Filtering van het voedingswater en condensaat: verschil tussen versies

geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:
Daarom past men liever het tweede type ('''oppervlaktecondensatie''') toe. De afgewerkte stoom die in de condensor stroomt komt '''in de condensor in aanraking met een netwerk van vele kleine waterpijpjes''', waardoor voortdurend het koude oppervlaktewater geperst wordt.
Daarom past men liever het tweede type ('''oppervlaktecondensatie''') toe. De afgewerkte stoom die in de condensor stroomt komt '''in de condensor in aanraking met een netwerk van vele kleine waterpijpjes''', waardoor voortdurend het koude oppervlaktewater geperst wordt.
<br>De afgewerkte stoom '''condenseert dan ook spontaan op het oppervlak van deze waterpijpjes''' en verzamelt zich onder in de condensor als '''condensaat-water'''. Het condensaat blijft op deze wijze '''gescheiden van de koudwaterstroom''', waardoor er ook geen vermenging optreedt. Aangezien het condensaatwater een behoorlijke '''resttemperatuur''' heeft is het gunstig om dit water '''uiteindelijk weer als ketelvoedingswater''' te gaan gebruiken.
<br>De afgewerkte stoom '''condenseert dan ook spontaan op het oppervlak van deze waterpijpjes''' en verzamelt zich onder in de condensor als '''condensaat-water'''. Het condensaat blijft op deze wijze '''gescheiden van de koudwaterstroom''', waardoor er ook geen vermenging optreedt. Aangezien het condensaatwater een behoorlijke '''resttemperatuur''' heeft is het gunstig om dit water '''uiteindelijk weer als ketelvoedingswater''' te gaan gebruiken.
 
<br>
<br>[['''Prof. ir. J.C. Dijxhoorn''']] geeft in "[[beschrijving van de stoominstallatie van het gemaal bij Lemmer in het tijdschrift "De Ingenieur"|De Ingenieur]]" van 12 dec. 1925 een technische uitleg over de toegepaste technieken in de stoominstallatie van het [['''ir. D.F. Woudagemaal''']] en schenkt o.a. ruim aandacht aan dit '''hergebruik van het condensaat-water'''. Wij volgen hierbij zijn beschrijving.
<br>[['''Prof. ir. J.C. Dijxhoorn''']] geeft in "[[beschrijving van de stoominstallatie van het gemaal bij Lemmer in het tijdschrift "De Ingenieur"|De Ingenieur]]" van 12 dec. 1925 een technische uitleg over de toegepaste technieken in de stoominstallatie van het [['''ir. D.F. Woudagemaal''']] en schenkt o.a. ruim aandacht aan dit '''hergebruik van het condensaat-water'''. Wij volgen hierbij zijn beschrijving.
 
<br>
Voordat het voedingswater door de warmwaterpompjes van de hulpstoommachines in de kelders van de machinekamer weer naar het ketehuis gepompt kan worden, vindt er in de machinekelder een intensieve reiniging van het condensaat uit de condensors plaats. Immers het condensaat is eerst nog flink vermengd met de cilinderolie van de hoofd- en hulpstoommachines.  
<br>Voordat het voedingswater door de warmwaterpompjes van de hulpstoommachines in de kelders van de machinekamer weer naar het ketehuis gepompt kan worden, vindt er '''in de machinekelder een intensieve reiniging van het condensaat''' uit de condensors plaats. Immers het condensaat is '''eerst nog flink vermengd met de cilinderolie van de hoofd- en hulpstoommachines'''.  
Het voedingswater dat uiteindelijk weer in de ketels wordt geperst mag geen olie meer bevatten, omdat dat explosiegevaar in het ketelsysteem kan opleveren.
<br>Het voedingswater dat uiteindelijk weer in de ketels wordt geperst mag geen olie meer bevatten, omdat dat explosiegevaar in het ketelsysteem kan opleveren.
 
<br>
Daarom is er bij een stoominstallatie altijd al, ook al in de begintijd van het werken met stoommachines, grote zorg besteed aan de cilinderolie die, hoe klein in omvang ook, met het voedingswater meestroomt uit de condensor met oppervlaktecondensatie. Maar naarmate er bij latere ontwikkelingen ook oververhitte stoom in de machines owrdt toegepast, wordt dit probleem groter, want oververhitte stoom vraagt ook een intensievere smering van de (hetere) machine. Het risico van onvoldoende smering is dus groter geworden dan bij gebruik van verzadigde stoom.
<br>Daarom is er bij een stoominstallatie altijd al, ook al in de begintijd van het werken met stoommachines, grote zorg besteed aan de cilinderolie die, hoe klein in omvang ook, met het voedingswater meestroomt uit de condensor met oppervlaktecondensatie. Maar naarmate er bij latere ontwikkelingen ook oververhitte stoom in de machines owrdt toegepast, wordt dit probleem groter, want oververhitte stoom vraagt ook een intensievere smering van de (hetere) machine. Het risico van onvoldoende smering is dus groter geworden dan bij gebruik van verzadigde stoom.
Vooral bij horizontaal liggende machines is een goede smering van belang, want het gewicht van de zuigers rust op de zuigerwand (vooral aan de onderzijde).
Vooral bij horizontaal liggende machines is een goede smering van belang, want het gewicht van de zuigers rust op de zuigerwand (vooral aan de onderzijde).
Het is dus heel belangrijk om een goede methode te hebben waarmee de olie uit het condensaat-voedingswater kan worden verwijderd.
Het is dus heel belangrijk om een goede methode te hebben waarmee de olie uit het condensaat-voedingswater kan worden verwijderd.
Anonieme gebruiker