Naar inhoud springen

Natuurlijke lozing: verschil tussen versies

393 bytes toegevoegd ,  4 jan 2012
geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 41: Regel 41:
[[Bestand:Dijken.jpg|280x210px|link=]]
[[Bestand:Dijken.jpg|280x210px|link=]]


Een nieuwe situatie ontstaat er als het aantal polders tussen 1000 en 1200 snel toeneemt. Nu worden er polders gevormd die naast- en tegenelkaar aan liggen. Dat betekent dat de bewoners van de diverse polders op elkaar zijn aangewezen als het gaat om het peil van het water binnen de polders te kunnen beheersen. De zijlen monden dan al snel niet meer uit op het wad, maar op de naastgelegen buurpolder. Deze buurpolder moet maar zien het water verderop kwijt te raken.
Een '''nieuwe situatie ontstaat er als het aantal polders tussen 1000 en 1200 snel toeneemt'''. Nu worden er polders gevormd die naast- en tegenelkaar aan liggen. Dat betekent dat de bewoners van de diverse polders op elkaar zijn aangewezen als het gaat om het peil van het water binnen de polders te kunnen beheersen. De zijlen monden dan al snel niet meer uit op het wad, maar op de naastgelegen buurpolder. Deze buurpolder moet maar zien het water verderop kwijt te raken.


Als men op elkaar is aangewezen ontstaat er uiteraard al snel een noodzaak tot onderling overleg. Er ontstaan polderbesturen voor het overleg binnen de polders, maar ook overleg tussen de polderbesturen onderling. Als de samenwerking uitmondt in structureel en regulier overleg is er eigenlijk sprake van hetontstaan van "waterschappen". De onderlinge afspraken moeten juridisch worden vastgelegd. In genoemde periode ontstaat op deze wijze het eerste Friese recht, dat in aard en wezen van oorsprong een waterschapsrecht is.
[[Bestand:Vissers_boeren.jpg|370×277px|link=]]


Er worden afspraken gemaakt en rechten gevestigd met betrekking tot de natuurlijk afvoer van water door zijlen en sluizen. Er is van sluizen sprake, als de scheepvaart op deze wijze door de dijken kan passeren en gebruik kan maken van de binnenwateren van de polders.
Als men '''op elkaar is aangewezen''' ontstaat er uiteraard al snel een '''noodzaak tot onderling overleg'''. Er ontstaan '''polderbesturen''' voor het overleg binnen de polders, maar ook overleg '''tussen de polderbesturen onderling'''. Als de samenwerking uitmondt in structureel en regulier overleg is er eigenlijk sprake van het ontstaan van <strong>[[waterschap|waterschappen]]</strong>.
In het waterschapsrecht wordt ook vastgelegd wat de taken en verplichtingen zijn van de dorpsgemeenschappen, niet alleen van de gemeenschappen die aan de dijk wonen, maar ook de dorpsgemeenschappen die "binnen" de polder liggen hebben hun verplichtingen. Vaak wordt afgesproken dat bepaalde dorpen "eigen dijkvakken" van de omringende dijk moeten onderhouden.
<br>De '''onderlinge afspraken''' moeten '''juridisch worden vastgelegd'''. In genoemde periode ontstaat op deze wijze het '''eerste Friese recht''', dat in aard en wezen van oorsprong '''een waterschapsrecht''' is.


Als omstreeks 1200/1300 de omringende zeedijk een aanééngesloten geheel gaat vormen, zijn de waterschappen en de gemeenschappen uiteraard ook gezamenlijk verantwoordelijk voor de zeedijken. Aan de zeedijken moeten hogere eisen worden gesteld: letterlijk en figuurlijk. In dit gezamenlijk belang hebben de dorpen hun verplichtingen. In de loop van de geschiedenis treedt er een verschuiving op van verplichtingen in natura (het onderhoud van afgesproken dijkvakken) naar een financiële verplichting: waterschapslasten.
Er worden '''afspraken gemaakt en rechten gevestigd met betrekking tot de natuurlijk afvoer van water door zijlen en sluizen'''. Er is van <strong>[[sluizen]]</strong> sprake, als de scheepvaart op deze wijze eveneens door de dijken kan passeren en gebruik kan maken van de binnenwateren van de polders.
<br>In het waterschapsrecht wordt ook vastgelegd '''wat de taken en verplichtingen zijn van de dorpsgemeenschappen''', niet alleen van de gemeenschappen die '''aan de dijk''' wonen, maar ook de dorpsgemeenschappen die '''binnen de polder''' liggen hebben zo hun verplichtingen. Vaak wordt afgesproken '''dat bepaalde dorpen "eigen dijkvakken" van de omringende dijk moeten onderhouden'''.
<br>De '''dijkvakken''' worden vaak '''gemarkeerd''' met speciaal gehouwde sierstenen.
 
[[Bestand: steen
 
Als omstreeks '''1200/1300 de omringende zeedijk een aanééngesloten geheel''' gaat vormen, zijn de waterschappen en de gemeenschappen uiteraard ook '''gezamenlijk verantwoordelijk voor de zeedijken'''. Aan de zeedijken moeten hogere eisen worden gesteld: letterlijk en figuurlijk. In dit gezamenlijk belang hebben de dorpen hun verplichtingen. In de loop van de geschiedenis treedt er '''een verschuiving op van verplichtingen in natura (het onderhoud van afgesproken dijkvakken) naar een financiële verplichting: waterschapslasten'''.
 
[[Bestand:Wierdijk.jpg|250x188px|link=]]


Ook de afvoer van het polderwater wordt geregeld. In de eerste plaats ontstaat er langzamerhand een boezemsysteem. De polders lozen hun water op de boezem, die in verbinding staat met de zee. In Friesland vormen het netwerk van geulen, slenken en meren een natuurlijke boezem.   
Ook de afvoer van het polderwater wordt geregeld. In de eerste plaats ontstaat er langzamerhand een boezemsysteem. De polders lozen hun water op de boezem, die in verbinding staat met de zee. In Friesland vormen het netwerk van geulen, slenken en meren een natuurlijke boezem.   
Bij eb kan men regelmatig water lozen.
Bij eb kan men regelmatig water lozen.


Als in latere eeuwen de grote open verbindingen met de zee worden ingepolderd en afgesloten (Friese Middelzee en de marne), gaat de Friese boezem alangzamerhand een meer afgesloten bekken vormen, waarin het uitgeslagen en geloosde polderwater tijdelijk kan worden opgeslagen (geborgen).
Als in latere eeuwen de grote open verbindingen met de zee worden ingepolderd en afgesloten (Friese Middelzee en de Marne), gaat de Friese boezem langzamerhand een meer afgesloten bekken vormen, waarin het uitgeslagen en geloosde polderwater tijdelijk kan worden opgeslagen (geborgen).
<br>In deze eeuwen herhaalt zich feitelijk de gecheidenis: nu moeten in de omringende zeedijken afwateringssluizen worden aangeled om het omhoogkomende boezemwater te kunnen laten afvloeiien naar zee (spuien).
<br>In deze eeuwen herhaalt zich feitelijk de geschiedenis: '''nu''' moeten '''in de omringende zeedijken uitwateringssluizen worden aangelegd''' om het omhoogkomende boezemwater te kunnen laten afvloeien naar zee (spuien).
 
[[Bestand:


Vele eeuwen lang kon dat via de scheepvaartsluizen in de zeedijk, vaak ook werden er speciale spuisluizen aangelegd, die eigenlijk de functie van de historische zijlen overnamen. Op vele locaties kon het water worden afgespuid: Lemmer, Tacozijl, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Makkum, Harlingen en Dokkum.  
Vele eeuwen lang kon dat via de scheepvaartsluizen in de zeedijk, vaak ook werden er speciale spuisluizen aangelegd, die eigenlijk de functie van de historische zijlen overnamen. Op vele locaties kon het water worden afgespuid: Lemmer, Tacozijl, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Makkum, Harlingen en Dokkum.  
Anonieme gebruiker