Onderhoud stoomgemaal en Opvoerwerktuig: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
(Deze pagina is nog in bewerking)
'''Opvoerwerktuig'''


Aan het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' wordt '''planmatig en regelmatig onderhoud''' gepleegd. Zoals bij iedere bedrijfsvoering doen zich bij het gemaal daarnaast ook nog vaak''' kleine problemen''' voor, die meteen moeten worden verholpen om eventueel zo nodig '''later op een rustig moment''' nog eens onderhoudsmatig te kunnen worden aangepakt. Zo is er vrijwel '''altijd wel wat te doen om het gemaal weer klaar te krijgen voor het volgende stormseizoen'''.
Nu ruim tien jaar geleden moest iedere leerling van een groep van de basisschool een spreekbeurt houden. Een van de leerlingen koos een onderwerp uit zijn eigen leefomgeving: de '''[[polder]]'''. Het was inderdaad wat hij dagelijks om zich heen zag ook al was dat in het stedelijk gebied. Dagelijks moest hij tegen een dijk ('''Dijkslootpad''') opfietsen die het verschil van plm. 4 meter tussen de twee polders markeerde. De Ringdijk was de scheiding tussen de Grote en Kleine Kalkovenschepolder die op - 1.85 m NAP ligt en de dieper gelegen Vierambachtspolder op - 5.10 m. NAP.


Ieder waterschap rekent met een '''stormseizoen dat loopt van 1 oktober tot 1 april'''. In die tussenliggende periode mag er geen regulier onderhoud worden verricht aan een gemaal en dus ook niet aan het '''ir. D.F. Woudagemaal'''. '''Tijdens het stormseizoen moet het gemaal maalvaardig zijn'''.
Wat die spreekbeurt nu zo bijzonder maakte was dat hij het aandurfde om bij het begin van zijn spreekbeurt het liedje: ,,
'''twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen''' heeft gezongen.  


'''In het verleden''' is er nauwelijks op grote schaal onderhoud verricht aan de bouwdelen onder de waterlijn.
Daarmee zette hij de toon voor zijn verdere verhaal. Maar in feite raakt hij hier wel '''de kern van de geschiedenis van de opvoerwerktuigen'''.


In de jaren negentig van de 20e eeuw is er twee keer '''groot onderhoud''' verricht aan de '''[[schoorsteen]]'''. In 1993 heeft men gewerkt aan de '''binnenzijde van de [[schoorsteen]]''': schoonmaken en het herstel van vervallen metsel- en voegwerk''' voor een totaalbedrag van f 303.192,-.
De monniken die in de 10e eeuw zijn begonnen met het ontginnen van land, hadden niet veel anders tot hun beschikking dan '''emmers'''. Daarmee hoosden zij''' het overtollige water weg uit de akkertjes''' die zij wilden ontginnen. Dit, nadat zij er eerst dijkjes omheen hadden gelegd, anders zou het ook nog uitlopen op het: '''water naar de zee dragen'''.  
<br>Daarna volgde het onderhoud aan de '''buitenzijde van de [[schoorsteen]]''': schoonmaken, voegwerk, ontroesten van het ijzerwerk: de klimbeugels en de bliksemafleider. Totale kosten van deze werkzaamheden: f 317.853,-


'''In 2011''' is het geheel boven de waterlijn gerestaureerd: '''[[gevels, metsel- en voegwerk en schilderwerk]]'''.
[[Bestand:Dijken.jpg|280×210px|link=]]
'''De emmers en de afvoergoten hebben het relatief lang volgehouden'''


In de '''zomers van 2012, 2013 en 2014''' vond in en met name rond het bijna 100 jaar oude Woudagemaal '''een unieke restauratie''' plaats.
De ontwikkelingen op waterstaatkundig gebied gingen niet zo heel snel.  
<br>Er werden '''zaken onder handen''' genomen '''die in de bestaansgeschiedenis nog niet eerder onder handen zijn genomen''' en die mogelijk en als het goed is '''pas over een kleine honderd jaar weer''' herhaald worden. '''Denk hierbij aan de smeedijzeren hekwerken rond het gemaal, de fundering en de catacomben en niet te vergeten de oorspronkelijke stormvloeddeuren uit 1917'''.
 
In het '''bezoekerscentrum''' behorende bij het Woudagemaal staat in de '''belevingsexpositie''' een fraai object vol '''interessante informatie over de restauratie'''. Ook op de '''website van het Woudagemaal''' leest en ziet u aan de hand van vele foto's wat er zoal gedaan is in het kader van de restauratie. Hierin onder andere aandacht voor:


Bij de '''opvoerwerktuigen''' worden''' twee soorten''' onderscheiden:
<ul>
<ul>
<li>het herstellen van metsel- en voegwerk,
<li>'''Verdringingswerktuigen'''
<li>het herstellen van betonwerk,• staalwerkzaamheden,
<li>'''Stromingswerktuigen'''
<li>smidswerkzaamheden,
<li>restauratie van de stormvloeddeuren,
<li>asbestsanering van de ketels (in een zogenaamd “containment” oftewel onderdruk tent),
<li>bijkomende werkzaamheden.
</ul>
</ul>


De voorbereidende werkzaamheden bestonden onder andere uit het plaatsen van schotten om in het droge te kunnen werken en het plaatsen van ballastgewicht op de vloeren, zodat deze niet gaan opdrijven door de waterdruk onder de vloeren.
Verdringingswerktuigen zijn: '''Scheprad''', '''Vijzel''' en '''Zuigerpomp'''.
 
[[Bestand:IMG_2146_stormseizoen_jan_2012_a.jpg|600x400px|link=]]
'''Het Woudagemaal in het stormseizoen, januari 2012. De vloeddeuren van sectie A zijn reeds verwijderd als voorbereiding op de renovatiewerkzaamheden in de zomerperiode. Deze verwijdering heeft dus geen effekt op de maalvaardigheid.'''
 
[[Bestand:IMG_0156_restauaratie_A_betonblokken.jpg‎|600x450px|link=]]
'''Restauratie van sectie A in 2012: het plaatsen van betonblokken om de vloer niet op te laten drijven bij drooglegging van de sectie'''
 
Grote en kleine onderhoudswerkzaamheden, zoals de restauratiewerkzaamheden in 2012 van '''Sectie A''', zowel aan boezem- als aan zeezijde, moeten dus buiten het stormseizoen om worden verricht en zijn daarom steeds na 1 april van start gegaan en ze moeten dan voor 1 oktober weer zijn afgerond.
 
[[Bestand:IMG_0157_restauratie_A_drooglegging.jpg|600x432px|link=]]
'''De drooglegging van sectie A in 2012'''
 
'''Deze restauratie richt zich vooral op de delen onder de waterlijn: sluisdeuren, betonwerk, metsel- en voegwerk'''.
 
De '''secties B, C en D''' werden daarna op dezelfde wijze gerestaureerd. Hieronder volgt een gedetailleerd verslag:
 
'''Week 14 van 2013:'''
 
[[Bestand:14_-_1_k.jpg|400×300px|link=]]
Aan de '''boezemzijde''' worden '''stempels geplaatst tussen de penanten'''. Omdat de waterdruk (ca. 3,5 m) aan de buitenzijde van de penanten blijft, '''moet die druk opgevangen worden zodat de penanten niet door de waterdruk gaan verschuiven'''.
 
[[Bestand:14-2_k.jpg|400×300px|link=]]
De in 2012 gerestaureerde '''stormvloeddeuren''' van sectie A (oostzijde van het Woudagemaal) worden '''teruggeplaatst'''. Het '''metselwerk''' in deze sectie is gerestaureerd. '''1 deur weegt ca. 14 ton en is 9 meter hoog en 6 meter breed'''.
 
[[Bestand:14-3_k.jpg|400×300px|link=]]
De '''overige 6 deuren worden gedemonteerd''' en op een '''ponton''' geplaatst. Vervolgens worden de deuren '''getransporteerd naar Kampen''' waar ze worden '''gerestaureerd'''.
 
[[Bestand:14-4_k.jpg|300×400px|link=]]
Vanwege een '''asbestsanering van de stoomketels''' is voor ketel 3 en 4 is een steiger geplaatst. Hier wordt later plastic op aangebracht, zodat er een '''dichte tent''' ontstaat, waarin '''onderdruk''' gecreëerd wordt. Hierdoor kunnen er geen asbestdeeltjes buiten de tent komen en kan er op een veilige manier het asbest verwijderd worden.
 
'''Week 15 van 2013:'''
 
[[Bestand:15-1_k.jpg|400×300px|link=]]
De '''deuren''' die vorige week zijn '''verwijderd''', liggen '''in opslag'''. Hier is goed te zien dat '''een aantal onderdelen van de deuren in slechte staat''' zijn.
 
[[Bestand:15-2_k.jpg‎|400×300px|link=]]
Een '''windwerk''', zoals deze uit de '''windwerkkasten''' komt. Een windwerk zorgt ervoor '''dat de stormvloeddeuren gesloten en geopend kunnen worden'''. De windwerken worden '''schoon gestraald''' om vervolgens '''beoordeeld''' te worden welke '''delen vervangen''' worden.
 
[[Bestand:15-3_k.jpg|400×300px|link=]]
'''Ook aan de IJsselmeerzijde worden stempels geplaatst''' om de '''waterdruk op''' te kunnen '''vangen'''.


[[Bestand:15-4_k.jpg|300×400px|link=]]
Het wachten was op de doorbraak van de '''[[poldermolen]]'''. De eerste bescheiden molen die land kon droogmalen was de '''wipmolen'''. Dit molentype wordt zo genoemd omdat de onderkant op een pyramide lijkt en op de punt daarvan het bovenhuis staat. Het '''opvoerwerktuig''' is een '''scheprad''', in de beginperiode van hout, later maar dan is het al ver in de 19e eeuw wordt dat van staal geklonken.  
De '''steiger''' t.b.v. de '''asbestsanering''' van de '''stoomketels 3 en 4''' is voorzien van '''plastic'''. De mensen in de tent werken met '''adembescherming''' om veilig het asbest te kunnen verwijderen.


'''Week 16 van 2013'''
Het scheprad heeft als belangrijk nadeel dat het veel ruimte in beslag neemt en he rendement tamelijk laag. De opvoerhoogte van een scheprad is 1 à 2 meter. Het blad van het scheprad ketst eerst op het water voordat het water opschept. De vorm van een blad speelt mee in het uiteindelijke rendement. Het scheprad wordt verdrongen door de '''vijzel'''.
De vijzel is eigenlijk in grote delen van het land gemeengoed geworden in de poldermolen. Belangrijke voordelen van een vijzel: een minimaal ruimtegebruik. De vijzel ligt in de vijzelbak onder de molen. De waterlopen stromen tot aan de molen. Een vijzel kan het water hoger opvoeren dan een scheprad, een goede vijzel kan 4 meter hoogteverschil overbruggen. Mocht dat niet voldoende zijn dan kunnen poldermolens in een molengang geplaatst worden waardoor een nog grotere opvoerhoogte bereikt kan worden.
In de beginperiode werd de vijzel ook van hout gemaakt, later van staal. De langere vijzel stelde de fabrikant in het begin voor problemen: staal mocht niet door gaan buigen. Ook al er werd er een groter rendement bereikt er was wel sprake van waterverlies of lekverlies. Niet iedere kubieke meter water die werd opgepompt haalde ook de andere kant.


[[Bestand:16-1_k.jpg|400×300px|link=]]
De vijzel is een zeer veelvuldig gebruikt opvoerwerktuig in poldermolens en later ook in stoomgemalen.  
Aan de '''boezemzijde''' zijn de '''schotten geplaatst''' om de '''restauratiewerkzaamheden droog uit te kunnen voeren'''. De schotten zijn voorzien van een rubberband die voor een '''afdichting''' zorgt en het bestaande metselwerk '''beschermt''' tegen beschadiging. Ook zijn de '''betonblokken''' duidelijk te zien, die als '''ballastgewicht''' dienen voor '''de waterdruk onder de vloeren'''. Het water wordt '''geleidelijk weggepompt''' tijdens het '''plaatsen van de betonblokken''', zodat de '''druk op de vloer min of meer gelijk''' blijft.
Afhankelijk van het landsdeel wordt er ook gesproken van een '''schroef''' (wordt vooral in '''Groningen''' veelvuldig gebruikt).  
<br>In totaal worden er '''bijna 1000''' (400 aan de boezemzijde en 600 aan de IJsselmeerzijde)''' betonblokken''' geplaatst.


[[Bestand:16-2_k.jpg|400×300px|link=]]
De '''Zuigerpomp''' werd bij de eerste stoomgemalen in Nederland toegepast en is tot medio 1825 in gebruik geweest. De drie stoomgemalen van de '''[[Haarlemmermeer]]''' (Cruquius, Leeghwater en Lijnden) waren ook uitgerust met zuigerpompen. Per gemaal waren negen zuigerpompen geïnstalleerd. Omdat er bij de zuigerpomp die hier is toegepast geen sprake is van drukverschillen is het in werktuigbouwkundige zin geen zuigerpomp. De zuigerpomp die bij deze drie gemalen is gebruikt kan nog het beste worden vergeleken met grote '''schepemmers'''.  
De muren worden '''schoongestraald met hoge druk''', zodat beoordeeld kan worden waar restauratiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. In totaal moet er ca. 3000 m2 metselwerk worden schoongemaakt.
Het principe van een echte zuigerpomp is wel gebruikt maar weinig effectief gebleken.


[[Bestand:16-3_k.jpg|400×300px|link=]]
De zuigerpomp werd voorbijgestreefd door een verebeterde '''zuigperspomp''', die is hier in Nederland nauwlijks op grote schaal toegepast omdat korte tijd later de centrifugaalpomp op de markt verscheen.  
Een muur die is '''schoongestraald'''. De muur in het volgende vak is nog niet schoon gestraald, een groot verschil.
Aan de zuigperspomp is wel de naam van '''ir. H. Fynje''' verbonden. Fynje was niet tevreden over de opbrengst van scheprad en vijzel en wilde daarom een betere versie van de zuigerpomp. Dat de zuigperspomp geen groot succes is geworden kwam door de relatief hoge aanschaf- en onderhoudskosten.
Enkele decennia later zou de''' horizontale zuigperspomp''' worden geïntroduceerd, belangrijk voordeel hiervan was dat deze eenvoudiger en daardoor goedkoper te plaatsen was op de machinevloer.


[[Bestand:16-4_k.jpg|400×300|link=]]
De '''stromingswerktuigen''' zijn: '''Centrifugaalpomp''' (radiaal), '''Schroefpomp''' (axiaal) en de '''Schroefcentrifugaalpomp''' (half-axiaalpomp).
Het plaatsen van '''schotten aan de IJsselmeerzijd'''e om de '''restauratiewerkzaamheden droog uit te kunnen voeren'''. Deze schotten zijn '''5 meter hoog en 18 meter''' breed.


'''Week 17 van 2013'''
De volgende stap was de introductie van de '''centrifugaalpomp'''. Deze pomp werd in 1861 voor het eerst op de wereldtentoonstelling in '''Londen''' aan het grote publiek getoond.


[[Bestand:17-1_k.jpg|300×400px|link=]]
De centrifugaalpomp heeft als belangrijk voordeel dat de aanvoerbuis onder het wateroppervlak ligt. Dit maakt het mogelijk om onder alle weersomstandigheden te kunnen blijven werken.
De '''Boezemzijde''' is '''volledig droog en schoongemaakt'''. Dit is een eerste blik op de muur die normaal gesproken onder water zit. Een '''groot gedeelte van het voegwerk is niet meer aanwezig'''.
Het '''[[ir. D.F. Woudagemaal]]''' heeft acht centrifugaalpompen die in '''Utrecht''' door de fabriek van '''Louis Smulders/ Jaffa''' in 1920 zijn gemaakt en geplaatst.  
Omdat er sprake is van een gesloten circuit is het rendement van de centrifugaalpomp veel groter dan het scheprad en de vijzel.
In het Woudagemaal is nergens goed te zien hoe diep de aanvoerbuis onder het wateroppervlak steekt.
Het publiek dat in de '''machinehal''' wordt rondgeleid ziet de pomphuizen, maar in de '''kelder''' is al niets meer terug te zien. Onder de kelder zit de '''catacombe''' en dat is het (niet toegankelijke) bouwdeel waar de aanvoerbuis binnenkomt.
Uiteraard steekt de buis waarmeer het water in het '''[[IJsselmeer]]''' wordt uitgeslagen net zo diep in het water. Maar ook daar is weinig van te zien.


[[Bestand:17-2_k.jpg|400×300px|link=]]
De centrifugaalpomp is frequent toegepast als opvoerwerktuig in '''stoomgemalen''', maar ook nog wel in '''dieselgemalen''' en een enkel '''elektrisch gemaal'''.
De '''IJsselmeerzijde''' wordt '''geleidelijk droog gezet'''. De eerste meter is nu uit het uitstroomkanaal gepompt. '''Door het verschil in waterniveau worden de schotten tegen de muren gedrukt, waardoor deze nagenoeg waterdicht worden afgesloten'''.


'''Week 18 van 2013'''
De tijd heeft niet stilgestaan en inmiddels zijn er nieuwere en nog efficiëntere opvoerwerktuigen die in gemalen worden gebruikt.


[[Bestand:18-1_k.jpg|300×400px|link=]]
De Schroefpomp
Een voorbeeld van '''betonschade''' dat te zien is '''op verschillende locaties'''. Deze scheuren zullen hersteld worden.


[[Bestand:
De Schroefcentrifugaalpomp
De '''betonblokken worden geplaatst aan de IJsselmeerzijde'''. Met behulp van een duiker worden deze '''op de juiste plaats gezet, zodat het gewicht goed verdeeld is'''.


[[Bestand:
(in bewerking; versie 5 augustus 2013)
'''Diverse trappen zijn geplaatst''' om op een fatsoenlijke en veilige manier '''naar beneden in de instroomkanalen aan de boezemzijde''' te komen.

Versie van 3 nov 2013 22:34

Opvoerwerktuig

Nu ruim tien jaar geleden moest iedere leerling van een groep van de basisschool een spreekbeurt houden. Een van de leerlingen koos een onderwerp uit zijn eigen leefomgeving: de polder. Het was inderdaad wat hij dagelijks om zich heen zag ook al was dat in het stedelijk gebied. Dagelijks moest hij tegen een dijk (Dijkslootpad) opfietsen die het verschil van plm. 4 meter tussen de twee polders markeerde. De Ringdijk was de scheiding tussen de Grote en Kleine Kalkovenschepolder die op - 1.85 m NAP ligt en de dieper gelegen Vierambachtspolder op - 5.10 m. NAP.

Wat die spreekbeurt nu zo bijzonder maakte was dat hij het aandurfde om bij het begin van zijn spreekbeurt het liedje: ,, twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen heeft gezongen.

Daarmee zette hij de toon voor zijn verdere verhaal. Maar in feite raakt hij hier wel de kern van de geschiedenis van de opvoerwerktuigen.

De monniken die in de 10e eeuw zijn begonnen met het ontginnen van land, hadden niet veel anders tot hun beschikking dan emmers. Daarmee hoosden zij het overtollige water weg uit de akkertjes die zij wilden ontginnen. Dit, nadat zij er eerst dijkjes omheen hadden gelegd, anders zou het ook nog uitlopen op het: water naar de zee dragen.

280×210px De emmers en de afvoergoten hebben het relatief lang volgehouden

De ontwikkelingen op waterstaatkundig gebied gingen niet zo heel snel.

Bij de opvoerwerktuigen worden twee soorten onderscheiden:

  • Verdringingswerktuigen
  • Stromingswerktuigen

Verdringingswerktuigen zijn: Scheprad, Vijzel en Zuigerpomp.

Het wachten was op de doorbraak van de poldermolen. De eerste bescheiden molen die land kon droogmalen was de wipmolen. Dit molentype wordt zo genoemd omdat de onderkant op een pyramide lijkt en op de punt daarvan het bovenhuis staat. Het opvoerwerktuig is een scheprad, in de beginperiode van hout, later maar dan is het al ver in de 19e eeuw wordt dat van staal geklonken.

Het scheprad heeft als belangrijk nadeel dat het veel ruimte in beslag neemt en he rendement tamelijk laag. De opvoerhoogte van een scheprad is 1 à 2 meter. Het blad van het scheprad ketst eerst op het water voordat het water opschept. De vorm van een blad speelt mee in het uiteindelijke rendement. Het scheprad wordt verdrongen door de vijzel. De vijzel is eigenlijk in grote delen van het land gemeengoed geworden in de poldermolen. Belangrijke voordelen van een vijzel: een minimaal ruimtegebruik. De vijzel ligt in de vijzelbak onder de molen. De waterlopen stromen tot aan de molen. Een vijzel kan het water hoger opvoeren dan een scheprad, een goede vijzel kan 4 meter hoogteverschil overbruggen. Mocht dat niet voldoende zijn dan kunnen poldermolens in een molengang geplaatst worden waardoor een nog grotere opvoerhoogte bereikt kan worden. In de beginperiode werd de vijzel ook van hout gemaakt, later van staal. De langere vijzel stelde de fabrikant in het begin voor problemen: staal mocht niet door gaan buigen. Ook al er werd er een groter rendement bereikt er was wel sprake van waterverlies of lekverlies. Niet iedere kubieke meter water die werd opgepompt haalde ook de andere kant.

De vijzel is een zeer veelvuldig gebruikt opvoerwerktuig in poldermolens en later ook in stoomgemalen. Afhankelijk van het landsdeel wordt er ook gesproken van een schroef (wordt vooral in Groningen veelvuldig gebruikt).

De Zuigerpomp werd bij de eerste stoomgemalen in Nederland toegepast en is tot medio 1825 in gebruik geweest. De drie stoomgemalen van de Haarlemmermeer (Cruquius, Leeghwater en Lijnden) waren ook uitgerust met zuigerpompen. Per gemaal waren negen zuigerpompen geïnstalleerd. Omdat er bij de zuigerpomp die hier is toegepast geen sprake is van drukverschillen is het in werktuigbouwkundige zin geen zuigerpomp. De zuigerpomp die bij deze drie gemalen is gebruikt kan nog het beste worden vergeleken met grote schepemmers. Het principe van een echte zuigerpomp is wel gebruikt maar weinig effectief gebleken.

De zuigerpomp werd voorbijgestreefd door een verebeterde zuigperspomp, die is hier in Nederland nauwlijks op grote schaal toegepast omdat korte tijd later de centrifugaalpomp op de markt verscheen. Aan de zuigperspomp is wel de naam van ir. H. Fynje verbonden. Fynje was niet tevreden over de opbrengst van scheprad en vijzel en wilde daarom een betere versie van de zuigerpomp. Dat de zuigperspomp geen groot succes is geworden kwam door de relatief hoge aanschaf- en onderhoudskosten. Enkele decennia later zou de horizontale zuigperspomp worden geïntroduceerd, belangrijk voordeel hiervan was dat deze eenvoudiger en daardoor goedkoper te plaatsen was op de machinevloer.

De stromingswerktuigen zijn: Centrifugaalpomp (radiaal), Schroefpomp (axiaal) en de Schroefcentrifugaalpomp (half-axiaalpomp).

De volgende stap was de introductie van de centrifugaalpomp. Deze pomp werd in 1861 voor het eerst op de wereldtentoonstelling in Londen aan het grote publiek getoond.

De centrifugaalpomp heeft als belangrijk voordeel dat de aanvoerbuis onder het wateroppervlak ligt. Dit maakt het mogelijk om onder alle weersomstandigheden te kunnen blijven werken. Het ir. D.F. Woudagemaal heeft acht centrifugaalpompen die in Utrecht door de fabriek van Louis Smulders/ Jaffa in 1920 zijn gemaakt en geplaatst. Omdat er sprake is van een gesloten circuit is het rendement van de centrifugaalpomp veel groter dan het scheprad en de vijzel. In het Woudagemaal is nergens goed te zien hoe diep de aanvoerbuis onder het wateroppervlak steekt. Het publiek dat in de machinehal wordt rondgeleid ziet de pomphuizen, maar in de kelder is al niets meer terug te zien. Onder de kelder zit de catacombe en dat is het (niet toegankelijke) bouwdeel waar de aanvoerbuis binnenkomt. Uiteraard steekt de buis waarmeer het water in het IJsselmeer wordt uitgeslagen net zo diep in het water. Maar ook daar is weinig van te zien.

De centrifugaalpomp is frequent toegepast als opvoerwerktuig in stoomgemalen, maar ook nog wel in dieselgemalen en een enkel elektrisch gemaal.

De tijd heeft niet stilgestaan en inmiddels zijn er nieuwere en nog efficiëntere opvoerwerktuigen die in gemalen worden gebruikt.

De Schroefpomp

De Schroefcentrifugaalpomp

(in bewerking; versie 5 augustus 2013)