Bodemdaling en R.J. Cleveringsluizen: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Vincent Erdin
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Bodemdaling. Nederland daalt, weliswaar heel langzaam maar toch is dat een onomkeerbaar proces. Het begin van de bodemdaling ligt op het moment dat er iets uitgehaald...')
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
Bodemdaling.
Het '''complex R.J. Cleveringsluizen''' bevindt zich '''in de provinciale weg N 361''' naar '''Lauwersoog'''. Het gaat om '''[[spuisluizen]]''', de '''[[schutsluis]]''' voor het scheepvaartverkeer ligt bij [['''Lauwersoog''']].


Nederland daalt, weliswaar heel langzaam maar toch is dat een onomkeerbaar proces. Het begin van de bodemdaling ligt op het moment dat er iets uitgehaald wordt.
[[Bestand:Robbengatsluis_k.jpg|595×308px|link=]]
In de middeleeuwen was dat vooral veen. Grote gebieden werden ontgonnen en nadat het veen was afgegraven werd het land niet afgedekt of verder in orde gemaakt. Er verdween een laag van soms meerdere meters. Dat kon tot gevolg hebben dat het water vrij spel kreeg en de zwakke delen van zo'n veengebied onder water kwamen te staan. Wat eerst een klein water was kon uitgroeien tot een enorm meer. Op deze manier is de Haarlemmermeer ontstaan. Een eenvoudige uitvening; een plas niet opgevuld water en stormen deden de rest. In de driehoek Amsterdam, Haarlem en Leiden was het meer een gevaarlijke plas water die meer dan eens zorgde voor overlast.
Menselijk ingrijpen zorgde hier voor de bodemdaling.


Op het moment dat de grond te nat is en het bodemwater te hoog staat kan er met behulp van mechanische bemaling worden ingegrepen. De grondwaterstand wordt aangepast aan het doel waarvoor het land nodig is: veeteelt of akkerbouw of om woningen te bouwen.
Met een '''[[spuisluis]]''' kan '''alleen onder natuurlijk verval water worden afgevoerd''', in dit geval van het '''[[Lauwersmeer]]''' naar de '''[[Waddenzee]]'''.
Leeghwater deed in de 15e eeuw de uitvinding van zijn leven en bouwde een poldermolen. Maar vanaf dat moment dat er bemaling op gang kwam klinkt de grond steeds wat verder in en daalt de bodem iets. Misschien een milimeter, misschien twee maar over een lange periode vanaf 1500 zijn we al een fors eind aan het dalen geweest in Nederland.


Gaswinning in Groningen en olie elders is ook een reden voor bodemdaling. In Groningen zit d ekern van het gasveld onder en nabij Slochteren. Vergelijk dit gebied met een soepbord: aan de randen hoog en het middendeel diep. Als gevolg van de aardgaswinning daalt de bodem met zo'n 40 cm. Het kost dan ook steeds meer moeite om het water uit dat diepe bord weg te krijgen. Om het gasveeld heen staan dan ook nieuwe gemalen die dat water omhoog pompen.  
[[Bestand:LauwersmeerSluizen.jpg|700x202px|link=]]


Wat hier is beschreven voor een groot gasveld als Slochteren in Groningen geldt in feite voor iedere grote of kleine polder. Een polder is te vergelijken met een denbeeldig soepbord. De meeste polders liggen dieper dan het buitenwater en dalen door de constante bemaling nog steeds. Dat proces van dalen en inklinken gaat heel geleidelijk. Om het te illustreren: het stoomgemaal de Cruquius maalde vanaf 1849 het water 5 meter omhoog het nieuwe gemaal Koning Willem maalt het water sinds 2005 5,5 meter omhoog.
Op het '''[[Lauwersmeer]]''' komen twee boezemstelsels samen: de '''[[Friese boezem]]''' en de '''[[Groningse boezem]]'''.
<br>De '''[[Friese boezem]]''' heeft een uitlaatpunt bij '''[[Dokkumer Nieuwe Zijlen]]'''.
<br>De Groningse boezem bij '''[[Zoutkamp]]'''. Tussen '''[[Zoutkamp]]''' en het gemaal''' [[De Waterwolf]]''' ligt de bergboezem. <br>De '''spuisluizen''' zijn in '''1969 geplaatst''' toen '''de [[Lauwerszee]] werd afgesloten''' en '''het [[Lauwersmeer]] ontstond'''. <br>Het sluizencomplex kreeg op dat moment de naam: '''Lauwerssluizen'''. Pas '''op 2 oktober 2007''' werd de naam gewijzigd in '''R.J. Cleveringsluizen'''.


Er lijkt nog een tweede proces aan de gang te zijn: de bodemdaling is al genoemd maar Nederland lijkt iets te kantelen: in het oosten iets omhoog en in het westen iets dieper.
'''R.J. Clevering''' (1914 - 2013) was van '''1955 - 1979''' voorzitter ([[dijkgraaf]]) van het '''Waterschap Hunsingo'''.  


De discussie over hogere en zwaardere dijken is al net zo oud als de eerste bodemdaling. Niet alleen de zeedijken dienen voldoende op hoogte te zijn ook de rivierdijken zullen periodiek gecontroleerd te moeten worden. Naar verwachting zal er veel meer regenwater via de rivieren afgevoerd gaan worden, de waterstanden op de rivieren: Maas, Rijn en Waal kunnen aanzienlijke fluctueren. Bij grote hoeveelheden zullen de rivieren buiten hun oevers kunnen treden als er geen, omvangrijke, maatregelen worden getroffen. Soms kan een retentiegebied de oplossing zijn, soms moet er een nieuw gemaal worden gebouwd of de capaciteit een gemaal worden uitgebreid.  
De spuisluizen bestaan uit '''drie bouwwerken''' met '''ieder vier spuikanalen'''. '''Twee''' van de drie bouwwerken staan '''op Fries grondgebied''' en '''één op Gronings grondgebied'''.


Bodemdaling heeft alles te maken met de veiligheid van inwoners in een bepaald gebied.
[[Bestand
 
De spuisluizen worden '''opengezet als het eb op de Waddenzee is'''. Op dat moment is de '''stand van het buitenwater ([[Waddenzee]]) lager dan dat van het [[Lauwersmeer]]''' en kan het onder '''vrij verval''' naar buiten stromen, waarmee de '''[[boezem]]''' wordt '''ontlast''' en daarmee '''het overtollige water kwijt''' is.
 
Dat water stroomt '''voor een belangrijk deel vanuit Friesland naar Dokkumer Nieuwe Zijlen''' en '''vanuit Groningen voor het Westerkwartier, Hunsingo en een deel van de kop van Drenthe via het Reitdiep''' naar het Lauwersmeer.
 
Met '''enige regelmaat blijven de spuisluizen wel eens wat langer open''' staan dan strikt noodzakelijk is. Op '''dat moment stroomt er zout water van de [[Waddenzee]] naar het [[Lauwersmeer]]'''. 
 
Tot de zomer van 2012 is er vaak nagedacht over '''het vervangen van de spuisluizen door een nieuw elektrisch gemaal'''. De '''capaciteit''' zou '''15.000 m3 per minuut''' bedragen.
<br>Ter vergelijking: '''[[De Cruquius]]''', bij de droogmaking van de Haarlemmermeer (1852 in bedijf): 2500 m3 per minuut, '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' Lemmer (1920 in bedrijf): 4500 m3 per minuut en het '''[[J.L. Hooglandgemaal]]''' Stavoren (1967 in bedrijf) 9000 m3 per minuut.
<br>De geraamde kosten van het gemaal zouden '''minimaal 180 miljoen euro''' bedragen. De verwachting is dat het gemaal dan '''tien dagen per jaar''' zou gaan draaien.
<br>De hoge kosten en het geringe jaarlijks gebruik en de economische recessie, die in 2008 begon, heeft het besluit in de hand gewerkt om '''het gemaal definitief niet te bouwen'''.
De s'''puisluizen blijven gehandhaafd'''.
 
Aan '''spuien onder natuurlijk verval is één belangrijk nadeel''' verbonden: '''de waterstand van het buitenwater is niet te beïnvloeden'''. Als er een '''stevige noordwester storm''' staat (windkracht 8 of meer), dan wordt het water vanuit de '''[[Noordzee]]''' de '''[[Waddenzee]]''' ingeblazen. Er staat bij '''[[Lauwersoog]]''' een '''hogere waterstand dan onder normale weersomstandigheden'''. Omdat het buitenwater '''([[Waddenzee]])''' dan hoger staat dan het binnenwater '''([[Lauwersmeer]])''', '''kunnen de spuisluizen niet geopend worden''' en '''blijft het overtollige water''' uit de Friese en Groningse boezem op het Lauwersmeer staan. Dit '''kan een aantal dagen duren''' zonder dat er dan sprake is van een groot veiligheidsrisico. Het wordt echter anders '''als er ook sprake is van gelijktijdige overvloedige neerslag (regen)'''. In dat geval raken de beide '''[[boezem]]s''' vol of zelfs overvol. Het water kan letterlijk geen kant meer op.
 
Op '''dat moment is het noodzakelijk om mechanisch te gaan bemalen'''.
'''(zie de uitleg in de 3D film in het''' '''[[bezoekerscentrum van het Woudagemaal]]''')

Versie van 5 nov 2013 16:43

Het complex R.J. Cleveringsluizen bevindt zich in de provinciale weg N 361 naar Lauwersoog. Het gaat om spuisluizen, de schutsluis voor het scheepvaartverkeer ligt bij '''Lauwersoog'''.

595×308px

Met een spuisluis kan alleen onder natuurlijk verval water worden afgevoerd, in dit geval van het Lauwersmeer naar de Waddenzee.

Op het Lauwersmeer komen twee boezemstelsels samen: de Friese boezem en de Groningse boezem.
De Friese boezem heeft een uitlaatpunt bij Dokkumer Nieuwe Zijlen.
De Groningse boezem bij Zoutkamp. Tussen Zoutkamp en het gemaal De Waterwolf ligt de bergboezem.
De spuisluizen zijn in 1969 geplaatst toen de Lauwerszee werd afgesloten en het Lauwersmeer ontstond.
Het sluizencomplex kreeg op dat moment de naam: Lauwerssluizen. Pas op 2 oktober 2007 werd de naam gewijzigd in R.J. Cleveringsluizen.

R.J. Clevering (1914 - 2013) was van 1955 - 1979 voorzitter (dijkgraaf) van het Waterschap Hunsingo.

De spuisluizen bestaan uit drie bouwwerken met ieder vier spuikanalen. Twee van de drie bouwwerken staan op Fries grondgebied en één op Gronings grondgebied.

[[Bestand

De spuisluizen worden opengezet als het eb op de Waddenzee is. Op dat moment is de stand van het buitenwater (Waddenzee) lager dan dat van het Lauwersmeer en kan het onder vrij verval naar buiten stromen, waarmee de boezem wordt ontlast en daarmee het overtollige water kwijt is.

Dat water stroomt voor een belangrijk deel vanuit Friesland naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en vanuit Groningen voor het Westerkwartier, Hunsingo en een deel van de kop van Drenthe via het Reitdiep naar het Lauwersmeer.

Met enige regelmaat blijven de spuisluizen wel eens wat langer open staan dan strikt noodzakelijk is. Op dat moment stroomt er zout water van de Waddenzee naar het Lauwersmeer.

Tot de zomer van 2012 is er vaak nagedacht over het vervangen van de spuisluizen door een nieuw elektrisch gemaal. De capaciteit zou 15.000 m3 per minuut bedragen.
Ter vergelijking: De Cruquius, bij de droogmaking van de Haarlemmermeer (1852 in bedijf): 2500 m3 per minuut, ir. D.F. Woudagemaal Lemmer (1920 in bedrijf): 4500 m3 per minuut en het J.L. Hooglandgemaal Stavoren (1967 in bedrijf) 9000 m3 per minuut.
De geraamde kosten van het gemaal zouden minimaal 180 miljoen euro bedragen. De verwachting is dat het gemaal dan tien dagen per jaar zou gaan draaien.
De hoge kosten en het geringe jaarlijks gebruik en de economische recessie, die in 2008 begon, heeft het besluit in de hand gewerkt om het gemaal definitief niet te bouwen. De spuisluizen blijven gehandhaafd.

Aan spuien onder natuurlijk verval is één belangrijk nadeel verbonden: de waterstand van het buitenwater is niet te beïnvloeden. Als er een stevige noordwester storm staat (windkracht 8 of meer), dan wordt het water vanuit de Noordzee de Waddenzee ingeblazen. Er staat bij Lauwersoog een hogere waterstand dan onder normale weersomstandigheden. Omdat het buitenwater (Waddenzee) dan hoger staat dan het binnenwater (Lauwersmeer), kunnen de spuisluizen niet geopend worden en blijft het overtollige water uit de Friese en Groningse boezem op het Lauwersmeer staan. Dit kan een aantal dagen duren zonder dat er dan sprake is van een groot veiligheidsrisico. Het wordt echter anders als er ook sprake is van gelijktijdige overvloedige neerslag (regen). In dat geval raken de beide boezems vol of zelfs overvol. Het water kan letterlijk geen kant meer op.

Op dat moment is het noodzakelijk om mechanisch te gaan bemalen. (zie de uitleg in de 3D film in het bezoekerscentrum van het Woudagemaal)