Personeel

Een stoomgemaal werkt niet automatisch met een druk op de knop.

Aan de hand van de loonstaten weten we dat er in de periode 1937 tot 1964 tenminste 20 mannen op het gemaal hebben gewerkt, die verschillende functies hebben gehad: kolensjouwer (tremmer), smeerder, stoker, machinist en dat nog in verschillende rangen zoals 1e stoker en 1e machinist. Na de ombouw van kolengestookt/strong> naar oliegestookt verdween de kolensjouwer, ook wel tremmer genoemd. Iedereen die bij een stoomgemaal werkte maakte wel gebruik van verschillende soorten gereedschap.

De meeste werknemers werden opgeroepen als het gemaal moest gaan draaien. De meeste mannen woonden in Lemmer, een enkeling in Eesterga of Sondel. De Lemster personeelsleden waren vaak "losse arbeiders", meest vissers zonder inkomsten in de herfst en winter. De verdiensten waren plm. f 20,- per week ( negen euro).

In april 1944 heeft ir. D.F. Wouda vanuit zijn functie als hoofddirecteur van Provinciale Waterstaat Friesland aan het personeel van het provinciaal stoomgemaal gevraagd een verklaring te ondertekenen waaruit blijkt dat zij beschikbaar waren om aan het werk te gaan en alle voorkomende werkzaamheden te verrichten. In het verzoek staat aangegeven dat werknemers, die geen kolen wilden lossen of sjouwen, een doktersverklaring bij de ondertekende verklaring moesten voegen.

Korte tijd later blijkt dat de meeste verklaringen waaronder vier doktersverklaringen zijn ingeleverd. Eén persoon stuurde een begeleidend briefje, waarin hij schreef dat er alleen maar plichten in de verklaring staan en geen rechten. Hij weigerde de verklaring dan ook te ondertekenen met als belangrijkste argument dat hij niet van plan was om kolen te lossen en te sjouwen.

Niet duidelijk is waarom Wouda juist in deze periode om de schriftelijke verklaring heeft gevraagd.