Stoker

Uit Wouda's Wiki
Versie door imported>Vincent Erdin op 26 sep 2012 om 10:10 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Stoker Een stoker had tot taak om het vuur in de ketels aan te leggen en te zorgen voor een zeer efficiënt gebruik van de brandstof: steenkool. Er zijn voorbeelden ...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Stoker

Een stoker had tot taak om het vuur in de ketels aan te leggen en te zorgen voor een zeer efficiënt gebruik van de brandstof: steenkool. Er zijn voorbeelden bekend waarbij de stoker een premie kreeg voor zuinig gebruik van steenkool terwijl het gemaal of de machines in een door stoom aangedreven fabriek toch konden draaien en niet te vergeten de stoker op een stoomtrein. Hoeveel kolen gooi je op het vuur om het volgende station te halen en waar kun je het wat ristiger aan doen?

De stoker heeft zijn werkterrein vooral in het ketelhuis.

In het ketelhuis van het ir. D.F. Woudagemaal stonden tot 1955 zes kleinere ketels die in dat jaar vervangen zijn door de vier ketels van Werkspoor die tot 1967 op kolen werden gestookt. Daarna verdween de functie van stoker.

De stoker heeft een belangrijke functie omdat hij medebepalend is voor wat de machinist kan doen, het vermogen voor de werktuigen (hoge en lage drukcylinders) wordt geleverd door de opgewekte stoom.

Bij grote stoomgemalen (vooral de boezemgemalen) waren de functies machinist en stoker gescheiden van elkaar. In een groot stoomgemaal werkte ook één of meerdere kolensjouwers. Zij brachten de kolen vanuit de kolenbergplaats naar de plaats waar de stoker een handvoorraad wilde hebben. Kolensjouwers werden ook ingezet om de kolen die veelal per schip werden aangevoerd naar de bergplaats te kruien.

Bij kleinere stoomgemalen (de poldergemalen) was er een stoker/ machinist, bij deze gecombineerde functie was er één persoon die de zorg had voor het ketelhuis, de ketels, het vuur en het opmalen van het water door middel van een scheprad, vijzel of pomp. In dat geval zorgde de stoker er ook voor dat de kolen bij de ketel kwamen.

,,Wie dicht bij het vuur zit warmt zich het best". Een stoker zat dicht bij het vuur zeker in het maalseizoen speelde een deel van het gezinsleven zich af in het ketelhuis waar het altijd warm was, in de dienstwoning werd dan minder gestookt om het huis te verwarmen.

Stokers, machinisten hadden naast hun salaris ook vrij recht van wonen (in een dienstwoning) en vrij gebruik van kolen. Al was dat kolenverbruik niet helemaal ongelimiteerd. Als er een strenge winter was dan gaf het bestuur van het waterschap, de dijkgraaf, toestemming voor een extra hoeveelheid die uit de kolenvoorraard genomen mocht worden ten behoeve van eigen gebruik. Incidenteel deelde de kolensjouwer mee in deze secundaire arbeidsvoorwaarde. Doorgaans had de kolensjouwer geen eigen dienstwoning maar woonde in het dorp of deed dit werk er los bij.