Dokkumer Nieuwe Zijlen
De Nieuwe Zijlen bij Dokkum zijn al enkele eeuwen oud. Via de sluis stroomt het overtollige water uit de Friese boezem onder vrij verval naar de Lauwerszee. Hierbij zijn eb en vloed van groot belang. Alleen als de stand van het buitenwater (Lauwerszee) lager is dan het water in de boezem kan er water worden afgevoerd door de sluisdeuren te openen. Nadat de Lauwerszee in 1968 was afgesloten en het Lauwersmeer werd fungeert het meer als groot opslagreservoir voor het water uit Friesland maar tevens uit een deel van de provincie Groningen. Bij Lauwersoog zijn twee soorten sluizen: spuisluizen en schutsluizen. Met een spuisluis kan er alleen water worden afgevoerd van het Lauwersmeer naar de Waddenzee. Met een schutsluis kan het scheepvaartverkeer via een sluis worden ,,geschut" van het ene naar het andere water.
Behalve eb en vloed is het ook van belang om te weten uit welke richting de wind waait. Bij een stevige noordwester wordt het water in de Waddenzee tot ver in het oostelijk deel van de Waddenzee opgestuwd. Dat kan als gevolg hebben dat de spuisluizen niet geopend kunnen worden omdat de stand van het buitenwater hoger is dan op het Lauwersmeer. In dat geval moet er gewacht worden op een moment waarop het buitenwater weer lager staat. Soms kan dat een paar dagen duren. Hoe voller het Lauwersmeer staat hoe penibeler de situatie wordt.
Dokkumer Nieuwe Zijlen heeft nog steeds een belangrijke functie in het waterbeheer envooral de afvoer van water in de prvincie Fryslân. Een sluis is een veel goedkopere manier om water uit de boezem te krijgen dan een gemaal.
De aanvoerroute loopt via de Nieuwe Vaart bij Zwaagwesteinde (De Westerein), de Petsloot en de Nieuwe Zwemmer naar ger Oude Dokkumerdiep. Bij Dokkumer Nieuwe Zijlen stroomt het water via het Dokkumer Diep naar het Lauwersmeer. Omdat de wateraanvoer in het verleden tamelijk gebrekkig verliep zijn de Nieuwe Vaart en de Nieuwe Zwemmer etc. als aanvoerroute breder gemaakt en uitgediept waardoor de capaciteit toenam.