Baken voor de scheepvaart en Polderpeil: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
k (Pagina ontvet)
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
Het [[ir. D.F. Woudagemaal]] is uniek gelegen aan de "Lemster Baai", iets oostelijker dan de sluis van het Prinses Margrietkanaal.
De meest eenvoudige definitie van polderpeil is: het vastgestelde peil in een '''[[polder]]'''.
Vanuit het nieuwe [[Bezoekerscentrum van het Woudagemaal]] heeft men een panoramisch uitzichtpunt over de zeedijk, het dorp De Lemmer en de Lemster Baai, de dijk van de Noordoostpolder, de doorgang naar IJsselmeer met Lemsterhoek en Rotterdammerhoek, de sluis van het PM-kanaal en het Woudagemaal zelf.


[[Bestand:Uitzicht_k.jpg|600x400px|link=]]
Zo eenvoudige is het inmiddels al lang niet meer. Bij '''kleinere polders''' gaat het '''vaak om één vastgesteld polderpeil'''.
<br>Bij de '''grotere polders''' zal het '''per gebied''' kunnen '''wisselen'''; bijvoorbeeld de '''[[Noordoostpolder]]''' en de '''[[Haarlemmermeer]]'''.


Vaak '''hangt het peil samen met het gebruik van de grond''': landbouwgrond, weidegrond, stedelijk gebied, infrastructuur (wegen, spoorlijnen, luchthaven) en natuurgebied om een paar mogelijkheden te noemen.


Vóór de aanleg van de Noordoostpolder was de situatie anders. Destijds zag men vanuit het Woudagemaal uit over de Zuiderzee, een schier onafgebroken wateroppervlakte. Links zag men de zeedijk in de richting van De Lemmer, met de havenhoofden en karakteristieke vuurtoren. Rechts had men uitzicht over de zeedijk richting Gaasterland met zijn kliffen.
Het '''polderpeil''' liet zich vervolgens weer splitsen in een '''zomerpeil'''- en een '''winterpeil'''. Het '''zomerpeil''' werd dan '''in de periode van 1 mei - 1 november''' gehanteerd en het '''winterpeil''' van '''1 november tot 1 mei'''.


[[Bestand:Gemaal_en_Zuiderzee.jpg|600x380px|link=]]
Op de '''waterstaatskaart''' van 1873 '''Sneek''' blad 4 wordt bijvoorbeeld voor de '''Galamadammen''' het volgende genoteerd: '''Zomerpeil: - 0.37 m AP''' en '''Winterpeil: - 0.08 m AP'''.
<br>Denk er wel om dat het hier om het '''Algemeen Peil''' gaat '''en nog niet om het later vastgestelde''' '''[[Normaal Amsterdams Peil]]'''.
<br>Er '''kan een verschil zitten tussen het AP''', zoals dat in Friesland werd gehanteeerd, en '''het uiteindelijke NAP''', dat landelijk wordt gehanteerd en waarvan het vaste ijkpunt in het stadhuis van '''[[Amsterdam]]''' is aangebracht.


Het '''zomerpeil is lager dan het winterpeil''', omdat de dieper stekende wortels van de gewassen, die op het land staan, ook voldoende het water moeten kunnen bereiken.


In beide situaties vormde het Woudagemaal voor de scheepvaart een oriëntatiepunt van de eerste orde.  
De aanduiding '''zomer - en winterpeil''' zal men '''tevergeefs zoeken voor de polders die afwateren op de boezem van Friesland'''. In september 2010 is door het '''[[Wetterskip Fryslân]]''' vastgesteld dat, '''invoering van een zomerpeil en winterpeil op de Friese boezem te duur is'''.
Vooral de 60 meter hoge schoorsteen is als een baken op zee, dat reeds vanaf grote afstand zichtbaar is.
 
Tegenwoordig zijn op de gevel en het dak van het gemaal enige navigatielichten aangebracht die een functie hebben voor de scheepvaart bij het binnenvaren van de Lemster Baai en de sluis van het PM-kanaal.
De aanduiding zomer- en winterpeil komt wel voor op het '''[[IJsselmeer]]'''.
 
De actuele waterstanden op de boezem kunnen worden opgevraagd via de site van het '''Wetterskip Fryslân''': '''actuele waterinformatie''' en dan is er een '''menu met verschillende meetstations''' waaronder het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]'''.

Versie van 4 nov 2013 18:11

De meest eenvoudige definitie van polderpeil is: het vastgestelde peil in een polder.

Zo eenvoudige is het inmiddels al lang niet meer. Bij kleinere polders gaat het vaak om één vastgesteld polderpeil.
Bij de grotere polders zal het per gebied kunnen wisselen; bijvoorbeeld de Noordoostpolder en de Haarlemmermeer.

Vaak hangt het peil samen met het gebruik van de grond: landbouwgrond, weidegrond, stedelijk gebied, infrastructuur (wegen, spoorlijnen, luchthaven) en natuurgebied om een paar mogelijkheden te noemen.

Het polderpeil liet zich vervolgens weer splitsen in een zomerpeil- en een winterpeil. Het zomerpeil werd dan in de periode van 1 mei - 1 november gehanteerd en het winterpeil van 1 november tot 1 mei.

Op de waterstaatskaart van 1873 Sneek blad 4 wordt bijvoorbeeld voor de Galamadammen het volgende genoteerd: Zomerpeil: - 0.37 m AP en Winterpeil: - 0.08 m AP.
Denk er wel om dat het hier om het Algemeen Peil gaat en nog niet om het later vastgestelde Normaal Amsterdams Peil.
Er kan een verschil zitten tussen het AP, zoals dat in Friesland werd gehanteeerd, en het uiteindelijke NAP, dat landelijk wordt gehanteerd en waarvan het vaste ijkpunt in het stadhuis van Amsterdam is aangebracht.

Het zomerpeil is lager dan het winterpeil, omdat de dieper stekende wortels van de gewassen, die op het land staan, ook voldoende het water moeten kunnen bereiken.

De aanduiding zomer - en winterpeil zal men tevergeefs zoeken voor de polders die afwateren op de boezem van Friesland. In september 2010 is door het Wetterskip Fryslân vastgesteld dat, invoering van een zomerpeil en winterpeil op de Friese boezem te duur is.

De aanduiding zomer- en winterpeil komt wel voor op het IJsselmeer.

De actuele waterstanden op de boezem kunnen worden opgevraagd via de site van het Wetterskip Fryslân: actuele waterinformatie en dan is er een menu met verschillende meetstations waaronder het ir. D.F. Woudagemaal.