Anonieme gebruiker
geen bewerkingssamenvatting
imported>Jan Pieter Rottine Geen bewerkingssamenvatting |
imported>Jan Pieter Rottine Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 26: | Regel 26: | ||
<strong>Bloeitijd</strong> | <strong>Bloeitijd</strong> | ||
De bloeitijd van stoomgemalen ligt in de 19e eeuw. Ze vervangen de (getrapte) molengangen met windmolens en maken de aanpak van grotere projecten mogelijk. | De bloeitijd van stoomgemalen ligt in de 19e eeuw. Ze vervangen de (getrapte) molengangen met windmolens en maken de aanpak van grotere projecten mogelijk, zoals <strong>[[droogmakerijen|het droogmalen van meren, plassen en verveningen]]. | ||
<br>De overstromingen van 1825 geven nog een extra impuls aan de ontwikkelingen. De reusachtige stoomgemalen "Gemaal Leeghwater" (1846), "Gemaal Cruquius" en "Gemaal Lijnden" (beide 1849) malen tussen 1849 en 1852 de Haarlemmermeer leeg. Het inpolderen van het meer maakt de bouw van de stoomgemalen "Spaarndam" (1846) en "Halfweg" (1853) noodzakelijk. | <br>De overstromingen van 1825 geven nog een extra impuls aan de ontwikkelingen. De reusachtige stoomgemalen "Gemaal Leeghwater" (1846), "Gemaal Cruquius" en "Gemaal Lijnden" (beide 1849) malen tussen 1849 en 1852 de Haarlemmermeer leeg. Het inpolderen van het meer maakt de bouw van de stoomgemalen "Spaarndam" (1846) en "Halfweg" (1853) noodzakelijk. | ||
Toch zijn er in 1855 nog maar 13 stoomgemalen, met in totaal 16 stoommachines in Nederland in gebruik. | Toch zijn er in 1855 nog maar 13 stoomgemalen, met in totaal 16 stoommachines in Nederland in gebruik. |