Bouw van het stoomgemaal
Bouw van het stoomgemaal bij Tacozijl (ir. D.F. Woudagemaal)
Het politieke besluit om een boezemgemaal te gaan bouwen was al in 1913 door Provinciale Staten van Friesland genomen. Hiermee was een eind gekomen aan decennialang overwegen, afwegen, uitstellen en soms kwam van uitstel ook afstel. Na het besluit namen de voorbereidingen drie jaar in beslag en zodoende werd er pas in 1916 begonnen met de bouw.
Bij het stoomgemaal zijn twee dienstwoningen gebouwd: één voor de machinist en één voor de stoker die op het gemaal zouden gaan werken. De woningen zijn tussen oktober 1919 en februari 1920 gebouwd. In het bouwverslag van de opzichter staat bij de week van 4 november 1919 een bijzondere aantekening: ,,Wegens Katholieke zondag werd er zaterdag weinig uitgevoerd", op zaterdag waren in verband met deze zondag 3 metselaars vertrokken. Of het hier om een bijzondere naamdag gaat, staat niet in het verslag. De deuren die in de woningen zijn geplaatst werden geleverd door de firma Overmeer in Leeuwarden.
De schoorsteen is gemaakt door de firma Canoy Herfkens uit Venlo in maart 1916 werd de overeenkomst door ir. D.F. Wouda en de firma Herfkens getekend. kosten van de schoorsteen werden begroot op f 15.685,-.
De schoorsteenmetselaars zijn op 15 augustus 1917 aan het werk gegaan. In de eerste week is er al een stukje van 2 meter boven het fundament opgemetseld, dat is dan op 3.20 m boven NAP.
Meerdere keren ligt het werk stil omdat er een zware storm over de vlakte raast die het onmogelijk maakt om op grotere hoogte aan het werk te gaan. De werkzaamheden vorderen gestaan en per week wordt er ongeveer drie meter bijgemetseld.
In oktober wordt er al een begin gemaakt met de binnenschacht van de schoorsteen.
De schoorsteen heeft aan de onderkant een diameter van 622 cm en binnenin de schoorsteen aan de voet 392 cm. Aan de top is de omtrek aan de buitenzijde 287 cm en binnen 235 cm.
De tweede schoorsteen die opgemetseld zou worden werd bijna twee keer zo duur nadat bij de eerste schoorsteen de bliksem was ingeslagen.
In 1955 is er groot onderhoud aan de schoorsteen uitgevoerd. Dat was nodig omdat er bij een controle scheuren waren ontdekt in axiale richting met een lengte van 7 centimeter. Een tweede reden om de schoorsteen na te lopen was de komst van de nieuwe ketels.
Met de oude ketels werd een temperatuur bereikt van 200 o C. aan de voet van de schoorsteen, na installatie van de vier nieuwe ketels zou dat oplopen tot 350 o C. De herstelwerkzaamheden aan de schoorsteen zijn uitgevoerd door de firma Gebr. Heerde uit Wolvega voor een bedrag van f 26.900.-. Bij dit groot onderhoud zijn ook de ijzeren banden aangebracht.
Vervolgens is er nog in 1962 onderhoud aan de schoorsteen nodig geweest.
Voor informatie over fabrieksschoorstenen, zie: schoorsteen
Het gemaal is het meest imposante bouwwerk waar ruim 30 mensen per dag bij betrokken waren: grondwerkers, arbeiders, baggerlieden, heibazen, heiers, timmerlieden en stokers.
Vanaf november 1916 zijn er enorme hoeveelheden bouwmaterialen aangevoerd.
Alleen al de honderden heipalen:
- 641 met een lengte van 7.30 m
- 1242 met een lengte van 6.25 m
- 76 met een lengte van 6.00 m en
- 286 met een lengte van 5.00 m.
Al deze heipalen van dennen kosten samen f 16868,-. Het aanvoeren van deze enorme voorraad nam tussen november 1916 en mei 1917 meer tijd in beslag dan het heien. Tussen 20 mei en 29 juli 1917 hebben 15 heiers de klus geklaard.
Vanaf juni 1917 wordt er gewerkt aan het maken van de sluishoofden waarna de acht sluisdeuren geplaatst kunnen worden.
In december 1917 worden er 36.000 bruikbare straatklinkers gesorteerd uit een verder onbruikbare partij gedeukte klinkers.
Idem met de klinkers voor de gevels, hiervoor worden 45.000 miskleurige klinkers gesorteerd en gebruikt.
De vier nieuwe vuurgangvlampijpketels zijn gemaakt en geplaatst door Werkspoor in Amsterdam in het jaar 1955 voor de som van f 375.600,-