Maalperiodes
Maalperiodes in de periode 1920-1948
# | Jaar | Machine-uren | Aantal dagen | Kolenverbruik in tonnen |
---|---|---|---|---|
1 | 1921 | 1091 | 16 | geen opgave |
2 | 1922 | 1345 ¼ | 14 ½ | 401.16 |
3 | 1923 | 5710 | 66 dagen, 1 uur | 2313.02 |
4 | 1924 | 2406 | 25 dagen, 5 uur | 936.03 |
5 | 1925 | 3924 ½ | 41 dagen, 4 uur | 744.92 |
6 | 1926 | 5752 | 59 dagen, 16 uur | 557.51 |
7 | 1927 | 8295 | 89 dagen, 16 uur | 2594.43 |
8 | 1928 | 6935 | 73 dagen, 7 uur | 2784.17 |
9 | 1929 | 2624 | 27 dagen, 7 uur | 617.5 |
10 | 1930 | 10533 ½ | 110 dagen, 8 uur | 3826.0 |
11 | 1931 | 6224 ½ | 69 dagen, 21 uur | 2163.1 |
12 | 1932 | 7868 | 81 dagen, 16 uur | 2640.1 |
13 | 1933 | 2158 ½ | 22 dagen, 16 uur | 714.3 |
14 | 1934 | 3245 | 33 dagen, 20 uur | 1060.1 |
15 | 1935 | 7769 ¾ | 80 dagen, 20 uur | 2313.2 |
16 | 1936 | 13166 ¾ | 137 dagen, 3 uur | 6627.1 |
17 | 1937 | 9070 ¾ | 94 dagen, 10 uur | 2778.7 |
18 | 1938 | 7405 ½ | 77 dagen, 4 uur | 2033.7 |
19 | 1939 | 8707 ¾ | 90 dagen, 19 uur | 2668.4 |
20 | 1940 | 11772 | 122 dagen, 18 uur | 3467.6 |
21 | 1941 | 9501 ¼ | 97 dagen, 22 uur | 2750.35 |
22 | 1942 | 10180 | 105 dagen, 23 uur | 3030.0 |
23 | 1943 | 7023 ½ | 73 dagen, 7 uur | 4932.0 |
24 | 1944 | 4515 ¾ | 84 dagen, 19 uur | 2344.0 |
25 | 1945 | 5964 ½ | 63 dagen, 5 uur | 4021.0 |
26 | 1946 | 5308 | 98 dagen, 15 uur | 3147.0 |
27 | 1947 | 3763 ¼ | 63 dagen, 13 uur | 1358.0 |
28 | 1948 | 4921 ½ | 51 dagen, 6 uur | 2031.0 |
1970: 481 uur 1971: 93 uur 1972: 333 uur 1973: 613 uur 1974: 634 uur 1975: 177 uur 1976: 233 uur 1977: 304 uur 1978: 94 uur 1979: 792 uur
1980: 553 uur 1981: 582 uur 1982: 175 uur 1983: 285 uur 1984: 424 uur 1985: 370 uur 1986: 454 uur 1987: 289 uur 1988: 383 uur 1989: 43 uur
1990: 45 uur 1991: geen draaiuren 1992: 76 uur 1993: 168 uur 1994: 359 uur 1995: 352 uur 1997: geen draaiuren 1997: geen draaiuren 1998: 493 uur 1999: 183 uur
2000: 146 uur 2001: 324 uur 2002: 390 uur 2003: 93 uur 2004: 339 uur 2005: geen draaiuren 2006: 60 uur 2007: 372 uur 2008: 222 uur 2009: 106 uur
2010: 24 uur 2011: 55 uur
Langste aaneengesloten periode: 21 oktober – 23 december 1936: 63 dagen 10 uur
Kortste aaneengesloten periode: 9 en 10 augustus 1948: 1 dag 1 uur
Een overzicht van de laatste maalperiodes: 2011: april opleidingsdagen
2011: 3 – 8 oktober: bezoek HKH Prinses Margriet in verband met opening bezoekerscentrum en opleiding medewerkers van het stoomgemaal.
2012: 3 – 10 januari; in verband met te hoge waterstand in de Friese boezem Dit is een klassiek verschijnsel: tijdens een dergelijk maalperiode is het een combinatie van factoren die er voor zorgt dat alle beschikbare maalcapaciteit aan de Friese boezem bij het Wetterskip Fryslân ook volledig benut wordt. De combinatie van samenvallende oorzaken zijn: overvloedige regenval in december 2011, een verzadigde bodem die geen water meer opneemt, waardoor het water op het land blijft staan, een door windstuwing wisselende scheefstand in de totale Friese boezem en een stormachtige zuid- tot noordwestelijke wind die een forse verhoging tijdens laagwater veroorzaakt en het zodoende onmogelijk maakt om voldoende water bij Harlingen en Lauwersoog via de zeesluizen af te spuien naar de Waddenzee. Hierdoor treedt er naast de scheefstand ook nog een ophoping van water in de Friese boezem op en kan het overtollige water alleen nog maar op mechanische wijze uit de boezem verwijderd worden. Daarvoor heeft men momenteel de beschikking over het elektrisch gemaal bij Staveren J.L. Hooglandgemaal en het stoomgemaal bij Lemmer ir. D.F. Woudagemaal.
Het Wetterskip Fryslan maakt in zulke situaties met behulp van telemetrie, weersverwachtingen en eigen ontwikkelde computerberekeningsmodellen een prognose van de boezemstanden in de eerste twee à drie dagen van een dergelijke situatie. Mocht de verwachting zodanig zijn dat er op topcapaciteit gemalen moet worden dan zal ook het Woudagemaal op topcapaciteit worden ingezet.
28 en 29 februari en 1 maart 2012: opleidingsdagen 16, 17 en 18 oktober 2012: idem
In Friesland kan men als tijdelijke noodmaatregel meerdere weilanden gepland onder water zetten om het overvloedige water tijdelijk op te slaan, zolang het nog niet afgevoerd kan worden. Deze calamiteitenpolders vormen overigens een gevoelig onderwerp van discussie: geen enkele veehouder of agrariër wil graag water op en over zijn land zien, maar in uiterste noodzaak doet men dit om erger te voorkomen.
Meestal duurt het samenvallen van nadelige factoren voor de beheersing van het boezemwater niet erg lang. Vaak heeft de situatie zich na een periode van een week wel weer gestabiliseerd.