Bezoekerscentrum van het Woudagemaal en Bodemdaling: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
Het <strong>[[ir. D.F. Woudagemaal]]</strong> is geen museum. Het gemaal is een "werkend monument" en eigendom van <strong>[[Wetterskip Fryslân]]</strong>, dat het gemaal in gebruik heeft als <strong>[[boezemgemaal]]</strong>. Als zodanig is dit gemaal van 1920 een [[stoombedrijf]] dat nog altijd volledig inzetbaar is en op momenten van acute zeer [[hoge waterstanden]] in de <strong>[[Friese boezem]]</strong>, wordt het gemaal nog regelmatig ingezet om het overtollige boezemwater uit te slaan op het <strong>[[IJsselmeer]]</strong>. Het is het grootste nog werkend <strong>[[stoomgemaal]]</strong> ter wereld.
'''Bodemdaling'''
Het gemaal vormt door zijn aard en ontwerp een industrieel erfgoed van formaat!
[[Bestand:29-PA043313.jpg‎|600×450px|link=]]
Dat was ook de reden dat het gemaal in 1998 op de UNESCO-lijst van werelderfgoederen werd geplaatst.


Daarmee verplichtte het <strong>[[Wetterskip Fryslân]]</strong> zich tot het openstellen van het gemaal voor bezoekers. De organisatie van <strong>bezoek en rondleiding</strong> werd in handen gelegd van een <strong>[[Stichting ir. D.F. Woudagemaal]]</strong>.
'''Nederland daalt''', weliswaar '''heel langzaam''', maar toch is dat '''een onomkeerbaar proces'''. De daling van de bodem is een '''natuurlijk geologisch''' proces. Hoewel deze '''bodemdalingsfactor mogelijk gering''' is, kunnen we toch zeggen dat het '''landoppervlak nergens een stabiele hoogteligging''' heeft.
Deze stichting werkt voornamelijk met <strong>vrijwilligers</strong>. Er werden vanaf juli 2001 rondleidingen verzorgd vanuit een noodlokaal dat vlakbij het gemaal werd opgericht. Gedurende een periode van 10 jaar heeft een toenemend aantal <strong>rondleiders</strong> vanuit deze locatie talloze rondleidingen door het gemaal gerealiseerd.
<br>Er lijkt bovendien '''een tweede proces''' aan de gang te zijn: '''Nederland lijkt''' iets '''te kantelen''': in het '''oosten iets omhoog''' en in het '''westen iets dieper'''.


Door de '''groeiende belangstelling''', ook internationaal, van bezoekers, scholen, verenigingen, bedrijven en instellingen ontstond er de behoefte om de te geven <strong>voorlichting, informatie en kennisdeling over het Woudagemaal</strong> met zijn <strong>[[Woudagemaal bouwkundig en technisch|stoominstallaties]]</strong> en het <strong>[[waterbeheer]]</strong> van het <strong>[[waterschap]]</strong> te gaan professionaliseren, waarbij de inzet van vrijwilligers zeer belangrijk zou blijven als de ruggengraat voor de nieuw op te zetten organisatie.  
In de '''17e eeuw''' kreeg '''Amsterdam overlast van het water van de toenmalige Zuiderzee'''. om inzicht te krijgen in wat er nu eigenlijk aan de hand was, liet liet burgemeester Hudde '''[[dijkpeilstenen]]''' of '''[[huddestenen]]''' langs het '''[[IJ]]''' inmetselen in een aantal bruggen en sluizen.
<br>Vanaf de '''horizontale kerf in de steen''' werd vanaf dat moment de '''waterhoogte van het [[IJ]]''' gemeten, een '''aantal malen per dag'''. Zo werd de basis gelegd voor wat later het '''[[Normaal Amsterdams Peil]]''' zou worden.


Daarom hebben het <strong>[[Wetterskip Fryslân]]</strong>, de Provinsje Fryslân, het bedrijfsleven en overige sponsoren zich gezamenlijk financieel ingezet voor de totstandkoming van een '''nieuw bezoekerscentrum''' op het terrein van het Woudagemaal.
[[Bestand:Huddesteen_eenhoornsluis_k.jpg|400×433px|link=]]
Het centrum is gerealiseerd in de onmiddellijke nabijheid, echter zodanig, dat het karakter van het historisch erfgoed en dat van het modern vormgegeven gebouw een juiste scheiding geven, maar bovendien gezamenlijk op geen enkele wijze een dissonant vormen.
Bovendien is het nieuwe gebouw prachtig gelegen aan de "Lemster Baai", vanuit de <strong>[[Panoramazaal]]</strong> geeft het een sfeervol uitzicht over het water van het IJsselmeer.
De bodemdaling werd ook beïnvloed vanaf het moment dat men activiteiten in de bodem en het bodemoppervlak ging ontwikkelen.


[[Bestand:Original8.jpg|700x470px|link=]]
'''In de Middeleeuwen''' '''en later''' was dat vooral de '''vervening'''.


Op 4 oktober 2011 werd het gebouw onder grote belangstelling op feestelijke wijze '''geopend door HKH Prinses Margriet'''. Sindsdien mag het Woudagemaal met het nieuwe bezoekerscentrum zich verheugen in een groeiende belangstelling van bezoekers en de vrienden van het gemaal.
'''In Zeeland en delen van Holland''' diepte men '''veengrond''' op om door middel van '''verbranding''' daaruit '''het ingesloten zout te winnen''' '''([[selbarnen]])'''. Grote gebieden aan '''laaggelegen veen''' verdwenen '''onder het waterpeil''' en de '''watervlakten''' die ontstonden '''breidden zich door stormen en bijbehorende afslag snel uit'''.


Het '''ontwerp''' voor het nieuwe bezoekerscentrum is van de hand van [[architect Jelle de Jong]] uit Lemmer. Het gebouw is gebouwd op betonnen palen en met een loopbrug verbonden met <strong>[[ir. D.F. Woudagemaal]]</strong>.  
Het '''winnen van veen om er turf van te maken''' is mogelijk nog '''veel ouder'''. In ieder geval wordt er '''vanaf de Middeleeuwen op systematische wijze veel turf gemaakt''', een grootschalig proces dat '''pas in de 20e eeuw''' wordt '''beëindigd'''.
In het centrum is naast de entree met balie, een expositieruimte, een filmzaal en winkel aanwezig.
<br>In de '''lage gebieden beneden de zeespiegel''' wordt de '''veenspecie opgegraven of opgebaggerd''' om op de tussenliggende stroken land te worden '''uitgespreid en gedroogd'''. Als deze specie voldoende droog is wordt ze '''tot kleine turven gesneden''': de zogenaamde '''baggelaars'''.
De <strong>representatief en professioneel ingerichte expositie</strong> besteedt aandacht aan de volgende onderwerpen:
[[Bestand:Baggelaar_k.jpg|400×300px|link=]]
'''Baggelaar'''


<ul>
<br>In de '''hoogveengebieden op de zandgronden''' wordt de droge, '''boven de zeespiegel gelegen veengrond''' '''gesneden en gewonnen in de vorm van de grote hoogveenturven'''.
<li> De werking van het stoomgemaal op stoom met stoomketels, stoommachines en pompen
[[Bestand:Hoogveenturf_steken_k.jpg|400×314px|link=]]
'''Hoogveenturf'''


<li> Het waterbeheer in zijn algemeenheid en in Friesland in het bijzonder
De '''grote gebieden''', waaruit de turf was gewonnen, werden''' als watervlakten achtergelaten''', of ze werden '''ontgonnen tot cultuurland''', meestal voor het veeteeltbedrijf.
<br>Uiteraard lagen deze gebieden na het wegnemen van het veen '''beduidend lager dan oorspronkelijk'''. '''[[Bemaling]]''' van dit cultuurland deed zijn intrede. 
<br>Er verdween een laag van '''soms meerdere meters'''. Dat kon '''tot gevolg''' hebben dat het '''water vrij spel''' kreeg en de zwakke delen van zo'n veengebied '''onder water''' kwamen te staan. Wat eerst een klein water was kon '''uitgroeien tot een enorm meer'''.
[[Bestand:Fochtloerveen_k.jpg|400×218px|link=]]


<li> De beleving van het gemaal "in werking"
<br>Op deze manier is de '''[[Haarlemmermeer]]''' ontstaan. Een eenvoudige uitvening: een plas niet opgevuld met grond, water en stormen deden de rest. '''In de driehoek Amsterdam, Haarlem en Leiden was het meer een gevaarlijke plas water''', die meer dan eens zorgde voor overlast. Uiteindelijk maakte de bemaling met '''[[stoommachine|stoommachines]]''' het mogelijk de '''[[Haarlemmermeer]]''' te beteugelen door het droog te malen.
</ul>
[[Bestand:Haarlemmermeer-Jan_van_Goyen_k.jpg|400×276px|link=]]
'''De Haarlemmermeer voor de drooglegging'''


Naast het '''verstrekken van informatie aan het publiek''', beoogt men ook het '''leggen van verbanden''' met andere stoom-, water- en <strong>[[UNESCO gerelateerde sites]]</strong> en objecten. Bij het geven van informatie streeft men daarnaast ook naar multifunctionaliteit: men wil in het centrum ook de mogelijkheden tot '''[[educatie]], schoolbezoeken, bedrijfsbezoeken en het geven van presentaties''' ten volle benutten. Bij de inrichting en opzet heeft men vooral een '''interactieve sfeer''' voor de bezoekers nagestreefd: door middel van films, computers met 3D-animaties, interactieve opstellingen, informatiepanelen, schaalmodellen en maquettes is geprobeerd op technisch hoogstaande wijze de communicatieve boodschap over te brengen.
'''Zolang de bodem''' in de lage gebieden '''voldoende is doordrongen van grondwater''', werkt de '''veenlaag als een soort spons'''. Deze bodemlaag heeft in '''vele eeuwen voldoende steun gegeven aan de oppervlakte''': op de veenbodem waren voor de bewoners voldoende positieve omstandigheden aanwezig om zich hier blijvend te vestigen.


Daarmee is het centrum zeer geschikt geworden voor een '''grote diversiteit aan doelgroepen: dagtoeristen van toeroperators en VVV's, stoomliefhebbers en liefhebbers van gemalen, geïnteresseerden in waterbeheer, onderwijs in alle geledingen, regionale en landelijke verenigingen, belangstellenden voor de UNESCO-erfgoederen, bedrijven (excursies, workshops en presentaties), liefhebbers van monumenten en landschaps- en natuurliefhebbers'''.
Door''' intensitieve bewoning''' en het '''toenemen van de cultuurdruk''' ontstaat er behoefte aan '''meer en voldoende gebieden waar het droog en stevig genoeg is''', om er nieuwe nederzettingen en bestaansactiviteiten te kunnen ontwikkelen.
<br>Daarom worden er '''steeds meer pogingen ondernomen om de algemene waterstand te gaan beheersen''', ook gaat men steeds sterker '''bemalen: diepontwatering''' is lange tijd in de mode geweest.


'''Vrijwilligers''' staan iedere dag klaar om de bezoekers te ontvangen en in het centrum te begeleiden. Tijdens een bezoek aan het bezoekerscentrum is '''een rondleiding''' in het naastgelegen grootste nog werkende stoomgemaal ter wereld '''één van de hoogtepunten'''. De rondleiders stellen de bezoekers in de gelegenheid om onder begeleiding deel te nemen aan een uitgebreide rondleiding waarbij een gedegen uitleg wordt gegeven over de werking en de installaties van het gemaal.
Op het moment dat de grond te nat is en het bodemwater te hoog staat, kan er met behulp van '''mechanische bemaling''' worden ingegrepen. De '''grondwaterstand wordt aangepast''' aan het doel waarvoor het land nodig is: veeteelt of akkerbouw of om woningen te bouwen.
<br>Leeghwater deed in de 15e eeuw de uitvinding van zijn leven: hij verbeterde de beheersing van windenergie en bouwde een '''[[poldermolen]]'''.
[[Bestand:Poldermolen_k.jpg|400×300px|link=]]


[[Bestand:IMG 1943sfk.JPG|600x400px|link=]]
Maar '''vanaf het moment dat er bemaling op gang kwam''', '''klinkt de grond door de onttrekking van water steeds wat verder in''' en daardoor daalt de bodem iets. Het gaat daarbij misschien om millimeters, maar over een lange periode vanaf 1500 is de oppervlakte '''in het westen van Nederland al een fors eind gedaald'''.
<br>Ook in het Lage Midden van Fryslân is dit dynamisch proces duidelijk merkbaar en het '''werkt nu nog steeds door'''.  


In de '''panoramazaal''' is er gelegenheid tot ontspanning. Hier vindt u ook een koffie- en theeschenkerij, waar u kunt genieten van een geweldig uitzicht over het IJsselmeer en op het Woudagemaal.  
'''Moderne menselijke activiteiten''' zijn ook van grote invloed op de bodemdaling.
Het is een plek met allure voor bijeenkomsten, vergaderingen, trouwerijen en lunches.
<br> De '''gaswinning in Groningen en Fryslân''' en de '''winning van olie in zuidoost Drenthe en in Zuid-Holland''' zijn ook oorzaken van bodemdaling. In Groningen zit de kern van het grote '''gasveld onder en nabij Slochteren'''. Vergelijk dit gebied met een soepbord: aan de randen hoog en het middendeel diep. Ook op andere locaties in Groningen en Fryslân bevinden zich tal van gasvelden.
 
[[Bestand:Natural_gas_NL_k.jpg|400×375px|link=]]
 
Als '''gevolg van de aardgaswinning daalt de bodem''' met tientallen centimeters: soms wel 40 cm. Als de '''gasdruk uit de diepere aardlagen van deze gebieden vermindert, ontstaan er zelfs geologische verschijnselen''': sinds de winning van het aardgas hebben zich al '''verscheidene grotere en kleinere aardbevingen''' in deze gebieden voorgedaan.
[[Bestand:Stadtroda_Sandstein_k.jpg|200×150px|link=]]
'''Zandsteenlagen waarbinnen in de bodem aardgas is ingesloten'''
 
Het kost steeds meer moeite om het oppervlaktewater uit gebieden met bodemdaling weg te krijgen. Om en in de gasvelden staan dan ook veel '''nieuwe gemalen''', die dat water uit de winningsgebieden moeten pompen.
 
Wat hierboven is beschreven voor een groot gasveld als Slochteren in Groningen, of de kleinere gasvelden, geldt in feite '''ook voor iedere grote of kleine polder'''. De meeste polders liggen dieper dan het buitenwater en '''dalen door de constante bemaling nog steeds'''. Dat proces van dalen en inklinken '''gaat heel geleidelijk'''. Om het te illustreren: het stoomgemaal de Cruquius maalde vanaf 1849 het water 5 meter omhoog, het nieuwe gemaal Koning Willem maalt het water sinds 2005 5,5 meter omhoog.
In het Lage Midden van Fryslân is de bodem in de laatste dennia tientallen centimeters gedaald.
 
De '''discussie over hogere en zwaardere dijken''' houdt '''met bodemdaling verband''' en is daarom al net zo oud als de eerste bodemdaling. '''Niet alleen de zeedijken''' dienen voldoende op hoogte te zijn, '''ook de rivierdijken''' zullen periodiek op hun hoogte gecontroleerd moeten worden.
<br>Immers: naast bovengenoemde oorzaken van bodemdaling is er '''ook sprake van stijging van de zeespiegel!''' Ook hier ligt '''het menselijk handen voor een deel via klimaatfactoren en klimaatverandering ten grondslag aan''' deze zeespiegelstijging.
Het gaat hierbij bovendien om '''een optelsom''': door de genoemde '''klimaatverandering''' zal er naar verwachting ook veel '''meer regenwater via de rivieren afgevoerd''' gaan worden, de waterstanden op de rivieren: Maas, Rijn en Waal kunnen in de toekomst aanzienlijke fluctueren. '''Bij grote hoeveelheden zullen de rivieren buiten hun oevers kunnen treden''' als er geen, omvangrijke, maatregelen worden getroffen.
 
[Bestand:Oosterschelde-stormvloedkering_k.jpg|400×284px|link=]]
'''Stormvloedkering Oosterschelde
'''
<br>'''De zeespiegelstijging, bodemdaling en toenemende wateroverlast door neerslag''' vormen voor de toekomst '''totaalproblemen, waarvoor wij in Nederland nieuwe oplossingen zullen moeten vinden'''.
Soms kunnen voorlopig '''[[retentiegebieden]]''' nog de oplossing zijn, soms moet er '''een nieuw gemaal''' worden gebouwd, of moet de capaciteit een gemaal worden uitgebreid. In de toekomst zullen we ons ook moeten bezighouden '''met nieuwe waterstaatswerken en methoden van dijkbouw'''.

Versie van 3 okt 2012 15:38

Bodemdaling

Nederland daalt, weliswaar heel langzaam, maar toch is dat een onomkeerbaar proces. De daling van de bodem is een natuurlijk geologisch proces. Hoewel deze bodemdalingsfactor mogelijk gering is, kunnen we toch zeggen dat het landoppervlak nergens een stabiele hoogteligging heeft.
Er lijkt bovendien een tweede proces aan de gang te zijn: Nederland lijkt iets te kantelen: in het oosten iets omhoog en in het westen iets dieper.

In de 17e eeuw kreeg Amsterdam overlast van het water van de toenmalige Zuiderzee. om inzicht te krijgen in wat er nu eigenlijk aan de hand was, liet liet burgemeester Hudde dijkpeilstenen of huddestenen langs het IJ inmetselen in een aantal bruggen en sluizen.
Vanaf de horizontale kerf in de steen werd vanaf dat moment de waterhoogte van het IJ gemeten, een aantal malen per dag. Zo werd de basis gelegd voor wat later het Normaal Amsterdams Peil zou worden.

400×433px

De bodemdaling werd ook beïnvloed vanaf het moment dat men activiteiten in de bodem en het bodemoppervlak ging ontwikkelen.

In de Middeleeuwen en later was dat vooral de vervening.

In Zeeland en delen van Holland diepte men veengrond op om door middel van verbranding daaruit het ingesloten zout te winnen (selbarnen). Grote gebieden aan laaggelegen veen verdwenen onder het waterpeil en de watervlakten die ontstonden breidden zich door stormen en bijbehorende afslag snel uit.

Het winnen van veen om er turf van te maken is mogelijk nog veel ouder. In ieder geval wordt er vanaf de Middeleeuwen op systematische wijze veel turf gemaakt, een grootschalig proces dat pas in de 20e eeuw wordt beëindigd.
In de lage gebieden beneden de zeespiegel wordt de veenspecie opgegraven of opgebaggerd om op de tussenliggende stroken land te worden uitgespreid en gedroogd. Als deze specie voldoende droog is wordt ze tot kleine turven gesneden: de zogenaamde baggelaars. 400×300px Baggelaar


In de hoogveengebieden op de zandgronden wordt de droge, boven de zeespiegel gelegen veengrond gesneden en gewonnen in de vorm van de grote hoogveenturven. 400×314px Hoogveenturf

De grote gebieden, waaruit de turf was gewonnen, werden als watervlakten achtergelaten, of ze werden ontgonnen tot cultuurland, meestal voor het veeteeltbedrijf.
Uiteraard lagen deze gebieden na het wegnemen van het veen beduidend lager dan oorspronkelijk. Bemaling van dit cultuurland deed zijn intrede.
Er verdween een laag van soms meerdere meters. Dat kon tot gevolg hebben dat het water vrij spel kreeg en de zwakke delen van zo'n veengebied onder water kwamen te staan. Wat eerst een klein water was kon uitgroeien tot een enorm meer. 400×218px


Op deze manier is de Haarlemmermeer ontstaan. Een eenvoudige uitvening: een plas niet opgevuld met grond, water en stormen deden de rest. In de driehoek Amsterdam, Haarlem en Leiden was het meer een gevaarlijke plas water, die meer dan eens zorgde voor overlast. Uiteindelijk maakte de bemaling met stoommachines het mogelijk de Haarlemmermeer te beteugelen door het droog te malen. 400×276px De Haarlemmermeer voor de drooglegging

Zolang de bodem in de lage gebieden voldoende is doordrongen van grondwater, werkt de veenlaag als een soort spons. Deze bodemlaag heeft in vele eeuwen voldoende steun gegeven aan de oppervlakte: op de veenbodem waren voor de bewoners voldoende positieve omstandigheden aanwezig om zich hier blijvend te vestigen.

Door intensitieve bewoning en het toenemen van de cultuurdruk ontstaat er behoefte aan meer en voldoende gebieden waar het droog en stevig genoeg is, om er nieuwe nederzettingen en bestaansactiviteiten te kunnen ontwikkelen.
Daarom worden er steeds meer pogingen ondernomen om de algemene waterstand te gaan beheersen, ook gaat men steeds sterker bemalen: diepontwatering is lange tijd in de mode geweest.

Op het moment dat de grond te nat is en het bodemwater te hoog staat, kan er met behulp van mechanische bemaling worden ingegrepen. De grondwaterstand wordt aangepast aan het doel waarvoor het land nodig is: veeteelt of akkerbouw of om woningen te bouwen.
Leeghwater deed in de 15e eeuw de uitvinding van zijn leven: hij verbeterde de beheersing van windenergie en bouwde een poldermolen. 400×300px

Maar vanaf het moment dat er bemaling op gang kwam, klinkt de grond door de onttrekking van water steeds wat verder in en daardoor daalt de bodem iets. Het gaat daarbij misschien om millimeters, maar over een lange periode vanaf 1500 is de oppervlakte in het westen van Nederland al een fors eind gedaald.
Ook in het Lage Midden van Fryslân is dit dynamisch proces duidelijk merkbaar en het werkt nu nog steeds door.

Moderne menselijke activiteiten zijn ook van grote invloed op de bodemdaling.
De gaswinning in Groningen en Fryslân en de winning van olie in zuidoost Drenthe en in Zuid-Holland zijn ook oorzaken van bodemdaling. In Groningen zit de kern van het grote gasveld onder en nabij Slochteren. Vergelijk dit gebied met een soepbord: aan de randen hoog en het middendeel diep. Ook op andere locaties in Groningen en Fryslân bevinden zich tal van gasvelden.

400×375px

Als gevolg van de aardgaswinning daalt de bodem met tientallen centimeters: soms wel 40 cm. Als de gasdruk uit de diepere aardlagen van deze gebieden vermindert, ontstaan er zelfs geologische verschijnselen: sinds de winning van het aardgas hebben zich al verscheidene grotere en kleinere aardbevingen in deze gebieden voorgedaan. 200×150px Zandsteenlagen waarbinnen in de bodem aardgas is ingesloten

Het kost steeds meer moeite om het oppervlaktewater uit gebieden met bodemdaling weg te krijgen. Om en in de gasvelden staan dan ook veel nieuwe gemalen, die dat water uit de winningsgebieden moeten pompen.

Wat hierboven is beschreven voor een groot gasveld als Slochteren in Groningen, of de kleinere gasvelden, geldt in feite ook voor iedere grote of kleine polder. De meeste polders liggen dieper dan het buitenwater en dalen door de constante bemaling nog steeds. Dat proces van dalen en inklinken gaat heel geleidelijk. Om het te illustreren: het stoomgemaal de Cruquius maalde vanaf 1849 het water 5 meter omhoog, het nieuwe gemaal Koning Willem maalt het water sinds 2005 5,5 meter omhoog. In het Lage Midden van Fryslân is de bodem in de laatste dennia tientallen centimeters gedaald.

De discussie over hogere en zwaardere dijken houdt met bodemdaling verband en is daarom al net zo oud als de eerste bodemdaling. Niet alleen de zeedijken dienen voldoende op hoogte te zijn, ook de rivierdijken zullen periodiek op hun hoogte gecontroleerd moeten worden.
Immers: naast bovengenoemde oorzaken van bodemdaling is er ook sprake van stijging van de zeespiegel! Ook hier ligt het menselijk handen voor een deel via klimaatfactoren en klimaatverandering ten grondslag aan deze zeespiegelstijging. Het gaat hierbij bovendien om een optelsom: door de genoemde klimaatverandering zal er naar verwachting ook veel meer regenwater via de rivieren afgevoerd gaan worden, de waterstanden op de rivieren: Maas, Rijn en Waal kunnen in de toekomst aanzienlijke fluctueren. Bij grote hoeveelheden zullen de rivieren buiten hun oevers kunnen treden als er geen, omvangrijke, maatregelen worden getroffen.

[Bestand:Oosterschelde-stormvloedkering_k.jpg|400×284px|link=]] Stormvloedkering Oosterschelde
De zeespiegelstijging, bodemdaling en toenemende wateroverlast door neerslag vormen voor de toekomst totaalproblemen, waarvoor wij in Nederland nieuwe oplossingen zullen moeten vinden. Soms kunnen voorlopig retentiegebieden nog de oplossing zijn, soms moet er een nieuw gemaal worden gebouwd, of moet de capaciteit een gemaal worden uitgebreid. In de toekomst zullen we ons ook moeten bezighouden met nieuwe waterstaatswerken en methoden van dijkbouw.