Prinses Margrietkanaal
Het Prinses Margrietkanaal is de belangrijkste vaarverbinding tussen de sluizen bij Lemmer, door Fryslân naar de sluizen bij Gaarkeuken. Het kanaal loopt door het Sneekermeer, de Pikmeer en de Bergumermeer.
Het Prinses Margrietkanaal is de snelste route voor binnenschepen die van Amsterdam naar Delfzijl willen varen en daarbij van het IJsselmeer gebruik maken.
Bij de sluizen van Lemmer worden de schepen geschut en komen dan op de boezem van Fryslân, het peil is tot aan Gaarkeuken steeds - 0.52 cm NAP. Onderweg zijn er geen sluizen meer.
Pas bij Gaarkeuken varen de schepen de boezem van het waterschap Noorderzijlvest binnen met een lager peil: -0.93 cm NAP. Vanaf Gaarkeuken tot aan de sluizen bij Oosterhoogebrug heet het kanaal: Van Starkenborghkanaal. Aan de oostkant van de stad Groningen ligt ook een sluis en dan gaat het via het Eemskanaal naar Delfzijl.
De vaarroute wordt opgewaardeerd tot klasse V, dat wil zeggen dat er steeds grotere containerschepen zullen gaan varen. Enkele belangrijke knelpunten zullen worden aangepakt: bochten worden rechtgetrokken of bruggen zullen worden vervangen.
De aanleg van het kanaal begon al medio 1930 en zou pas in 1951 zijn voltooid. Soms wordt er gebruik gemaakt van oude bestaande kanalen die dan op breedte en diepte zijn gebracht.
Met name het gedeelte tussen het tolhuis van Zuidhorn waar het Hoendiep nu in het Van Starkenborghkanaal stroomt tot aan Gaarkeuken was de bestaande vaarverbinding tussen Groningen en Leeuwarden die al in de 16e eeuw was gegraven. Ook in Friesland is gebruik gemaakt van meren en plassen waardoor het niet nodig was om het hele kanaal opnieuw te graven.
Inmiddels is deze vaarverbinding in handen van Rijkswaterstaat. De route is vooral bedoeld voor de beroepsscheepvaart, gelet op de omvang van de schepen en de verwachting dat er steeds meer containerschepen zullen gaan varen maakt het noodzakelijk om alternatieven aan te bieden voor de pleziervaart.
Het Prinses Margrietkanaal is van zeer groot belang voor de waterhuishouding in Friesland. Het is één van de boezemwateren waar het water vanuit de polders op wordt gebracht door middel van poldergemalen. Naast het Prinses Margrietkanaal zijn de grote meren ook onderdeel van de boezem van Friesland.
Bij een teveel aan water zorgt dit kanaal er voor dat het water wordt afgevoerd naar het ir. D.F. Woudagemaal, als dit in werking is gesteld dan slaat het gemaal het overtollige water uit op het IJsselmeer. De aanvoer gaat via het Prinses Margrietkanaal en iets ten zuiden van de Grote Brekken is tijdens de bouw van het gemaal een speciaal aanvoerkanaal naar het gemaal gegraven.
Welke route er voor de afvoer van het overtollige water wordt gekozen hangt af van de windrichting. Bij een wind uit het zuidwesten zal het water bij Dokkumer Nieuwe zijlen worden afgevoerd op het Lauwersmeer en bij een noordwesten wind zal het water in eerste instantie via het Prins Johan Frisokanaal naar het Hooglandgemaal bij Stovoren worden uitgeslagen op het IJsselmeer. Het Prins Johan Frisokanaal gaat naar de Fluessen en vanaf dat meer zijn er twee verbindingen (de Jeltesloot en de Wellesloot) met het Koevordermeer waar het Prinses Margroetkanaal ook door heenloopt. Als het Hooglandgemaal de hoeveelheid water niet alleen weg kan pompen dan wordt het ir. D.F. Woudagemaal opgestart.