Veiligheidskleppen: verschil tussen versies

510 bytes toegevoegd ,  30 mrt 2014
geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30: Regel 30:


Een bijkomend voordeel van hooglichtende kleppen is, dat ze '''meer stoom in dezelfde tijdsperiode''' afvoeren dan de gewone kleppen. Daarom kunnen de '''klepdiameters''' voor dezelfde ketel '''kleiner''' blijven. De klepbelasting wordt kleiner en het '''hele toestel kan dan kleiner worden gebouwd'''.
Een bijkomend voordeel van hooglichtende kleppen is, dat ze '''meer stoom in dezelfde tijdsperiode''' afvoeren dan de gewone kleppen. Daarom kunnen de '''klepdiameters''' voor dezelfde ketel '''kleiner''' blijven. De klepbelasting wordt kleiner en het '''hele toestel kan dan kleiner worden gebouwd'''.
<br>Wel moeten veiligheidstoestellen met hooglichtende kleppen van een afvoerleiding zijn voorzien, met het oog op de grote hoeveelheden stoom die in korte tijd moet worden afgevoerd. Omdat deze stoom van hoge druk is, mag er in de afvoerleiding geen grote weerstand (drukophoping) ontstaan, waardoor de klep weer te vroeg zou kunnen sluiten.
<br>Daarom worden de superdruk-veiligheidstoestellen voorzien van een z.g. ontlaste klep, zodat deze ten opzichte van de druk in de uitlaatleiding gebalanceerd is.


'''Gewichtsbelasting''' waarborgt een '''zekerder en veiliger''' werking dan bij toepassing van  veerbelasting. Daarom laat de Stoomwet voor landbedrijven en landinstallaties alleen veerbelasting toe bij zeer hoge stoomdrukken.
'''Gewichtsbelasting''' waarborgt een '''zekerder en veiliger''' werking dan bij toepassing van  veerbelasting. Daarom laat de Stoomwet voor landbedrijven en landinstallaties alleen veerbelasting toe bij zeer hoge stoomdrukken.
Regel 48: Regel 50:


Bij ketels met zeer '''lage drukken (0,5 at)''' gebruikt men volgens de Stoomwet een '''systeem met een waterstandpijp van ca 5m''', waarbij de stoom uit het hoogste reservoir bovenop de standbuis kan ontwijken.
Bij ketels met zeer '''lage drukken (0,5 at)''' gebruikt men volgens de Stoomwet een '''systeem met een waterstandpijp van ca 5m''', waarbij de stoom uit het hoogste reservoir bovenop de standbuis kan ontwijken.


   
   
Anonieme gebruiker