imported>Cierick Goos |
imported>Jan Pieter Rottine |
Regel 1: |
Regel 1: |
| [[Bestand:Kop Leeuwarder Courant.jpg|link=]]
| | De '''rookkanalen''' van een stoominstallatie kunnen worden '''verdeeld in twee groepen'''. |
|
| |
|
| <div style="column-count:2; column-gap: 32px;">
| | De eerste groep wordt gevormd door '''het totale stelsel van rookkanalen dat bij het ketelontwerp hoort''' en als bedoeling heeft om de hitte van de rookgassen optimaal door de ketel te laten benutten. |
| <div style="text-align:center;">
| |
| Leeuwarder Courant <br>
| |
| van Donderdag 27 Mei 1920.<br> | |
| DERDE BLAD.<br>
| |
|
| |
|
| ----
| | De tweede groep zijn '''de rookkanalen die dienen voor het transport en de afvoer''' van de gebruikte rookgassen vanuit het ketelsysteem '''naar de voet van de schoorsteen'''. |
|
| |
|
| | Om de warmte, die bij de verbranding in de vuurgang ontstaat, zijn werk te laten doen '''bij de verwarming van het ketelwater''', moet die warmte aan de verbrandingsgassen worden onttrokken en '''door de ketelwanden aan het water worden doorgegeven'''. Daarom laat men de hete rookgassen langs die ketelwanden stromen, die aan de binnenzijde door het ketelwater worden bedekt. |
|
| |
|
| '''Het Stoomgemaal bij Tacozijl.'''
| | [[Bestand:Lancashire_ketel_bovenaanzicht.JPG|600x233px|link=]] |
| </div> | | <strong>Lancashireketel in bovenaanzicht, de rookgassen gaan vanuit de vuurgang midden-onderdoor naar achteren, langs de rechterzijde naar voren, voorlangs, en langs de linkerzijde naar achteren richting schoorsteen</strong> |
|
| |
|
| | Om dit optimaal voor elkaar te krijgen, leidt men '''de gassen vanuit de vuurgang herhaalde malen langs de ketelwanden''' '''via een systeem van rookkanalen'''. |
| | In het geval dat er wordt gewerkt met '''oververhitte stoom''' worden de rookgassen '''bovendien langs de oververhitter''' gevoerd. |
| | De rookkanalen kunnen worden gevormd '''door kanalen in de ketelbemetseling''' of '''door een systeem van stalen pijpen''', de zogenoemde vlampijpen. |
|
| |
|
| <div style="text-indent: 2em; text-align:justify;"> | | [[Bestand:Vlampijpketel_1_a.JPG|600x546px|link=]] |
| Het departement Leeuwarden der vereeniging
| | <strong>Vlampijpketel met onderstookinstallatie: de rookgassen gaan naar achteren, achterin omhoog, passeren de oververhitter, treken door de vlampijpen naar voren en strijken ter weerszijden van de ketel omlaag en gaan beneden door de rookkanalen naar de schoorsteen</strong> |
| „Nijverheid" hield gisteravond in de zaal van de
| |
| Coöperatieve Zuivelbank een vergadering, waarin
| |
| de heer D. F. Wouda, hoofdingenieur van den | |
| provincialen waterstaat, sprak over het
| |
| stoomgemaal bij Tacozijl.
| |
|
| |
|
| Nadat de voorzitter, mr. G. A. Boon, de vergadering
| | Het typische geheel van deze rookkanalen en vlampijpen '''behoort tot het ontwerp van het specifieke ketelsysteem''', waarvoor bij de installatie is gekozen. De weg van de rookgassen in het ketelsysteem wordt dan ook bij de diverse ketelsystemen beschreven. |
| bekend had gemaakt met de teleurstellingen,
| |
| door het departement ondervonden bij het
| |
| beleggen van vergaderingen, deelde hij mede, dat
| |
| voor de excursie heden naar Tacozijl, ten einde
| |
| onder leiding van den heer Wouda het stoomgemaal
| |
| te bezichtigen, zich een veertigtal leden
| |
| hadden aangegeven.
| |
|
| |
|
| De heer Wouda, hierna zijn rede aanvangende,
| | '''Als de hete rookgassen het ketelsysteem''' hebben '''verlaten''', waarbij ze '''in sommige gevallen nog eens worden benut, door middel van een achtergeplaatste economiser''' (voorverwarmer van ketelwater), worden ze '''meestal door een (ondergronds) systeem van kanalen uit het ketelhuis geleid''', dat de rookgassen tenslotte '''naar de voet van de schoorsteen''' leidt. |
| begon met te zeggen dat de provincie
| |
| Friesland waterstaatkundig uit drie gedeelten
| |
| bestaat:<br>
| |
|   1. het gebied van Friestands boezem;<br>
| |
|   2. het gebied van Oost- en Westdongeradeel;<br>
| |
|   3. het lindegebied.
| |
|
| |
|
| Onder Frieslands boezem is te verstaan het
| | Deze kanalen zijn buiten het ketelhuis '''vaak zichtbaar vanaf het punt waar ze vanonder het maaiveld oprijzen en in gebogen vorm op de schoorsteen aansluiten'''. |
| groote samenstel van meren, plassen, kanalen en
| |
| vaarten, dat met elkaar in open gemeenschap
| |
| staande, enkel door de zeesluizen van de zee is
| |
| gescheiden. Het beheer van dien boezem berust
| |
| reeds sedert eeuwen bij de provincie, wat op zichzelf
| |
| wel iets bijzonders is, daar in andere
| |
| provinciën voor het beheer van den boezem
| |
| afzonderlijke bestuurslichamen bestaan, zooals waterschappen, heemraadschappen en hoogheemraadschappen.
| |
|
| |
|
| Op dien boezem wordt het water gebracht van
| | [[Bestand:IMG_1966_rookkanalen_k.jpg|600x400px|link=]] |
| ongeveer 293,900 H.A. land, waarvan 286,433 H.A.
| | <strong>Ronde rookkanalen komen aan beide zijden de schoorsteen van het Woudagemaal binnen</strong> |
| in Friesland en 7467 H.A. in de provincie
| |
| Groningen. Gronden, behoorende tot het
| |
| Munnekezijlverlaat, zijn na de opruiming van het
| |
| verlaat te Stroobos op Frieslands boezem gaan
| |
| afwateren.
| |
|
| |
|
| De grootte van den boezem is bij normalen
| | In de wand van de voet van de schoorsteen bevindt zich vaak '''een toegangsdeur''', waardoor er in de schoorsteen bepaalde '''onderhoudswerkzaamheden''' kunnen plaatsvinden. Langs deze weg kan op gezette tijden '''roet worden verwijderd'''. Bovendien bevinden zich in de voet van de schoorsteen, bij de toegang van de rookkanalen in de schoorsteen, vaak '''roosters, die verhinderen dat er vonken via de schoorsteen naar buiten kunnen komen'''. |
| stand
| | Aan de binnenzijde van de schoorsteen bevinden zich bovendien vaak soortgelijke klimijzers als aan de buitenkant. |
| 0.20 M. + Z.P. 26,000 H.A.;
| |
| 0.30 M. + Z.P. 43,200 H.A.;
| |
| 0.40 M. + Z.P. 55,200 H.A.;
| |
| 0.50 M. + Z.P. 58,600 H.A.;
| |
| 0.60 M. + Z.P. 58,900 H.A.
| |
| Deze cijfers wijzigen zich voortdurend
| |
| bij de vooortgaande inpoldering.
| |
|
| |
|
| Door de buitengewoon groote oppervlakte van
| | De '''stroming van de rookgassen''' moet daarbij een '''zo klein mogelijke weerstand''' ondervinden, om zodoende de weerstand die de trek al moet overwinnen niet verder op te voeren.. |
| den boezem is de verhouding lusschen land en
| | Men '''kiest daarom het oppervlak van de doorsnede van de kanalen''' zo, dat de snelheid van de rookgassen in de kanalen aanvankelijk ongeveer 2,5 m per seconde is, om die, naarmate de rookgassen de schoorsteen naderen, te '''verhogen''' naar 3 tot 3,5 m per seconde. |
| water, de zoogenaamde waterberging, zeer gunstig.
| | '''Ronde vormen omsluiten het grootste oppervlak bij de laagste weerstand''' langs de wanden. |
| Bij normalen stand bedraagt zij ongeveer
| |
| 1/11 en bij de hoogste standen ongeveer 1/5. In de
| |
| aanliggende boezems van Hunzingo eu Westerkwartier
| |
| is het ongeveer 1/75, wat dus beteekent,
| |
| dat eenzelfde regenval op laatstgenoemde boezems
| |
| een zevenmaal grootere stijging veroorzaakt
| |
| dan op dien van Friesland.
| |
|
| |
|
| De boezem beschikt over de volgende loozingsmiddelen:
| | [[Bestand:Ronde_rookkanalen_1907.jpg|600x435px|link=]] |
| de Friesche sluis, Dokkumer Nieuwezijlen,
| | <strong>Ronde rookkanalen in een ontwerp van een ketelinstallatie in 1907</strong> |
| Roptazijl, Harlingen, Makkum, Workum,
| |
| Molkwerum, Stavoren, Schoterzijl, Tacozijl, Lemmer
| |
| en Hindeloopen, die echter bij de meest
| |
| heerschende winden, n.l. die uit, westelijke richting,
| |
| voor een deel werkeloos liggen, doordat het
| |
| dagelijksch laagwater blijft boven den boezemstand.
| |
| Gevolgen hooge waterstanden en overstroomingen.
| |
|
| |
|
| Plannen om hierin verbetering te brengen zijn
| | De eis dat de weerstand in de kanalen zo laag mogelijk moet zijn, is ook de reden dat '''dode hoeken in de inmetseling''', die wervelingen teweeg kunnen brengen, zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Ook moeten '''vernauwingen in het systeem worden voorkomen''', omdat de bijbehorende versnellingen van de rookgassen '''oorzaak zijn van trekverlies'''. Maar '''ook plotselinge vergroting van het afvoersysteem is nadelig''': de bijbehorende vertraging van de snelheid levert '''een nog veel groter trekverlies''' op. |
| al heel oud. De geheele vorige eeuw ging heen
| | Deze eisen gelden net zo goed voor de rookkanalen buiten het eigenlijke ketelsysteem die de gassen naar de schoorsteen leiden. Zij zijn '''meestal aan de bovenkant rond''' uitgevoerd: de hete rookgassen bewegen zich het meest langs de bovenkant. Ook hiermee wordt '''de weerstand verminderd en daarmee de trek bevorderd'''. |
| met het aanbrengen van partieele verbeteringen,
| |
| bestaande in het verruimen van bestaande kanalen
| |
| en het graven van nieuwe stroomkanalen, o.a.
| |
| de Nieuwe Zwemmer en het kanaal van de Kletstervaart
| |
| naar de Leijen (1880—1889). Toch werd
| |
| ook hiermede geen toestand verkregen, waarmee
| |
| op den duur kon worden volstaan. Integendeel
| |
| deden zich factoren voor, die een nadeeligen
| |
| invloed hadden op de afwateringsverhoudingen
| |
| van Frieslands boezem en die deze verbeteringen
| |
| hebben opgeheven.
| |
| | |
| Na 1884 zullen ongeveer 10,000 H.A. boezemland
| |
| zijn ingepolderd, waarmede dus de waterberging | |
| bij standen hooger dan plus minus 0.30 M.
| |
| + Z.P. is verkleind. In de bemaling der polders
| |
| zijn, belangrijke verbeteringen aangebracht,
| |
| zoowel door het plaatsen van vele windmotoren
| |
| als door den bouw van stoomgemalen.
| |
| | |
| De kanaliseering van de Tjonger in 1887—1888
| |
| is mede van zeer grooten invloed geweest op het
| |
| waterbezwaar van den Frieseben boezem.
| |
| Terwijl het vermogen van de loozingsmiddelen van
| |
| den boezem onveranderd is gebleven, is het
| |
| waterbezwaar beduidend grooter geworden, met als
| |
| gevolg hiervan, dat de waterstanden hooger
| |
| worden, hetgeen door den spreker met cijfers wordt
| |
| gestaafd.
| |
| | |
| Afdoende verbetering is gezocht in afsluiting
| |
| van de Lauwerzee, waarvan het eerste plan is
| |
| gemaakt in 1847, doch dat herhaaldelijk werd
| |
| gewijzigd. In 1896 werd een Staatscommissie
| |
| benoemd, die in 1902 met een plan tot afsluiting
| |
| kwam, n.l. een gescheiden bergboezem in de
| |
| Lauwerzee, waarop Friesland en Groningen
| |
| zouden afwateren.
| |
| | |
| Dit plan vond echter groote tegenkanting,
| |
| vooral van den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat
| |
| H. E. Bruyn, die een gemeenschappelijken
| |
| bergboezem en bemaling aan de zuidkust
| |
| bepleitte. Een groote boezem als die van Friesland
| |
| behoorde volgens hem niet naar één punt uit te
| |
| wateren, wat groot verhang en groote stroomkanalen
| |
| geeft.
| |
| | |
| Dit werd aanleiding tot de benoeming in 1902
| |
| van de bekende Lauwerzee-commissie, die in
| |
| 1904 verslag uitbracht, waarin vervat het voorstel
| |
| tot afsluiting van de Lauwerzee en stoombemaling
| |
| bij Tacozijl. In de omgeving van Tacozijl
| |
| zijn groote waterreservoirs in de nabijheid van
| |
| de kust en een geringe opvoerhoogte door de
| |
| geringe getijbeweging. Het kolenverbruik is vrijewel
| |
| evenredig aan de opvoerhoogte, waarom de
| |
| zuidkust de aangewezen plaats is voor een
| |
| bemaling.
| |
| | |
| Het provinciaal bestuur, dat beide niet noodig
| |
| achtte, opende onderhandelingen met de regeering
| |
| over de uitvoering van de afsluitingswerken,
| |
| doch zij vond deze te duur in verhouding tot het te
| |
| bereiken resultaat en meende, dat de afwatering
| |
| van Frieslands boezem moest worden verbeterd
| |
| door voldoend krachtige stoomgemalen.
| |
| | |
| Wat de kosten der afsluitingswerken met
| |
| toevoerkanalen enz. in Friesland betreft (met 16
| |
| sluizen elk van 6 M. wijdte), deze zouden ongeveer
| |
| ƒ 9 millioen bedragen, terwijl een stoomgemaal
| |
| van 750 waterpaardekracht aan de Zuidkust
| |
| op ƒ 1.9 millioen kwam.
| |
| | |
| Men wist nu, in welke richting de oplossing was
| |
| te zoeken, vooral ook, daar de regeering bereid
| |
| bleek, voor het stichten van stoomgemalen het
| |
| verleenen van rijkssubsidie te bevorderen.
| |
| | |
| Het maken van een plan voor een gemaal bij
| |
| Tacozijl werd opgedragen aan de heeren Kermpees
| |
| en van Krimpen, terwijl in Februari 1913
| |
| door de Staten van Friesland werd besloten lot
| |
| oprichting van twee gemalen, waarvan voorloopig
| |
| één zou worden uitgevoerd. Het plan omvatte
| |
| een met Dieselmotoren gedreven gemaal, dat
| |
| eenigszins landwaarts bij Tacozijl zou worden
| |
| geplaatst, in den zeedijk een zeesluis die het
| |
| uitschotkanaal afsloot en verder een toevoerkanaal
| |
| uit de Brekken en een stroomkanaal Koevorden —
| |
| Groote Brekken.
| |
| | |
| Spreker is van meening, dat men door dit
| |
| besluit te nemen het zekerst werkend, het
| |
| goedkoopste en het vlugst uit te voeren middel tot
| |
| verbetering van de afwatering heeft gekozen.
| |
| Met de afsluiting van de Lauwerzee zou veel
| |
| meer tijd gemoeid zijn geweest.
| |
| | |
| Met de uitvoering van het werk is niet onmiddellijk
| |
| begonnen, daar eerst de belastingwet en
| |
| de subsidieeringswet moesten zijn aangenomen.
| |
| Thans is bepaald, dat 2/3 deel der renten en
| |
| aflossingen der stichtingskosten, alsmede 2/3 deel van
| |
| de kosten van exploitatie en onderhoud der werken | |
| zal worden gevonden uit de opbrengst eener
| |
| bijzondere belasting, te heffen krachtens art. 126
| |
| septies der provinciale wet, waarbij van de
| |
| geschatte pachtwaarde van de ongebouwde eigendommen
| |
| percenten worden geheven. Het rijk
| |
| verleent een subsidie van 40 pct. in de kosten.
| |
| | |
| De tijd, hiermee gemoeid, ging evenwel niet
| |
| ongebruikt voorbij. De plannen werden nader
| |
| onderzocht en wijzigingen voorgesteld ten aanzien
| |
| van plaats, inrichting en vermogen.
| |
| | |
| Wat de plaats aangaat, deze werd thans
| |
| bepaald bij Teroelsterkolk in plaats van bij
| |
| Tacozijl, hetgeen een besparing meebracht van
| |
| ƒ 100,000.
| |
| | |
| Ten opzichte van de inrichting werd aan
| |
| stoommachines de voorkeur gegeven, daar
| |
| Dieselmotoren, hoewel ze veel vóór hebben, in
| |
| aanschaffing en exploitatie enorm duur zijn.
| |
| | |
| Het vermogen, eerst bepaald op 750 waterpaardekracht,
| |
| werd in verband met de Lindeplannen
| |
| opgevoerd tot 900 W.P.K. Ook werd
| |
| de vraag overwogen, of het gemaal niet electrisch
| |
| moest worden gedreven, doch naar de eenstemmige
| |
| meening van de professoren Dijxhoorn en
| |
| Feldmann te Delft en den spreker verdiende dit
| |
| geen aanbeveling en zou, werd de stroom van de
| |
| centrale te Leeuwarden betrokken, de exploitatie
| |
| van het gemaal ƒ 70,000 per jaar meer kosten
| |
| dan met een eigen stoombedrijf. De rentebesparing
| |
| door geringere aanlegkosten zou hiertegen
| |
| op verre na niet opwegen. Hierbij kwam nog | |
| het technische bezwaar, dat de wisselende
| |
| opvoerhoogten, die een wisselend aantal toeren van
| |
| de pompen met zich brengen, voor een stoommachine
| |
| geen verschil maakt, doch een electromotor
| |
| verdraagt dit niet.
| |
| | |
| In de winterzitting der Staten van 1914 werd
| |
| tot deze wijziging besloten en onmiddellijk daarna
| |
| met de uitvoering begonnen.
| |
| | |
| De begrooting voor het oorspronkelijke plan,
| |
| n.l. ƒ 1,850,000, behoefde niet te worden
| |
| gewijzigd, omdat spreker had becijferd, dat met de
| |
| besparing, welke door de voorgestelde wijzigingen
| |
| werd verkregen, het grooter vermogen ruim kon
| |
| worden betaald.
| |
| | |
| De werken bestaan in het eigenlijke stoomgemaal
| |
| en de toeleidingskanalen. Wat deze
| |
| laatsten betreft vertelde spreker o.a., dat het
| |
| gemaal wordt gevoed uit de Groote Brekken, door
| |
| een groot stroomkanaal, uitgevoerd van Mei—Dec.
| |
| 1915, dat meer dan tweemaal zoo breed is
| |
| als het Nieuwe Kanaal en een lengte heeft van
| |
| 1893 M. Op de kruising met den kunstweg
| |
| Lemmer—Tacozijl—Sondel is een doorlaatbrug
| |
| gemaakt met een wijdte van 70 M. tusschen de
| |
| landhoofden. In het midden een ophaalbrug van
| |
| 8 M. wijdte voor het doorlaten van schepen met
| |
| materialen en kolen. Verder een kanaal van
| |
| Groote Brekken tot Koevorde, uitgevoerd van
| |
| Maart 1916 tot Juli 1917, lang 4000 M. en een
| |
| breedte op Z.P. van 62 M. Waar de rijksweg
| |
| Sneek—Lemmer en de weg Sloten—st.Nioolaasga
| |
| het Kanaal snijden is een draaibrug gebouwd | |
| met twee twee openingen van 9 M. met het oog op den
| |
| scheepvaartweg Groningen—Lemmer, die in
| |
| aanmerking komt langs dit kanaal te worden verlegd.
| |
| | |
| Het vraagstuk van de grondberging was een
| |
| moeilijk vraagstuk; er kwam heel wat los, n.l.
| |
| 749,000 M³. te Spannenburg en 367,000 M³. te
| |
| Lemmer. Dank zij de wijze van werken, werd
| |
| het hier gelukkig opgelost. De kanalen werden
| |
| geheel door baggering lot stand gebracht, de
| |
| grond in bakken vervoerd en door een zuiger op
| |
| den wal geperst, Bij Lemmer werden oude dijksputten
| |
| aangekocht en een deel van het Idskenhuizermeer
| |
| in het noorden, met de uitgebaggerde
| |
| aarde gevuld en zoo tot land gemaakt. Bij Lemmer
| |
| is het reeds in volle cultuur en zelfs voorzien
| |
| van een boerderijtje.
| |
| | |
| Zoo krijgt nu de Groote Brekken het water
| |
| toegevoerd van het Tjeukemeer uit het oosten,
| |
| het Slotermeer uit het westen, het Sneekermeer,
| |
| Langweerderwielen, Heegermeer enz. uit het
| |
| noorden; de voeding laat dus niets te wenschen
| |
| over.
| |
| | |
| Hierna behandelde de heer Wouda het eigenlijke
| |
| stoomgemaal, voor den inhoud waarvan wij
| |
| verwijzen naar het uitvoerig verslag in ons
| |
| [[Leeuwarder Courant - 4 mei 1920 | nummer van 4]]
| |
| dezer van de lezing, te Lemmer
| |
| gehouden voor den „Bond van hoofden van den
| |
| technischen dienst in Friesland", Alleen mag nog
| |
| even gereleveerd wat de spreker zeide naar aanleiding
| |
| van de capaciteit van het gemaal, om
| |
| 4000 M³. water per minuut uit te werpen. Om
| |
| duidelijk te maken, wat zulk een capaciteit
| |
| beteekent, zeide hij, dat het gemaal al het water,
| |
| dat zich in het Nieuwe Kanaal bevindt tusschen
| |
| de eerste en de tweede brug, in 20 minuten zou
| |
| kunnen uitslaan.
| |
| | |
| Wat kosten aangaat, deze zijn door den oorlog,
| |
| waardoor materialen en werkkrachten zooveel
| |
| duurder werden, heel wat grooter geworden.
| |
| Bedroeg de oorspronkelijke raming ƒ 1,850,000,
| |
| thans komen de totaalkosten ongeveer op
| |
| ƒ 2,500,000.
| |
| | |
| De spreker, die zulk een groot aandeel in dit
| |
| voor de provincie Friesland hoogst belangrijke
| |
| werk heeft gehad, ontving van den voorzitter een
| |
| hartelijk woord van dank en van de vergadering
| |
| een welgemeend applaus.
| |
| </div></div>
| |
| | |
| | |
| ==Bronnen==
| |
| # Het Stoomgemaal bij Tacozijl. ''Leeuwarder courant: Derde blad'', (1920, 27 mei)<br> Geraadpleegd op 05-03-2022, van https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010601892:mpeg21:p009
| |
| <br>
| |
| [[Category:Publicaties|Leeuwarder Courant 1920.05.27]]
| |
De rookkanalen van een stoominstallatie kunnen worden verdeeld in twee groepen.
De eerste groep wordt gevormd door het totale stelsel van rookkanalen dat bij het ketelontwerp hoort en als bedoeling heeft om de hitte van de rookgassen optimaal door de ketel te laten benutten.
De tweede groep zijn de rookkanalen die dienen voor het transport en de afvoer van de gebruikte rookgassen vanuit het ketelsysteem naar de voet van de schoorsteen.
Om de warmte, die bij de verbranding in de vuurgang ontstaat, zijn werk te laten doen bij de verwarming van het ketelwater, moet die warmte aan de verbrandingsgassen worden onttrokken en door de ketelwanden aan het water worden doorgegeven. Daarom laat men de hete rookgassen langs die ketelwanden stromen, die aan de binnenzijde door het ketelwater worden bedekt.
Lancashireketel in bovenaanzicht, de rookgassen gaan vanuit de vuurgang midden-onderdoor naar achteren, langs de rechterzijde naar voren, voorlangs, en langs de linkerzijde naar achteren richting schoorsteen
Om dit optimaal voor elkaar te krijgen, leidt men de gassen vanuit de vuurgang herhaalde malen langs de ketelwanden via een systeem van rookkanalen.
In het geval dat er wordt gewerkt met oververhitte stoom worden de rookgassen bovendien langs de oververhitter gevoerd.
De rookkanalen kunnen worden gevormd door kanalen in de ketelbemetseling of door een systeem van stalen pijpen, de zogenoemde vlampijpen.
Vlampijpketel met onderstookinstallatie: de rookgassen gaan naar achteren, achterin omhoog, passeren de oververhitter, treken door de vlampijpen naar voren en strijken ter weerszijden van de ketel omlaag en gaan beneden door de rookkanalen naar de schoorsteen
Het typische geheel van deze rookkanalen en vlampijpen behoort tot het ontwerp van het specifieke ketelsysteem, waarvoor bij de installatie is gekozen. De weg van de rookgassen in het ketelsysteem wordt dan ook bij de diverse ketelsystemen beschreven.
Als de hete rookgassen het ketelsysteem hebben verlaten, waarbij ze in sommige gevallen nog eens worden benut, door middel van een achtergeplaatste economiser (voorverwarmer van ketelwater), worden ze meestal door een (ondergronds) systeem van kanalen uit het ketelhuis geleid, dat de rookgassen tenslotte naar de voet van de schoorsteen leidt.
Deze kanalen zijn buiten het ketelhuis vaak zichtbaar vanaf het punt waar ze vanonder het maaiveld oprijzen en in gebogen vorm op de schoorsteen aansluiten.
Ronde rookkanalen komen aan beide zijden de schoorsteen van het Woudagemaal binnen
In de wand van de voet van de schoorsteen bevindt zich vaak een toegangsdeur, waardoor er in de schoorsteen bepaalde onderhoudswerkzaamheden kunnen plaatsvinden. Langs deze weg kan op gezette tijden roet worden verwijderd. Bovendien bevinden zich in de voet van de schoorsteen, bij de toegang van de rookkanalen in de schoorsteen, vaak roosters, die verhinderen dat er vonken via de schoorsteen naar buiten kunnen komen.
Aan de binnenzijde van de schoorsteen bevinden zich bovendien vaak soortgelijke klimijzers als aan de buitenkant.
De stroming van de rookgassen moet daarbij een zo klein mogelijke weerstand ondervinden, om zodoende de weerstand die de trek al moet overwinnen niet verder op te voeren..
Men kiest daarom het oppervlak van de doorsnede van de kanalen zo, dat de snelheid van de rookgassen in de kanalen aanvankelijk ongeveer 2,5 m per seconde is, om die, naarmate de rookgassen de schoorsteen naderen, te verhogen naar 3 tot 3,5 m per seconde.
Ronde vormen omsluiten het grootste oppervlak bij de laagste weerstand langs de wanden.
Ronde rookkanalen in een ontwerp van een ketelinstallatie in 1907
De eis dat de weerstand in de kanalen zo laag mogelijk moet zijn, is ook de reden dat dode hoeken in de inmetseling, die wervelingen teweeg kunnen brengen, zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Ook moeten vernauwingen in het systeem worden voorkomen, omdat de bijbehorende versnellingen van de rookgassen oorzaak zijn van trekverlies. Maar ook plotselinge vergroting van het afvoersysteem is nadelig: de bijbehorende vertraging van de snelheid levert een nog veel groter trekverlies op.
Deze eisen gelden net zo goed voor de rookkanalen buiten het eigenlijke ketelsysteem die de gassen naar de schoorsteen leiden. Zij zijn meestal aan de bovenkant rond uitgevoerd: de hete rookgassen bewegen zich het meest langs de bovenkant. Ook hiermee wordt de weerstand verminderd en daarmee de trek bevorderd.