Bouwstijlen in Nederland en Prinses Margrietkanaal: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
In '''de periode waarin het stoomgemaal bij Tacozijl werd ontworpen''' en op de tekentafel lag, waren er '''verschillende bouwstijlen''' in Nederland actueel, '''die elkaar in vrij korte tijd afwisselden'''.
Het '''Prinses Margrietkanaal''' is de '''belangrijkste vaarverbinding tussen de sluizen bij [[Lemmer]], door [[Fryslân]] naar de sluizen bij [[Gaarkeuken]].''' Het kanaal loopt '''door het [[Sneekermeer]], de [[Pikmeer]] en de [[Bergumermeer]]'''.


Om een beeld te schetsen wat er allemaal '''in korte tijd''' voorbij kwam, met daarbij de '''belangrijkste invloedsperiode''' volgt hierbij als overzicht:
[[Bestand:Monding_PM_in_Pikmeer_k.JPG|400×267px|link=]]
'''Zuidelijke monding van Prinses Margrietkanaal in het Pikmeer bij Grou'''  


<ul>
Het '''Prinses Margrietkanaal''' is de '''snelste route voor binnenschepen die van [[Amsterdam]] naar [[Delfzijl]]''' willen varen en daarbij van het '''[[IJsselmeer]]''' gebruik maken.
<li>'''Neogotiek''': 1830 - 1910;
<br>Bij de sluizen van '''[[Lemmer]]''' worden de schepen geschut en komen dan op de '''[[boezem]]''' van''' [[Fryslân]]''', het peil is tot aan''' [[Gaarkeuken]]''' steeds - 0.52 cm NAP. Onderweg zijn er geen sluizen meer.
<li>'''Eclecticisme''': 1840 - 1910;
<li>'''Neorenaissance''': 1875 - 1915;
<li>'''Jugendstil''': 1895 - 1915;
<li>'''Rationalisme''': 1900 - 1920;
<li>'''Nieuw historiserende bouwstijl''': 1905 - 1925;
<li>'''Expressionisme''': 1910 - 1930;
</ul>


Bij '''het ontwerp van het stoomgemaal''' Tacozijl heeft ir D.F. Wouda dus '''gebruik kunnen maken''' van '''verschillende in zwang zijnde bouwstijlen''' in Nederland.
[[Bestand:Prinses_Margrietsluis_Lemmer_k.JPG|400×267px|link=]]
'''Prinses Margrietsluis bij Lemmer'''  


De jaartallen, die hierboven genoemd worden, mogen '''niet al te absoluut''' worden gehanteerd. Was het maar zo eenvoudig, vaak liep de ene bouwstijl nog wat door, terwijl een andere stijl al weer de trend zet. Oud en nieuw wisselen elkaar op deze manier voortdurend af.
Pas '''bij [[Gaarkeuken]]''' varen de schepen de boezem van het waterschap '''[[Noorderzijlvest]]''' binnen met een lager peil: -0.93 cm NAP. '''Vanaf Gaarkeuken tot aan de sluizen bij Oosterhoogebrug heet het kanaal: Van Starkenborghkanaal'''. Aan de oostkant van de stad Groningen ligt ook een sluis en dan gaat het '''via het [[Eemskanaal]] naar [[Delfzijl]]'''.


Ook '''binnen één bouwproject''' kan het '''soms lastig zijn om het onder te brengen bij één bepaalde stijl''', een architect kan wel een voorbeeld volgen, maar daar ook nog eigen stijlkenmerken aan toevoegen.
[[Bestand:Gaarkeuken_gi.jpg|600×360px|link=]]
'''Sluis bij Gaarkeuken'''


Aan het '''eind van de negentiende eeuw''' verdwenen de ''',,neo"''' bouwstijlen ('''neogotiek''' en '''neorenaissance''') naar de achtergrond en kwamen: '''Jugendstil,''' '''Rationalisme''' en '''Heroriëntatie''' na dit verleden als nieuwe bouwstijlen in zwang.
De vaarroute is opgewaardeerd tot '''klasse V''', dat wil zeggen, dat er '''steeds grotere (container)schepen''' zullen gaan varen. Enkele belangrijke '''knelpunten zullen worden aangepakt:''' bochten worden rechtgetrokken of bruggen zullen worden vervangen.


'''Jugendstil''' is een meer geometrische bouwstijl, '''Art Nouveau''' heeft wat meer oog voor detail en sierlijke vormen en oogt daardoor minder strak afgemeten dan de rationele stijl van de Jugendstil. Jugendstil en Art nouveau hebben hun '''bloeitijd rond de eeuwwisseling (1900)'''.
[[Bestand:Zware_schepen.jpg|400×287px|link=]]


Het '''Rationalisme''' gaat uit van een '''robuust bouwvolume, grotere bouwvlakken van baksteen'''.
De aanleg van het kanaal begon al in 1930 en zou pas '''in 1951''' zijn voltooid. '''Soms wordt er gebruik gemaakt van oude bestaande kanalen''', die dan op breedte en diepte zijn gebracht.
<br>Bekende rationele architecten zijn: '''H.P. Berlage''' en''' K.P.C. de Bazel'''. Zij zouden zich gedurende hun hele loopbaan als architect bezig blijven houden met deze bouwstijl. Hun '''invloed reikte verder dan alleen Amsterdam''' waar zij veel werken realiseerden. In het land namen '''anderen''' hun bouwstijl over.
<br>'''In Friesland''' is '''de zeevaartschool in Harlingen (1914''') een bekend voorbeeld van rationeel bouwen.


'''Na de Jugendstijl en het Rationalisme''' kwam er een '''hang naar het historisch bouwen''': deze stijl gaat terug naar het verleden en wordt '''historiserend bouwen''' genoemd.
[[Bestand:IMG_1081_k.jpg|400×600|link=]]
<strong>De Friese boezem (PM-kanaal van ca 1942) doorsnijdt de "Nesserdyk" die van Grou naar Akkrum liep. Het peil van de Friese boezem ligt duidelijk hoger dan het dorp Grou in het "Lage Midden"</strong>


Het was '''zoeken naar een nieuwe toonaangevende markante bouwstijl'''.
Met name '''het gedeelte tussen het tolhuis van Zuidhorn, waar het Hoendiep nu in het Van Starkenborghkanaal stroomt, tot aan Gaarkeuken''' was '''de bestaande vaarverbinding tussen Groningen en Leeuwarden die al in de 16e eeuw was gegraven'''. Ook in Friesland is gebruik gemaakt van meren en plassen (o.a. bij Grou), '''waardoor het niet nodig was om het hele kanaal opnieuw te graven'''.  
<br>Hierbij werd gebruik gemaakt van '''elementen uit de voorafgaande bouwstijlen''', maar '''op een''' '''nieuwe manier toegepast'''.


Wie naar de '''raadhuizen''' van architect '''J. A. Kropholler''' kijkt (onder ander in '''Grou'''), in de voormalige gemeente '''Idaarderadeel''', ziet wel dat het om een nieuw raadhuis gaat, maar heeft daarbij ook het gevoel dat het sterk doet denken aan '''een veilig bouwwerk uit de geschiedenis'''.  Een hoog zadeldak, een trap en bordes dat maakt het tot '''een imposant geheel'''. Gelet op bovenstaande jaartallen zou Kropholler geen gebruik hebben kunnen maken van historiserend bouwen op het moment dat hij zijn raadhuizen heeft ontworpen, dat was in de jaren 40. De bouwstijl wordt bij 1915 afgebakend. Een mooi voorbeeld van een bouwstijl die toch nog nog langer een stempel heeft gedrukt op de bouwkunst.
De '''route is vooral bedoeld voor de beroepsscheepvaart'''. Door het feit, dat de '''omvang van de schepen zal toenemen en daarbij de verwachting dat er steeds meer containerschepen zullen gaan varen''', wordt het '''noodzakelijk om alternatieven aan te bieden voor de recreatievaart'''.


'''Um 1800 - stijl''' was de '''Duitse variant van het historiserend bouwen''', architect '''J. Th. J. Cuypers''' is één van de toonaangevende architecten, '''de Beurs''' (1911 - 1914) '''aan het Beursplein in Amsterdam''' is een markant voorbeeld van deze bouwstijl.
Het '''Prinses Margrietkanaal''' is ook '''van zeer groot belang voor de waterhuishouding in Friesland'''. Het is één van de boezemwateren waarop het water vanuit de '''[[polder|polders]]''' wordt uitgeslagen door middel van '''[[poldergemaal]]poldergemalen'''.
<br>Naast het Prinses Margrietkanaal zijn de '''Friese meren ook onderdeel van de''' '''[[boezem]] van Friesland'''.


Het '''Expressionisme''' was nog weer een latere fase, waarvan de '''[[Amsterdamse School]]''' een zeer bekende variant is, met '''toonaangevende architecten''' als: '''De Klerk''', '''Kramer''' en '''Van der Meij''' beleefde die het eerste '''hoogtepunt tussen 1913 en 1916''' toen het '''Scheepvaarthuis''' '''aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam''' werd gebouwd.  
'''Bij een teveel aan water''' zorgt het '''Prinses Margrietkanaal''' er voor dat '''het water wordt afgevoerd naar het ir. D.F. Woudagemaal'''. Als dit '''[[gemaal]]''' in werking is gesteld, dan slaat het '''[[gemaal]]''' het overtollige water uit op het '''[[IJsselmeer]]'''. Het kanaal is dus de levensader van  de '''[[Friese boezem]]'''.
<br>De '''aanvoer''' naar het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' gaat via het Prinses Margrietkanaal en iets ten zuiden van de Grote Brekken is tijdens de bouw van het gemaal '''een speciaal aanvoerkanaal naar het gemaal gegraven''': het '''[[stroomkanaal]]'''.  


Kort hierna is er sprake van '''De Stijl''', die meer vorm gaat krijgen '''vanaf 1917''', toonaangevende architecten zijn: '''Theo van Doesburg''' en '''J.J.P. Oud'''.
Welke '''route''' er voor de afvoer van het overtollige water wordt gekozen, '''hangt af van de windrichting'''. Bij een wind uit het '''zuidwesten''' zal het water '''bij Dokkumer Nieuwe zijlen worden afgevoerd''' op het '''[[Lauwersmeer]]''' en bij een wind uit het '''noordwesten''' zal het water '''in eerste instantie via het '''[[Prins Johan Frisokanaal]]''' naar het '''[[J.L. Hooglandgemaal]]''' bij Stavoren''' worden uitgeslagen op het '''[[IJsselmeer]]'''. Het '''[[Prins Johan Frisokanaal]]''' gaat naar de '''[[Fluessen]]''' en vanaf dit meer zijn er twee verbindingen: (de '''Jeltesloot''' en de '''Wellesloot''') met het '''De Koevorder''' waar het '''Prinses Margroetkanaal''' ook doorheen loopt.
 
Als het '''[[J.L. Hooglandgemaal]]''' de hoeveelheid water in het zuidwesten niet alleen weg kan pompen, dan wordt het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' ook opgestart.
De '''opvolger''' van deze bouwstijl is het '''Nieuwe Bouwen''', het hoogtepunt van deze bouwstijl ligt '''tussen 1920 en 1935''' en daarna volgt nog de '''Delftse school''' vlak '''na 1945 tot aan het begin van de jaren vijftig'''.
 
Evenals bij de letteren (proza en poëzie) worden de '''ontwikkelingen in het buitenland''' nauwlettend in de gaten gehouden. In de literatuur geldt de periode aan het begin van de 20e eeuw als '''het Interbellum''': een overgangsperiode van de ene naar het andere. De literaire stroming van de tachtigers begint aan invloed in te boeten en moet toezien dat een nieuwe generatie schrijvers en dichters het stokje langzaam maar zeker overgaat nemen.
 
Dit zou '''ook van toepassing kunnen zijn op de snelle afwisseling van de genoemde bouwstijlen'''. Waarbij het allerminst zo is dat ze strikt gescheiden zijn, maar veelal door elkaar heen zullen lopen.  
Ook onder architecten was het gebruikelijk om te kijken '''wat er gaande en gangbaar''' was, zo '''werden bouwstijlen gekopieerd''' en soms werden er''' nieuwe elementen aan toegevoegd'''.
 
Hierbij moet ook gekeken worden naar wat er in het buitenland gaande was. En dan '''lijkt de Amerikaanse architect
Frank Lloyd Wright (1867 - 1959) zeer belangrijk te zijn'''. Zijn werk wordt gekenmerkt door het invullen van '''de'''  
'''drie dimensionale ruimte'''.
 
Het lijkt '''aannemelijk om te veronderstellen''', dat student '''Wouda tijdens zijn studie bouwkunde in Delft''' colleges heeft gekregen van een hoogleraar die goed '''op de hoogte''' moet zijn geweest '''van het werk van Wright'''. Bouwkunde was een vrij jonge studie in Delft en dan wil je '''de laatste, internationale, ontwikkelingen''' op de voet volgen.  
 
Voor '''de bouwstijl van het stoomgemaal bij Tacozijl (Lemmer)''' zal meer moeten worden gekeken naar wat er in Delft op dat moment werd onderwezen en naar het werk van Wright. Wright.
Deze was waarschijnlijk op dat moment al''' toonaangevend''' en had zich als architect al bewezen. De Amsterdamse school stond nog in de kinderschoenen en het Scheepvaarthuis was het eerste grote bouwproject waar de stijl ten volle tot uiting kwam.
 
Wouda zal van het Scheepvaarthuis in Amsterdam gehoord kunnen hebben maar het was al te laat om dat nog te integreren in het ontwerp van zijn stoomgemaal. Daarvoor waren de plannen al te ver gevorderd.

Versie van 7 nov 2013 12:14

Het Prinses Margrietkanaal is de belangrijkste vaarverbinding tussen de sluizen bij Lemmer, door Fryslân naar de sluizen bij Gaarkeuken. Het kanaal loopt door het Sneekermeer, de Pikmeer en de Bergumermeer.

400×267px Zuidelijke monding van Prinses Margrietkanaal in het Pikmeer bij Grou

Het Prinses Margrietkanaal is de snelste route voor binnenschepen die van Amsterdam naar Delfzijl willen varen en daarbij van het IJsselmeer gebruik maken.
Bij de sluizen van Lemmer worden de schepen geschut en komen dan op de boezem van Fryslân, het peil is tot aan Gaarkeuken steeds - 0.52 cm NAP. Onderweg zijn er geen sluizen meer.

400×267px Prinses Margrietsluis bij Lemmer

Pas bij Gaarkeuken varen de schepen de boezem van het waterschap Noorderzijlvest binnen met een lager peil: -0.93 cm NAP. Vanaf Gaarkeuken tot aan de sluizen bij Oosterhoogebrug heet het kanaal: Van Starkenborghkanaal. Aan de oostkant van de stad Groningen ligt ook een sluis en dan gaat het via het Eemskanaal naar Delfzijl.

600×360px Sluis bij Gaarkeuken

De vaarroute is opgewaardeerd tot klasse V, dat wil zeggen, dat er steeds grotere (container)schepen zullen gaan varen. Enkele belangrijke knelpunten zullen worden aangepakt: bochten worden rechtgetrokken of bruggen zullen worden vervangen.

400×287px

De aanleg van het kanaal begon al in 1930 en zou pas in 1951 zijn voltooid. Soms wordt er gebruik gemaakt van oude bestaande kanalen, die dan op breedte en diepte zijn gebracht.

400×600 De Friese boezem (PM-kanaal van ca 1942) doorsnijdt de "Nesserdyk" die van Grou naar Akkrum liep. Het peil van de Friese boezem ligt duidelijk hoger dan het dorp Grou in het "Lage Midden"

Met name het gedeelte tussen het tolhuis van Zuidhorn, waar het Hoendiep nu in het Van Starkenborghkanaal stroomt, tot aan Gaarkeuken was de bestaande vaarverbinding tussen Groningen en Leeuwarden die al in de 16e eeuw was gegraven. Ook in Friesland is gebruik gemaakt van meren en plassen (o.a. bij Grou), waardoor het niet nodig was om het hele kanaal opnieuw te graven.

De route is vooral bedoeld voor de beroepsscheepvaart. Door het feit, dat de omvang van de schepen zal toenemen en daarbij de verwachting dat er steeds meer containerschepen zullen gaan varen, wordt het noodzakelijk om alternatieven aan te bieden voor de recreatievaart.

Het Prinses Margrietkanaal is ook van zeer groot belang voor de waterhuishouding in Friesland. Het is één van de boezemwateren waarop het water vanuit de polders wordt uitgeslagen door middel van poldergemaalpoldergemalen.
Naast het Prinses Margrietkanaal zijn de Friese meren ook onderdeel van de boezem van Friesland.

Bij een teveel aan water zorgt het Prinses Margrietkanaal er voor dat het water wordt afgevoerd naar het ir. D.F. Woudagemaal. Als dit gemaal in werking is gesteld, dan slaat het gemaal het overtollige water uit op het IJsselmeer. Het kanaal is dus de levensader van de Friese boezem.
De aanvoer naar het ir. D.F. Woudagemaal gaat via het Prinses Margrietkanaal en iets ten zuiden van de Grote Brekken is tijdens de bouw van het gemaal een speciaal aanvoerkanaal naar het gemaal gegraven: het stroomkanaal.

Welke route er voor de afvoer van het overtollige water wordt gekozen, hangt af van de windrichting. Bij een wind uit het zuidwesten zal het water bij Dokkumer Nieuwe zijlen worden afgevoerd op het Lauwersmeer en bij een wind uit het noordwesten zal het water in eerste instantie via het Prins Johan Frisokanaal naar het J.L. Hooglandgemaal bij Stavoren worden uitgeslagen op het IJsselmeer. Het Prins Johan Frisokanaal gaat naar de Fluessen en vanaf dit meer zijn er twee verbindingen: (de Jeltesloot en de Wellesloot) met het De Koevorder waar het Prinses Margroetkanaal ook doorheen loopt. Als het J.L. Hooglandgemaal de hoeveelheid water in het zuidwesten niet alleen weg kan pompen, dan wordt het ir. D.F. Woudagemaal ook opgestart.