Bouw van het stoomgemaal en De Waterwolf: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Vincent Erdin
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''Bouw van het stoomgemaal bij Tacozijl ([[ir. D.F. Woudagemaal]])'''
'''Verlaging van de waterstand brengt meerdere koren in het land''', dit is het '''motto van het [[boezemgemaal]] De Waterwolf'''.


'''Het politieke besluit''' om een boezemgemaal te gaan bouwen was al '''in 1913 door Provinciale Staten van Friesland''' genomen. Hiermee was een eind gekomen aan decennialang overwegen, afwegen, uitstellen en soms kwam van uitstel ook afstel. Na het besluit namen de '''voorbereidingen drie jaar''' in beslag en zodoende werd er '''pas in 1916 begonnen met de bouw'''.
'''Gemaal de Waterwolf''' is gebouwd in opdracht van het Groningse '''doelwaterschap Electra'''. Het Waterschap Electra werd '''in 1913 opgericht''' met als doel/opdracht '''om te komen tot een betere afwatering in Hunsingo, Westerkwartier en de kop van Drenthe'''. Eigenlijk was waterschap '''Electra''' '''een overkoepelend waterschap'''. Na alle fusies die hebben plaatsgevonden is het waterschap Electra '''in 1994 opgegaan''' in '''Waterschap Noorderzijlvest''' (Groningen). Het gemaal is inmiddels '''Rijksmonument'''.


Als opzichters werden aangesteld: R. Miedema, R. Sollaart en W Anema. In het bouwteam zat uiteraard ook de hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat: ir. D.F. Wouda.  
Het '''[[boezemgemaal]]''' '''De Waterwolf''' werd '''tussen 1918 en 1920 gebouwd''' op de plaats waar het '''Kommerzijlsterried''' en het '''Reitdiep''' samenkomen. De buurt had geen eigen naam maar werd na de bouw van het gemaal aangeduid met '''Electra''' of '''Lammerburen'''. Formeel staat het gemaal in het dorp '''Oldehove'''.


Op 1 november 1916 vindt de aanbesteding 's middags om 12.00 uur plaats in Leeuwarden. Aannemers konden inschrijven voor verschillende onderdelen uit het bestek: baggeren en de bouw van schoorsteen, ketelhuis en de machinehal. Voor het maken van de funderingsput en daarmee het uitbaggeren van deze put haalde S. Krikke samen met Y. Dikkerhoorn uit Gorredijk de opdracht binnen. Zij zouden f 0.60 per m3 ontvangen. De grond die uit de bouwput afkomstig was zou in de Teroelsterkolk worden gestort op aangewezen plaatsen.
[[Bestand:De_Waterwolf_Electra_Groningen_k.jpg|600×443px|link=]]
De opdraacht voor de bouw van de machinehal en het ketelhuis werd binnengehaald door de gebroeders Joh. en Jac. Broersma in Alkmaar voor een bedrag van f 764.400,- daarmee was dit bouwbedrijf de laagste inschrijver. Het verschil met de hoogste bieding van f 200.000,-. De gebroeders W. en H. Geveke in Gorredijk hadden ingeschreven voor f 960.000,-.


Nu de belangrijkste aannemers bekend zijn kunnen er afspraken gemaakt worden. Waar komt de bouwput, hoe ver uit de teen van zeedijk van de Zuiderzee (5 meter) in een talud van 4 op 1 en hoe diep gaat deze worden. Vrij snel na de aanbesteding worden daar in het bouwteam de eerste afspraken over gemaakt.
In de '''[[machinekamer]]''' staan '''vier elektrisch aangedreven Stork [[schroefpompen]]''' als''' [[opvoerwerktuig]]'''.
Het eerste tastbare en zichtbare werk is het opwerpen van een kade. Wouda verschijnt met enige regelmaat op de bouwplaats om te overleggen maar ook om de stand van zaken in ogenschouw te nemen, hij is uiteindelijk hoofdverantwoordelijke.
<br>Het gemaal is '''op 5 november 1920''' door '''Koningin Wilhelmina''' in gebruik gesteld (nog geen maand nadat de Majesteit het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' in gebruik had gesteld!) .
<br>De s'''tichtingskosten''' waren '''3 miljoen gulden'''.


In november wordt de eerste baggermachine aangevoerd, een sleepboot en vier bakken en een schip geladen met steenkool. Hiermee kan het baggerwerk beginnen. Er zijn 2 grondwerkers, 3 arbeiders en 6 timmerlieden, 7 baggerlieden en 2 stokers op de bouwplaats aan het werk. Enkele weken later komt ook de tweede baggermachine op de bouwplaats aan.
De '''capaciteit van het gemaal is net zo groot''' als van het '''ir. D.F. Woudagemaal''': '''4000 m3 per minuut'''.


Voor het maken van de sluisdeuren wordt vastgesteld dat er per deur 700 stuks verzinkte spijkers van 12 cm nodig zijn.
'''In 1920''' waren '''drie pompen geplaatst''', in '''1928''' volgde een '''uitbreiding met een vierde pomp'''.
<br>In '''1997''' zijn er '''twee kleinere pompen onder de vloer bijgeplaatst van ieder 250 m3 per minuut''', waardoor de capaciteit uitgebreid is tot '''4500 m3''' per minuut.


Vanaf eind november komen er enorme transporten op gang: 1736 heipalen voor het machinegebouw en 576 voor ketelhuis en schoorsteen. In het begin komen al deze ladingen op de bouwplaats. Daar worden de heipalen gecontroleerd en voorzien van een ,,F" als ze zijn goedgekeurd en gebruikt kunnen worden. Gaandeweg ontstaan er de nodige problemen. De afgekeurde palen moeten binnen acht dagen van de bouwplaats zijn weggehaald en vervangen door nieuwe. Omdat dit niet correct wordt nagevolgd wordt er besloten wordt om de heipalen voortaan bij het tramstation van Lemmer onder andere op spint te keuren. De afgekeurde palen liggen dan ook niet langer in de weg.
Van '''1920-1946''' is het gemaal '''via een hoogspanningskabel voorzien van elektriciteit''', van '''1946 tot 1975''' was het een '''diesel-elektrisch gemaal''' en na de '''ombouw van 1975/78''' is het een '''dieselgemaal''' aangedreven door '''vier Brons motoren uit Appingedam'''.


In december wordt ook de schafkeet geplaatst zodat de werklieden droog en beschut kunnen zitten tijdens de schaft. Vanaf dit moment (december 1916) worden er steeds meer materialen ingekocht en op afroep in Tacozijl afgeleverd. Vlak voor kerst komt er nog ene partij van 47.798 kg betonijzer aan op de bouwplaats. Inmiddels is het het dermate slecht weer geworden dat er nauwelijks meer doorgwerkt kan worden. De schaftkeet was dus niet voor niets maar buitenwerk was er tot januari gedurende enkele weken niet meer bij. Wouda is eindverantwoordelijk maar soms gaat de opzichter naar een elverancier om de materialen te keuren zoals het gegalvaniseede draad en het hout voor de sluisdeuren. Op 19 maart 1917 gaat Miedema voor het hout naar Middelburg, op de terugweg gaat hij ook bij Louis Smulders en Co. in Utrecht langs om de laatste besprekingen te voeren over de machines die gelaatst zullen worden: hoge en lage drukcilinders en de centrifugaalpompen. Omdat Miedema toch langs Leeuwarden komt gaat hij ook bij Wouda langs. Op 22 maart is hij weer terug op de bouwplaats.  
Architect van het gemaal is '''Willem Reitsema''' (1885 - 1963) uit '''Leens'''. H. Nienhuis, eveneens uit Leens, is betrokken geweest bij de veranderingen in 1946. De '''bouwstijl''' wordt als ''',,ambachtelijk en traditioneel"''' omschreven. Reitsema heeft een gevarieerd oeuvre op zijn naam staan: boerderijen, woningen, garages en utiliteitsgebouwen. Als architect is Reitsema niet in één bepaalde stijl onder te brengen hij varieerde op de '''Amsterdamse school''' die de naam '''Groninger stijl''' kreeg. Ook gebruikt hij de stijlkenmerken van''' Dudok''' en de '''Delftse school'''.


Begin januari 1917 komt er nog een opzichter in dienst: P. Buwalda, niet duidelijk is wat de taakafbakening tussen de verschillende opzichters is geweest.  
[[Bestand:Waterwolf_k.jpg|600×400px|link=]]


Het is een provinciaal stoomgemaal. Behalve dat Wouda met regelmaat op de bouwplaats verschijnt zijn op 15 januari de Commissaris der Koningin en Gedeputeerde L. van de Zwaag vanuit Leeuwarden naar Tacozijl gekomen om zich in aanwezigheid van Wouda op de hoogte te stellen van de werkzaamheden. Enkele maanden later, in april, laat het volledige college zich op de bouwplaats zien.
'''De Waterwolf''' bemaalt '''67.000 hectare in het westen''' van de provincie '''Groningen''' en '''29.000 hectare in het noorden''' van de '''Drenthe'''. Het gemaal maalt af op een peil van ''' - 0.93 m NAP'''. Dat is aanzienlijk lager dan het peil in de '''[[Friese boezem]]''': '''- 0.52 m NAP'''. Dat zorgt ervoor dat er '''goed overleg moet zijn''' tussen het '''Wetterskip Fryslân''' en het waterschap '''Noorderzijlvest''' '''over het gebruik van het Lauwersmeer'''. Het Friese water komt via '''[[Dokkumer Nieuwe Zijlen]]''' op het Lauwersmeer.
 
Begin maart wordt er een stelling opgebouwd waar de werklieden gebruik van kunnen maken bij het inelkaar zetten van de sluisdeuren
 
Iets wordt opgeschreven omdat er iets gebeurde wat voorkomen moet worden, zo moet ook de plaatsing van het waarschuwingsbord aan de noordzijde van de brug bij de Zijlroede worden gezien. Er liep een telefoondraad, schippers diende attent te zijn op deze draadverbinding; advies met gestreken mast passeren en anders gelieve de schade aan de kabel uit eigen zak op tafel leggen.
 
Op 13 april komen de acht taatsen en keuspotten voor de sluisdeuren met een gezamenlijk gewicht van 3317 1/2 kg aan. 
 
Bij het werk zijn twee schepen gebruikt: de Senior (schipper: H. Havers) en Jetta (schipper: D. Timmer) voor het vervoeren van stortsteen. De opzichter kon weten dat de schepen voldoende waren geladen door ze langs de ijksteen te laten afmeren.
 
Eind april is de funderingsput vrijwel gereed en droog, althans de put moet worden drooggehouden met behulp van een locomobiel, een kleine stoommachine. Echter bij controle blijkt dat de put door de aanwezige ,,morsgrond" niet op diepte is. Het gaat om een verschil van 20 centimeter. Volgens een opgemaakt rapport is er 31.715,85 m3 bagger uit de put gekomen, tegen een prijs van f 0.60 per m3.
 
 
 
 
Bij het stoomgemaal zijn '''twee dienstwoningen''' gebouwd: '''één voor de machinist en één voor de stoker''' die op het gemaal zouden gaan werken. De woningen zijn tussen oktober 1919 en februari 1920 gebouwd. In het bouwverslag van de opzichter staat bij de week van 4 november 1919 een bijzondere aantekening: ,,Wegens Katholieke zondag werd er zaterdag weinig uitgevoerd", op zaterdag waren in verband met deze zondag 3 metselaars vertrokken. Of het hier om een bijzondere naamdag gaat, staat niet in het verslag.
De deuren die in de woningen zijn geplaatst werden geleverd door de firma Overmeer in Leeuwarden.
 
 
 
 
De '''[[Schoorsteen|schoorsteen]]''' is gemaakt door de '''firma Canoy Herfkens uit Venlo''' in maart 1916 werd de overeenkomst door ir. D.F. Wouda en de firma Herfkens getekend. kosten van de schoorsteen werden begroot op f 15.685,-.
 
[[Bestand:Schoorsteen_k.jpg|400×600px|link=]]  
 
De '''[[Schoorsteen|schoorsteenmetselaars]]''' zijn op 15 augustus 1917 aan het werk gegaan. In de eerste week is er al een stukje van 2 meter boven het fundament opgemetseld, dat is dan op 3.20 m boven NAP.
<br>'''Meerdere keren ligt het werk stil omdat er een zware storm over de vlakte raast''' die het onmogelijk maakt om op grotere hoogte aan het werk te gaan. De werkzaamheden vorderen gestaan en '''per week wordt er ongeveer drie meter bijgemetseld'''.
<br>In oktober wordt er al een begin gemaakt met de '''[[Schoorsteen|binnenschacht]]''' van de schoorsteen, ook wel '''[[Schoorsteen|schutwand]]''' genoemd.
<br>De schoorsteen heeft aan de onderkant een diameter van 622 cm en binnenin de schoorsteen aan de voet 392 cm. Aan de top is de omtrek aan de buitenzijde 287 cm en binnen 235 cm.
 
De '''tweede schoorsteen''' die opgemetseld zou worden werd bijna twee keer zo duur nadat bij de eerste schoorsteen de bliksem was ingeslagen.
 
'''In 1955 is er groot onderhoud aan de [[Schoorsteen|schoorsteen]]''' uitgevoerd. Dat was nodig omdat er bij een controle scheuren waren ontdekt in axiale richting met een lengte van 7 centimeter. Een tweede reden om de schoorsteen na te lopen was de komst van de nieuwe ketels.
 
[[Bestand:6_oorspronkelijke_Piedboeuf_ketels.jpg|600×471px|link=]]
   
   
<br>Met de '''oude ketels werd een temperatuur bereikt van 200 o C. aan de voet van de schoorsteen''', na installatie van '''de vier nieuwe ketels zou dat oplopen tot 350 o C'''. De herstelwerkzaamheden aan de schoorsteen zijn uitgevoerd door de firma Gebr. Heerde uit Wolvega voor een bedrag van f 26.900.-. '''Bij dit groot onderhoud zijn ook de ijzeren banden aangebracht'''.
'''Bij Lammerburen''' is ter hoogte van het gemaal in het Reitdiep '''een sluis''' gebouwd. '''Door de sluisdeuren te sluiten''' stroomt het water '''van het Reitdiep''' '''het Kommerzijlsterried in''' en wordt dan door het gemaal opgepompt en uitgeslagen. Het '''deel van het Reitdiep tussen het gemaal en de sluizen''' bij '''[[Zoutkamp]]''' is een''' berg[[boezem]]''', deze '''bergboezem''' is '''6 kilometer lang'''. Mocht het water in de '''[[boezem]]''' van het '''Waterschap Noorderzijlvest''' te hoog staan, dan kan het afgemalen worden door de Waterwolf en tijdelijk opgeslagen in de bergboezem, '''totdat er een moment is om het water op het''' '''[[Lauwersmeer]]''' te brengen. Dat gaat onder '''natuurlijk verval''': de '''sluis openzetten als het water op het Lauwersmeer lager staat dan in de bergboezem'''. Soms is er een probleem: in de zomer van 2006 dee de situatie zich voor, dat '''zowel het Lauwersmeer als de bergboezem vol met overtollig water''' uit de '''[[Groningse boezem]]''' stonden. '''Afvoeren naar de '''[[Waddenzee]]''' was op dat moment niet mogelijk''', door de hoge waterstand op de Waddenzee. Op dat moment was er '''sprake van een serieus''' probleem. Oorzaak was een '''dagenlang aanhoudende neerslag'''.
 
Vervolgens is er nog in 1962 onderhoud aan de schoorsteen nodig geweest.
<br>'''Voor nadere informatie betreffende fabrieksschoorstenen, zie:''' <strong>[[Schoorsteen|schoorsteen]]</strong>
<br>
<br>
'''Het gemaal is het meest imposante bouwwerk''' waar ruim 30 mensen per dag bij betrokken waren: grondwerkers, arbeiders, baggerlieden, heibazen, heiers, timmerlieden en stokers.


[[Bestand:Gemaal_in_aanbouw.jpg|600×437px|link=]]
[[Bestand:De_Waterwolf_(uitlaten).jpg‎|600×260px|link=]]


Vanaf november 1916 zijn er '''enorme hoeveelheden bouwmaterialen''' aangevoerd.
Ook hier was het voortraject een lange: '''Prof. N.N. Henket''' van de Poly Technische School in '''Delft''' had aan het '''eind van de 19e eeuw in 1877''' al eens voorgesteld om vier stoomgemalen op het Hogeland in '''Hunsingo''' te plaatsen, om hiermee '''de afwatering''' vanuit het gebied naar de '''[[Lauwerszee]]''' te '''verbeteren'''. In dat jaar verscheen het voorlopig rapport over de gewenste bemaling in Hunsingo. Vergelijk de discussie in '''Friesland''', waar Wouda in zijn rapport aan '''Provinciale Staten''' aan had gegeven, dat er twee '''boezemstoomgemalen''' (bij '''Lemmer''' het '''ir. D.F. Woudgemaal'''; 1920) en '''Stavoren''' het '''[[J.L. Hooglandgemaal]]'''; 1967) '''nodig''' zouden zijn voor een optimale afwatering.  
<br> Alleen al de '''honderden heipalen''':
<ul>
<li>641 met een lengte van 7.30 m
<li>1242 met een lengte van 6.25 m
<li>76 met een lengte van 6.00 m en
<li>286 met een lengte van 5.00 m.
</ul>
Al deze heipalen van dennen kosten samen f 16868,-. Het aanvoeren van deze enorme voorraad nam tussen november 1916 en mei 1917 meer tijd in beslag dan het heien. Tussen 20 mei en 29 juli 1917 hebben 15 heiers de klus geklaard.


[[Bestand:Aanleg_fundering_en_heiwerk.jpg|600×367px|link=]]  
De '''voorstellen van Prof. Henket verdwenen''' in de la. In de periode waarin Wouda aan het ontwerp van het stoomgemaal bij [[Teakesyl|Tacozijl]] werkte, ging men '''in Groningen ook weer voortvarend aan de slag'''. Er moest een gemaal komen. De Groningers pakten het echter nog wat '''eigentijdser aan door van de Waterwolf direct een elektrisch gemaal te maken'''.
<br>De belangrijkste reden hiervan was dat de '''elektriciteitscentrale bij''' '''Helpman''' aan de zuidkant van de stad was gebouwd. Door het gemaal aan te sluiten op het elektriciteitsnet was de centrale '''zeker van een belangrijke afnemer'''. De provincie zag dit op tijd in en wilde het openbare stroomnet om die reden aanpassen. Zo kon het gebeuren dat er vrijwel '''gelijktijdig twee grote gemalen worden gebouwd''', maar met verschillende uitgangspunten: '''stoom (ir. D.F. Woudagemaal) of elektriciteit (De Waterwolf)'''.


Vanaf juni 1917 wordt er gewerkt aan het maken van de '''[[sluishoofden]]''' waarna de '''acht [[sluisdeuren]]''' geplaatst kunnen worden.
[[Bestand:Reitdiep_bij_Dorkwerd_gi.jpg‎|600×450px|link=]]  


[[Bestand:Bouw_sluishoofden.jpg|587×381px|link=]]
De '''noodzaak voor mechanische bemaling''' is ontstaan, '''nadat het Reitdiep bij Zoutkamp in 1877 werd afgesloten van de [[Lauwerszee]]'''. Door de overheersende windrichting (westenwind) werd de geul in het Reitdiep '''volgespoeld met zand uit de [[Lauwerszee]]''', hetgeen '''de afwatering ernstig belemmerde'''. Het gemaal '''De Waterwolf moest dit probleem oplossen'''. Een tweede probleem ontstond, toen '''de woeste gronden in Drenthe steeds meer omgezet werden in cultuurgrond'''. Drenthe kon het '''gebiedseigen water niet langer vasthouden''', het water werd '''versneld via de boezem afgevoerd naar de [[Lauwerszee]]'''.


In december 1917 worden er 36.000 bruikbare straatklinkers gesorteerd uit een verder onbruikbare partij gedeukte klinkers.
Pas bij '''de afsluiting van de [[Lauwerszee]]''' en het plaatsen van de '''[[P.J. Cleveringasluizen]]''' ('''spui- en [[schutsluis]]''') bij '''[[Lauwersoog]]''' kon het waterbeheer in '''Groningen''' en '''Drenthe''' beter gestuurd worden.
<br>Idem met de klinkers voor de gevels, hiervoor worden 45.000 miskleurige klinkers gesorteerd en gebruikt.  


(zie ook: [http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Waterwolf]
De '''vier nieuwe vuurgangvlampijpketels''' zijn gemaakt en geplaatst door Werkspoor in Amsterdam in het jaar 1955 voor de som van f 375.600,-
<br>'''Stoomgemaal De Waterwolf en internet-ecyclopedie Wikipedia''')

Versie van 3 nov 2015 14:19

Verlaging van de waterstand brengt meerdere koren in het land, dit is het motto van het boezemgemaal De Waterwolf.

Gemaal de Waterwolf is gebouwd in opdracht van het Groningse doelwaterschap Electra. Het Waterschap Electra werd in 1913 opgericht met als doel/opdracht om te komen tot een betere afwatering in Hunsingo, Westerkwartier en de kop van Drenthe. Eigenlijk was waterschap Electra een overkoepelend waterschap. Na alle fusies die hebben plaatsgevonden is het waterschap Electra in 1994 opgegaan in Waterschap Noorderzijlvest (Groningen). Het gemaal is inmiddels Rijksmonument.

Het boezemgemaal De Waterwolf werd tussen 1918 en 1920 gebouwd op de plaats waar het Kommerzijlsterried en het Reitdiep samenkomen. De buurt had geen eigen naam maar werd na de bouw van het gemaal aangeduid met Electra of Lammerburen. Formeel staat het gemaal in het dorp Oldehove.

600×443px

In de machinekamer staan vier elektrisch aangedreven Stork schroefpompen als opvoerwerktuig.
Het gemaal is op 5 november 1920 door Koningin Wilhelmina in gebruik gesteld (nog geen maand nadat de Majesteit het ir. D.F. Woudagemaal in gebruik had gesteld!) .
De stichtingskosten waren 3 miljoen gulden.

De capaciteit van het gemaal is net zo groot als van het ir. D.F. Woudagemaal: 4000 m3 per minuut.

In 1920 waren drie pompen geplaatst, in 1928 volgde een uitbreiding met een vierde pomp.
In 1997 zijn er twee kleinere pompen onder de vloer bijgeplaatst van ieder 250 m3 per minuut, waardoor de capaciteit uitgebreid is tot 4500 m3 per minuut.

Van 1920-1946 is het gemaal via een hoogspanningskabel voorzien van elektriciteit, van 1946 tot 1975 was het een diesel-elektrisch gemaal en na de ombouw van 1975/78 is het een dieselgemaal aangedreven door vier Brons motoren uit Appingedam.

Architect van het gemaal is Willem Reitsema (1885 - 1963) uit Leens. H. Nienhuis, eveneens uit Leens, is betrokken geweest bij de veranderingen in 1946. De bouwstijl wordt als ,,ambachtelijk en traditioneel" omschreven. Reitsema heeft een gevarieerd oeuvre op zijn naam staan: boerderijen, woningen, garages en utiliteitsgebouwen. Als architect is Reitsema niet in één bepaalde stijl onder te brengen hij varieerde op de Amsterdamse school die de naam Groninger stijl kreeg. Ook gebruikt hij de stijlkenmerken van Dudok en de Delftse school.

600×400px

De Waterwolf bemaalt 67.000 hectare in het westen van de provincie Groningen en 29.000 hectare in het noorden van de Drenthe. Het gemaal maalt af op een peil van - 0.93 m NAP. Dat is aanzienlijk lager dan het peil in de Friese boezem: - 0.52 m NAP. Dat zorgt ervoor dat er goed overleg moet zijn tussen het Wetterskip Fryslân en het waterschap Noorderzijlvest over het gebruik van het Lauwersmeer. Het Friese water komt via Dokkumer Nieuwe Zijlen op het Lauwersmeer.

Bij Lammerburen is ter hoogte van het gemaal in het Reitdiep een sluis gebouwd. Door de sluisdeuren te sluiten stroomt het water van het Reitdiep het Kommerzijlsterried in en wordt dan door het gemaal opgepompt en uitgeslagen. Het deel van het Reitdiep tussen het gemaal en de sluizen bij Zoutkamp is een bergboezem, deze bergboezem is 6 kilometer lang. Mocht het water in de boezem van het Waterschap Noorderzijlvest te hoog staan, dan kan het afgemalen worden door de Waterwolf en tijdelijk opgeslagen in de bergboezem, totdat er een moment is om het water op het Lauwersmeer te brengen. Dat gaat onder natuurlijk verval: de sluis openzetten als het water op het Lauwersmeer lager staat dan in de bergboezem. Soms is er een probleem: in de zomer van 2006 dee de situatie zich voor, dat zowel het Lauwersmeer als de bergboezem vol met overtollig water uit de Groningse boezem stonden. Afvoeren naar de Waddenzee was op dat moment niet mogelijk, door de hoge waterstand op de Waddenzee. Op dat moment was er sprake van een serieus probleem. Oorzaak was een dagenlang aanhoudende neerslag.

600×260px

Ook hier was het voortraject een lange: Prof. N.N. Henket van de Poly Technische School in Delft had aan het eind van de 19e eeuw in 1877 al eens voorgesteld om vier stoomgemalen op het Hogeland in Hunsingo te plaatsen, om hiermee de afwatering vanuit het gebied naar de Lauwerszee te verbeteren. In dat jaar verscheen het voorlopig rapport over de gewenste bemaling in Hunsingo. Vergelijk de discussie in Friesland, waar Wouda in zijn rapport aan Provinciale Staten aan had gegeven, dat er twee boezemstoomgemalen (bij Lemmer het ir. D.F. Woudgemaal; 1920) en Stavoren het J.L. Hooglandgemaal; 1967) nodig zouden zijn voor een optimale afwatering.

De voorstellen van Prof. Henket verdwenen in de la. In de periode waarin Wouda aan het ontwerp van het stoomgemaal bij Tacozijl werkte, ging men in Groningen ook weer voortvarend aan de slag. Er moest een gemaal komen. De Groningers pakten het echter nog wat eigentijdser aan door van de Waterwolf direct een elektrisch gemaal te maken.
De belangrijkste reden hiervan was dat de elektriciteitscentrale bij Helpman aan de zuidkant van de stad was gebouwd. Door het gemaal aan te sluiten op het elektriciteitsnet was de centrale zeker van een belangrijke afnemer. De provincie zag dit op tijd in en wilde het openbare stroomnet om die reden aanpassen. Zo kon het gebeuren dat er vrijwel gelijktijdig twee grote gemalen worden gebouwd, maar met verschillende uitgangspunten: stoom (ir. D.F. Woudagemaal) of elektriciteit (De Waterwolf).

600×450px

De noodzaak voor mechanische bemaling is ontstaan, nadat het Reitdiep bij Zoutkamp in 1877 werd afgesloten van de Lauwerszee. Door de overheersende windrichting (westenwind) werd de geul in het Reitdiep volgespoeld met zand uit de Lauwerszee, hetgeen de afwatering ernstig belemmerde. Het gemaal De Waterwolf moest dit probleem oplossen. Een tweede probleem ontstond, toen de woeste gronden in Drenthe steeds meer omgezet werden in cultuurgrond. Drenthe kon het gebiedseigen water niet langer vasthouden, het water werd versneld via de boezem afgevoerd naar de Lauwerszee.

Pas bij de afsluiting van de Lauwerszee en het plaatsen van de P.J. Cleveringasluizen (spui- en schutsluis) bij Lauwersoog kon het waterbeheer in Groningen en Drenthe beter gestuurd worden.

(zie ook: [1]
Stoomgemaal De Waterwolf en internet-ecyclopedie Wikipedia)