Ir. D.F. Woudagemaal en Opvoerwerktuig: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Vincent Erdin
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''[[Wetterskip Fryslân]]''' probeert het water van de '''[[Friese boezem]]''' het liefst zo veel mogelijk te laten wegstromen '''op de oeroude wijze''' door het '''openen van de deuren van de zeesluizen bij eb'''.
'''Opvoerwerktuig'''
Men maakt nu voor het afstromen (spuien) nog uitsluitend gebruik van de '''[[zeesluizen bij Harlingen]]''' en de '''[[Dokkumer Nieuwe Zijlen]]''' bij Dokkum aan het Lauwersmeer.
<br>Voor een historisch overzicht in breed perspectief, zie: '''[[Zijlen en sluizen in breed perspectief]]''' 


<br>Als deze '''[[natuurlijke lozing]]''' niet mogelijk is door windstuwing wn hoge eb-standen, '''moet het Wetterskip Fryslân overgaan op bemaling van de Friese boezem'''.
Nu ruim tien jaar geleden moest iedere leerling van een groep van de basisschool een spreekbeurt houden. Een van de leerlingen koos een onderwerp uit zijn eigen leefomgeving: de '''[[polder]]'''. Het was inderdaad wat hij dagelijks om zich heen zag ook al was dat in het stedelijk gebied. Dagelijks moest hij tegen een dijk ('''Dijkslootpad''') opfietsen die het verschil van plm. 4 meter tussen de twee polders markeerde. De Ringdijk was de scheiding tussen de Grote en Kleine Kalkovenschepolder die op - 1.85 m NAP ligt en de dieper gelegen Vierambachtspolder op - 5.10 m. NAP.
<br>Voor een uitgebreide beschrijving, zie: <strong>[[Woudagemaal bouwkundig en technisch]]</strong> 


Het <strong>Ir. D.F. Wouda-gemaal</strong> is het <strong>grootste nog werkende stoomgemaal ter wereld</strong>. Het gemaal staat bij Takozijl (nabij Lemmer) en wordt gebruikt om het waterpeil in de <strong>[[Friese boezem]]</strong> in Friesland te verlagen als het <strong>[[J.L. Hooglandgemaal]]</strong> bij Stavoren onvoldoende capaciteit kan leveren.
Wat die spreekbeurt nu zo bijzonder maakte was dat hij het aandurfde om bij het begin van zijn spreekbeurt het liedje: ,,
'''twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen''' heeft gezongen.  


<br>[[Bestand:IMG_1952gschk.JPG|600x400px|link=]]
Daarmee zette hij de toon voor zijn verdere verhaal. Maar in feite raakt hij hier wel '''de kern van de geschiedenis van de opvoerwerktuigen'''.


<br>Het is een <strong>[[boezemgemaal]]</strong>.
De monniken die in de 10e eeuw zijn begonnen met het ontginnen van land, hadden niet veel anders tot hun beschikking dan '''emmers'''. Daarmee hoosden zij''' het overtollige water weg uit de akkertjes''' die zij wilden ontginnen. Dit, nadat zij er eerst dijkjes omheen hadden gelegd, anders zou het ook nog uitlopen op het: '''water naar de zee dragen'''.  
Het is het enige nog volledig voor de waterhuishouding werkende <strong>[[stoomgemaal]]</strong> in Nederland. Heel bijzonder als men weet dat er in 1911 maar liefst 514 stoomgemalen actief waren in Nederland.


Als we de <strong>[[Friese stoomgemalen]]</strong> <strong>vanaf het midden van de 19e eeuw</strong> inventariseren tellen we in totaal ca. 25 stoomgemalen. Zij fungeren bijna allemaal als <strong>[[poldergemalen]]</strong>.
[[Bestand:Dijken.jpg|280×210px|link=]]
'''De emmers en de afvoergoten hebben het relatief lang volgehouden'''


De bouw van het <strong>[[stoomgemaal]]</strong> bij '''[[Takozijl|Teakesyl]]''' werd noodzakelijk door de steeds toenemende wateroverlast in de <strong>[[Friese boezem]]</strong>.
De ontwikkelingen op waterstaatkundig gebied gingen niet zo heel snel.  


In de daaraan voorafgaande eeuw nam de <strong>druk op de [[Friese boezem]]</strong> gestaag toe. Dat was een gevolg van o.a. de uitgestrektheid van het <strong>[[Friese boezem|boezemoppervlak]]</strong>, <strong>[[opwaaiing]]</strong> en <strong>[[opstuwing]]</strong> bij harde wind met als gevolg <strong>"[[scheefstand]]"</strong> in de boezem, de '''toenemende intensiteit bij de afwatering''' door het '''ontstaan van honderden [[Polder|particuliere polders]] met [[Poldermolen|windbemaling]]''' en de vooruitgang in de landbouw en veeteelt, '''waarbij men steeds dieper wilde ontwateren'''.
Bij de '''opvoerwerktuigen''' worden''' twee soorten''' onderscheiden:
Daarmee werden de eisen, gesteld aan de beheersing van de <strong>[[Friese boezem]]</strong>, aanmerkelijk opgeschroefd. De boeren namen er uiteindelijk geen genoegen meer mee, dat de lage gras- en bouwlanden in de winterperiode regelmatig onder water stonden en er 's zomers hoogstens één keer in de maanden juli of augustus kon worden gehooid.
<ul>
Veel woongebieden in het <strong>[[Lage Midden]]</strong> van <strong>[[Fryslân]]</strong> werden door de overstromingen regelmatig bedreigd.
<li>'''Verdringingswerktuigen'''
<li>'''Stromingswerktuigen'''
</ul>


[[Bestand:IMG_1231_langs_PM-kanaal_5-12-2009_15-05-13_PF_k.jpg|600x400px|link=]]
'''Verdringingswerktuigen zijn''': '''[[Scheprad]]''', '''[[Vijzel]]''' en '''[[Zuigerpomp]]'''.
<strong>Het PM-kanaal bij Grou, levensader van de Friese boezem.
<br>Een kade houdt de boezem in toom voor het Lage Midden van Fryslân.</strong>


De oorzaak van de <strong>toenemende ellende</strong> was het feit dat de <strong>[[natuurlijke lozing|natuurlijke lozing van het water]]</strong> op de <strong>[[Zuiderzee]]</strong> en de <strong>[[Waddenzee]]</strong> tijdens eb stagneerde door <strong>[[windstuwing]]</strong> en in langdurige regenperiodes door overmatige toename van water in de Friese boezem.
Het wachten was op '''de doorbraak''' van de '''[[poldermolen]]'''.
Vanaf 1894 werd er in de landelijke en provinciale politiek van Fryslân uitgebreid gediscussieerd over de mogelijk te nemen maatregelen, waarbij een verbetering van de indijking werd afgewogen tegenover de bouw van voldoende krachtige gemalen.
<br>De eerste bescheiden molen, die land kon droogmalen was de '''wipmolen'''. Dit molentype wordt zo genoemd omdat de onderkant '''op een pyramide''' lijkt en '''op de punt daarvan het bovenhuis''' staat.
Uiteindelijk werd er besloten tot een combinatie: naast verbetering van de indijking, met als slotstuk de bedijking van de Lauwerszee (1968), werd ook het plan gelanceerd tot het bouwen van een gemaal bij Lemmer en Stavoren.
<br>Het '''opvoerwerktuig''' is een '''[[scheprad]]''', in de beginperiode '''van hout''', later in de 19e eeuw wordt dat '''van staal geklonken'''.  


'''De Provinciale Staten van Friesland hechtten in 1915 hun goedkeuring aan het plan tot de bouw van het stoomgemaal bij Lemmer'''.
[[Bestand:Wipmolen.jpg|394×600px|link=]]


De ontwerper van het in 1920 in gebruik genomen <strong>[[Woudagemaal bouwkundig en technisch|gemaal met haar functionele maar karakteristieke uiterlijk]]</strong> is <strong>[[ir. D.F. Wouda]]</strong>
'''[[Het scheprad]]''' heeft als belangrijk '''nadeel''' dat het '''veel ruimte in beslag''' neemt en het '''rendement tamelijk laag'''. De '''opvoerhoogte van een scheprad is 1 à 2 meter'''.
<br>Het blad van het scheprad ketst eerst op het water voordat het water opschept. De vorm van een blad speelt mee in het uiteindelijke rendement.
<br>'''(zie ook bij: [[scheprad]])'''
<br>Het scheprad wordt verdrongen door de '''vijzel'''.
De '''vijzel''' is eigenlijk in grote delen van het land gemeengoed geworden '''in de poldermolen'''. Belangrijke '''voordelen''' van een vijzel: '''een minimaal ruimtegebruik'''.
<br>De '''[[vijzel]]''' ligt '''in de vijzelbak onder de molen'''.
De waterlopen stromen tot aan de molen. Een '''vijzel''' kan het water '''hoger''' opvoeren dan een scheprad, een goede vijzel '''kan 4 meter hoogteverschil overbruggen'''. Mocht dat niet voldoende zijn, dan kunnen poldermolens in een '''molengang''' geplaatst worden waardoor een '''nog grotere opvoerhoogte''' bereikt kan worden.
In de beginperiode werd de '''vijzel''' ook '''van hout''' gemaakt, '''later van staal'''. De langere vijzel stelde de fabrikant in het begin voor problemen: staal mocht niet door gaan buigen. Ook al er werd er een groter rendement bereikt, er was '''wel sprake van waterverlies of lekverlies'''. Niet iedere kubieke meter water die werd opgepompt haalde ook de andere kant.
<br>'''(zie ook bij: [[vijzel]])'''


[[Bestand:Ir_D_F_Wouda.JPG|400x326px|link=]]
[[Bestand:Atlantis.jpg|330×500px|link=]]
'''De Húnzer poldermûne is uitgerust met een vijzel'''


De <strong>[[Woudagemaal bouwkundig en technisch|stoominstallaties met het stoommachinepark]]</strong> zijn mede ontworpen door '''[[prof. ir. J.C. Dijxhoorn]]''', in samenwerking met''' [[Machinefabriek Jaffa]]''' in Utrecht.
De vijzel is een '''zeer veelvuldig gebruikt opvoerwerktuig''' in '''poldermolens''' en later ook in stoomgemalen.  
In het ketelhuis werd de stoom opgewekt door zes kolengestookte ketels. In 1955 werden deze zes kolengestookte <strong>[[stoomketels van het type Piedboeuf|zes stoomketels van het type Piedboeuf]]</strong> vervangen door '''[[Schotse ketels|vier nieuwe Schotse ketels]] van Werkspoor''', aanvankelijk eveneens gestookt met kolen, maar in 1967 werden deze ketels voor oliestook omgebouwd.
Afhankelijk van het landsdeel wordt er ook gesproken van een '''schroef''' (wordt vooral in '''[[Groningen]]''' veelvuldig gebruikt).  
Het machinepark bestaat uit vier <strong>[[vier stoommachines|tandem-compound stoommachines]]</strong> en acht '''[[centrifugaalpomp|centrifugaalpompen]]''', gebouwd door de '''[[Machinefabriek Jaffa]]''' te Utrecht.
Een gedetailleerde beschrijving van de elementen van het ir. D.F. Woudagemaal, zowel bouwkundig als technisch, wordt gegeven onder de titel <strong>[[Woudagemaal bouwkundig en technisch]]</strong>.


[[Bestand:Prof_ir_JC_Dijxhoorn.jpg|135x164px|link=]]  
De '''Zuigerpomp''' werd '''bij de eerste stoomgemalen in Nederland toegepast''' en is '''tot ca. 1825''' in gebruik geweest. De drie stoomgemalen van de '''[[Haarlemmermeer]]''' ('''[[Cruquius]], [[Leeghwater]] en [[Lijnden]]''') waren ook '''uitgerust met zuigerpompen'''. Per gemaal waren negen zuigerpompen geïnstalleerd.


Prof. ir. J.C. Dijxhoorn geeft een <strong>
[[Bestand:Stoomgemaal-leeghwater-hme.jpg|555×324px|link=]]
'''Stoomgemaal Leeghwater met balansarmen waarmee de pompen worden bediend'''


[[beschrijving van de stoominstallatie van het gemaal bij Lemmer in het tijdschrift "De Ingenieur"]]</strong>
De pompen werden veelal bewogen door '''balansarmen''', een principe dat voortkwam uit de installatie van stoom-mijnpompen in Engeland (Cornwall).
Omdat er bij de '''zuigerpomp''' die in deze gemalen zijn toegepast '''geen sprake is van drukverschillen''' is het '''in werktuigbouwkundige zin geen zuigerpomp'''. De zuigerpomp die bij deze drie gemalen is gebruikt kan nog het beste worden vergeleken met grote '''schepemmers'''.
Het principe van een '''echte zuigerpomp is wel gebruikt, maar weinig effectief''' gebleken. 


Het gemaal werd op 7 oktober 1920 geopend door Koningin Wilhelmina.
De '''zuigerpomp''' werd '''voorbijgestreefd door een verbeterde''' '''zuigperspomp''', die is hier in Nederland nauwelijks op grote schaal toegepast, omdat '''korte tijd later de centrifugaalpomp''' op de markt verscheen.  
<br>In het tijdvak dat '''het [[ir. D.F. Woudagemaal]] als enig boezemgemaal''' de Friese boezem moest beteugelen heeft het gemaal vele '''[[maalperiodes]]''' gekend.
Aan de zuigperspomp is wel '''de naam''' van '''ir. H. Fynje'''''' verbonden'''. Fynje was niet tevreden over de opbrengst van scheprad en vijzel en wilde daarom een betere versie van de zuigerpomp. Dat de zuigperspomp geen groot succes is geworden kwam door de '''relatief hoge aanschaf- en onderhoudskosten'''.
<br>Tot 1966 werd het gemaal gebruikt om het <strong>[[Friese boezem|boezempeil van Friesland]]</strong> (het <strong>[[Friese boezem|FZP]]</strong>) te verlagen. Door inkrimping van de inhoud van de Friese boezem en de intensivering van de wateruitslag uit de polders '''namen omstreeks 1960 de klachten betreffende wateroverlast en overstroming weer toe'''.
Enkele decennia later zou de''' horizontale zuigperspomp''' worden geïntroduceerd, belangrijk voordeel hiervan was dat deze eenvoudiger en daardoor goedkoper te plaatsen was op de machinevloer.


[[Bestand:IMG_0104_hcschk.JPG‎|400x300px|link=]]
De '''stromingswerktuigen''' zijn: '''Centrifugaalpomp''' (radiaal), '''Schroefpomp''' (axiaal) en de '''Schroefcentrifugaalpomp''' (half-axiaalpomp).
<strong>Nog in de zestiger jaren dreigde het dorp Grou in het Lage Midden onder water te lopen...</strong>


Daarom werd nu ook het tweede gemaal bij Stavoren gerealiseerd en in 1976 werd het <strong>[[J.L. Hooglandgemaal]]</strong> opgeleverd. Sindsdien wordt het <strong>[[Ir. D.F. Woudagemaal]]</strong> nog slechts enkele dagen per jaar noodzakelijk wordt ingezet.
De volgende stap was de''' introductie van de''' '''[[centrifugaalpomp]]'''. Deze pomp werd '''in 1861 voor het eerst op de wereldtentoonstelling''' in '''Londen''' aan het grote publiek getoond door de Engelsman Gwynnes.
Dat bleek bijvoorbeeld in het najaar van 1998, toen er een extreme hoeveelheid regen viel. Al dit regenwater bleek te veel voor een groot aantal gemalen en sluizen. De sloten en kanalen raakten overvol. Weide- en landbouwgronden liepen onder water. Op een aantal plaatsen kon het rioleringsstelsel de hoeveelheid water niet aan. Ondergelopen straten en huizen waren het gevolg. Zo werd in''' oktober 1998''', 78 jaar nadat koningin Wilhelmina het officieel had geopend, het '''Woudagemaal weer eens ingeschakeld'''. Soepel draaiend leverde het paradepaardje een topprestatie door dertien dagen onafgebroken te pompen en al het overtollige water af te voeren. Daarmee zorgde het ervoor dat Friesland droge voeten hield.
Nog steeds komt het voor dat het <strong>[[ir. D.F. Woudagemaal|Woudagemaal]]</strong> voor enige dagen moet bijspringen.  


Als het nodig is pompt het stoomgemaal bij Lemmer met gemak <strong>4 miljoen liter water per minuut</strong> naar buiten (dit is ruim 5,6 miljoen m3 water per etmaal), zelfs naar huidige maatstaven gerekend een flinke [[capaciteit]].
[[Bestand:Engelse_centrifugaalpompen_k.jpg|535×530px|link=]]
Ter illustratie: daarmee zou '''het [[Sneekermeer]] in twee etmalen volledig'''  zijn '''drooggelegd'''.
'''Engelse centrifugaalpompen, gedreven door een verticale stoommachine'''


Het gemaal is '''sinds 1947 vernoemd naar ir. D.F. Wouda''', hoofdingenieur van de [[Provinciale Waterstaat van Friesland]], die het in 1917-'18 gebouwde pand ontwierp in de stijl van de <strong>[[Amsterdamse School]]</strong>. Hij speelde een belangrijke rol bij de realisering van het gemaal. Bij zijn pensionering werd daarom als huldeblijk zijn naam voor altijd aan het gemaal verbonden.
De '''[[centrifugaalpomp]]''' heeft als belangrijk '''voordeel''' dat de '''aanvoerbuis onder het wateroppervlak''' ligt. Dit maakt het mogelijk om '''onder alle weersomstandigheden te kunnen blijven werken'''. De pomp heeft een''' radiale werking'''.
Het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' heeft '''acht [[centrifugaalpompen]]''' die in '''Utrecht''' door de fabriek van '''Louis Smulders/ Jaffa''' in 1920 zijn gemaakt en geplaatst.
<br>Omdat er sprake is van '''een gesloten circuit''' is het '''rendement van de centrifugaalpomp veel groter''' '''dan het [[scheprad]] en de [[vijzel]]'''.
In het Woudagemaal is nergens goed te zien hoe '''diep de aanvoerbuis onder het wateroppervlak''' steekt.
<br>Het publiek, dat in de '''machinehal''' wordt rondgeleid, ziet de '''pomphuizen''', maar in de '''kelder''' is al niets meer terug te zien. Onder de kelder zitten de '''catacomben''' en dat is het (niet toegankelijke) bouwdeel '''waar de aanvoerbuis binnenkomt'''.  
Uiteraard steekt de buis door welke het water in het '''[[IJsselmeer]]''' wordt uitgeslagen '''net zo diep in het water'''. Maar ook daar is weinig van te zien.


[[Bestand:IMG_1974k.jpg|300x200px|link=]]
De '''[[centrifugaalpomp]] is frequent toegepast''' als opvoerwerktuig in '''stoomgemalen''', maar ook nog wel in '''dieselgemalen''' en een enkel '''elektrisch gemaal'''.


Sinds 1977 is het '''bouwkundig en technisch waardevolle Woudagemaal''' een <strong>[[beschermd monument]]</strong>.
Inmiddels zijn er ook andere opvoerwerktuigen in de gemalen gebruikt.  
Het gemaal komt alleen in actie bij extreem hoge waterstanden. Daarmee is het gemaal '''geen museum''' geworden. Het is een '''volledig inzetbaar bedrijf''', thans in eigendom van het <strong>[[Wetterskip Fryslân]]</strong>.
<br>Sinds april 2012 is het Woudagemaal ook als model te bewonderen in '''[[Madurodam]]'''.


<br>Voor de bediening van het gemaal kent het Wetterskip Fryslân diverse '''[[Functies bij het Woudagemaal]]'''.
'''De Schroefpomp'''
De '''[[schroefpomp]]''' wordt zowel in de '''[[poldergemaal|poldergemalen]]''' als in '''[[boezemgemaal|boezemgemalen]]''' toegepast. Hun '''formaat hangt af van de locatie''', waar ze worden opgesteld. De '''schroef''' van de schroefpomp is, evenals de centrifugaalpomp, opgesteld '''in een gesloten circuit''' en heeft een '''axiale stromingswerking'''. Dat betekent dat '''het rendement sterk is toegenomen''' vergeleken met de vijzel: dat is een schroef die in een "open bak" draait en waarlangs lekwater kan terugvloeien.
<br>De polder-stoomgemalen werkten of met een schroefpomp, of met een centrifugaalpomp.


Zelfs nu '''het elektrisch aangedreven Hooglandgemaal''', waarvan de capaciteit in 2010 nog eens is vergroot, '''bij wateroverlast als eerste wordt ingezet''', komt het voor dat het Woudagemaal '''bij overaanbod''' van boezemwater wordt '''ingezet''' door het Wetterskip Fryslân.
[[Bestand:Schroefpomp_Leppedyk_k.jpg|500×411px|link=]]
Daarnaast vervult dit stukje historie nog andere belangrijke functies: de schoorsteen met een hoogte van meer dan zestig meter is een veilig baken voor menig schipper op het IJsselmeer. Ook zijn het gebouw en de stoommachines trekpleisters voor architectuur- of stoomliefhebbers.
'''De schroefpomp van stoomgemaal De Leppedyk bij Grou, deze ligt nog altijd weggezonken onder de Rijksweg bij het aquaduct'''
 
In 1998 is het uitstekend onderhouden monument op de <strong>[[‎UNESCO gerelateerde sites|Werelderfgoedlijst van de UNESCO]]</strong> geplaatst, en op 7 juli 2001 is de publieke openstelling gestart door Commissaris van de Koningin Nijpels. Het behoort tot de top der Nederlandse UNESCO-monumenten.


De <strong>[[Stichting ir. D.F. Woudagemaal]]</strong> draagt zorg voor het voor publiek openstellen van dit werelderfgoed en verricht haar werkzaamheden sinds 2011 vanuit een prachtig nieuw <strong>[[Bezoekerscentrum van het Woudagemaal]]</strong>.
'''De Schroefcentrifugaalpomp'''
Een '''combinatie van centrifugale en axiale werking''' heeft de '''Schroefcentrifugaalpomp'''.
'''In principe behoren ook de centrifugaalpompen van het [[ir. D.F. Woudagemaal]] tot deze soort'''. De schoepen in de pompen hebben uiteraard '''in de eerste plaats een radiale werking''' (centrifugaal-kracht), maar ze zijn '''ook in axiale richting enigszins verdraaid''': dat geeft hen ook een lichte axiale kracht.
<br>'''Na de afsluiting van de [[Zuiderzee]]''' door de '''[[Afsluitdijk]]''', werd de '''opvoerhoogte''' voor de pompen van het Woudagemaal '''kleiner'''. Daarom zijn destijds de '''schoepen''' van de centrifugaalpompen in het Woudagemaal '''enigszins aangepast in axiale richting''', om zo tot een '''beter rendement''' te kunnen komen.


'''meer weten?''' Klik bij '''hulpmiddelen''' op '''speciale pagina's''' en vervolgens op '''alle pagina's''' dan ziet u welke onderwerpen er allemaal al zijn beschreven.
 
(in bewerking; versie 5 augustus 2013)

Versie van 4 nov 2013 00:00

Opvoerwerktuig

Nu ruim tien jaar geleden moest iedere leerling van een groep van de basisschool een spreekbeurt houden. Een van de leerlingen koos een onderwerp uit zijn eigen leefomgeving: de polder. Het was inderdaad wat hij dagelijks om zich heen zag ook al was dat in het stedelijk gebied. Dagelijks moest hij tegen een dijk (Dijkslootpad) opfietsen die het verschil van plm. 4 meter tussen de twee polders markeerde. De Ringdijk was de scheiding tussen de Grote en Kleine Kalkovenschepolder die op - 1.85 m NAP ligt en de dieper gelegen Vierambachtspolder op - 5.10 m. NAP.

Wat die spreekbeurt nu zo bijzonder maakte was dat hij het aandurfde om bij het begin van zijn spreekbeurt het liedje: ,, twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen heeft gezongen.

Daarmee zette hij de toon voor zijn verdere verhaal. Maar in feite raakt hij hier wel de kern van de geschiedenis van de opvoerwerktuigen.

De monniken die in de 10e eeuw zijn begonnen met het ontginnen van land, hadden niet veel anders tot hun beschikking dan emmers. Daarmee hoosden zij het overtollige water weg uit de akkertjes die zij wilden ontginnen. Dit, nadat zij er eerst dijkjes omheen hadden gelegd, anders zou het ook nog uitlopen op het: water naar de zee dragen.

280×210px De emmers en de afvoergoten hebben het relatief lang volgehouden

De ontwikkelingen op waterstaatkundig gebied gingen niet zo heel snel.

Bij de opvoerwerktuigen worden twee soorten onderscheiden:

  • Verdringingswerktuigen
  • Stromingswerktuigen

Verdringingswerktuigen zijn: Scheprad, Vijzel en Zuigerpomp.

Het wachten was op de doorbraak van de poldermolen.
De eerste bescheiden molen, die land kon droogmalen was de wipmolen. Dit molentype wordt zo genoemd omdat de onderkant op een pyramide lijkt en op de punt daarvan het bovenhuis staat.
Het opvoerwerktuig is een scheprad, in de beginperiode van hout, later in de 19e eeuw wordt dat van staal geklonken.

394×600px

Het scheprad heeft als belangrijk nadeel dat het veel ruimte in beslag neemt en het rendement tamelijk laag. De opvoerhoogte van een scheprad is 1 à 2 meter.
Het blad van het scheprad ketst eerst op het water voordat het water opschept. De vorm van een blad speelt mee in het uiteindelijke rendement.
(zie ook bij: scheprad)
Het scheprad wordt verdrongen door de vijzel.

De vijzel is eigenlijk in grote delen van het land gemeengoed geworden in de poldermolen. Belangrijke voordelen van een vijzel: een minimaal ruimtegebruik.
De vijzel ligt in de vijzelbak onder de molen. De waterlopen stromen tot aan de molen. Een vijzel kan het water hoger opvoeren dan een scheprad, een goede vijzel kan 4 meter hoogteverschil overbruggen. Mocht dat niet voldoende zijn, dan kunnen poldermolens in een molengang geplaatst worden waardoor een nog grotere opvoerhoogte bereikt kan worden. In de beginperiode werd de vijzel ook van hout gemaakt, later van staal. De langere vijzel stelde de fabrikant in het begin voor problemen: staal mocht niet door gaan buigen. Ook al er werd er een groter rendement bereikt, er was wel sprake van waterverlies of lekverlies. Niet iedere kubieke meter water die werd opgepompt haalde ook de andere kant.
(zie ook bij: vijzel)

330×500px De Húnzer poldermûne is uitgerust met een vijzel

De vijzel is een zeer veelvuldig gebruikt opvoerwerktuig in poldermolens en later ook in stoomgemalen. Afhankelijk van het landsdeel wordt er ook gesproken van een schroef (wordt vooral in Groningen veelvuldig gebruikt).

De Zuigerpomp werd bij de eerste stoomgemalen in Nederland toegepast en is tot ca. 1825 in gebruik geweest. De drie stoomgemalen van de Haarlemmermeer (Cruquius, Leeghwater en Lijnden) waren ook uitgerust met zuigerpompen. Per gemaal waren negen zuigerpompen geïnstalleerd.

555×324px Stoomgemaal Leeghwater met balansarmen waarmee de pompen worden bediend

De pompen werden veelal bewogen door balansarmen, een principe dat voortkwam uit de installatie van stoom-mijnpompen in Engeland (Cornwall). Omdat er bij de zuigerpomp die in deze gemalen zijn toegepast geen sprake is van drukverschillen is het in werktuigbouwkundige zin geen zuigerpomp. De zuigerpomp die bij deze drie gemalen is gebruikt kan nog het beste worden vergeleken met grote schepemmers. Het principe van een echte zuigerpomp is wel gebruikt, maar weinig effectief gebleken.

De zuigerpomp werd voorbijgestreefd door een verbeterde zuigperspomp, die is hier in Nederland nauwelijks op grote schaal toegepast, omdat korte tijd later de centrifugaalpomp op de markt verscheen. Aan de zuigperspomp is wel de naam' van ir. H. Fynje' verbonden. Fynje was niet tevreden over de opbrengst van scheprad en vijzel en wilde daarom een betere versie van de zuigerpomp. Dat de zuigperspomp geen groot succes is geworden kwam door de relatief hoge aanschaf- en onderhoudskosten. Enkele decennia later zou de horizontale zuigperspomp worden geïntroduceerd, belangrijk voordeel hiervan was dat deze eenvoudiger en daardoor goedkoper te plaatsen was op de machinevloer.

De stromingswerktuigen zijn: Centrifugaalpomp (radiaal), Schroefpomp (axiaal) en de Schroefcentrifugaalpomp (half-axiaalpomp).

De volgende stap was de introductie van de centrifugaalpomp. Deze pomp werd in 1861 voor het eerst op de wereldtentoonstelling in Londen aan het grote publiek getoond door de Engelsman Gwynnes.

535×530px Engelse centrifugaalpompen, gedreven door een verticale stoommachine

De centrifugaalpomp heeft als belangrijk voordeel dat de aanvoerbuis onder het wateroppervlak ligt. Dit maakt het mogelijk om onder alle weersomstandigheden te kunnen blijven werken. De pomp heeft een radiale werking. Het ir. D.F. Woudagemaal heeft acht centrifugaalpompen die in Utrecht door de fabriek van Louis Smulders/ Jaffa in 1920 zijn gemaakt en geplaatst.
Omdat er sprake is van een gesloten circuit is het rendement van de centrifugaalpomp veel groter dan het scheprad en de vijzel. In het Woudagemaal is nergens goed te zien hoe diep de aanvoerbuis onder het wateroppervlak steekt.
Het publiek, dat in de machinehal wordt rondgeleid, ziet de pomphuizen, maar in de kelder is al niets meer terug te zien. Onder de kelder zitten de catacomben en dat is het (niet toegankelijke) bouwdeel waar de aanvoerbuis binnenkomt. Uiteraard steekt de buis door welke het water in het IJsselmeer wordt uitgeslagen net zo diep in het water. Maar ook daar is weinig van te zien.

De centrifugaalpomp is frequent toegepast als opvoerwerktuig in stoomgemalen, maar ook nog wel in dieselgemalen en een enkel elektrisch gemaal.

Inmiddels zijn er ook andere opvoerwerktuigen in de gemalen gebruikt.

De Schroefpomp De schroefpomp wordt zowel in de poldergemalen als in boezemgemalen toegepast. Hun formaat hangt af van de locatie, waar ze worden opgesteld. De schroef van de schroefpomp is, evenals de centrifugaalpomp, opgesteld in een gesloten circuit en heeft een axiale stromingswerking. Dat betekent dat het rendement sterk is toegenomen vergeleken met de vijzel: dat is een schroef die in een "open bak" draait en waarlangs lekwater kan terugvloeien.
De polder-stoomgemalen werkten of met een schroefpomp, of met een centrifugaalpomp.

500×411px De schroefpomp van stoomgemaal De Leppedyk bij Grou, deze ligt nog altijd weggezonken onder de Rijksweg bij het aquaduct


De Schroefcentrifugaalpomp Een combinatie van centrifugale en axiale werking heeft de Schroefcentrifugaalpomp. In principe behoren ook de centrifugaalpompen van het ir. D.F. Woudagemaal tot deze soort. De schoepen in de pompen hebben uiteraard in de eerste plaats een radiale werking (centrifugaal-kracht), maar ze zijn ook in axiale richting enigszins verdraaid: dat geeft hen ook een lichte axiale kracht.
Na de afsluiting van de Zuiderzee door de Afsluitdijk, werd de opvoerhoogte voor de pompen van het Woudagemaal kleiner. Daarom zijn destijds de schoepen van de centrifugaalpompen in het Woudagemaal enigszins aangepast in axiale richting, om zo tot een beter rendement te kunnen komen.


(in bewerking; versie 5 augustus 2013)