Bouw van het stoomgemaal: verschil tussen versies

geen bewerkingssamenvatting
imported>Vincent Erdin
Geen bewerkingssamenvatting
imported>Vincent Erdin
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 128: Regel 128:
<br>De schoorsteen heeft aan de onderkant een diameter van 622 cm en binnenin de schoorsteen aan de voet 392 cm. Aan de top is de omtrek aan de buitenzijde 287 cm en binnen 235 cm.
<br>De schoorsteen heeft aan de onderkant een diameter van 622 cm en binnenin de schoorsteen aan de voet 392 cm. Aan de top is de omtrek aan de buitenzijde 287 cm en binnen 235 cm.


De '''tweede schoorsteen''' die opgemetseld zou worden werd bijna twee keer zo duur (f 29.000,-) nadat bij de eerste schoorsteen (kosten f 15.685,-) de bliksem was ingeslagen. Op 7 zaterdag juni 1918 was de schoorsteen klaar. De hele daarop volgende week was het onrustig en onstuimig weer. Op 15 juni ontstond er veel stormschade aan de dam die in zee werd aangelegd, een deel van het profiel spoelde over een lenget van 100 meter weg. Dat was de opmaat naar zondag 16 juni toen het noodlot kort na het middaguur toesloeg. De bliksemn sloeg in de schoorsteen. De schoorsteen werd tot op een hoogte van 30 meter afgeslagen en beschadigde de muur van het ketelhuis. De andere helft die overeind was blijven staan, was zwaar beschadigd.
Op 5 oktober 1917 was de schoorsteen al tot de helft (30 meter) opgemetseld en kan Canoy op basis van de overeenkomst de helft van het bedrag factureren: f 7842,50.
Op 18 juni komt ir. D.F. Wouda zelf naar Lemmer om de schade op te nemen. Een dag later wordt in overleg met de inspecteur van de verzekeringsmaatschappij besloten om de resterende 30 meter af te breken en de hele schoorsteen opnieuw op te metselen.
 
De '''tweede schoorsteen''' die opgemetseld zou worden werd bijna twee keer zo duur (f 29.375,-) nadat bij de eerste schoorsteen (kosten f 15.685,-) de bliksem was ingeslagen. '''Op 7 zaterdag juni 1918''' was de schoorsteen klaar. De hele daarop volgende week was het onrustig en onstuimig weer. '''Op 15 juni ontstond''' er veel stormschade aan de dam die in zee werd aangelegd, een deel van het profiel spoelde over een lenget van 100 meter weg. Dat was de opmaat naar '''zondag 16 juni''' toen het noodlot kort na het middaguur toesloeg. De bliksem sloeg in de schoorsteen. De schoorsteen werd tot op een hoogte van 30 meter afgeslagen en beschadigde de muur van het ketelhuis. De andere helft die overeind was blijven staan, was zwaar beschadigd.
Op 18 juni komt '''ir. D.F. Wouda''' zelf naar Lemmer om de schade op te nemen. Een dag later wordt in overleg met de inspecteur van de verzekeringsmaatschappij besloten om de resterende 30 meter af te breken en de hele schoorsteen opnieuw op te metselen.
Kort na dit bezoek wordt een begin gemaakt met de eerste herstelwerkzaamheden: de muur van het ketelhuis en de voet van de schoorsteen.
Kort na dit bezoek wordt een begin gemaakt met de eerste herstelwerkzaamheden: de muur van het ketelhuis en de voet van de schoorsteen.


Er moet nog een keer schade aan de schoorsteen zijn ontstaan. In zijn aantekeningen schrijft opzichter Miedema het volgende:  
Tijdens de onderhandelingen over de herbouw van de schoorsteen wijst '''Canoy''' er op dat de schade naar alel waarschijnlijkheid niet zou zijn ontstaan als er eerder met het werk aan de schoorsteen zou zijn begonnen. Canoy heeft meerdere keren gevraagd dat werk niet uit te stellen tot na de zomer. In de herfst en winter is het vrijwel onmogelijk om een schoortseen van deze hoogte te bouwen gelet op het ongunstige weer. Dat weer is ook de reden dat er tussen november 1917 en maart 1918 niet aan de schoorsteen is gewerkt. '''Canoy''' wijst er tevens op dat de bliksem zelden of nooit in de herfst en winter inslaat maar vrijwel altijd in de lente en zomer.
Waarom '''Canoy''' pas in september 1917 met het werk is begonnen en waarom zijn verzoeken terzijde zijn geschoven is niet bekend.
 
In november 1918 wordt het contract opgesteld voor de herbouw van de schoorsteen.
 
Het restant van de schoorsteen blijkt zeer instabiel te zijn, dat was ook de reden voor volledige herbouw. In zijn aantekeningen schrijft opzichter Miedema het volgende:  
''',,Tussen 1 en 2 januari (1919) de schoorsteen gevallen door den wind"'''.  
''',,Tussen 1 en 2 januari (1919) de schoorsteen gevallen door den wind"'''.  
Vrijwel het volledige restant wordt tot aan de voet afgebroken door de wind, in het weekrapport staat de volgende passage: ''',,de schoorsteen is weer tot den betonvoet afgebroken".'''De '''gebroeders Broersma uit Lemmer''' mogen de restanten van de schoorsteen gebruiken voor stortpuin tegen een prijs van f 900,-.


'''In 1955 is er groot onderhoud aan de [[Schoorsteen|schoorsteen]]''' uitgevoerd. Dat was nodig omdat er bij een controle scheuren waren ontdekt in axiale richting met een lengte van 7 centimeter. Een tweede reden om de schoorsteen na te lopen was de komst van de nieuwe ketels.
'''In 1955 is er groot onderhoud aan de [[Schoorsteen|schoorsteen]]''' uitgevoerd. Dat was nodig omdat er bij een controle scheuren waren ontdekt in axiale richting met een lengte van 7 centimeter. Een tweede reden om de schoorsteen na te lopen was de komst van de nieuwe ketels.
Anonieme gebruiker