Bouw van het stoomgemaal en Brandstof: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''Bouw van het stoomgemaal bij Tacozijl ([[ir D.F. Woudagemaal]])'''
<strong>Brandstof</strong>


'''Het politieke besluit''' om een boezemgemaal te gaan bouwen was al '''in 1913 door Provinciale Staten van Friesland''' genomen. Hiermee was een eind gekomen aan decennialang overwegen, afwegen, uitstellen en soms kwam van uitstel ook afstel. Na het besluit namen de '''voorbereidingen drie jaar''' in beslag en zodoende werd er '''pas in 1916 begonnen met de bouw'''.
Om het stoomgemaal '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' onder stoom te krijgen is onder andere '''[[brandstof]]''' nodig.


Bij het stoomgemaal zijn '''twee dienstwoningen''' gebouwd: '''één voor de machinist en één voor de stoker''' die op het gemaal zouden gaan werken. De woningen zijn tussen oktober 1919 en februari 1920 gebouwd. In het bouwverslag van de opzichter staat bij de week van 4 november 1919 een bijzondere aantekening: ,,Wegens Katholieke zondag werd er zaterdag weinig uitgevoerd", op zaterdag waren in verband met deze zondag 3 metselaars vertrokken. Of het hier om een bijzondere naamdag gaat, staat niet in het verslag.
Vanaf de ingebruikname '''in 1920 tot 1967''' werd hier <strong>[[steenkool]]</strong> voor gebruikt.
De deuren die in de woningen zijn geplaatst werden geleverd door de firma Overmeer in Leeuwarden.
(zie ook: '''[[Stoken met steenkolen]]''')


De '''[[schoorsteen]]''' is gemaakt door de '''firma Canoy Herfkens uit Venlo''' in maart 1916 werd de overeenkomst door ir. D.F. Wouda en de firma Herfkens getekend. kosten van de schoorsteen werden begroot op f 15.685,-.
De '''[[steenkool]] kwam voor het overgrote deel uit de Nederlandse steenkolenmijnen in Zuid-Limburg'''. Zij werden per schip bij het gemaal aangevoerd. De '''opslagplaats van de steenkolen''' is nog geheel intact: het is '''de ruimte tussen de houten schotten''' voor het gemaal, de zogenaamde '''[[kolenloods]]'''.
(zie ook: '''[[Aanvoer en opslag van de steenkolen]]''')


De '''[[schoorsteenmetselaars]]''' zijn op 15 augustus 1917 aan het werk gegaan. In de eerste week is er al een stukje van 2 meter boven het fundament opgemetseld, dat is dan op 3.20 m boven NAP.  
[[Bestand:IMG_1970_koleloods_k.jpg|600x400px|link=]]  
<br>'''Meerdere keren ligt het werk stil omdat er een zware storm over de vlakte raast''' die het onmogelijk maakt om op grotere hoogte aan het werk te gaan. De werkzaamheden vorderen gestaan en '''per week wordt er ongeveer drie meter bijgemetseld'''.
<br>In oktober wordt er al een begin gemaakt met de '''[[binnenschacht]]''' van de schoorsteen.
<br>De schoorsteen heeft aan de onderkant een diameter van 622 cm en binnenin de schoorsteen aan de voet 392 cm. Aan de top is de omtrek aan de buitenzijde 287 cm en binnen 235 cm.


De '''tweede schoorsteen''' die opgemetseld zou worden werd bijna twee keer zo duur nadat bij de eerste schoorsteen de bliksem was ingeslagen.
In 1954 en 1958 is er echter ook gebruik gemaakt van <strong>'''[[turf]]'''</strong>.
(zie ook: '''[[Brandstoffen, eigenschappen en Verbrandingswaarde]]''')
<br>In 1954 wilde men graag weten '''of turf gebruikt zou kunnen worden''' en wat de <strong>[[verbrandingswaarde]]</strong> was alsmede het <strong>[[rendement]]</strong> ten opzichte van steenkool.
Bij de '''proef in 1954''' werd '''eerst een ketel met turf gestookt en vervolgens met steenkoo'''l, zo werden betrouwbare meetgegevens verkregen. De nieuwe in 1955 geplaatste ketels konden ook met behulp van turf worden gestookt, '''er is toen 1200 ton turf gebruikt tijdens het reguliere werkproces'''. Daarna is er geen turf meer gestookt.
<br>In 1958 was er <strong>een grote voorraad turf beschikbaar</strong> op de markt die niet afgezet kon worden.  


'''In 1955 is er groot onderhoud aan de schoorsteen''' uitgevoerd. Dat was nodig omdat er bij een controle scheuren waren ontdekt in axiale richting met een lengte van 7 centimeter. Een tweede reden om de schoorsteen na te lopen was de komst van de nieuwe ketels.
'''Vanaf 1967''' wordt er '''met stookolie''' gestookt.
<br>Met de '''oude ketels werd een temperatuur bereikt van 200 o C. aan de voet van de schoorsteen''', na installatie van '''de vier nieuwe ketels zou dat oplopen tot 350 o C'''. De herstelwerkzaamheden aan de schoorsteen zijn uitgevoerd door de firma Gebr. Heerde uit Wolvega voor een bedrag van f 26.900.-. '''Bij dit groot onderhoud zijn ook de ijzeren banden aangebracht'''.
(zie ook: '''[[Overgang naar oliestook]]''' en '''[[Opslag van olie]]''')
 
Vervolgens is er nog in 1962 onderhoud aan de schoorsteen nodig geweest.


'''Het gemaal is het meest imposante bouwwerk''' waar ruim 30 mensen per dag bij betrokken waren: grondwerkers, arbeiders, baggerlieden, heibazen, heiers, timmerlieden en stokers.
[[Bestand:Olietanks_a.jpg‎|600×400px|link=]]


Vanaf november 1916 zijn er '''enorme hoeveelheden bouwmaterialen''' aangevoerd.
'''Andere energievormen''' om te gebruiken zijn: <strong>[[zuiggas]]</strong> en <strong>[[elektriciteit]]</strong>, tegelijkertijd zou het gemaal dan geen stoomgemaal meer zijn.
<br> Alleen al de '''honderden heipalen''':
<ul>
<li>641 met een lengte van 7.30 m
<li>1242 met een lengte van 6.25 m
<li>76 met een lengte van 6.00 m en  
<li>286 met een lengte van 5.00 m.
</ul>
Al deze heipalen van dennen kosten samen f 16868,-. Het aanvoeren van deze enorme voorraad nam tussen november 1916 en mei 1917 meer tijd in beslag dan het heien. Tussen 20 mei en 29 juli 1917 hebben 15 heiers de klus geklaard.
 
Vanaf juni 1917 wordt er gewerkt aan het maken van de '''[[sluishoofden]]''' waarna de '''acht [[sluisdeuren]]''' geplaatst kunnen worden.
 
In december 1917 worden er 36.000 bruikbare straatklinkers gesorteerd uit een verder onbruikbare partij gedeukte klinkers.
<br>Idem met de klinkers voor de gevels, hiervoor worden 45.000 miskleurige klinkers gesorteerd en gebruikt.
 
De '''vier nieuwe vuurgangvlampijpketels''' zijn gemaakt en geplaatst door Werkspoor in Amsterdam in het jaar 1955 voor de som van f 375.600,-

Versie van 3 okt 2012 18:00

Brandstof

Om het stoomgemaal ir. D.F. Woudagemaal onder stoom te krijgen is onder andere brandstof nodig.

Vanaf de ingebruikname in 1920 tot 1967 werd hier steenkool voor gebruikt. (zie ook: Stoken met steenkolen)

De steenkool kwam voor het overgrote deel uit de Nederlandse steenkolenmijnen in Zuid-Limburg. Zij werden per schip bij het gemaal aangevoerd. De opslagplaats van de steenkolen is nog geheel intact: het is de ruimte tussen de houten schotten voor het gemaal, de zogenaamde kolenloods. (zie ook: Aanvoer en opslag van de steenkolen)

In 1954 en 1958 is er echter ook gebruik gemaakt van turf. (zie ook: Brandstoffen, eigenschappen en Verbrandingswaarde)
In 1954 wilde men graag weten of turf gebruikt zou kunnen worden en wat de verbrandingswaarde was alsmede het rendement ten opzichte van steenkool. Bij de proef in 1954 werd eerst een ketel met turf gestookt en vervolgens met steenkool, zo werden betrouwbare meetgegevens verkregen. De nieuwe in 1955 geplaatste ketels konden ook met behulp van turf worden gestookt, er is toen 1200 ton turf gebruikt tijdens het reguliere werkproces. Daarna is er geen turf meer gestookt.
In 1958 was er een grote voorraad turf beschikbaar op de markt die niet afgezet kon worden.

Vanaf 1967 wordt er met stookolie gestookt. (zie ook: Overgang naar oliestook en Opslag van olie)

600×400px

Andere energievormen om te gebruiken zijn: zuiggas en elektriciteit, tegelijkertijd zou het gemaal dan geen stoomgemaal meer zijn.