geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 41: | Regel 41: | ||
Er moeten meerdere werkzaamheden verricht worden voordat de metselaars aan de slag kunnen met het bouwen van de schoorsteen. De voortgang van de werkzaamheden wordt tijdens de bouw bijgehouden door W. Anema, de hoofdopzichter van Provinciale Waterstaat. Hij maakt (vrijwel) dagelijks notities in een dagboek, dat bewaard is gebleven. De uitgewerkte tekst van dit dagboek vindt u hier: [[Dagboek bouw]]. Anema noteert op zaterdag 31 maart 1917 dat voorbereidingen worden getroffen om met het baggeren van de funderingsput te beginnen. Het baggeren duurt tot 25 april 1917. Daarna verschuift de aandacht naar het bemalen van de put. Tevens worden er diverse werkzaamheden verricht die specifiek met de schoorsteen te maken hebben. Zo wordt er op 5 mei een steiger gemaakt die bestemd is voor het lossen van materialen voor de schoorsteen. Ook wordt die dag het ijzer gebogen dat voor de bewapening van de betonfundering (volgens de betreffende bouwtekening de benaming van de onderbouw van de gemetselde schoorsteen, maar door Anema in zijn dagboek ongelukkigerwijs veelal aangeduid als de schoorsteenvoet) gebruikt zal worden. Op 7 en 8 mei 1917 komen er ladingen stenen voor de schoorsteen aan.<ref name="Dagboek Anema>Tresoar, Archief van de Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland (archief nr 9-01). Inventaris nummer 917: Dagboek inzake de bouw van het gemaal, 1916-1920</ref> | Er moeten meerdere werkzaamheden verricht worden voordat de metselaars aan de slag kunnen met het bouwen van de schoorsteen. De voortgang van de werkzaamheden wordt tijdens de bouw bijgehouden door W. Anema, de hoofdopzichter van Provinciale Waterstaat. Hij maakt (vrijwel) dagelijks notities in een dagboek, dat bewaard is gebleven. De uitgewerkte tekst van dit dagboek vindt u hier: [[Dagboek bouw]]. Anema noteert op zaterdag 31 maart 1917 dat voorbereidingen worden getroffen om met het baggeren van de funderingsput te beginnen. Het baggeren duurt tot 25 april 1917. Daarna verschuift de aandacht naar het bemalen van de put. Tevens worden er diverse werkzaamheden verricht die specifiek met de schoorsteen te maken hebben. Zo wordt er op 5 mei een steiger gemaakt die bestemd is voor het lossen van materialen voor de schoorsteen. Ook wordt die dag het ijzer gebogen dat voor de bewapening van de betonfundering (volgens de betreffende bouwtekening de benaming van de onderbouw van de gemetselde schoorsteen, maar door Anema in zijn dagboek ongelukkigerwijs veelal aangeduid als de schoorsteenvoet) gebruikt zal worden. Op 7 en 8 mei 1917 komen er ladingen stenen voor de schoorsteen aan.<ref name="Dagboek Anema>Tresoar, Archief van de Provinciale Waterstaatsdienst van Friesland (archief nr 9-01). Inventaris nummer 917: Dagboek inzake de bouw van het gemaal, 1916-1920</ref> | ||
Bij Canoy-Herfkens is intussen sprake van groeiende onrust. Het is inmiddels meer dan een jaar geleden dat de overeenkomst voor het bouwen van de schoorsteen is getekend, en men vindt dat er meer vaart gemaakt moet worden met het fundament (bestaande uit houten funderingspalen in combinatie met een daarboven aangebrachte betonfundering). In een latere brief aan Wouda (d.d. 11-11-1918) memoreert de firma een op 7 mei 1917 door Canoy-Herfkens aan hem geschreven brief. In die brief heeft Canoy-Herfkens Wouda verzocht (zo stelt de firma in hun brief van 11-11-1918) om toch vooral niet met het fundament te wachten, opdat de bouw van de schoorsteen niet tot in de herfst door zal lopen. De firma stelt voor om de betonfundering desnoods te metselen. | Bij Canoy-Herfkens is intussen sprake van groeiende onrust. Het is inmiddels meer dan een jaar geleden dat de overeenkomst voor het bouwen van de schoorsteen is getekend, en men vindt dat er meer vaart gemaakt moet worden met het fundament (bestaande uit houten funderingspalen in combinatie met een daarboven aangebrachte betonfundering). In een latere brief aan Wouda (d.d. 11-11-1918<ref name="Inventaris nummer 921" />, zie figuren 5a, 5b en 5c) memoreert de firma een op 7 mei 1917 door Canoy-Herfkens aan hem geschreven brief. In die brief heeft Canoy-Herfkens Wouda verzocht (zo stelt de firma in hun brief van 11-11-1918) om toch vooral niet met het fundament te wachten, opdat de bouw van de schoorsteen niet tot in de herfst door zal lopen. De firma stelt voor om de betonfundering desnoods te metselen.<ref name="Inventaris nummer 921" /> | ||
==Bronnen, noten en/of referenties== | ==Bronnen, noten en/of referenties== |