan worden geregeld. In Friesland heet een dergelijke opening "rinket".


Omgekeerd als het schip vanuit het IJsselmeer naar het Prinses Margrietkanaal wil varen dan worden de sluisdeuren gesloten zodra het schip in de sluiskom is gevaren. Dan wordt er geleidelijk water uit de kom gelaten in het Prinses Martgrietkanaal om het hoogteverschil van -0.20 cm (IJsselmeer) naar -0.52 cm NAP (Prinses Margrietkanaal) te overbruggen (het schip zakt 32 cm.)
Grotere schutsluizen vinden we bij de schakelingen tussen Friese boezem en het IJsselmeer of de Waddenzee (zie ook: '''[[Zijlen en sluizen in breed perspectief]]'''), of bij de overgang naar andere boezemsystemen, bijv. van Overijssel (Helomasluis of Driewegsluis) en Groningen.


===='''Spuisluis'''====  
===='''Spuisluis'''====  

Versie van 30 jul 2012 13:09

(Deze pagina is in ontwikkeling)

Sluizen

(zie ook: Zijlen en sluizen in breed perspectief)

In Nederland kennen we verschillende soorten sluizen, die van elkaar kunnen worden onderscheiden naar

  • doel
  • ligging en
  • constructie

Doel

Gelet op het doel van de sluis onderkennen we de:

  • schutsluis
  • spuisluis
  • keersluis
  • inlaatsluis
  • uitwateringssluis

    De Schutsluis

    De schutsluis wordt vooral gebruikt om het scheepvaartverkeer van een lager naar een hoger punt (of omgekeerd) te brengen. Omdat er sprake is van een peilverschil tussen de ene kant en de andere kant van de sluis, is het nodig om een schip te schutten.

    In Friesland zijn heel veel kleine historische schutsluizen te vinden. In het polderlandschap met zijn diversiteit in ontstaan en regiosituaties bestaan er van oudsher tussen de polders, waterschapsgebieden en veenpolders met hun bijbehorende ontginningsgebieden veel verschillen tussen beheerspeilen van het water.

    Bij het uitoefenen van hun transportfunctie, moesten de Friese schippers goed bekend zijn met het gecompliceerde vaarwegennet in Friesland en vooral ook de verschillende schutsluizen die de waterpeilen aan elkaar schakelden. Vele van deze kleine historische sluizen zijn verdwenen, maar er is toch nog een behoorlijk aantal bewaard gebleven.
    Deze krijgen tegenwoordig vaak een nieuwe functie in het vaarwegennet van de watersport. Friesland is een waterrecreatieprovincie geworden.

    Er zijn in Friesland ook grotere schutsluizen te vinden. Zij vormen een belangrijke schakel tussen polder- en boezemwater en vooral tussen boezem- en zeewater (zie ook: Zijlen en sluizen in breed perspectief)

    Vlak naast het bezoekerscentrum van het Woudagemaal bevindt zich de sluis die toegang geeft tot het Prinses Margrietkanaal met het peilverschil tussen de Friese Boezem (- 0.52 cm NAP) en het IJsselmeer ( -0.20 cm NAP). Een schip kan via deze sluis dus 30 centimeter peilverschil overbruggen.

    Omdat Friesland één boezemsysteem heeft kan het scheepvaartverkeer zonder verdere schutsluizen doorvaren naar Gaarkeuken. Bij Gaarkeuken gaat het Friese boezemwater ( -0.52 cm NAP) over in het boezempeil van het waterschap Noorderzijlvest met een peil van - 0.97 cm NAP.

    Eertijds bevindt zich tussen twee boezemsystemen een dam.
    Een passageplaats is dan meteen ook echt een dam, denk in dit verband aan de Overtoom in Amsterdam, waar de toen nog kleine schepen via een scheepslift over de ,,toom" worden getakeld. Er ligt dus in de geschiedenis op de scheiding van twee belangrijke boezemsystemen een dam. Uit praktisch oogpunt is dat later niet langer werkbaar en dan komt er een sluis voor in de plaats.
    Ook bij de Broekerhaven (bij Grootebroek en ten westen van Enkhuizen) in West-Friesland is nog steeds een scheepshelling in gebruik.

    Het schip, meestal vaak meerdere schepen, varen de sluiskolk of sluiskolk in, waarna de sluisdeuren gesloten worden. Dit is het moment om het waterpeil in de sluiskolk op gelijke hoogte te brengen met de richting waarin gevaren gaat worden.


    Dit kan door het water uit de sluiskolk te laten stromen, bijvoorbeeld als het schip vanuit het Prinses Margrietkanaal ( - 0.52 cm NAP) naar het IJsselmeer ( - 0.20 cm NAP) gaat varen. De sluiskolk wordt dan geleidelijk aan op gelijke hoogte met het peil van het IJsselmeer gebracht. Er wordt water vanuit het IJsselmeer ingelaten en het schip stijgt 32 cm. Als dat peil bereikt is dan gaan de sluisdeuren aan de zijde van het IJsselmeer open en kan het schip de sluis verlaten.
    Omgekeerd als het schip vanuit het IJsselmeer naar het Prinses Margrietkanaal wil varen dan worden de sluisdeuren gesloten zodra het schip in de sluiskolk is gevaren. Dan wordt er geleidelijk water uit de kolk gestroomd in het Prinses Martgrietkanaal, om het hoogteverschil van -0.20 cm (IJsselmeer) naar -0.52 cm NAP (Prinses Margrietkanaal) te overbruggen (het schip zakt 32 cm.). Daarna gaan aan boezemzijde de sluisdeuren open en het schip kan de sluis verlaten.

    Het toelaten of uitstromen van water in of uit de sluiskolk gebeurt via regelbare kleine openeningen, waarmee de hoeveelheid en snelheid traploos kan worden geregeld. In Friesland heet een dergelijke opening "rinket".

    Grotere schutsluizen vinden we bij de schakelingen tussen Friese boezem en het IJsselmeer of de Waddenzee (zie ook: Zijlen en sluizen in breed perspectief), of bij de overgang naar andere boezemsystemen, bijv. van Overijssel (Helomasluis of Driewegsluis) en Groningen.

    Spuisluis

    Bij de spuisluis werkt het eenvoudiger. Omdat er geen scheepvaartverkeer gebruik maakt van een spuisluis is het principe wat eenvoudiger. Zodra de waterstand op het buitenwater lager is dan op het binnenwater kan het overtollige water gespuid worden. De meest bekende spuisluis is die bij Lauwersoog. Afwateren van water via een spuisluis kan alleen bij een natuurlijk getijdeverschil: eb. Omdat natuurlijke lozing van water in januari 2012 bij Lauwersoog op de Waddenzee niet mogelijk was door een combinatie van harde wind en opgestuwd water in de Waddenzee was het noodzakelijk om de twee boezemgemalen: J.L. Hooglandgemaal in Stavoren en uiteindelijk ook het ir. D.F. Woudagemaal in te zetten om aan de zuidzijde van het boezemsysteem het water langs mechanische weg af te voeren.

    Voordat het Lauwersmeer er was en er nog sprake was van de Lauwerszee waren de Dokkumer Nieuwe Zijlen van groot belang voor het spuien van overtollig water uit de Friese boezem. Indirect vervullen de Dokkumer Nieuwe Zijlen nog steeds een belangrijke rol omdat het water vanuit de boezem op het Lauwersmeer wordt gespuid. Het Lauwersmeer dient als belangrijke buffer tussen de friese boezem (het binnenwater) en het buitenwater (Waddenzee).

    Water afvoeren door middel van een natuurlijk hoogteverschil is goedkoper een eenvoudiger dan met behulp van mechanische werking door middel van een gemaal, voorheen een poldermolen.

    keersluis

    inlaatsluis

    uitwateringssluis

    ad 2: naar de ligging

    1: zeesluis: zeesluizen bij Harlingen 2: boezemsluis 3: poldersluis 4: molensluis

    ad 3: constructie 1: waaiersluis 2: duikersluis 3: dam- en schotbalksluis