Centrifugaalpomp en R.J. Cleveringsluizen: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Bert Lems
k (1 versie geïmporteerd)
 
imported>Vincent Erdin
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
De '''centrifugaalpomp''' werd '''voor het eerst in 1861 op de wereldtentoonstelling in Londen''' aan belangstellenden en het grote publiek getoond.
'''R.J. Cleveringsluizen'''


[[Bestand:IMG_0619_-1_centr_de_tuut_k.jpg|600x400px|link=]]
Het sluizencomplex bevindt zich in de provinciale weg N 361 naar '''Lauwersoog'''. Het gaat om '''spuisluizen''', de schutsluis voor het scheepvaartverkeer ligt bij Lauwersoog.
<strong>Centrifugaalpomp in stoomgemaal "De Tuut" te Appeltern</strong>


De '''centrifugaalpomp''' zou vanaf dat moment langzaam maar zeker '''steeds vaker in een stoomgemaal worden toegepast'''. De pomp was '''een waardige opvolger van het [[scheprad]] en de [[vijzel]]''' die tot dan toe veelvuldig werden gebruikt.
Met een spuisluis kan alleen onder natuurlijk verval water worden afgevoerd in dit geval van het '''[[Lauwersmeer]]''' naar de '''[[Waddenzee]]''' Op het Lauwersmeer komen twee boezemstelsels samen: de '''[[Friese boezem]]''' en de  
<br>De eerste <strong>[[poldermolen|poldermolens]]</strong> waren voorzien van een '''[[scheprad]]''', dat door de omvang aan de zijkant van de molen werd geplaatst. Nadeel van het scheprad is het '''[[waterverlies]]''', waardoor het rendement op ongeveer zestig procent komt. Van iedere liter water komt zes deciliter aan de andere kant terecht.
'''[[Groningse boezem]]''' De Friese boezem heeft een uitlaatpunt bij '''[[Dokkumer Nieuwe Zijlen]]''' en de Groningse boezem bij '''[[Zoutkamp]]''', tussen Zoutkamp en het gemaal''' [[De Waterwolf]]''' ligt de bergboezem. De spuisluizen zijn in 1969 geplaatst toen de Lauwerszee werd afgesloten en het Lauwersmeer ontstond. Het sluizencomplex kreeg op dat moment ook de naam: '''Lauwerssluizen'''. Pas op 2 oktober 2007 werd de naam gewijzigd in '''R.J. Cleveringsluizen'''.
Het '''scheprad kan het water ongeveer 2 meter opvoeren'''.


Het volgende opvoerwerktuig is de '''[[vijzel]]'''. De vijzel werd '''in de vijzelbak''' onder de poldermolen geplaatst. Een belangrijk voordeel hiervan was dat het minder ruimte in beslag nam. Door de vijzelbak werd voorkomen dat er grote hoeveelheden water terug konden stromen, het lekverlies was beperkt en het rendement hoger.
'''R.J. Clevering''' (1914 - 2013) was van 1955 - 1979 voorzitter ([[dijkgraaf]]) van het '''Waterschap Hunsingo'''.  
Een '''vijzel kan ruim 5 meter overbruggen'''.  


De '''centrifugaalpomp is nog weer efficiënter dan scheprad en vijzel'''. De inlaat en de uitlaat liggen onder het wateroppervlak. Hierdoor kan er onder alle weersomstandigheden worden gemalen. '''Ook als er op het stroomkanaal naar het ir. D.F. Woudagemaal een dikke ijslaag ligt''' dan nog kan een centrifugaalpomp water aanzuigen en uitslaan.
De spuisluizen bestaan uit drie bouwwerken met ieder vier spuikanalen. Twee van de drie bouwwerken staan op Fries grondgebied en één op Gronings grondgebied.  


In het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' staan '''acht centrifugaalpompen''' opgesteld. De pompen zijn in 1920 door '''[[Jaffa]]''' in Utrecht gemaakt en geplaatst. Jaffa heeft destijds de inschrijving op het gemaal mede in de wacht gesleept doordat er pompen van plaatijzer werden aangeboden. Zulke pompen van geklonken plaatijzer waren goedkoper te produceren, terwijl de capaciteit en betrouwbaarheid goed konden worden gegarandeerd.
De spuisluizen worden opengezet als het eb op de Waddenzee is. Op dat moment is de stand van het buitenwater (Waddenzee) lager dan dat van het Lauwersmeer en kan het onder vrij verval naar buiten stromen waarmee de boezem wordt ontlast en daarmee het overtollige water kwijt is.


[[Bestand:centrifugaalpomp_1_k.jpg|222x300px|link=]]
Dat water stroomt voor een belangrijk deel vanuit Friesland naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en vanuit Groningen voor het Westerkwartier, Hunsingo en een deel van de kop van Drenthe via het Reitdiep naar het Lauwersmeer.  


Het water wordt het boezemwater aangezogen, in het slakkenhuis rondgeslingerd en komt er aan de andere, IJsselmeerzijde weer uit. '''Iedere pomp''' in het gemaal heeft een '''capaciteit van 500 m3 per minuut'''. '''De acht pompen slaan per minuut 4.000 m3 per minuut uit'''.
Met enige regelmaat blijven de spuisluizen wel eens wat langer open staan dan strikt noodzakelijk is. Op dat moment stroomt er zout water van de Waddenzee naar het Lauwersmeer.


Vaak valt het bij de bezoekers tijdens de rondleidingen op dat '''de schoepen van de pompen in het Woudagemaal betrekkelijk klein''' zijn, '''gelet op de inhoud van het pomphuis''' zelf.
Tot de zomer van 2012 is er met enige regelmaat nagedacht over het vervangen van de spuisluizen door een nieuw elektrisch gemaal. De capaciteit zou 15.000 m3 per minuut bedragen. Ter vergelijking:''' De Cruquius''' (1852 in berdijf: 2500 m3 per minuut, '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' (1920) in bedrijf: 4500 m3 per minuut en het '''[[J.L. Hooglandgemaal]]''' (1967 in bedrijf) 9000 m3 per minuut.
<br>Men kan zich de centrifugaal pomp '''voorstellen als een op zijn zij liggend "kopje koffie"....'''
De geraamde kosten van het gemaal zouden minimaal 180 miljoen euro bedragen. De verwachting is dat het gemaal dan tien dagen per jaar zou gaan draaien. De hoge kosten en het geringe jaarlijks gebruik en de recessie die in 2008 begon heeft het besluit in de hand gewerkt om het gemaal definitief niet te bouwen.
<br>Als men '''intensief''' in een kopje koffie '''roert''', dan gaat de koffie '''snel in het rond draaien'''. Een bekend verschijnsel is dan dat '''de koffie langs de buitenkant van het kopje behoorlijk omhoog komt''', terwijl '''in het midden van het kopje het niveau duidelijk daalt tot een dal'''.
De spuisluizen blijven gehandhaafd.
<br>'''Langs de buitenzijde van het kopje staat dus een hogere druk''' op de koffie '''dan in het midden!''' Als men een gaatje in de zijkant van het kopje zou boren, dan zou de koffie op een dergelijk moment snel naar buiten vloeien....
<br>Dit '''verschijnsel''' is '''ook''' aan de orde '''in de centrifugaalpomp''': door de schoepen (het lepeltje) gaat de inhoud draaien en door de hogere '''druk tegen de buitenzijde van het pomphuis wordt het water door de uitstortbuis''' (het gaatje in de wand van het kopje) naar het IJsselmeer '''geslingerd'''.
<br>De '''ronde zuigbuizen voeren nieuw water aan in het midden bij de axiale schoepen''' en zo blijft het centrifugaalproces actief.
<br>Wij zouden natuurlijk ook een vergelijking kunnen maken met de was-centrifuge....


[[Bestand:IMG_2063_k.jpg|600x400px|link=]]
Aan spuien onder natuurlijk verval is één belangrijk nadeel verbonden: de waterstand van het buitenwater is niet te beïnvloeden. Als er een stevige noordwesten storm staat (windkracht 8 of meer) dan wordt het water vanuit de Noordzee de Waddenzee ingeblazen. Er is dan ter hoogte van Lauwersoog een hogere waterstand waarneembaar dan onder normale weersomstandigheden. Omdat het buitenwater (Waddenzee) dan hoger staat dan het binnenwater (Lauwersmeer) kunnen de sluisluizen niet geopend worden en blijft het overtollige water uit de Friese en Groningse boezem op het Lauwersmeer staan. Dit kan een aantal dagen duren zonder dat er dan sprake is van een groot veiligheidsrisico. Het wordt echter anders als er ook sprake is van gelijktijdige overvloedige neerslag (regen). In dat geval raken de beide boezems vol of zelfs overvol. Het water kan letterlijk geen kant meer op.
<br>'''In 1920 behoorde een capaciteit van 4000 m3 per minuut tot de absolute top!'''


Het stoomgemaal '''Cruquius''', één van de drie stoomgemalen die de Haarlemmermeer van 1849 - 1852 droogmaalde had een capaciteit van '''2.500 m3 per minuut'''.
Op dat moment is het noodzakelijk om mechanisch te gaan bemalen. Zie de uitleg in de 3D film in het '''[[bezoekerscentrum]]''' van het Woudagemaal hierover.
 
Op de overgang van de 20e naar 21e eeuw maakt de technische vooruitgang steeds grotere capaciteiten mogelijk. Zo heeft het <strong>[[J.L. Hooglandgemaal]]</strong> bij Staveren heeft reeds een capaciteit van minimaal '''8.000 m3 per minuut''''''Nieuwe pompinstallaties hebben al een capaciteit van 10.000 m3 per minuut'''.
 
Hoe het ook zij, de acht centrifugaalpompen van het ir. D.F. Woudagemaal doen nog steeds hun belangrijke plicht als er een beroep op wordt gedaan.

Versie van 28 aug 2013 20:51

R.J. Cleveringsluizen

Het sluizencomplex bevindt zich in de provinciale weg N 361 naar Lauwersoog. Het gaat om spuisluizen, de schutsluis voor het scheepvaartverkeer ligt bij Lauwersoog.

Met een spuisluis kan alleen onder natuurlijk verval water worden afgevoerd in dit geval van het Lauwersmeer naar de Waddenzee Op het Lauwersmeer komen twee boezemstelsels samen: de Friese boezem en de Groningse boezem De Friese boezem heeft een uitlaatpunt bij Dokkumer Nieuwe Zijlen en de Groningse boezem bij Zoutkamp, tussen Zoutkamp en het gemaal De Waterwolf ligt de bergboezem. De spuisluizen zijn in 1969 geplaatst toen de Lauwerszee werd afgesloten en het Lauwersmeer ontstond. Het sluizencomplex kreeg op dat moment ook de naam: Lauwerssluizen. Pas op 2 oktober 2007 werd de naam gewijzigd in R.J. Cleveringsluizen.

R.J. Clevering (1914 - 2013) was van 1955 - 1979 voorzitter (dijkgraaf) van het Waterschap Hunsingo.

De spuisluizen bestaan uit drie bouwwerken met ieder vier spuikanalen. Twee van de drie bouwwerken staan op Fries grondgebied en één op Gronings grondgebied.

De spuisluizen worden opengezet als het eb op de Waddenzee is. Op dat moment is de stand van het buitenwater (Waddenzee) lager dan dat van het Lauwersmeer en kan het onder vrij verval naar buiten stromen waarmee de boezem wordt ontlast en daarmee het overtollige water kwijt is.

Dat water stroomt voor een belangrijk deel vanuit Friesland naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en vanuit Groningen voor het Westerkwartier, Hunsingo en een deel van de kop van Drenthe via het Reitdiep naar het Lauwersmeer.

Met enige regelmaat blijven de spuisluizen wel eens wat langer open staan dan strikt noodzakelijk is. Op dat moment stroomt er zout water van de Waddenzee naar het Lauwersmeer.

Tot de zomer van 2012 is er met enige regelmaat nagedacht over het vervangen van de spuisluizen door een nieuw elektrisch gemaal. De capaciteit zou 15.000 m3 per minuut bedragen. Ter vergelijking: De Cruquius (1852 in berdijf: 2500 m3 per minuut, ir. D.F. Woudagemaal (1920) in bedrijf: 4500 m3 per minuut en het J.L. Hooglandgemaal (1967 in bedrijf) 9000 m3 per minuut. De geraamde kosten van het gemaal zouden minimaal 180 miljoen euro bedragen. De verwachting is dat het gemaal dan tien dagen per jaar zou gaan draaien. De hoge kosten en het geringe jaarlijks gebruik en de recessie die in 2008 begon heeft het besluit in de hand gewerkt om het gemaal definitief niet te bouwen. De spuisluizen blijven gehandhaafd.

Aan spuien onder natuurlijk verval is één belangrijk nadeel verbonden: de waterstand van het buitenwater is niet te beïnvloeden. Als er een stevige noordwesten storm staat (windkracht 8 of meer) dan wordt het water vanuit de Noordzee de Waddenzee ingeblazen. Er is dan ter hoogte van Lauwersoog een hogere waterstand waarneembaar dan onder normale weersomstandigheden. Omdat het buitenwater (Waddenzee) dan hoger staat dan het binnenwater (Lauwersmeer) kunnen de sluisluizen niet geopend worden en blijft het overtollige water uit de Friese en Groningse boezem op het Lauwersmeer staan. Dit kan een aantal dagen duren zonder dat er dan sprake is van een groot veiligheidsrisico. Het wordt echter anders als er ook sprake is van gelijktijdige overvloedige neerslag (regen). In dat geval raken de beide boezems vol of zelfs overvol. Het water kan letterlijk geen kant meer op.

Op dat moment is het noodzakelijk om mechanisch te gaan bemalen. Zie de uitleg in de 3D film in het bezoekerscentrum van het Woudagemaal hierover.