Schoorsteen: verschil tussen versies

218 bytes toegevoegd ,  22 feb 2023
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 63: Regel 63:
== De bouw van de (eerste) schoorsteen ==
== De bouw van de (eerste) schoorsteen ==
Opzichter Anema noteert op 7 augustus 1917 dat schoorsteenbouwer Vorstermans - aan wie door Canoy-Herfkens de bouw van de schoorsteen in onderaanbesteding is gegund - met nog drie metselaars is gekomen om te beginnen met het bouwen van de schoorsteen. Op 11 augustus is de bouw gevorderd tot 2 meter boven de betonfundering, en op 1 september is de 13 meter bereikt. De schoorsteenbouwers werken echter met horten en stoten. Anema schrijft in zijn dagboek dat ze op maandag 27 augustus afwezig zijn. De rest van de week voeren ze weinig uit, en vanaf maandag 3 september zijn ze een hele werkweek afwezig. Ook de kwaliteit van het werk laat in de ogen van Anema te wensen over. Hij heeft aanmerkingen op het voegwerk en heeft dit opgenomen met Canoy-Herfkens. Op 25 september bespreekt de opzichter zijn aanmerkingen op het voegwerk met schoorsteenbouwer Vorstermans. Deze erkent dat er voegwerk verregend is, en belooft dit bij te zullen werken. Overig commentaar op zijn werk wuift hij weg. <ref name="Dagboek Anema"/>
Opzichter Anema noteert op 7 augustus 1917 dat schoorsteenbouwer Vorstermans - aan wie door Canoy-Herfkens de bouw van de schoorsteen in onderaanbesteding is gegund - met nog drie metselaars is gekomen om te beginnen met het bouwen van de schoorsteen. Op 11 augustus is de bouw gevorderd tot 2 meter boven de betonfundering, en op 1 september is de 13 meter bereikt. De schoorsteenbouwers werken echter met horten en stoten. Anema schrijft in zijn dagboek dat ze op maandag 27 augustus afwezig zijn. De rest van de week voeren ze weinig uit, en vanaf maandag 3 september zijn ze een hele werkweek afwezig. Ook de kwaliteit van het werk laat in de ogen van Anema te wensen over. Hij heeft aanmerkingen op het voegwerk en heeft dit opgenomen met Canoy-Herfkens. Op 25 september bespreekt de opzichter zijn aanmerkingen op het voegwerk met schoorsteenbouwer Vorstermans. Deze erkent dat er voegwerk verregend is, en belooft dit bij te zullen werken. Overig commentaar op zijn werk wuift hij weg. <ref name="Dagboek Anema"/>
[[Bestand:PWS 05661.jpg|miniatuur|upright=0.9|Fig. 8. Deze foto van 16 juni 1918 toont de schoorsteen kort na de blikseminslag.<ref name="fotoarchief PWF"/>]]


Qua hoogte zijn de metselaars inmiddels bijna op de helft: op 29 september 1917 is de schoorsteen tot een hoogte gekomen van 27 meter boven de betonfundering. In oktober is het regelmatig slecht weer en zijn de schoorsteenbouwers veel afwezig. Aan het eind van de maand laat Vorstermans weer van zich horen: hij kondigt aan dat hij enkele dagen later zal beginnen met de binnenschacht van de schoorsteen. Het werk wordt inderdaad hervat, maar half november houden de schoorsteenbouwers er weer mee op, en ook Canoy-Herfkens wil niet dat er doorgewerkt wordt aan de schoorsteen. <ref name="Dagboek Anema"/>
Qua hoogte zijn de metselaars inmiddels bijna op de helft: op 29 september 1917 is de schoorsteen tot een hoogte gekomen van 27 meter boven de betonfundering. In oktober is het regelmatig slecht weer en zijn de schoorsteenbouwers veel afwezig. Aan het eind van de maand laat Vorstermans weer van zich horen: hij kondigt aan dat hij enkele dagen later zal beginnen met de binnenschacht van de schoorsteen. Het werk wordt inderdaad hervat, maar half november houden de schoorsteenbouwers er weer mee op, en ook Canoy-Herfkens wil niet dat er doorgewerkt wordt aan de schoorsteen. <ref name="Dagboek Anema"/>
[[Bestand:PWS 05661.jpg|miniatuur|upright=0.8|Fig. 8. Deze foto van 16 juni 1918 toont de schoorsteen kort na de blikseminslag.<ref name="fotoarchief PWF"/>]]


Het is dinsdag 6 mei 1918 als de schoorsteenbouwers weer op het werk verschijnen, een dag later dan aangekondigd door Canoy-Herfkens. Het werk heeft dan ongeveer een half jaar stilgelegen. Na enkele voorbereidende werkzaamheden te hebben uitgevoerd gaan de metselaars aan de slag. Eind mei noteert opzichter Anema dat er flink wordt doorgewerkt. Op 7 juni is de schoorsteen klaar. <ref name="Dagboek Anema"/>
Het is dinsdag 6 mei 1918 als de schoorsteenbouwers weer op het werk verschijnen, een dag later dan aangekondigd door Canoy-Herfkens. Het werk heeft dan ongeveer een half jaar stilgelegen. Na enkele voorbereidende werkzaamheden te hebben uitgevoerd gaan de metselaars aan de slag. Eind mei noteert opzichter Anema dat er flink wordt doorgewerkt. Op 7 juni is de schoorsteen klaar. <ref name="Dagboek Anema"/>


En dan slaat het noodlot toe. Op zondagmiddag 16 juni 1918 wordt de schoorsteen door de bliksem getroffen. Figuur 8 toont de getroffen schoorsteen.<ref name="Dagboek Anema"/>
En dan slaat het noodlot toe. Op zondagmiddag 16 juni 1918 wordt de schoorsteen door de bliksem getroffen. Figuur 8 toont de getroffen schoorsteen.<ref name="Dagboek Anema"/>
[[Bestand:PWS 05662.jpg|miniatuur|upright=0.9|Fig. 9. Op deze foto van 2 januari 1919 is de omgewaaide schoorsteenstomp te zien.<ref name="fotoarchief PWF"/>]]


In een artikel in de Ingenieur van 19 februari 1921 over bliksemgevaar voor fabrieksschoorstenen beschrijft opzichter Anema aan de auteur van het artikel, ir. W.F. Pot, wat er gebeurde. Hij legt uit dat de schoorsteen nog (net) niet van bliksemafleiders was voorzien op de dag van de inslag. Direct na de blikseminslag kwam er volgens Anema eerst een zware rookwolk uit de schoorsteen. Vervolgens verspreidden de losgewerkte stenen van de bovenste helft van de schoorsteen zich als een zwerm vogels door de lucht. De meeste daalden neer in en rondom het gedeelte van de schoorsteen dat overeind bleef. Deze onderste helft scheurde tot in de betonfundering. In zijn analyse van het gebeuren veronderstelt ir. Pot dat de mortel in de bovenste helft van de schoorsteen, die een half jaar na de onderste helft is gebouwd, nog vochtig was. Deze diende hierdoor als geleider, en is door de hitte tot stoom geworden. Hierdoor zou de kop van de schoorsteen ontploft zijn.<ref>Pot, W.F.(1921). Bliksemgevaar voor fabrieksschoorstenen.  ''De Ingenieur, jaargang 36'' (nummer 8), pagina 154-155. Geraadpleegd op Delpher op 22-02-2023, https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?coll=dts&identifier=dts:2963011:mpeg21:0014</ref>  
In een artikel in de Ingenieur van 19 februari 1921 over bliksemgevaar voor fabrieksschoorstenen beschrijft opzichter Anema aan de auteur van het artikel, ir. W.F. Pot, wat er gebeurde. Hij legt uit dat de schoorsteen nog (net) niet van bliksemafleiders was voorzien op de dag van de inslag. Direct na de blikseminslag kwam er volgens Anema eerst een zware rookwolk uit de schoorsteen. Vervolgens verspreidden de losgewerkte stenen van de bovenste helft van de schoorsteen zich als een zwerm vogels door de lucht. De meeste daalden neer in en rondom het gedeelte van de schoorsteen dat overeind bleef. Deze onderste helft scheurde tot in de betonfundering. In zijn analyse van het gebeuren veronderstelt ir. Pot dat de mortel in de bovenste helft van de schoorsteen, die een half jaar na de onderste helft is gebouwd, nog vochtig was. Deze diende hierdoor als geleider, en is door de hitte tot stoom geworden. Hierdoor zou de kop van de schoorsteen ontploft zijn.<ref>Pot, W.F.(1921). Bliksemgevaar voor fabrieksschoorstenen.  ''De Ingenieur, jaargang 36'' (nummer 8), pagina 154-155. Geraadpleegd op Delpher op 22-02-2023, https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?coll=dts&identifier=dts:2963011:mpeg21:0014</ref>  


Twee dagen na de blikseminslag komt ir. Wouda de getroffen schoorsteen bekijken, en nog twee dagen later komt de heer Smulders (van Canoy-Herfkens) samen met een inspecteur van de verzekering de situatie opnemen. Overeengekomen wordt dat de schoorsteen geheel moet worden afgebroken. Een dag later wordt al begonnen met het bijwerken van de schoorsteenvoet en de muur van het ketelhuis, die beide beschadigd zijn. Het afbreken van de beschadigde schoorsteen komt er voorlopig niet van. Uiteindelijk hoeft dat ook niet meer: in de nacht tussen 1 en 2 januari 1919 waait het restant van de schoorsteen om. <ref name="Dagboek Anema"/>
Twee dagen na de blikseminslag komt ir. Wouda de getroffen schoorsteen bekijken, en nog twee dagen later komt de heer Smulders (van Canoy-Herfkens) samen met een inspecteur van de verzekering de situatie opnemen. Overeengekomen wordt dat de schoorsteen geheel moet worden afgebroken. Een dag later wordt al begonnen met het bijwerken van de schoorsteenvoet en de muur van het ketelhuis, die beide beschadigd zijn. Het afbreken van de beschadigde schoorsteen komt er voorlopig niet van. Uiteindelijk hoeft dat ook niet meer: in de nacht tussen 1 en 2 januari 1919 waait het restant van de schoorsteen om. <ref name="Dagboek Anema"/>
 
Dit is te zien op figuur 9. <ref name="fotoarchief PWF"/>