Identificatiekleuren van de pijpleidingen en Kolenloods: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Vincent Erdin
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Kolenloods Ieder stoomgemaal en iedere fabriek die op stoom werkt heeft een '''kolenloods''' of '''kolenberging'''. Locomotieven die op stoom rijden hebben een aparte...')
 
Regel 1: Regel 1:
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 30px;"
Kolenloods
|+ style="caption-side:bottom; text-align:left; padding: 2px" | ''Hulpwerktuigen in de kelder met verschillend gekleurde leidingen.''
| [[Bestand:Hulpwerktuigen in kelder.jpg|link=]]
|}
In het Wouda gemaal zijn veel leidingen van een kleur voorzien. De kleur van de leiding geeft aan wat voor medium (soort stof) er door die leiding stroomt. De leidingen hebben een kleur gekregen zodat ze gemakkelijker van elkaar te onderscheiden zijn. Dit maakt de bediening gemakkelijker en veiliger! Onderstaande tabel geeft de kleurcode van de leidingen


Ieder stoomgemaal en iedere fabriek die op stoom werkt heeft een '''kolenloods''' of '''kolenberging'''. Locomotieven die op stoom rijden hebben een aparte kolenwagon achter de locomotief en is te vergelijken met de kolenbergplaats.


{| class="wikitable"
Steenkolen werden over het algemeen in de zomer ingekocht op een moment dat de prijs per mud nog laag was. Ieder jaarlijk werd er een aanbesteding gehouden door polderbesturen of waterschappen waarbij kolenlevenranciers hun prijs bekend konden maken.
|+ Tabel van de leidingkleuren in het Wouda gemaal
!Leidingkleur
!Betekenis
|-
!style="background-color:#e3000f; color:white;" | Rood
|Verse stoom
|-
!style="background-color:#fed400; color:black;" | Geel
|Afgewerkte stoom
|-
!style="background-color:#4d6f39; color:white;" | Groen <!--RAL 6010, Grasgroen-->
|Water; koelwater, <br> condensaat, ketelvoedingswater)
|-
!style="background-color:#0089b6; color:white;" | Blauw <!--RAL 5012, Lichtblauw-->
|Lucht
|-
!style="background-color:#9d622b; color:white;" | Bruin <!--RAL 8001, Okerbruin-->
|Olie; smeerolie, stookolie, diesel
|-
|}
<br clear=all>


De gebruikte kleurcodering wijkt overigens wat af van wat er tegenwoordig in de industrie gebruikelijk is. Hierbij in het kort de verschillen:
De kolen werden per schip of kar bij het stoomgemaal afgeleverd. Op 1 oktober zorgde iedereen dat de voorraad steenkool op peil was. 1 Oktober is de datum waarop nog steeds het '''stormseizoen''' begint, vanaf dat moment kan het noodzakelijk zijn om het gemaal in werking te stellen. Het stormseizoen loopt tot 1 april.
* Tegenwoordig wordt grijs gebruikt voor stoom, voor alle stoom. Zowel de verse als afgewerkte stoom zouden tegenwoordig met een grijze kleur gemarkeerd worden.
Het is raadzaam om voldoende steenkool op voorraad te hebben. Mocht het ineens gaan spoken: regen waardoor er veel maaluren gemaakt moeten worden dan slinkt de kolenvoorraad aanzienlijk. Komt er dan ook nog eens een vorstperiode overheen die een paar weken duurt dan stijgt de kolenprijs. Niet alleen polderbesturen en waterschappen hebben dan extra steenkool nodig ook huishoudens willen er graag warmpjes bijzitten.
* Rood wordt tegenwoordig gebruikt voor leidingen die iets met brandbestrijding te maken hebben. Blusleidingen bijvoorbeeld maar ook de snuffelleidingen van de branddetectie.
* Geel wordt tegenwoordig gebruikt voor gassen, bijvoorbeeld voor aardgas leidingen.


<br>
Steenkool was roofgoed. Dat is ook de reden dat bij ieder stoomgemaal en iedere stoomfabriek '''de kolenbergplaats op een goed in het zicht gelegen plaats was geplaatst'''.
[[Category:Het gemaal, werking algemeen]]
Meestal in de nabijheid van de dienstwoningen van machinist en stoker soms tussen de dienstwoning en het ketelhuis in bij een wat kleiner poldergemaal.   
 
De kolenloods bij het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' ligt aan het '''Aanvoerkanaal''' en recht voor de ingang van het ketelhuis maar ook in het zicht van de dienstwoningen. Het was vrijwel onmogelijk om een kooltje te gappen. Personeel kreeg bij het arbeidscontract ook een dienstwoning met het recht van vrij stoken.
 
De omvang van de kolenloods hangt sterk af van de grootte van het stoomgemaal. Als de kolenloods bij het Woudagemaal vol lag dan was dat voor 100 draaidagen voldoende, per dag werd er ongeveer 30 ton gebruikt.
Bij het lemma '''[[maalperiodes]]''' kunt u zien dat het bijna niet voorkomt dat het Woudagemaal over zo'n lange periode in een stormseizoen in werking is geweest.
 
De kolen konden overal en nergens vandaan komen: '''België''',''' Duitsland''', '''Engeland''',''' Frankrijk''' maar natuurlijk ook uit '''de kolenmijnen in Limburg'''. Vaak werd er een melange van verschillende soorten in een partij verkocht. De mijnen in Limburg werden in de jaren zeventig geleidelijk aan gesloten nadat de grote '''aardgasvoorraad''' bij '''Slochteren''' was ontdekt.
 
Het '''Woudagemaal''' schakelde in 1967 ook over van kolen op dieselolie, dat was niet alleen vanwege de sluiting van de mijnen maar ook uit kostenoverwegingen: er waren geen kolensjouwers meer nodig.
 
Een '''stoker''' die zuinig kon stoken kon aardig wat uitsparen voor het polderbestuur, soms zag hij dat terug in een kleine '''gratificatie''' aan het eind van het stormseizoen.

Versie van 17 jul 2013 19:09

Kolenloods

Ieder stoomgemaal en iedere fabriek die op stoom werkt heeft een kolenloods of kolenberging. Locomotieven die op stoom rijden hebben een aparte kolenwagon achter de locomotief en is te vergelijken met de kolenbergplaats.

Steenkolen werden over het algemeen in de zomer ingekocht op een moment dat de prijs per mud nog laag was. Ieder jaarlijk werd er een aanbesteding gehouden door polderbesturen of waterschappen waarbij kolenlevenranciers hun prijs bekend konden maken.

De kolen werden per schip of kar bij het stoomgemaal afgeleverd. Op 1 oktober zorgde iedereen dat de voorraad steenkool op peil was. 1 Oktober is de datum waarop nog steeds het stormseizoen begint, vanaf dat moment kan het noodzakelijk zijn om het gemaal in werking te stellen. Het stormseizoen loopt tot 1 april. Het is raadzaam om voldoende steenkool op voorraad te hebben. Mocht het ineens gaan spoken: regen waardoor er veel maaluren gemaakt moeten worden dan slinkt de kolenvoorraad aanzienlijk. Komt er dan ook nog eens een vorstperiode overheen die een paar weken duurt dan stijgt de kolenprijs. Niet alleen polderbesturen en waterschappen hebben dan extra steenkool nodig ook huishoudens willen er graag warmpjes bijzitten.

Steenkool was roofgoed. Dat is ook de reden dat bij ieder stoomgemaal en iedere stoomfabriek de kolenbergplaats op een goed in het zicht gelegen plaats was geplaatst. Meestal in de nabijheid van de dienstwoningen van machinist en stoker soms tussen de dienstwoning en het ketelhuis in bij een wat kleiner poldergemaal.

De kolenloods bij het ir. D.F. Woudagemaal ligt aan het Aanvoerkanaal en recht voor de ingang van het ketelhuis maar ook in het zicht van de dienstwoningen. Het was vrijwel onmogelijk om een kooltje te gappen. Personeel kreeg bij het arbeidscontract ook een dienstwoning met het recht van vrij stoken.

De omvang van de kolenloods hangt sterk af van de grootte van het stoomgemaal. Als de kolenloods bij het Woudagemaal vol lag dan was dat voor 100 draaidagen voldoende, per dag werd er ongeveer 30 ton gebruikt. Bij het lemma maalperiodes kunt u zien dat het bijna niet voorkomt dat het Woudagemaal over zo'n lange periode in een stormseizoen in werking is geweest.

De kolen konden overal en nergens vandaan komen: België, Duitsland, Engeland, Frankrijk maar natuurlijk ook uit de kolenmijnen in Limburg. Vaak werd er een melange van verschillende soorten in een partij verkocht. De mijnen in Limburg werden in de jaren zeventig geleidelijk aan gesloten nadat de grote aardgasvoorraad bij Slochteren was ontdekt.

Het Woudagemaal schakelde in 1967 ook over van kolen op dieselolie, dat was niet alleen vanwege de sluiting van de mijnen maar ook uit kostenoverwegingen: er waren geen kolensjouwers meer nodig.

Een stoker die zuinig kon stoken kon aardig wat uitsparen voor het polderbestuur, soms zag hij dat terug in een kleine gratificatie aan het eind van het stormseizoen.