Dagboek bouw/1917, 3e kwartaal en Ir. D.F. Wouda: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
(Nieuwe pagina aangemaakt over het bouwdagboek van Anema)
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 30px;"
'''ir. D. F. Wouda'''
|+ style="caption-side:bottom; text-align:left; padding: 2px" | ''Dagboek door opzichter W.&nbsp;Anema over de bouw van het gemaal.'' <sup>[2.]</sup>
| [[Bestand:Dagboek van bestek 6 - Voorkant.jpg|link=]]
|}
Vanwege de grote omvang van het dagboek is het voor deze wiki opgeknipt in de volgende delen:


Noordhorn 5 april 1880 - † Leeuwarden 11 juni 1961


* [[Dagboek bouw | 1916, 4e kwartaal met introductie en bronnenlijst]]
'''Dirk Frederik Wouda''' werd op '''5 april 1880''' '''in het Groningse dorpje Noordhorn''' geboren. Zijn naam is voor altijd verbonden aan het '''ir. D.F. Woudagemaal''' te Teakesyl (Tacizijl) bij Lemmer.
* [[Dagboek bouw/1917, 1e kwartaal | 1917, 1e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1917, 2e kwartaal | 1917, 2e kwartaal]]
* 1917, 3e kwartaal (deze pagina)
* [[Dagboek bouw/1917, 4e kwartaal | 1917, 4e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 1e kwartaal | 1918, 1e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 2e kwartaal | 1918, 2e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 3e kwartaal | 1918, 3e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1918, 4e kwartaal | 1918, 4e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 1e kwartaal | 1919, 1e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 2e kwartaal | 1919, 2e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 3e kwartaal | 1919, 3e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1919, 4e kwartaal | 1919, 4e kwartaal]]
* [[Dagboek bouw/1920, 1e kwartaal | 1920, 1e kwartaal]]


__NOTOC__
Dit Nederlandse bouwwerk  dat in 1998 op de lijst van '''[[werelderfgoed van Unesco]]''' geplaatst werd, is het enige nog werkende stoomgemaal in Europa en tevens het grootste stoomgemaal ter wereld.
<br clear=all>  
<br>Dirk Wouda was het derde kind in een gezin van zeven kinderen. Toen hij 10 jaar oud was overleed zijn vader en twee jaar later zijn moeder. De kinderen uit het gezin werden daarna opgenomen door verschillende familieleden. Dirk kwam terecht '''in Baflo''' bij zijn grootmoeder.
<br>Hij volgde de '''HBS in Warffum''' en vervolgens ging hij naar de '''RHBS in Groningen'''. Na het behalen van zijn diploma ging Dirk Wouda naar '''Delft''' voor de '''studie civiel-ingenieur'''. Hij studeerde vlot af.
<br>Na zijn studie was een van zijn eerste werken de normalisering van het riviertje de Regge in Overijssel. Hij woonde in die tijd in Almelo.
<br>In juni 1908 verhuisde hij naar Leeuwarden, waar hij aan de slag ging als '''ingenieur van Provinciale Waterstaat'''.
Ir. Dirk Wouda was gehuwd met Klaziena Rietma. (1 februari 1879 – 15 december 1941)
<br>Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, waarvan de jongste echter al op één-jarige leeftijd overleed in 1913.


=='''Juli 1917'''==
[[Bestand:Ir_D_F_Wouda.JPG|400x326px|link=]]
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p038 & p039 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 38 & 39.]]
|}
''Maandag 2 juli 1917''<br>
600 zak cement aangevoerd.


Rond die tijd raakte ir. Dirk Wouda '''betrokken bij de plannen voor een groot stoomgemaal bij Lemmer'''.
<br>Aan het begin van de 20ste eeuw werd het steeds duidelijker dat de natuurlijke afvoercapaciteit van de Friese boezem niet meer toereikend was. De natuurlijke afvloeiing naar de zee was niet meer voldoende voor de steeds betere en snellere ontwatering van de landbouwgronden in Friesland. Bovendien nam de berging van regenwater af, door het omzetten van dit laagland in weidegrond. De boeren hadden behoefte aan een snelle afvoer van overtollig water op de Friese boezem, zodat ze het land beter konden benutten. Een nieuw gemaal even ten westen van Lemmer moest hiervoor een oplossing bieden.
<br>In 1913 stelde Wouda '''het ontwerp''' op, '''waarbij hij werd geassisteerd door Prof. Ir. J.C. Dijxhoorn''' (24 februari 1862- 21 mei 1941) in samenwerking met de '''fabrikant Smulders-Jaffa uit Utrecht'''.


''Dinsdag 3 juli 1917''<br>
[[Bestand:Prof_ir_JC_Dijxhoorn.jpg|394x478px|link=]]
Plaatsen betonpalen.


<br>Dijxhoorn was op dat moment hoogleraar aan de latere TH te Delft. Naast het Woudagemaal werkte hij verder aan pompen voor veel andere gemalen, waaronder die bij Medemblik en Alphen.


''Woensdag 4 juli 1917''<br>
De '''bouw van het gemaal''' onder leiding van Wouda werd '''gestart in 1915'''. Door verschillende oorzaken liep de bouw een '''flinke vertraging''' op. Dit was niet in laatste plaats te wijten aan de Eerste Wereldoorlog die in 1914 was uitgebroken.
600 zak cement aangevoerd.
Maar ook natuurgeweld werkte tegen: zo sneuvelde de kersvers gemetselde schoorsteen door blikseminslag. Die moest geheel worden herbouwd.
<br>In totaal waren de kosten voor het gemaal 2,8 miljoen gulden, bijna een miljoen gulden meer dan begroot.


Op 7 oktober '''1920 werd het gemaal officieel in gebruik gesteld door koningin Wilhelmina'''. Sinds die tijd heeft het gemaal jaar in jaar uit gedraaid, alhoewel niet meer zo vaak als voor 1967, toen was het gemaal gemiddeld 100 dagen per jaar in gebruik.


''Donderdag 5 juli 1917''<br>
[[Bestand:Koningin.jpg‎|350x242px|link=]]
Klaargekomen met verankering beschoeiing tussen ketelhuis en machinegebouw.<br>
geplaatst 24 betonpalen.<br>
Begonnen met buigen van het ijzer voor de bewapening van de ketelblokken, maar dat ijzer is nog niet aanwezig.


<br>In 1947 '''kreeg het stoomgemaal de naam Ir. D.F. Woudagemaal''', als eerbetoon aan Dirk Wouda, die in dat jaar met pensioen ging. In december 1998 werd het gemaal '''toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO'''. Dat is geen wonder, omdat het stoomgemaal wellicht een van de grootste ter wereld is en nog in goede en oorspronkelijke staat verkeert.


''Vrijdag 6 juli 1917''<br>
<br>Na de bouw van het stoomgemaal werkte Wouda verder bij de Provinciale Waterstaat. Hij promoveerde tot '''hoofdingenieur''' en hij hield zich '''bezig met allerlei waterstaatkundige problemen''' van die tijd in Friesland. Privé moest Wouda in december 1941 het verlies van zijn vrouw Klaziena betreuren. Hij hertrouwde later met Catharina Wilhelmina Johanna Doorenbosch.
Geplaatst 24 betonpalen.<br>
De bouwnaad in de bekleeding voorlopig aan te houden op een breedte van 6 meter.


<br>Hoewel Wouda in 1945 de pensioen-gerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikte, bleef hij nog enkele jaren werken. Hieraan waren uiteraard de oorlogsomstandigheden debet. Na zijn feitelijke pensionering in 1947 bleef Dirk Wouda niet stilzitten. Het provinciaal bestuur van Friesland verzocht hem namelijk '''een verhandeling''' te schrijven '''over de hoofdbestanddelen van de afwatering in Friesland in de 19de- en 20ste-eeuw'''. Het resultaat is het lijvige boek <strong>"Over de afwatering van Friesland en haar geschiedenis"</strong>.
<br>Maar Wouda had ook tijdens zijn werkbare leven zich niet enkel op zijn werk gericht. Hij heeft met name veel werk geleverd voor het technisch onderwijs in Friesland. Zo werd hij in 1912 gekozen tot '''secretaris van de Vereniging voor Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs in Leeuwarden'''. In 1936 werd hij '''voorzitter''' van deze vereniging.
<br>Tot 1912 beschikten alleen Haarlem en Dordrecht over een dergelijke onderwijsinrichting. Wouda was ook betrokken bij de bouw van de technische scholen in Leeuwarden.
<br>De eerste school in 1915 kreeg de '''lijfspreuk van Wouda''' in de gevel: <strong>"Wie slagen wil, die slagen kan"</strong>.


''Zaterdag 7 juli 1917''<br>
<br>Dat Wouda niet alleen op lokaal niveau betrokken was bij het onderwijs blijkt uit het feit dat hij '''tot zijn 80ste jaar zitting heeft gehad in de landelijke onderwijsraad in Den Haag'''. Wouda beleefde veel voldoening aan de scholing van jonge mensen, iets wat wellicht te maken heeft gehad met de wijze waarop hijzelf zijn scholing heeft genoten.
Geplaatst 15 stuks betonpalen.<br>
<br>Wouda was ondanks zijn drukke functie en sociaal-maatschappelijke betrokkenheid een bescheiden en sober mens. Dat bleek uit zijn vrijetijdsbesteding, die bestond uit het genieten van een tochtje in zijn motorbootje door de natuur.
Gestart met de ondervloer onder de schoorsteen.
'''Op 11 juni 1961 overleed Dirk Wouda te Leeuwarden'''.  


 
Zijn educatieve instelling leeft echter voort:
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
'''Boven de ingang van het nieuwe Bezoekerscentrum''', dat in 2011 werd gebouwd en op 4 oktober van dat jaar werd geopend door HKH Prinses Margriet prijken trots zijn woorden: <strong>“Wie slagen wil, die slagen Kan”</strong>
| [[Media:p040 & p041 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 40 & 41.]]
|}
''Maandag 9 juli 1917''<br>
Gesteld de onderbewapening van de schoorsteenvloer.
 
 
''Dinsdag 10 juli 1917''<br>
Begonnen met het storten van het beton in de schoorsteenvloer.<br>
Menging specie van 1 portlandcement, 1/4 tras, 3 zand en 5 grind.
 
 
''Woensdag 11 juli 1917''<br>
Storten beton tot bovenwapening.
 
 
''Vrijdag 13 juli 1917''<br>
Verder storten schoorsteenvoet.
 
 
''Zondag 15 juli 1917''<br>
Door defect aan de betonmolen met de hand beton gemengd om de schoorsteenvoet zo snel mogelijk klaar te krijgen.
 
 
''Maandag 16 juli 1917''<br>
Klaargekomen met het storten van de schoorsteenvoet.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p042 & p043 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 42 & 43.]]
|}
''Zaterdag 21 juli 1917''<br>
Spuiten van de damwanden.<br>
Aanbrengen verankering fundering ketelhuis.<br>
Afbreken mallen van de schoorsteenvoet.
 
 
''Zaterdag 28 juli 1917''<br>
Op het werk geweest Herfkens om te spreken over het bouwen van de schoorsteen. Afgesproken om hiermee te beginnen 6 augustus.<br>
Begonnen lossen aangevoerde kalk voor de schoorsteen.
 
 
''Zondag 29 juli 1917''<br>
Bericht van het silicaatbureau dat de prijs van Portlandcement was gestegen tot de prijs van f. 78,75. Reeds geleverd 125.000 kg tegen de prijs van f. 65 per 1000 kg
 
 
''Dinsdag 31 juli 1917''<br>
Klaargekomen met het plaatsen van de damwanden onder het machinegebouw, ketelhuis etc.
 
 
=='''Augustus 1917'''==
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p044 & p045 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 44 & 45.]]
|}
''Zaterdag 4 augustus 1917''<br>
De verzending van de portlandcement is slecht.
 
 
''Maandag 6 augustus 1917''<br>
Aangevoerd 4 ladingen portlandcement, 4210 zak cement. De aankomst van de portlandcement is slecht. Veel zakken welke stuk zijn en enkele reeds verhard, wanneer ze uit de waggons komen. De aannemer opgedragen hiervan aan het cilicaatbureau bericht te doen.
 
 
''Dinsdag 7 augustus 1917''<br>
Begonnen met twee metselaars aan de onderbouw (rookkanalen etc.) van de schoorsteen. De schoorsteenbouwer Forstermans (?) met nog drie metselaars hier gekomen.
 
 
''8-9 augustus 1917''<br>
Wegens de feestelijkheden te Lemmer werd er deze dagen weinig uitgevoerd.<br>
Begonnen met het buigen van ijzer voor de vloeren. Het ijzer van 12 mm te verwerken in de vloeren machinegebouw.
 
 
''Zaterdag 11 augustus 1917''<br>
Balans opgemaakt van in totaal 210 zak geheel verloren gegaan cement. Na overleg met de chef werd de afgekeurde cement verwerkt in de walmuur.<br>
Aangevoerd deze week 62000 kg betonijzer en 600 m³ zand.<br>
De schoorsteenbouwers 2 meter boven de betonfundering.
 
 
''Maandag 13 augustus 1917''<br>
Kolpa op het werk geweest om enkele gegevens betreffende het ijzerbuigen van Buwalda over te nemen.<br>
Klaar gekomen met het stellen van de bekisting van de walmuur.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p046 & p047 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 46 & 47.]]
|}
''Dinsdag 14 augustus 1917''<br>
Begonnen storten beton walmuur, 8 staven lang 12 m, en zwaar 16 mm. Daaronder 119 stuks dennen palen, waaronder 36 schoorpalen.
 
 
''Woensdag 15 augustus 1917''<br>
Klaar gekomen met storten beton walmuur. Eender gestort de werkvloer onder de ketelblokken.
 
 
''Vrijdag 17 augustus 1917''<br>
Begonnen met het stellen van de bewapening betonvloer onder de ketelblokken.
 
 
''Maandag 20 augustus 1917''<br>
Het ontvangbed op diepte gemaakt en gewerkt aan de wapening.
 
 
''Woensdag 22 augustus 1917''<br>
Begonnen met het storten van de verdiepte gedeelten.
Met de verdere storting wachten tot vrijdag.
 
 
''Donderdag 23 augustus 1917''<br>
Begonnen met het stellen van de bekisting voor de verdieping langs het ontvangbed.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p048 & p049 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 48 & 49.]]
|}
''Zaterdag 25 augustus 1917''<br>
Begonnen met het storten van de beton voor de vloer onder de ketelblokken.<br>
Ingenieur op het werk geweest om de fundeeringput machinegebouw met ketelhuis op te nemen. Tot de conclusie gekomen dat er in de bemaling weinig verbetering was te brengen. Onder de werkvloer een laag van 20 cm dikte en hier onder een platte laag in plaats van 5 cm beton. Vastgesteld om in te gaan tot het aanbrengen van een grindlaag zwaar 20 cm waarvan een laag stampbeton zwaar 5 cm in plaats van een platte laag waartegen de hoofdingenieur bezwaar maakte.
 
 
''Maandag 27 augustus 1917''<br>
Door de schoorsteenbouwers werd niet gewerkt wegens afwezigheid.<br>
De aannemer prijsopgaaf gevraagd voor het aanbrengen van 20 cm grind onder de werkvloer machinegebouw met ketelhuis en het zand te verwijderen. Het leveren van grind ter plaatse op f. 6,25 per M³. Inkoopprijs volgens ontvangen telegram van Hielder te Harlingen f, 4,50 en van Broojenhout (?) te Nijmegen voor f. 5,00.<br>
Problemen om de put droog te houden.
 
 
''Dinsdag 28 augustus 1917''<br>
Begonnen met het stellen van spoor voor het vervoeren van zand uit de funderingsput. Er werd ook nog gewerkt aan het stortebed en aan het plaatsen van damplanken op de hoek bij de locomobiel. Verder werd er gewerkt aan de bewapening kolommen onder het ketelhuis.<br>
Wegens het slechte weer werd er door de schoorsteenbouwers niet gewerkt.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p050 & p051 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 50 & 51.]]
|}
''Woensdag 29 augustus 1917''<br>
Gestort de beton voor de gewapende vloer onder het tweede ketelblok.<br>
Begonnen met het aanbrengen van een laag grind onder de fundering machinegebouw met keersluis ter dikte van plusminus 20 cm.<br>
Commissaris [der Koningin] op het werk geweest met zijn plezierjacht.
 
 
=='''September 1917'''==
''Zaterdag 1 september 1917''<br>
Gewerkt aan het metselen van de walmuur.<br>
Gestort betonvloer onder het derde ketelblok.<br>
Aan de Ingenieur voorgesteld om het selecteeren van de steen door de metselaar te laten doen en niet de vaste arbeiders.<br>
Schoorsteen tot een hoogte van 13 meter.
 
 
''Maandag 3 september 1917''<br>
Begonnen met het lossen van een lading schoorsteen steen totaal 100 last.<br>
Met Jansma naar Spannenburg geweest en opgenomen het werk van bestek no. 5 aangenomen door de NV J. Volker & Co.<br>
Het buigen van ijzer voor het opgaand muurwerk ketelhuis.
 
 
''Dinsdag 4 september 1917''<br>
Door hun (aannemer) werd steeds beweerd dat de bemaling van de fundeeringsput voldoende is, wat door mij werd tegengesproken. De bemaling moet ook vaak stopgezet worden wegens reparatie, wat tijdens het betonstorten moet worden voorkomen.<br>
In de funderingsput wordt gewerkt aan het stellen van het betonijzer aan de verdiepte balk langs het stortebed.
 
 
''Woensdag 5 september 1917''<br>
Begonnen met het stellen van de mallen voor de betonwerken onder de ketels.<br>
Het leveren van de deuren door Gebr. Boljan aangenomen voor fl. 60,- per stuk met bijlevering van materialen.<br>
Broersma nogmaals besteld, om meetlatten te willen bestellen.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p052 & p053 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 52 & 53.]]
|}
''Donderdag 6 september 1917''<br>
Het metselen van de walmuur het vervoeren van zand en het aanbrengen van grind onder de fundering machinegebouw met keersluis enz. het opstellen van de mallen voor het betonwerk onder de ketels, het maken van de sluisdeuren, het stellen van het ijzer voor de verdiepte balk langs het stortebed.<br>
Begonnen met de herbesteding van den nieuwen parallelweg.<br>
Door de ingenieur gevraagd:
:Van waar komt de graniet uit Noorwegen of Zweden en uit welken groef?
:Antw. niet bekend, maar uit Noorwegen.
 
 
''Vrijdag 7 september 1917''<br>
Reparatie aan de locomobiel.<br>
Het maken van een sleuf voor de betonbalkjes.<br>
Met Jansma en van The (?) nagegaan het sorteren van de steen. Monsters uitgezocht waaraan het sorteren zou moeten gebeuren, waar één monster opgestuurd naar Leeuwarden.
 
 
''Zaterdag 8 september 1917''<br>
Door de schoorsteenbouwers niets uitgevoerd.<br>
Naar Leeuwarden geweest en met den ingenieur besproken het sorteren van steen, door den metselaar van het en anderen. Het sorteren moest kosten f. 1.30 per duizend gerekend het geheele aantal steenen, welke moesten worden omgezet en fl. 4,- per duizend gerekend de uitgesorteerde steen en geschikt voor voorwerkers. Besloten voorlopig niet met het selecteren te beginnen.
 
 
''Maandag 10 september 1917''<br>
Vervoeren zand en in plaats brengen van grind. Eén betonvlechter bezig met het stellen van betonijzer in de verdiepte gedeelten. De timmerlieden bezig met het timmeren van de mallen van het betonwerk onder de ketelblokken en het maken van de sluisdeuren.
 
 
''Dinsdag 11 september 1917''<br>
De schoorsteenbouwers teruggekomen (twee man).
 
 
''Donderdag 13 september 1917''<br>
Klaargekomen met het vervoeren van zand uit de funderingsput en daarvoor in de plaats brengen van een laag grind van 20 cm.<br>
Drie man aan ’t damopspuiten aan de voorste damwanden.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p054 & p055 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 54 & 55.]]
|}
''Vrijdag 14 september 1917''<br>
Twee betonbalken met twee tusschenbalkjes gestort aan de zeezijde. Eerst geen voldoende volk op het stort, welke aanmerking door Kolpa en Jansma werd gemaakt, omdat het ijzer met het storten met karren te veel van zijn plaats ging. Bij de tweede bak dit veranderd en werd er gestort in een stortbak.
 
 
''Zaterdag 15 september 1917''<br>
Het opruimen van het spoor.
 
 
''Maandag 17 september 1917''<br>
Begonnen met het stellen van het ijzer voor de bewapening onder de ketelblokken.
 
 
''Dinsdag 18 september 1917''<br>
Aannemers hadden besteld 120 M¹ ijzeren aardbuis wijd binnenwerks 10 cm. Deze buizen dachten de aannemers te leggen onder de grindlaag in de funderingsput onder de grindlaag in de funderingsput voor afwatering van de Z.W. hoek van de funderingput naar de centrifugaalpompen. Hier was ik niet voor. Voorlopig twee rijen buizen te leggen.
 
 
''Woensdag 19 september 1917''<br>
Jansma naar Leeuwarden geweest om met den Ingenieur te spreken of het bandijzer voor bewapening kan worden vervangen door draad zwaar 5 mm. Toegestaan maar de helft meer draad van 5 mm te gebruiken, dan er bandijzer staat voorgeschreven.
Het plan met de buizen gaat niet door.
 
 
''Donderdag 20 september 1917''<br>
Het afsluiten van de funderingsput in de Z.W. hoek. Hier te slaan een damwand breed 22 meter en damplanken lang 1,50 meter. De zwaarte nader te bepalen. Geleverd door de firma Sleeswijk.
 
 
''Vrijdag 21 september 1917''<br>
Begonnen met het plaatsen van de damwanden.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p056 & p057 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 56 & 57.]]
|}
''Zaterdag 22 september 1917''<br>
Gesteld een gedeelte werkvloer in de fundering onder het machinegebouw met keersluis.
 
 
''Maandag 24 september 1917''<br>
Er werd gewerkt aan het vlechtwerk op het stortebed, het stellen van ijzer ketelblok.
 
 
''Dinsdag 25 september 1917''<br>
Met den aannemer Jac. Broersma naar Leeuwarden geweest. Eerst gesproken met den Directeur v/d NV Hadelust over de levering van ijzer in verband met de door hun gestuurd telegram uit Duitschland inhoudende dat de aannemers zeer waarschijnlijk deze maand nog konden verwachten 100.000 Kg ijzer 11 mm.<br>
Aankoop 2000 zak portlandcement die door het cilicaatbureau werd aangeboden.<br>
Mocht het ijzer voor de vloer onder het machinegebouw met keersluis niet komen, het stortebed met ontvangbed af te maken en door te werken aan het ketelhuis.<br>
De schoorsteenbouwer Vorstermans en met Jansma over het voegwerk gesproken waarop door mij aan Canoy Herfkens aanmerking was gemaakt.
[A. Vorstermans bouwt in 1909 te Panningen de ringoven van de Heldense Steenfabriek].
 
 
''Woensdag 26 september 1917''<br>
Verschil met de aannemer over het storten van beton voor het eerste ketelblok. Bij mijn thuiskomst Broersma gewaarschuwd niet te vlug op te storten en ik de bewapening eerst wilde zien. Hierover met de aannemers nog al eenige woorden gehad, omdat zij zich er niet mee konden vereenigen. Het volk moest in de turf. (sic)
 
 
''Donderdag 27 september 1917''<br>
Al het volk, waaronder ook begrepen de timmerlieden werkten mee aan het storten van de beton.
 
 
''Vrijdag 28 september 1917''<br>
Klaar gekomen met het storten van de beton voor het ketelblok. Aan de werkvloer kon niet worden doorgewerkt wegens gebrek aan buizen. Het stellen van de bewapening in de betonbalk langs het ontvangbed.
 
 
{| style="border-collapse:collapse; float:right; margin-left: 10px;"
| [[Media:p058 & p059 - Dagboek van bestek 6.jpg | Dagboek bladzijden 58 & 59.]]
|}
''Zaterdag 29 september 1917''<br>
De aannemers toegestaan het aanwezige ijzer zwaar 10 mm en 12 mm in de funderingplaat onder her machinegebouw te verwerken.
 
 
''Zondag 30 september 1917''<br>
Besloten om de mazen van het onder- en bovennet voor de betonplaat onder het machinegebouw met keersluis aan te houden op 8 M of 7 per M¹.<br>
Schoorsteen tot 27 meter boven de betonfundering.
 
 
----
 
 
<p style="text-align:center;"> [[Dagboek bouw/1917, 4e kwartaal | Volgende deel ──>]]</p>

Versie van 7 nov 2016 17:41

ir. D. F. Wouda

Noordhorn 5 april 1880 - † Leeuwarden 11 juni 1961

Dirk Frederik Wouda werd op 5 april 1880 in het Groningse dorpje Noordhorn geboren. Zijn naam is voor altijd verbonden aan het ir. D.F. Woudagemaal te Teakesyl (Tacizijl) bij Lemmer.

Dit Nederlandse bouwwerk dat in 1998 op de lijst van werelderfgoed van Unesco geplaatst werd, is het enige nog werkende stoomgemaal in Europa en tevens het grootste stoomgemaal ter wereld.
Dirk Wouda was het derde kind in een gezin van zeven kinderen. Toen hij 10 jaar oud was overleed zijn vader en twee jaar later zijn moeder. De kinderen uit het gezin werden daarna opgenomen door verschillende familieleden. Dirk kwam terecht in Baflo bij zijn grootmoeder.
Hij volgde de HBS in Warffum en vervolgens ging hij naar de RHBS in Groningen. Na het behalen van zijn diploma ging Dirk Wouda naar Delft voor de studie civiel-ingenieur. Hij studeerde vlot af.
Na zijn studie was een van zijn eerste werken de normalisering van het riviertje de Regge in Overijssel. Hij woonde in die tijd in Almelo.
In juni 1908 verhuisde hij naar Leeuwarden, waar hij aan de slag ging als ingenieur van Provinciale Waterstaat. Ir. Dirk Wouda was gehuwd met Klaziena Rietma. (1 februari 1879 – 15 december 1941)
Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, waarvan de jongste echter al op één-jarige leeftijd overleed in 1913.

Rond die tijd raakte ir. Dirk Wouda betrokken bij de plannen voor een groot stoomgemaal bij Lemmer.
Aan het begin van de 20ste eeuw werd het steeds duidelijker dat de natuurlijke afvoercapaciteit van de Friese boezem niet meer toereikend was. De natuurlijke afvloeiing naar de zee was niet meer voldoende voor de steeds betere en snellere ontwatering van de landbouwgronden in Friesland. Bovendien nam de berging van regenwater af, door het omzetten van dit laagland in weidegrond. De boeren hadden behoefte aan een snelle afvoer van overtollig water op de Friese boezem, zodat ze het land beter konden benutten. Een nieuw gemaal even ten westen van Lemmer moest hiervoor een oplossing bieden.
In 1913 stelde Wouda het ontwerp op, waarbij hij werd geassisteerd door Prof. Ir. J.C. Dijxhoorn (24 februari 1862- 21 mei 1941) in samenwerking met de fabrikant Smulders-Jaffa uit Utrecht.


Dijxhoorn was op dat moment hoogleraar aan de latere TH te Delft. Naast het Woudagemaal werkte hij verder aan pompen voor veel andere gemalen, waaronder die bij Medemblik en Alphen.

De bouw van het gemaal onder leiding van Wouda werd gestart in 1915. Door verschillende oorzaken liep de bouw een flinke vertraging op. Dit was niet in laatste plaats te wijten aan de Eerste Wereldoorlog die in 1914 was uitgebroken. Maar ook natuurgeweld werkte tegen: zo sneuvelde de kersvers gemetselde schoorsteen door blikseminslag. Die moest geheel worden herbouwd.
In totaal waren de kosten voor het gemaal 2,8 miljoen gulden, bijna een miljoen gulden meer dan begroot.

Op 7 oktober 1920 werd het gemaal officieel in gebruik gesteld door koningin Wilhelmina. Sinds die tijd heeft het gemaal jaar in jaar uit gedraaid, alhoewel niet meer zo vaak als voor 1967, toen was het gemaal gemiddeld 100 dagen per jaar in gebruik.


In 1947 kreeg het stoomgemaal de naam Ir. D.F. Woudagemaal, als eerbetoon aan Dirk Wouda, die in dat jaar met pensioen ging. In december 1998 werd het gemaal toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Dat is geen wonder, omdat het stoomgemaal wellicht een van de grootste ter wereld is en nog in goede en oorspronkelijke staat verkeert.


Na de bouw van het stoomgemaal werkte Wouda verder bij de Provinciale Waterstaat. Hij promoveerde tot hoofdingenieur en hij hield zich bezig met allerlei waterstaatkundige problemen van die tijd in Friesland. Privé moest Wouda in december 1941 het verlies van zijn vrouw Klaziena betreuren. Hij hertrouwde later met Catharina Wilhelmina Johanna Doorenbosch.


Hoewel Wouda in 1945 de pensioen-gerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikte, bleef hij nog enkele jaren werken. Hieraan waren uiteraard de oorlogsomstandigheden debet. Na zijn feitelijke pensionering in 1947 bleef Dirk Wouda niet stilzitten. Het provinciaal bestuur van Friesland verzocht hem namelijk een verhandeling te schrijven over de hoofdbestanddelen van de afwatering in Friesland in de 19de- en 20ste-eeuw. Het resultaat is het lijvige boek "Over de afwatering van Friesland en haar geschiedenis".
Maar Wouda had ook tijdens zijn werkbare leven zich niet enkel op zijn werk gericht. Hij heeft met name veel werk geleverd voor het technisch onderwijs in Friesland. Zo werd hij in 1912 gekozen tot secretaris van de Vereniging voor Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs in Leeuwarden. In 1936 werd hij voorzitter van deze vereniging.
Tot 1912 beschikten alleen Haarlem en Dordrecht over een dergelijke onderwijsinrichting. Wouda was ook betrokken bij de bouw van de technische scholen in Leeuwarden.
De eerste school in 1915 kreeg de lijfspreuk van Wouda in de gevel: "Wie slagen wil, die slagen kan".


Dat Wouda niet alleen op lokaal niveau betrokken was bij het onderwijs blijkt uit het feit dat hij tot zijn 80ste jaar zitting heeft gehad in de landelijke onderwijsraad in Den Haag. Wouda beleefde veel voldoening aan de scholing van jonge mensen, iets wat wellicht te maken heeft gehad met de wijze waarop hijzelf zijn scholing heeft genoten.
Wouda was ondanks zijn drukke functie en sociaal-maatschappelijke betrokkenheid een bescheiden en sober mens. Dat bleek uit zijn vrijetijdsbesteding, die bestond uit het genieten van een tochtje in zijn motorbootje door de natuur. Op 11 juni 1961 overleed Dirk Wouda te Leeuwarden.

Zijn educatieve instelling leeft echter voort: Boven de ingang van het nieuwe Bezoekerscentrum, dat in 2011 werd gebouwd en op 4 oktober van dat jaar werd geopend door HKH Prinses Margriet prijken trots zijn woorden: “Wie slagen wil, die slagen Kan”