Dokkumer Nieuwe Zijlen en Dokkumergrootdiep: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
kGeen bewerkingssamenvatting
 
imported>Cierick Goos
k (Pagina ontvet)
 
Regel 1: Regel 1:
De Nieuwe Zijlen bij Dokkum zijn al enkele eeuwen oud.
Het Dokkumerdiep was al vóór de aanleg van de eerste dijken één van de belangrijkste afwateringsstromen in Fryslân.
De sluis werd aangelegd, nadat het [[Dokkumergrootdiep]] in 1729 van de zee werd afgesloten. De sluis bestaat uit: 2 spuisluizen en 1 schutsluis. Via de spuisluizen was het mogelijk om het overtollige water vanuit de [[Friese boezem]] naar de [[Waddenzee]] af te voeren. Via de schutsluis kon het scheepvaartverkeer vanuit het [[Dokkumergrootdiep]] naar de [[Waddenzee]] varen.
Langs de noordkust van Oostergo en de oostelijke oever van de Middelsee was een hoger liggende strook zeeklei afgezet, zodat de rechtstreekse afwatering naar zee van de noordoostelijke delen van Oostergo belemmerd werd in haar afwatering.
De hele kern van Oostergo loosde daarom het overtollige water langs het Dokkumerdiep (zie kaart).


[[Bestand:Dokkumer_Nieuwe_Zijlen_k.jpg|600×450px|link=]]
Door de waterdruk ontstaat het Dokkumerdiep, waarlangs al vroeg in de Middeleeuwen dijken werden aangelegd.
Deze dijken liepen oorspronkelijk tot nabij Raard (ten westen van Dokkum).
 
In een charter van 1314 worden twee zijlen genoemd:
* De Raarderzijl deed dienst als afwatering voor het oostelijk deel van Ferwerderadiel
* De Domzijl was de afwateringsluis voor de streek tussen Holwerd en Bornwerd
 
 
De aanvoer naar deze sluizen ging langs natuurlijke kronkelende prielen, waarvan het tracé in de het gebied nog terug te vinden is. 
De Dokkumer Ee was eerst nog een onbelangrijk stroompje, dat bij Bornemeer ten zuidwesten van Birdaard begon. Pas later in de 13e of 14e eeuw werden er vanaf Birdaard kanaalvakken richting Leeuwarden gegraven en zodoende kwam de verbinding met Leeuwarden tot stand.
De afwatering van de kern van Oostergo, het Leppegebied, vond plaats langs het Ouddeel en de Murk naar de aan het westelijk einde van de bedijkte zeearm gelegen sluis.
 
* De Leppezijl
Hier zou ook later de Dokkumer Ee het water langs lozen.  




Via de [[zijl|zijlen]] stroomt het overtollige water uit de Friese boezem onder vrij verval naar de Lauwerszee.
[[Bestand:Dokkumerdiep_1_kaart_gt_gi_k.jpg|600×307px|link=]]
Hierbij zijn eb en vloed van groot belang. Alleen als de stand van het buitenwater (Lauwerszee) lager is dan het water in de boezem kan er water worden afgevoerd door de sluisdeuren te openen.
Situatie van de zijlen in het Dokkumerdiep: de oorspronkelijke zeearm ten westen van Dokkum


Nadat de [[Lauwerszee]] in 1968 was afgesloten en het [[Lauwersmeer]] werd, fungeert het meer als groot opslagreservoir voor het water uit Friesland, maar tevens uit een deel van de provincie Groningen.


Bij [[Lauwersoog]] zijn twee soorten sluizen: [[spuisluis]] en [[schutsluis]]. Met een [[spuisluis]] kan er alleen water worden afgevoerd van het Lauwersmeer naar de Waddenzee. Met een [[schutsluis]] kan het scheepvaartverkeer via een sluis worden ,,geschut" van het ene naar het andere water.
Doordat aan het einde van zeearmen altijd opslibbing plaats vindt, kan het afgevoerde water daar steeds moeilijker zijn weg vinden. Zo ook in het Dokkumerdiep.


Behalve eb en vloed is het ook van belang om te weten uit welke richting de wind waait. Bij een stevige noordwester wordt het water in de [[Waddenzee]] tot ver in het oostelijk deel van de Waddenzee opgestuwd. Dat kan als gevolg hebben dat de spuisluizen niet geopend kunnen worden, omdat de stand van het buitenwater hoger is dan op het Lauwersmeer. In dat geval moet er gewacht worden op een moment waarop het buitenwater weer lager staat. Soms kan dat een paar dagen duren. Hoe voller het Lauwersmeer staat hoe penibeler de situatie wordt.
Omstreeks 1478 moet de Leppezijl uit de omgeving van Raard worden verplaatst naar de Dykslobbe. Daardoor komen de Raarderzijl en de Domzijl te vervallen. De in de zuidelijke Diepsdijk liggende zijl van Dantumadeel moet door de verplaatsing van de Leppezijl ook oostwaarts worden opgeschoven.
Ferwerderadeel moet daarna ook water lozen via de Leppezijl en de regio tussen Holwerd en Bornwerd ging de dichtbij Dokkum in de Paesens liggende Bornwerderzijl gebruiken.


[[Bestand:Sluizen_Lauwersoog.jpg|600×450px|link=]]
Door de verlegging van de Leppezijl naar Dijkslobbe is de zeearm in feite ingekort. De nieuwe afsluiting ligt dan dus bij Dijkslobbe.
De Ee in het afgesloten deel van het Dokkumerdiep zal vervolgens zijn gekanaliseerd.
Uit een oorkonde van 1478 wordt duidelijk, dat de nieuwe zijl ook een schutsluis was: een soort houten duiker, 6m breed en 6m hoog.
Het beheer van de dijken in het afgesloten vak zal moeten worden geregeld:  
de zuidelijke dijken worden beheerd door Dantumadeels zijlvest (waterschap) en de  noordelijke dijken worden opgedragen aan de dorpen van Westdongeradeel.


Dantumas zijlvest heeft ook de dijken ten oosten van Dijkslobbe in beheer: de zuidelijke Diepsdijken strekken zich uit tot de grens van Dantumadeel met Kollumerland. Hierin liggen wel vijf sluizen:


De Dokkumer Nieuwe Zijlen hebben nog steeds een belangrijke functie in het [[waterbeheer]], en vooral de afvoer van water in de provincie Fryslân. Een sluis is een veel goedkopere manier om water uit de boezem te krijgen dan een gemaal.
* Dantumadeels zijl
* de zijl bij Sionsberg
* de Driesumerzijl
* de Oudwoudemerzijl
* de Kollumerzijl


De aanvoerroute voor de Dokkumer Nieuwe Zijlen loopt via de Nieuwe Vaart bij Zwaagwesteinde (De Westerein), de Petsloot en de Nieuwe Zwemmer naar het Oude Dokkumerdiep. Bij Dokkumer Nieuwe Zijlen stroomt het water via het Dokkumer Diep naar het Lauwersmeer.
Omdat de wateraanvoer in het verleden tamelijk gebrekkig verliep zijn de Nieuwe Vaart en de Nieuwe Zwemmer etc. als aanvoerroute breder gemaakt en uitgediept waardoor de capaciteit toenam.


Dokkumer Nieuwe Zijlen (Fries: Dokkumer Nije Silen is een buurtschap in de gemeente Dongeradeel, provincie [[Fryslân|Friesland]]. Het ligt ten oosten van Engwierum aan de Provinciale weg N358.
De watertoevoer naar deze sluizen ging via Woudvaart, Meersloot, Zwemmer en Nieuwe Vaart.


De sluis Dokkumer Nieuwe Zijlen, waaraan het buurtschap zijn naam te danken heeft, zijn de sluizen (oud-Nederlands: [[zijl|zijlen]]), die aangelegd zijn bij het afsluiten van het [[Dokkumergrootdiep]] in 1729. De sluis bestaat uit drie sluiskolken. Twee daarvan konden door schepen worden gebruikt. De derde werd alleen gebruikt voor het spuien van water in de [[Lauwerszee]]. Na de afsluiting van de [[Lauwerszee]] in 1969 verloren de Dokkumer Nieuwe Zijlen haar functie als zeesluizen.
Omstreeks 1527 moest de Leppezijl opnieuw naar het oosten worden verplaatst, de opslibbing zette zich kennelijk voort. De zijl werd verhuisd naar Oudzijl. De bocht in de Dokkumer Ee ten oosten van Dijkslobbe werd daarbij afgesneden, doordat de noordelijke dijk werd verlegd en in aansluiting werd gebracht met de nieuwe zijl.


Voor de geschiedenis van de afwatering van Friesland vanaf de Middeleeuwen via talloze [[zijl|zijlen]]:
In 1580 gaat de sluis, samen met de kloostergoederen van Klaarkamp over naar de Provincie.
zie [[Zijlen en sluizen in breed perspectief]]


[[Bestand:DokkumerNijeSilen_b.jpg|320×240px|link=]]
In 1583 besloten Gedeputeerde Staten om om de zijl tot in Dokkum te verplaatsen. De nieuwe zijl wordt een 36m lange schutsluis met twee stel vloeddeuren en één paar ebdeuren.
Door deze verlegging verviel Dantuma's zijl: het beheer van het zijlvest omvat nu nog de dorpen Dantumawoude, Wouterswoude en Driesum.
Aan de noorddijk van de Ee verviel nu ook de Bornwerderzijl. Het water van de Ee wordt in 1584 verbonden met de boezems van Oost- en Westdongeradeel. Het Leppewater moet in Dokkum worden gekeerd (gereguleerd).


In de stad Dokkum worden daarom in de 17e eeuw de stadsverlaten gebouwd, één bij de Langepijp en één bij de Aalsumerpoort. Beide zijn in beheer bij de stad Dokkum.


De Dokkumer Nieuwe Zijlen lagen tot de [[gemeentelijke herindeling]] van 1984 in de voormalige gemeente Oostdongeradeel.
[[Afbeelding:140428_Grootdiep_Dokkum_Fr_NL.jpg|495×180px|link=]]


In 1723 besloten Gedeputeerde Staten van Friesland dat het Dokkumergrootdiep vanwege het overstromingsgevaar moest worden afgesloten.


Twee gedeputeerden werden als commissarissen belast met de overdijking van het Dokkumerdiep en met de aanleg der Dokkumer Nieuwe Zijlen.
De sluis tot in de stad Dokkum verlegd
Het waren Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, grietman van Dantumadeel, die zowel op het terrein van de wiskunde als op dat van de werktuigbouwkunde bijzonder bedreven was, en Philip Frederik Vegelin van Claerbergen, grietman van Haskerland, die evenals zijn collega over dezelfde vaardigheden beschikte.
Aan het einde van de 17e eeuw bouwde Oostdongeradeel het Oostrumerverlaat en een tweede sluis in de Paesenservaart. Oost- en Westdongeradeel worden in het vervolg beschermd tegen het uit het zuiden komend water.
De afwatering van de Dongeradelen bleef echter problemen opleveren. Eertijds waren er vele zijlen beschikbaar voor dit gebied, in de 17e eeuw konden alleen de de twee sluizen: Oostrumerzijl en Ezumazijl worden gebruikt.
Na het opheffen van de Oostrumerzijl (vóór 1664) moest al het water via Ezumazijl worden gelost!


Nadat het werk in 1729 voltooid was was, werd een gedenktekenen opgericht ter eeuwige nagedachtenis, zoals de tekst van het gedenkteken luidt, van de overdijking van het Dokkumerdiep. Tevens wordt vermeld, dat zesduizend roeden dijk Oostergo zullen behoeden van wateroverlast.
[[Bestand:750px-Dokkumerdjip.jpg|600×183px|link=]]
De oostelijke zeearm bij Dokkum: het Dokkumer Grootdiep
(Afbeelding: Wikipedia)


De daadwerkelijke afsluiting van het diep geschiedde in tegenwoordigheid van beide commissarissen. Ook hun wapens kregen een plek op het gedenkteken.
De daadwerkelijk aanleg van het sluizencomplex met drie spuikanalen geschiedde door de Leeuwarder architect Claas Bockes Balck. De waterbouwkundige Willem Loré was verantwoordelijk voor de bouw van de bijbehorende afsluitdijk.


In 1834 vond er een restauratie plaats.
Van de in de zuidelijke dijk liggende zijlen werd in 1503 de zijl bij de Sionsberg opgeruimd. De Driezumerzijl was in de 17e eeuw van de Provincie, de Oudwoudemerzijl was in handen van de dorpen Driesum, Wouterswoude en Zwaagwesteinde.
Na het afsluiten van de [[Lauwerszee]] in 1969 werd 150 meter ten zuiden van de sluis de Willem Lorésluis (schutsluis) aangelegd.
Het onderhoud van de dijken was opgedragen aan de dorpen of hemrikken: de dorpen moesten bepaalde dijkvakken onderhouden en de hemrikken verdeelden het beheer over de dijksplichtigen.


Tussen 1725 en 1729 kwam de afsluiting van het Dokkumer Grootdiep tot stand. De [[Dokkumer Nieuwe Zijlen]] fungeren nu als de uitwateringssluizen (zeesluizen) voor het hele noordelijke gebied van Oostergo.


Voor een historisch overzicht, zie:[[Zijlen en sluizen in breed perspectief]]
[[Bestand:Dokkumer_Nieuwe_Zijlen_k.jpg|600×450px|link=]]
(Afbeelding: Tresoar)




(Bij het samenstellen van de tekst en afbeeldingen is o.a. gebruik gemaakt van de website:
De in de zuidelijke dijk gesitueerde zijlen hebben daarmee hun betekenis dus verloren.
http://secure.wikimedia.org/wikipedia/nl/wiki/Sluis_Dokkumer_Nieuwe_Zijlen
De noordelijke dijk bleef gedeeltelijk dienst doen als bescherming van Oostdongeradeel tegen hoog water op de Friese boezem. Op andere plaatsen werd de dijk door- of afgegraven. Op sommige plaatsen is de oude zeewering dus geheel verdwenen.
Ook van de zuidelijke dijk zijn slechts enkele dijkvakken overgebleven.
De genoemde dijkvakken laten zien dat deze oude zeedijken destijds behoorlijk lager waren dan wij tegenwoordig aanhouden.


<br>
Nog steeds is de afwateringsroute via de Dokkumer EE en het Dokkumer Grootdiep in gebruik. De Zwemmer brengt ook water aan in het Dokkumer Grootdiep. Nog altijd wordt het water van de Friese boezem geloosd bij [[Dokkumer Nieuwe Zijlen]].
[[Category:Waterbeheer Friese boezem]]

Versie van 19 aug 2021 21:01

Het Dokkumerdiep was al vóór de aanleg van de eerste dijken één van de belangrijkste afwateringsstromen in Fryslân. Langs de noordkust van Oostergo en de oostelijke oever van de Middelsee was een hoger liggende strook zeeklei afgezet, zodat de rechtstreekse afwatering naar zee van de noordoostelijke delen van Oostergo belemmerd werd in haar afwatering. De hele kern van Oostergo loosde daarom het overtollige water langs het Dokkumerdiep (zie kaart).

Door de waterdruk ontstaat het Dokkumerdiep, waarlangs al vroeg in de Middeleeuwen dijken werden aangelegd. Deze dijken liepen oorspronkelijk tot nabij Raard (ten westen van Dokkum).

In een charter van 1314 worden twee zijlen genoemd:

  • De Raarderzijl deed dienst als afwatering voor het oostelijk deel van Ferwerderadiel
  • De Domzijl was de afwateringsluis voor de streek tussen Holwerd en Bornwerd


De aanvoer naar deze sluizen ging langs natuurlijke kronkelende prielen, waarvan het tracé in de het gebied nog terug te vinden is. De Dokkumer Ee was eerst nog een onbelangrijk stroompje, dat bij Bornemeer ten zuidwesten van Birdaard begon. Pas later in de 13e of 14e eeuw werden er vanaf Birdaard kanaalvakken richting Leeuwarden gegraven en zodoende kwam de verbinding met Leeuwarden tot stand. De afwatering van de kern van Oostergo, het Leppegebied, vond plaats langs het Ouddeel en de Murk naar de aan het westelijk einde van de bedijkte zeearm gelegen sluis.

  • De Leppezijl

Hier zou ook later de Dokkumer Ee het water langs lozen.


600×307px Situatie van de zijlen in het Dokkumerdiep: de oorspronkelijke zeearm ten westen van Dokkum


Doordat aan het einde van zeearmen altijd opslibbing plaats vindt, kan het afgevoerde water daar steeds moeilijker zijn weg vinden. Zo ook in het Dokkumerdiep.

Omstreeks 1478 moet de Leppezijl uit de omgeving van Raard worden verplaatst naar de Dykslobbe. Daardoor komen de Raarderzijl en de Domzijl te vervallen. De in de zuidelijke Diepsdijk liggende zijl van Dantumadeel moet door de verplaatsing van de Leppezijl ook oostwaarts worden opgeschoven. Ferwerderadeel moet daarna ook water lozen via de Leppezijl en de regio tussen Holwerd en Bornwerd ging de dichtbij Dokkum in de Paesens liggende Bornwerderzijl gebruiken.

Door de verlegging van de Leppezijl naar Dijkslobbe is de zeearm in feite ingekort. De nieuwe afsluiting ligt dan dus bij Dijkslobbe. De Ee in het afgesloten deel van het Dokkumerdiep zal vervolgens zijn gekanaliseerd. Uit een oorkonde van 1478 wordt duidelijk, dat de nieuwe zijl ook een schutsluis was: een soort houten duiker, 6m breed en 6m hoog. Het beheer van de dijken in het afgesloten vak zal moeten worden geregeld: de zuidelijke dijken worden beheerd door Dantumadeels zijlvest (waterschap) en de noordelijke dijken worden opgedragen aan de dorpen van Westdongeradeel.

Dantumas zijlvest heeft ook de dijken ten oosten van Dijkslobbe in beheer: de zuidelijke Diepsdijken strekken zich uit tot de grens van Dantumadeel met Kollumerland. Hierin liggen wel vijf sluizen:

  • Dantumadeels zijl
  • de zijl bij Sionsberg
  • de Driesumerzijl
  • de Oudwoudemerzijl
  • de Kollumerzijl


De watertoevoer naar deze sluizen ging via Woudvaart, Meersloot, Zwemmer en Nieuwe Vaart.

Omstreeks 1527 moest de Leppezijl opnieuw naar het oosten worden verplaatst, de opslibbing zette zich kennelijk voort. De zijl werd verhuisd naar Oudzijl. De bocht in de Dokkumer Ee ten oosten van Dijkslobbe werd daarbij afgesneden, doordat de noordelijke dijk werd verlegd en in aansluiting werd gebracht met de nieuwe zijl.

In 1580 gaat de sluis, samen met de kloostergoederen van Klaarkamp over naar de Provincie.

In 1583 besloten Gedeputeerde Staten om om de zijl tot in Dokkum te verplaatsen. De nieuwe zijl wordt een 36m lange schutsluis met twee stel vloeddeuren en één paar ebdeuren. Door deze verlegging verviel Dantuma's zijl: het beheer van het zijlvest omvat nu nog de dorpen Dantumawoude, Wouterswoude en Driesum. Aan de noorddijk van de Ee verviel nu ook de Bornwerderzijl. Het water van de Ee wordt in 1584 verbonden met de boezems van Oost- en Westdongeradeel. Het Leppewater moet in Dokkum worden gekeerd (gereguleerd).

In de stad Dokkum worden daarom in de 17e eeuw de stadsverlaten gebouwd, één bij de Langepijp en één bij de Aalsumerpoort. Beide zijn in beheer bij de stad Dokkum.

495×180px


De sluis tot in de stad Dokkum verlegd

Aan het einde van de 17e eeuw bouwde Oostdongeradeel het Oostrumerverlaat en een tweede sluis in de Paesenservaart. Oost- en Westdongeradeel worden in het vervolg beschermd tegen het uit het zuiden komend water. De afwatering van de Dongeradelen bleef echter problemen opleveren. Eertijds waren er vele zijlen beschikbaar voor dit gebied, in de 17e eeuw konden alleen de de twee sluizen: Oostrumerzijl en Ezumazijl worden gebruikt. Na het opheffen van de Oostrumerzijl (vóór 1664) moest al het water via Ezumazijl worden gelost!

600×183px De oostelijke zeearm bij Dokkum: het Dokkumer Grootdiep (Afbeelding: Wikipedia)


Van de in de zuidelijke dijk liggende zijlen werd in 1503 de zijl bij de Sionsberg opgeruimd. De Driezumerzijl was in de 17e eeuw van de Provincie, de Oudwoudemerzijl was in handen van de dorpen Driesum, Wouterswoude en Zwaagwesteinde. Het onderhoud van de dijken was opgedragen aan de dorpen of hemrikken: de dorpen moesten bepaalde dijkvakken onderhouden en de hemrikken verdeelden het beheer over de dijksplichtigen.

Tussen 1725 en 1729 kwam de afsluiting van het Dokkumer Grootdiep tot stand. De Dokkumer Nieuwe Zijlen fungeren nu als de uitwateringssluizen (zeesluizen) voor het hele noordelijke gebied van Oostergo.

600×450px (Afbeelding: Tresoar)


De in de zuidelijke dijk gesitueerde zijlen hebben daarmee hun betekenis dus verloren. De noordelijke dijk bleef gedeeltelijk dienst doen als bescherming van Oostdongeradeel tegen hoog water op de Friese boezem. Op andere plaatsen werd de dijk door- of afgegraven. Op sommige plaatsen is de oude zeewering dus geheel verdwenen. Ook van de zuidelijke dijk zijn slechts enkele dijkvakken overgebleven. De genoemde dijkvakken laten zien dat deze oude zeedijken destijds behoorlijk lager waren dan wij tegenwoordig aanhouden.

Nog steeds is de afwateringsroute via de Dokkumer EE en het Dokkumer Grootdiep in gebruik. De Zwemmer brengt ook water aan in het Dokkumer Grootdiep. Nog altijd wordt het water van de Friese boezem geloosd bij Dokkumer Nieuwe Zijlen.